Leiden kwam van tram- op buslijn-begeerte Onbemande boorde zich straaljager in woning Oude „bok" wordt met zonden beladen de woestijn in gestuurd Zoon stak dronken vader WOENSDAG 25 FEBRUARI 1959 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 Nog. niet zo lang geleden hebben we van de directeur van de N.Z.H. gehoord, dat de blauwe tram van Leiden in 1961 zal verdwijnen. En dit lijkt ons een goede aanleiding eens een brokje geschiedenis van dit Leidse vervoersinstituut op te diepen. We vinden hiervoor een prachtige leidraad in het personeels-orgaan van de N.Z.H., waarin de heer G. J. de Swart de historie van „Leiden als centrum van tramwegen" de revue laat passeren. Er is nog een andere uitstekende aanleiding, want wist u dat het dit jaar precies tachtig jaar geleden is, dat de eerste tram door de Sleutelstad sukkelde, door de burgerij met wijdopen monden nagestaard, die in haar tijd van mening was, dat nu wel de grens op het gebied van openbaar vervoer bereikt was? Historisch gebeuren in en rond de Sleutelstad De tijd heeft anders geleerd, al behoeven we nu niet direct de Leidse stadstram van deze tijd als voorbeeld van het laatste snufje op dit gebied voor te rijden. In 1879 kwamen in Leiden twee paardetramlijnen in gebruik, die beide het eigendom waren van de Leidsche Tramway Mataschappij en die door een niet-Nederlandse maat schappij werd gedreven, n.l. de Tramway Trust Company te Londen. Beide vertrokken van het Stations plein, één in de richting van de Ha ven, de ander met als uitgangspunt de Plantage. Men zal begrijpen, dat in een stad met nog geen twintig duizend in woners slechts weinig gebruik werd gemaakt van de verbinding Station- Haarlemmerstraat. De zuinige Leide- naars van die tijd gingen lopen, en spaarden op deze manier hun stui vertje. De lijn werd dan ook spoe dig opgeheven. De andere tram ech ter kreeg een betere toekomst; fei telijk is er sinds die tijd aan het spoor van de officiële stadstram weinig veranderd. De tram werd in 1886 aangekocht door de Rotterdamse Tramwegmaatschappij. Zij had toen een lengte van 2242 meter. Over be tere toekomst gesproken: wist u dat thans bijna 4 miljoen mensen in één jaar door het stadstrammetje worden vervoerd. Netwerk van rails. Met de verbindingen in de omge ving ging het van het begin af aan zeer goed. Leiden als markt- en han delscentrum had nu eenmaal goede contacten met de omgeving drin gend nodig en al spoedig ligt als een spinnenweg een netwerk van tram rails rond Leiden. Namen mogen hierbij genoemd worden, zo lezen wij in het artikel van de heer G. J. de Swart, van mannen als Jansen uit Hillegom en Müller en Hojel uit Den Haag. Katwijk was de eerste plaats die de eer genoot met de rails aan Leiden gekoppeld te worden. Op 4 mei 1881 maakte de Rijnlandse Stoommaatschappij een begin met de exploitatie van deze lijn. Twaalf da gen later volgde de Noord Zuid Hol landse Stoom Tramweg Maatschappij, en dit is een naam, die de lezer op zijn zachtst gezegd niet onbekend in de oren zal klinken. De NZH was dus niet de eerste rond Leiden, ook al scheelde het maar nog géén twee weken. De lijn van de NZH was de verbinding LeidenHillegom, op 16 mei door enige officiële hooggehoede heren geopend, gevolgd door de ope ning van HillegomHaarlem op 29 juni van dat jaar. De eerste keten was gelegd. Enige jaren daarna rijk ten de armen der tramwegexploitan ten in zuidelijke richting. 7 Decem ber 1882 werd de verbinding Leiden Hierboven: Een heer met strooien hoed toont veel aandacht voor de eerste electrische tram die door de stad rijdt. Dat was in 1911. Links: De tram LeidenKatwijk in de eerste jaren. Rond 1915. De paardetram gaat de hoek van de Breestraat om. Voorschoten in exploitatie ge bracht; ook hier werden verschil lende schakels tot een ketting aan eengesmeed tót op 19 juni 1885 de lijn tot in Den Haag was doorge drongen. In die tijd ontdekken wij al een voorloper van de zomerlijn Voorscho tenWassenaar in een sectie Voor schotenWassenaar, welke in 1883 werd opgericht en in 1893 wegens gebrek aan belangstelling werd op geheven. Noordwijk kreeg een verbinding met Leiden (1885) door aan de lijn LeidenKatwijk een verlengstuk te koppelen vanaf Rijnbrug. Diénstregeling. In het maandblad van de NZH le zen we iets over de dienstregeling uit 1896, die een beeld geeft van de vervoersbehoefte uit die dagen. De Leidse paardetram kende een 5V2 minutendienst van 9.30 tot 21 uur. De rijtijd van het station naar de Plantage bedroeg ongeveer 15 mi nuten. De remise en stallen bevon den zich aan de Plantage in het gebouw, dat nog vele jaren het eigendom van de NZH is geweest, en waarin thans een expeditiefirma is gevestigd. De baan was dubbelsporig van het Station tot de Blauwpoorts- brug. Over Breestraat en Hoge- woerd werd op enkel spoor gereden. Van de voortbeweging in die tijd behoeft men zich niet veel voor te stellen. De reiziger moest ermee ge noegen nemen, dat hij eerst na twee uur en een kwartier uit Leiden Haarlem bereikte. De tram mocht niet harder rijden dan 15 kilometer per uur! Maar wat er aan snelheid ontbrak werd aan gezelligheid goedgemakt. We kunnen ons zo voorstellen, dat het in de roef van de trekschuit niet knusser vertoeven was dan in de trage tram der eerste tijden. Onder weg drie vaste kruisingen: bij Heem stede (De Glip), Lisse (Nachtegaal) en Sassenheim (Warmonderdam). De remise bevond zich te Hillegom op de hoek van de Vosselaan. De Gele Tram. De geschiedenis van de HTM Den HaagLeiden is aanmerkelijk kor ter, maar dank zij de electriciteit ook sneller dan die van de NZH. Was er immers op 2 juni 1923 nog slechts sprake van een eenvoudige verbinding tussen de Benoordenhout- seweg te Den Haag en Den Deyl te Wassenaar, nog in hetzelfde jaar stootte de tram door tot 't Haagse Schouw. Daarna was het contact met Leiden gauw gelegd. In 1924 werd een bus-pendeldienst je Haagse SchouwLeiden ingevoegd en al spoedig volgde het doortkken ken van de tramlijn van de Dieren tuin te Den Haag tot aan de Rijns- burgerweg. In 1925 werd de Nieu we Havenbrug te Leiden via de Haarlemmerstraat bereikt. Het ge meentebestuur van die dagen heeft niet kunnen voorzien, dat zij zulk een sta-in-de-weg zou worden. Slechts in de oorlog '40'45 is de volledige dienst gebroken geweest. Electriciteit. De èlectrificatie bracht ook voor de N.Z.H. een gehele serie nieuwe mogelijkheden. De Hollandse IJze ren Spoorweg Maatschappij ver kreeg grote zeggingschap in de N.Z. H.S.T.M., die haar S kwijtraakte, toen zij van stroom op electriciteit overstapte. De N.Z.H. kocht de Leid- I se paardetram en de lijnen naar Katwijk en Noordwijk. Op de 31ste augustus 1911 werd de electrische tram te Leiden feestelijk in gebruik genomen. „Hoe genoeglijk zonder leven Rolt de paardeloze tram." schreef de LEIDSE COURANT op 1 september yan dat jaar. De directie van de NZH had daartoe de achtba re leden der vroedschap tot een tocht uitgenodigd. In „Zomerzorg" waren de gasten saamgekomen. Wethou der Van Hamel voerde hier als loco burgemeester het \floord. De belang stelling was groot, maar er was veel volk lanr^ de weg, daar het Konin ginnedag «as. Het laatste paardetrammetje heeft 's avonds om twaalf uur gereden van het station naar de remise en was afgehuurd door enige studenten, die het versierd hadden met vlaggedoek. Op het voorbalkon stonden enige muzikanten de treurmars te blazen, terwijl van het achterbalcon de vlag halfstok hing Snel. Over de „electrische periode" kun nen we aanmerkelijk korter en vooral ook sneller zijn. De frequentie van de lijnen werd aanzienlijk ver hoogd. Op de stadslijn zelfs tot een vijf minutendienst, die echter door de beweekte overweg wel eens op ongewenste wijze onderbroken werd. Oude lezers zullen zich de vierkante tram, die wel eens „het bakje" werd genoemd, herinneren. jDe spanning was 1000 volt en deze jzeer hoge voltage was voor 1911 een gedurfd staaltje electrotechniek. Men had echter ook het oog op eventuele electrificatie van de lijn LeidenHaarlem. Deze werd echter pas in 1933 gerealiseerd. In 1925 kreeg de tram Leiden Den Haag het tracé via de Lamme- brug door de polder naar Voorscho ten. De route langs De Vink en Haag- weg, waaraan nog het houten ge bouwtje naast de Zeevaartschool her innert kwam te vervallen. In 1930 besloot de NZH tot electrificatie van de tramlijn LeidenHaarlem over te gaan. Vele moeizame onder handelingen met de Rijkswaterstaat over de juiste koers en de ligging van de sporen in het wegdek volg den. In december 1932 was het zover. De Leidse Courant meldde, dat van Haarlem Jot Leiden ieder dorp uit stroomde om de electrische te be groeten. En op 31 december werd „Bello Ping Ping" zonder tranen ten grave gedragen. Concurrenten. Wat nog te vertellen van de periode die bijna elke lezer nog vers in het geheugen ligt. De oorlogsjaren brach ten een enorme opleving van hét tramverkeer door het uitvallen van bijna al het andere vervoer. „Met be perkte middelen zag de directie kans waar mogelijk de dienstregeling op kritieke uren van de dag nog uit te breiden". En voor de periode na de oorlog kun nen we met een variant op Hilde- brand uitroepen: de bussen kwamen! De benzinevreters duwden steeds meer reukloze concurrenten uit het spoor. Maar ditmaal zal er weinig weemoed zijn in de harten der Lei- denaar. Daarvoor is de tram te zeer de kwade genius van het stads leven geworden. Alle verkeerszonden werden op haar onschuldige hoofd geladen. Nu wordt zij zonder bewijs van goed gedrag in de remise gestuurd. De resten van het ong.elukstoestel. Vrouw kwam om Omstreeks kwart over twee dins dagmiddag is een F-84-F Thunder- streak van de vliegbasis Eindhoven tijdens een controlevlucht neerge stort. De piloot, de 25-jarige sergeant- vlieger B. F. J. Hazenbos, heeft zich per parachute kunnen redden. Door het exploderen van het neerstorten de toestel is de 29-jarige mevrouw Van de Pol te Aalst om het leven gekomen. De commandant van de vliegbasis Eindhoven, kolonel Kramer, heeft de oorzaak van het ongeluk later op de middag toegelicht. Hij vertelde, dat testvlieger Hazenbos op zijn contro- levlucht al ongeveer een uur in de j lucht was toen hij tussen Helmond en Eindhoven de minimumsnelheid van het toestel wilde controleren. Door nog onbekende oorzaak ge- j raakte de machine echter in een vril le. De vlieger bevond zich toen op ongeveer 5000 meter hoogte. Hij trachtte door middel van de rempa- I rachute het toestel uit de vrille te krijgen. Dit lukte evenwel niet. Met de schietstoel verliet hij het toestel j en bereikte veilig de grond in Zes- i gehuchten, onder de gemeente Gel- drop. <j< Inmiddels was het toestel toch uit de vrille geraakt. De machine vloog in een grote bocht, dalend in weste lijke richting verder, trek even ten zuiden van Eindhoven een spoor van circa 500 meter door een bos en boor de zich vervolgens in de bungalow woning van de fam. Van de Pol aan de Prins Mauritsweg te Aalst, waar bij het met een zware slag explo deerde. 'n BRIL dragen? (Advertentie) jVAN MUIJEN vragen Slechts de leden van de vereniging van belangstellenden in het spoor- en tramwezen, die de foto bij dit arti kel ter beschikking stelden, zullen een traan wegpinken. LEIDEN, Hooigracht 54 NOORDWIJK, Pr. Bernhartfstraat 51 (Advertentie) Rachel op weg naar het Beloofde Land Ettelijke duizenden Joodse emigranten uit Roemenië, die naar Israël worden vervoerd, moeten overstappen in Wenen, waar zij worden voorbereid op het vervolg van de lange reis. De foto toont een groep emigranten, onder wie zich ook vele hoogbejaarden bevinden, voor het eerst op westelijke bodem in 't Weense Zuid-oost-station. Geweldige explosie Met de explosie spatte ook de bun galow uit elkaar, waarna de resten van de woning door tegelijkertijd optredende brand werden vernield. De 29-jarige mevrouw Van de Pol, die haar man even tevoren per auto naar zijn werk in Eindhoven had ge bracht, was ofwel op weg van de auto naar de woning of bevond zich reeds binnen. Zij werd in elk geval door de explosie op slag gedood. De auto kreeg enige schade. Een dichtbijstaande andere woning werd vr(j ernstig beschadigd. Voor de brandweer uit Eindhoven, die weldra was gearriveerd, bleef niets anders over dan met schuimblussers en wa terslangen de smeulende puinhoop te blussen. 174 jaar geëist Verdacht van poging tot doodslag op zijn 61-jarige vader heeft dinsdag middag de 25-jarige straatmaker F. J. van D. uit Rotterdam voor de recht bank in zijn woonplaats terecht ge staan. „Hij had m'n moeder al lang ge noeg getreiterd", had van D. aan de politie verklaard. Het reclasseringsrapport beschreef de vader als een weekenddrinker, die dan bruut kan optreden. De moeder van het gezin kan daar niet tegen op en lijdt er erg onder. De kinderen kiezen haar partij. Zo ongeveer was het ook op 13 de cember gegaan. De vader was dron ken en bij het naar bed gaan hoorde de zoon hem ruzie maken met moe der. „Gaat u maar in mijn bed", had hij toen tegen haar gezegd, „Ik ga wel bij vader." Maar toen was zijn vader hem lastig gevallen. De zoon was door het dolle heen geraakt en in de keu ken ging hij zijn vader met de brood zaag te lijf. Hij stak hem in de borst. Het mes boog echter om. Toen bracht hij hem nog een snede in de hals toe. De officier van justit'ie, mr J. D. de Jong, wilde wel rekening hou den met de verzachtende omstan digheden. Maar hij nam het ver dachte kwalijk, dat hjj met het voorbeeld van zijn vader voor ogen, zelf ook drinkt te veel drinkt. Zijn eis was een jaar en drie maanden gevangenisstraf met af- tiek. Mevrouw of mejuffiouw? Tussen alle debatten en redevoe ringen door heeft de heer Tjalma (A.R.) gisteren bij de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken de aandacht gevestigd op een inconsequentie in de officiële stuk ken. Een „hoofdnoodwachtster" van de B.B., die ongehuwd is, zal in den ver volge de titel „mevrouw" dragen. Maar in de officiële stukken wordt de minister van Maatschappelijk Werk, mejuffrouw M. A. M. Klompé, die óók ongehuwd is, altijd betiteld met „mejuffrouw". „Is dit niet deni grerend voor uw ambtgenote?" vroeg de heer Tjalma aan de minister van Binnenlandse Zaken. STEEDS MEER CIGARILLOS. In het afgelopen jaar viel bij de Nederlandse sigarenorkers een ster ke tendenz naar de cigarillos waar te nemen. Terwijl de sigarenafzet vergeleken met 1957 slechts 0.1 per cent steeg, nam het verbruik van cirgarillos met 3.4 percent toe. Het sigarenverbruik in Nederland is meer toegenomen dan in de andere Europese landen, zo constateerde de „Zigarrendienst" te Heidelberg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1959 | | pagina 7