CATECHISMUS
Paradijsparade
I VOOR DENKENDEMENSEN
•Samenzweerders
Liefde
24 JANUARI 1959
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 11
Horizontaal: 1. zandwoestijn in Mon
golië, 4. duikereend, 6. -plaats in En
geland, 9. scheikundig element (afk.),
10. japon, 12. hoofddeel van een to
neelstuk, 14. in het jaar der wereld
(afk. Lat.), 16. vereniging, 18. stad
in Tibet, 20. echtgenoot, 22. roodgele
kleur, 24. houten hamer, 26. voor-
naamw., 27. stad en kanton in Zwit
serland, 30. eerwaarde heer (afk.
Lat.), 31. lidwoord, 32. niet vast, 33.
gesneden steen, 35. bloeiwijze, 36.
kattekruid, 38. houten bakje, 40. bid
(Lat.), 41. geestrijke drank, 42. bad
plaats in Duitsland, 43. ontkenning
(Eng.), 44. bolrond vruchtje (spreek
taal), 46. vervoermiddel in Parijs, 48.
schel, 50. spoedig, 52. bijwoord, 53.
kropgezwel, 55. emeritus (afk.), 57.
gereedschap om vuur te maken, 60.
scheikundig element (afk.), 61. bind-
materiaal, afkomstig v. d. bladeren
van een op Madagaskar inheemse
palmsoort, 63. niet vergezeld, 65.
stroopballetje (gewestelijk), 66. bijen
houder, 69. wachthuisje, 70. afkorting
in de boekhouding, 71. meisjesnaam,
73. onbep. voornaamw., 75 voorzetsel,
76. vast rantsoen, 77 knopje op een
priktol, 78. jongensnaam.
Verticaal: 1. soort, 2. Tiroolse pas,
3. oprichting (afk.), 4. meisjesnaam,
5. laagste adellijke titel in Midden-
Ja va, 6. voegwooni (Fr.), 7. gem. in
Limburg, 8. korter, 9. Finse naam
voor Finland, 11. verlegen, 13. getim
merde bewaarplaats, 15. ganzevoet-
achtig plantengeslacht, 17. geluid van
een ezel, 19. schuur of loods als berg
ruimte (gewestelijk), 21. scheikundig
element (afk.), 23. meisjesnaam, 25.
laag schoven op de dorsvloer, 28.
pausenmaam, 29. lelieachtig tuinbouw-
gewas, 31. soort kachel, 34. lange nek
haren van dieren, 35. vlaktemaat, 36.
vierde boek van MozeS (aik.), 37. op
richter en eerste abt van 't klooster
te Wittewierum, 39. stronkje, 45. han
del met zelfvervaardigde artikelen,
47. volbloed Hollander (Indonesië),
48. Nederl. bouwmeester, 49. soort
vloerbedekking, 51. streling, 53. bron,
54. buitengewoon scheppingsvermo
gen, 56. maand van het jaar, 58. ha
ven op de Oostkust van Labrador,
59. boterton, 60. kleine visotter, 62.
muzieknoot, 64. afnemend getij, 67.
eiland in de Ierse zee, 68. telwoord,
72. munt in Portugal (afk.), 74. pers.
voornaamwoord.
Ook deze week stellen we voor
twee inzenders van een (goede) op-
op deze kruiswoordpuzzel
weer een prijs beschikbaar van vijf
gulden.
Alle puzzelaars, die een- gooi willen
wagen naar deze prijzen moeten hun
oplossing voor donderdagmorgen, 12
uur (doen) bezorgen aan de Puzzel
redactie.
Bij de loting onder de goede inzen
dingen, viel het lot op die van mevr.
C. J. Bisschop, Vondellaan 8 te Lei
den en op die van de heer Gijs Frans-
sen, Noordeinde 23 te Langeraar.
Ze .krijgen hun prijs zo spoedig
mogelijk toegestuurd.
Horizontaal: 1. Bach, 5. tael, 8. mos,
9. agave, 12. dom, 14. pat, 15 barring,
17. gem, 19. in, 20. pet, 21. ten, 23. Ta,
24. aan, 25. Bus, 27. neb, 29. smal, 31.
geste, 33. soms, 35. i.l., 36. er, 37. ga,
39. na, 40. Arboga, 41. AHgau, 42.
R.O., 43. o.a., 44. as, 45. er, 46. kers,
48. gesel, 52. Arno, 54. gul, 56. nut,
57. end, 58. eb, 60. lei, 62. het, 63. de,
64. los, 66. asprian, 69. wen, 70. kijk,
72. aleer, 73. lijn, 74. Saar, 75. teen.
Verticaal: 1. bot, 2. as, 3. haat, 4.
Aarh'us, 5. tent, 6. ed, 7. log, 8. man,
10. gr, 11. v. i., 13. met, 14. pias, 15.
ben, 16. Gen, 18. Maas, 20. pal, 22.
nes, 24. Aalborg, 25. re, 26. st, 28. bon
gerd, 30. mirre, 31. graag, 32. egaal,
34. Maarn, 36. ego, 38. als, 46. koel, 47.
sul, 49. en, 50. Surrey, 51. et, 52. ant,
53. open, 55. Lea, 57. een, 59. bok, 61.
Isar, 62. hart, 63. den, 65. sijs, 67. pl,
68. i.e., 69. wijn, 71. ka, 73. Ie.
'f HOORNTJE
Over
meeuwen
We hadden het de vo
rige week over het voe
ren van vogels. We spra
ken toen over de vogeltjes,
die u bij winterweer in de
tuin zou kunnen vinden
en ook over de vogels, die
op het open water blijven
wachten op beter dagen.
Toen het stukje over die
vogelsoorten af was, be
seften we ineens, dat we
een heel belangrijke groep
vergeten waren. We had
den die soort over het
hoofd gezien, omdat we
ze dit jaar niet in groten
getale in de bewoonde we
reld hebben gezien. We
bedoelen de meeuwen.
De meeuwen zijn echt
gezellige dieren om le
voeren. Jammer is, dat
het doorgaans de vogels
zijn, die 's winters het
minst onze hulp nodig heb
ben.
De meeuwen, in de ver
schillende variaties die
hier inheems zijn al
zijn ze meestentijds „bui
tengaats" komen eerst
landinwaarts, als het weer
dreigt te verslechteren
De waarneming van de
meeuwen is wat dat be
treft de beste barometer
Meeuwen slapen zelfs,
dobberend op de golven
Als zij hun heil elders zoe
ken kan men er staat op
maken, dat er storm (of
vorst) op til is!
Om op het voeren terug
te komen: U moet eens
zien, hoe ordelijk meeu
wen vliegen. Als uw wo
ning zich daartoe leent
moet u eens wat brood bui
ten gooien als er meeuwen
in de buurt zijn. Zo gauw
heeft er één het in de ga
ten of hïj schijnt zijn vaart
in te houden. Hij stoot een
langerekt „klieuw, klieuw"
uit en op hetzelfde mo
ment verzamelen zich zijn
kameraden. Langzaam
met uithalen, wagen ze
zich dichterbij en dan na
dert de eerste.
Hij duikt als een Stuka
neer, slaat plotseling zijn
wieken wijduit en laat zijn
poten hangen. Achter hem
volgen de ai.deren en u
kunt ervan op aan, dat ze
geen stukje brood missen
als ze tenminste genoeg
ruimte hebben.
Of het nu tien vogels
zijn, die zich op de door
u opgegooide lekkernijen
werpen, of honderd: geen
een zal het wagen, zich te
gen de vliegrichting van
■de anderen in, uit de „kud-
verkeer" zonder dat er
een verkeersleider aan te
pas komt.
Dat is geen kleinigheid
want op volle snelheid
haalt een mantelmeeuw
bijvoorbeeld met gemak
een snelheid van tachtig
kilometer per uur.
Ze mogen dan gedisci
plineerd vliegen, het zijn
toch maar een stel lelijke
rovers, die zich niet ont
zien, elkanders eieren ej
jongen en ook die van an
dere vogels, ja soms hele
OEEL LEIDEN 'heeft deze dagen
weer- stof tot praten. Bij gemeen
tewerken van onze goede, oude stad
hebben enige baanbrekende heren de
koppen en potloden bij elkaar gesto
ken boven een plattegrond van de
Sleutelstad. Enkele fikse, doordachte
strepen, wat injecties en sanerende
krassen.en daar lag de toekomst
van Leiden op tafel: een fris wegen
schema met als bemerkingen in de
bovenhoek „uit te voeren in fasen,
duur 1jaren, kosten 100mil
joen gulden".
Nu kun je er wel gemakkelijk over
denken, maar zo'n ingrijpend plan is
niet één, twee, drie
tot stand gekomen
en het zou dus on
redelijk zijn, te
verwachten, dat de
realisatie ervan in
luttele jaren uit te
drukken zou zijn.
Bovendien is het
ontwerp thans aan
alle Leidse ingezetenen ter keuring
voorgelegd en wij stellen ons voor,
dat in vele huiskamers dit weekend
enthousiast wordt beslist over het lot
van de binnenstad. Vele argus-ogen
zullen de gordelweg volgen of de
roijte kiezen over de Koornbeursbrug
langs de met ontluistering bedreigde
Burcht. Wellicht wordt er ook onrust
gezaaid in de gezinnen die huizen be
wonen waar nietsontziende krassen
door zyn gegeven.
Het is de bedoeling, dat er stevig
wordt gehakt en er zullen daarbij
heel wat spaanders vallen langs de 12
opvallende en de tientallen stillere
doorbraken, maar ongetwijfeld staan
tegen die tijd in Leiden Zuid-West
en Noord, en weten wij waar nog
meer, de flats en be jaarden woningen
gereed om de gesaneerden een wel
kom entree te bereiden. Er zullen er
ook zyn - rotsvaste optimisten, en pas
gefust als er een of ander „plan"
op de proppen komt die ervan
overtuigd zijn nooit van huis en haard
verjaagd te zullen worden juist om
dat hun woning in een bedreigde
strook ligt. Plannenmakers zijn niet
gevaarlijk, zeggen die lieden:
Wij hporden, dat het schema even
theoretisch als ingrijpend is. In elk
geval wordt de theorie hier steeds
voortgedreven door een zeer con
creet en nijpend verkeersprobleem.
Mogelijk gaan we komende dagen
discussiëren over een bal, die in alle
ernst is opgegooid door terzake kun-
digen en waarmee wij allen mogen
spelen; wie weet waar hy terecht
komt. Hij kan hier in Leiden altijd
in het water vallen, er zijn nog zó
veel grachten. Overigens zou het niet
onaardig zijn, de krant van gisteren
te bewaren. Dan künt ti over twintig
jaar nog eens zien, hoe het niét is
geworden.
EEK.
jonge konijnen op
schrokken.
We herinneren ons uit
de winter van 1956 een
geval, dat een vlucht hon
gerige meeuwen -zich in
Bergen op Zoom op een
Patatkraampje stortte en
het tot de laatste kruimel
leegvrat, zonder dat de
eigenaar iets kon doen. In
tegendeel: hij móest ma
ken, dat ie wegkwam!
In diezelfde winter heb
ben we het gezien, dat he
likopters voer uitgooiden
voor duizenden en nog
eens duizenden water- en
weidevogels, die op de
wadden bijeengedreven, de
dood afwachtten. De
slachtoffers van de koude
waren bang van hun wel
doende mechanische col
lega's. Ze wilden de kat
uit de boom kijken en het
gevolg was, dat het afge
worpen voer al in de
meeuwenmagen verdwe
nen was, als ze over hun
angst heen en de helikop
ters verdwenen waren.
Het spijt ons voor de
vereniging van dierenbe
schermers maar deze ma
nier van vogels voeren
hééft geen enkel resultaat.
En dat is getuige de
rapporten die destijds ver
schenen ook de mening
van hen, die, zich met de
ze manier van voeren heb
ben beziggehouden. Men
hoeft heus geen medelij
den te hebben met meeu
wen..
Maar kom ze niet te na
want het zijn de vrienden
bij uitstek vèri elke zee
man.
„Kijk Frits, daar heb je die japon
van 8.50, die ik in de uitverkoop
heb gezien."
„Die met die lange broek aan is mijn
moeder
Dan niet meer! „Iedere keer dat
ik naar die hoed van je kijk, moet ik
lachen",zeihij schamper.
jat" vroeg zijn vrouw. „Goed
dat je het zegt, dan zal ik hem hier
laten als je <le rekening krijgt".
„Vlug, breng me een tijtkoek
met een ingebakken vijl
IX.
In de vorige les zijn we even op een zijpad gaan wandelen om enige veel
gehoorde op- en aanmerkingen te beantwoorden, welke trouwens nauw
verband houden met het karakter van de Kerk als een aardse gemeenschap
met een onaardse bestemming. Dat klopt met de dubbele bestemming van
de mens zelf. Naar aanleiding hiervan zou de volgende vraag te stellen zyn:
Wanneer iemand sterft, houdt hij of zij dan op lid te zijn van de Kerk?
Men zou eerder kunnen zeggen, dat zijn lidmaatschap dan pas voor
goed begint, na gedurende zijn leven aspirant-lid te zijn geweest.
Soms ziet men de mist zo laag hangen, dat het op aarde koud en kil
is, terwijl de kerktoren met het kruis in top uitschiet in hemels
blauw en zonneschijn. De Kerk is een genootschap, dat tijd en
ruimte overschrijdt. Zij omvat, en helpt, met haar offers en geza
menlijke gebeden de gestorven leden, die wegens hun aardse onvol
maaktheden en zonden nog niet tot de heerlijkheid van het Eeuwig
Licht worden toegelaten (loutering of onjuist in het Nederlands
weergegeven vagevuur). Zij omvat ook de legioenen leden, die
zijn uitverkoren voor Gods Aanschijn te leven. De band tussen de
leden der Kerk, levend of gestorven, blijft bestaan. Evenals wij
hier op aarde voor elkanders welzijn en het welzijn der gehele mens
heid offeren en bidden, kunnen wij dit doen voor gestorvenen en
bidden de gestorvenen weer voor ons. De Kerk legt tussen „deze
en gene zijde van het graf" een nauw en hartelijk contact, welke de
aanroeping en voorspraak der „heiligen" wordt genoemd.
Heeft deze heiligen-verering eigenlijk wel zin, aangezien God alwetend en
albesturend is?
Dan zou het evenmin zin hebben voor elkander op aarde te bidden.
Dan zou men helemaal niet behoeven te bidden! Dan zou ook Chris
tus niet gebeden hebben. Het ligt helemaal in de lijn van de door
God gewilde eigen-werkzaamheid van het menselijk geslacht, uit
komst in onze noden te vragen en onze verlangens kenbaar te ma
ken. Zo heeft Christus het ons geleerd. Heel dat nauw contact tussen
„deze en gene zijde" speelt zich af in het lichaam der Kerk, waar
van Christus het hoofd en wij alleen de ledematen zijn. „Als één lid
lijdt, lijden alle leden mede".
Waarom wordt aan Maria, de moeder van Jezus, bijzondere eer bewezen?
Omdat zij de moeder van Jezus is. Het zijn niet de mensen, die Ma
ria bevoorrechten. Het is God, die haar bevoorrecht heeft boven
alle andere mensen. Het voorrecht waartoe zij nederig haar toe
stemming gaf de moeder van Gods menselijke gestalte te worden,
verleent haar de waardigheid „Moeder van God" te zijn omdat haar
Kind God is. Daartoe werd zij gevrijwaard van de erfsmet en werd
haar schuldeloze mensheid ten hemel opgenomen.
In liefde voor zijn moeder laat Jezus zich door niemand overtref
fen, maar wij handelen geheel in zijn geest, wanneer wij Maria be
minnen, haar beeltenis, als een geliefd portret, in onze kamers
plaatsen en met bloemen en licht versieren, en haar ter ere de ro
zenkrans bidden.
Wordt er niet teveel aan Marla-verering gedaan?
Té veel is altijd fout. Maar buitenstaanders vergissen zich gemak
kelijk, omdat zij geen inzicht hebben in het leven van de Kerk éh
de moederlijke plaats, welke Maria daar inneemt. Zij is ons aller
moeder, omdat zij de Moeder van God is, en dat moederschap in
leed en tranen en opgelegde zelfverloochening heeft vervuld „Een
zwaard zal ook uw hart doorboren'.'. Zij is „de moeder van smarten"
naast de „Man van smarten". Zij heeft, zoals iedere moeder, toegang
tot het hart van haar Zoon. Zij is de bij uitstek uitverkorene van
God en het is niet anders dan menselijk en anders dan mense
lijk behoeven we niet te zijn onze toevlucht te zoeken in haar
moederlijke voorspraak en bescherming. De hele sfeer van kinder
lijke liefde, maakt ook de liefde voor de Zoon en voor God hartelijk
en die hartelijke verstandhouding is juist het eigene van het chris
ten zijn d.w.z. kind van God zijn.
Wat ïs de betekenis van relieken van heiligen, van de verschillende
medailles, van wijwater en kaarsen?
Wij vatten al deze vrome gebruiken samen onder een gemeen
schappelijke noemer, omdat zij zijdelings voortkomen uit het zicht
baar-onzichtbare karakter van de mensheid en dienovereenkomstig
van de Kerk. De sacramenten van de Kerk die Christus is zijn
zichtbare tekenen van onzichtbare genade. De bovengenoemde ge
bruiken zijn zichtbare tekenen van een zegen of van een gebed door
de Kerk eraan gegeven. Een Duits dichter heeft dit, wat betreft het
kaarsen-opsteken, aardig uitgedrukt: De mens gaat de kerk uit
en „de stille kaars bidt voor hem verder" (die stille Kerze betet für
ihn weiter".
Met de relieken is het enigszins anders. Het vereren ervan is zo
oud als de christenheid en het eerste verschijnsel ervan zijn de
zakdoeken van Paulus! De jonge christenheid vereerde uitsluitend
en alleen relieken van martelaren en droeg bij voorkeur op marte
laars-graven het H. Offer op (vandaar dat nog steeds in ieder al
taar relieken van martelaren liggen besloten). De moderne medische
opvatting, dat de mens niet een ziel èn een lichaam is, maar een
lichaam-ziel, is oer-christelijk en verklaart de verering van de stof
felijke resten van mensen van wie wij zeker weten door een „hei
ligverklaring' van de Kerk, „dat zij in Gods licht leven.
Zijn alle relieken echt?
Het verlangen toch maar iets te bezitten van hoog-vereerde perso
nen - met name van Christus en Maria heeft in 't bijzonder tij
dens de Kruistochten naar het H. Land, het bedrog in de hand ge
werkt De laatste eeuwen is de controle streng. Relieken van oncon
troleerbare herkomst kan men blijven vereren, omdat het immers
gaat om de persoon en niet om het voorwerp.
„Kan die papegaai ook werkelijk
praten?"
„Nou en of. Alleen is hij op het
bgenblik iets verergerd, omdat hij ge
hoord heeft, dat ik hem wil verko
pen".
Een handige jongen. Kareltje
had van zijn oom een gloednieuwe
papieren rijksdaalder gekregen. Nau
welijks was oom vertrokken of Ka
reltje ging naar de drogist op de hoek
en vroeg deze, of hij er dubbeltjes en
kwartjes voor kon krijgen.
Dit geschiedde en met het kleine
geld ging Kareltje naar de melkhan
delaar en vroeg of hij kleingeld no
dig had. Ook dat lukte en meteer
stapte Kareltje met zijn rijksdaalder
naar de slager en wisselde hem weer
in voor dubbeltjes en kwartjes.enz.
Zijp vader merkte het en zei:
„Maar jochie, daar schietje toch niets
mee op. Daar is toch niets aan te ver
dienen."
„Misschien wel, paps", klonk het.
„Eindelijk zal iemand zich toch wel
sens vergissen en IK zal het zeker
liet zijn!"
20)
„Dan zal ik het initatief moeten ne
men. Ik hoop, dat u de onbeschaamd
heid van wat ik ga zeggen zult kun
nen vergeven, Glada, maar ik zou
willen, dat u de moed kon vinden
mijn hulp te aanvaarden. Besef alsje
blieft, dat ik uitsluitend als vriend
spreek. Tracht mijn aanzoek te ver
geten. Zou u dat kunnen? Laat me
dan weten, welke zorgen u hebt."
Het meisje werd bleek. Ze staarde
Stirling aan met een uitdrukking in
haar ogen, die veel op vrees leek.
„Wat bedoelt u?Het was
nauwelijks meer dan gefluister.
„Dat zal ik u zeggen", luidde het
rustige antwoord. „Ik was kort gele
den in de bank. U zag me niet. Ik ge
loof, dat u eigenlijk niets erg duide
lijk zag, toen u naar de deur liep. Uw
gezicht zei me, dat er ernstige moei
lijkheden waren. Er lag een wanhoop
in uw ogen, die er nooit en te nimmer
in hoeft te zijn. Vertel me asjeblieft
niet, dat ik me vergis, want dat is
niet zo."
door Joseph Mc Cord
Glada beet in haar bovenlip. Ze zat
onbeweeglijk, haar ogen op Stirling
gevestigd, alsof hij haar gehypnoti
seerd had.
„Ik volgde u naar huis", verklaarde
hij eerlijk. „Ik was, eerlijk gezegd,
bang dat u een ongeluk kon krijgen
in zo'n gemoedstoestand. Ik wil u
helpen, meer ni*»t. Als u liever hebt,
dat ik nu vertrek, zeg l\et dan maar."
Glada bewoog het hoofd een weinig.
Het had ja en nee kunnen betekenen.
Stirling besloot uit deze beweging af
te leiden, dat ze wilde dat hij bleef.
Hij zei niets meer en bleef naar de
muur staren. Wachtende. Het was
Glada, die ten slotte het zwijgen met
onzekere stem verbrak.
„Ik.was een beetje vap streek.
Het spijt me, dat ik het toonde. U
bent erg vriendelijk, maar.maar
niemand kan iets voor me doen. Nie-,
mand!Niets!"
Stirling spitste nadenkend de lip
pen, Toen zei hij. „Ik begrijp het",
met een rustige stem, die Glada erg
vreemd troostend "Vónd. „Er gebeu
ren wel eens van die dingen, die
iemand het best alleen kan oplossen.
Soms helpt het er over te spreken, en
soms ook niet. Ik hoop alleen, dat het
niet zo hopeloos is als u lijkt. En ik
doe wel het beste nu te vertrekken."
„Nee!" Dat ene woord ontsnapte
van haar bevende lippen. En toen, als
had haar weerstand zijn uiterste
draagkracht bereikt, barstte ze uit,
bijna onsamenhangend: „Ik., ik kan
het niet langer aan. Ik kan het echt
niet.." en twee grote tranen liepen
over haar bleke wangen.
In plaats van haar met een woord
van troost of sympathie te antwoor
den, leunde Stirling in zijn stoel
achterover en hervatte zijn studie
van de kamermuur. Hij geloofde haar
goed genoeg te kennen om te weten,
dat ze trots was op haar terughou
dendheid. Elk voorstel hem nu in
vertrouwen te nemen zou het kunnen
bederven, totdat ze haar zelfbeheer
sing herwonnen had. Reeds veegde
ze ongeduldig haar ogen af, trachtend
haar verdriet te verbergen.
„Ik weet niet wat er vandaag met
me aan de hand is", zei ze. „Ik ge
draag me als een dwaas."
„Een kwestie van zenuwen", ver
onderstelde Stirling vriendelijk. „Ze
raken soms al te gespannen."
„Ik dacht niet, dat ik er met iemand
over zou kunnen spreken", verklaar
de Glada dof. „En ik weqt niet, waar
om ik mijn zorgen aan u vertel.'
„O, ik kan goed luisteren. Misschien
zal het helpennog steeds drong
hij niet aan.
„Welhet zijn eigenlijk geen
zorgen mij persoonlijk betreffende.
Het ishebt u ooit mijn jongste
broer ontmoet?"
Ze had haar besluit genomen.
j,Ik geloof het niet. Natuurlijk heb
ik uw vader en moeder over hem
horen spreken. Als ik me niet vergis
werkt hij in een bank en heeft hij 'n
goede smaak getoond door de hand
van de enige dochter van de directeur
te winnenhij hield de adem in,
toen hij. zag, dat Glada onwillekeurig
een grimas trok bij deze scherts.
„Vergeeft u me", zei hij vlug. „Ik ben
bang, dat ik de kern van de moeilijk
heden geraakt heb.''
Glada knikte. Het was nog moe'lij-
ker dan ze gedacht had. Hoe kon ze
hem duidelijk maken, wat er ge
beurd was?
,,Ja", gaf ze moeilijk toe. „Masters
is van plan met Evelyn Barclay te
trouwen. Hij was het tenmins'e van
plan, maar er is,. er is een meisje,
dat geld van hem eist. Eco soort
speelschuld.
Het was Stirling, die het zwijgen,
dat op deze woorden volgde, verbrak.
Hij sprak rustig. I
„Ik geloof, dat ik het gemakkelijk
voor u kan maKen, Miss Glkda. Ver
betert u maar, als ik het mis heb
DezeBarclay was de naam niet?
is directeur van een bank. Dat
wil gewoonlijk zeggen, dat mm een
nogal vooraanstaande positie in de
maatschappij bekleedt; rijkdjm en
achting. Een enig kind is een kostbaar
bezit. Elke moeilijkheid bij het tot
stand komén van 2c'n huwelijk bete
kent een ernstige slag voor uet meisje
en haar ouders. Een ernstige slag
voor de vooruitzichten van uw broer
enik ben volkomen openhartig
voor zijn reputatie. En u denkt
voornamelijk aan uw ouders. Het ver
baast me niet, dat u van street bent
Is het tot zover juist?"
Glada knikte hulpeloos.
„En nu wat het ar,dere gedeelte be
treft. Ik geloof, dat ik dat ook begrijp.
Een zeker niet al te dikwijls voorko
mend geval. Wat is dat meisje voor
een type? Nogal verdacht, of naief
als., als Miss Barclay bijvoorbeeld."
„Dat geloof ik niet", antwoordde
Glada langzaam. „Ik heb haar maar
één keer gezien, hier op kantoor, ver
leden week."
„Dat wilde ik weten", zei Stirling
vlug. „Hoe groot is het bedrag?"
„Hoe wist u dat?Glada's ogen
werden groot van verbazing.
jDie gevolgtrekking was niet moei
lijk tê maken. Nu heb ik nog slechts
een vraag: heeft uw broer aanleiding
te geloven, dat haar eis gerechtvaar
digd'is? Het lijkt allemachtig veel op
handige chantage, weet u."
„Ik weet het niet. Ik ben bang, dat
het niet veel uitmaakt, of haar eis
gerechtvaardigd is of niet."
„U bedoelt, dat als ze alles bekend
maakt, het schandaal er in ieder geval
al is?"
.„Misschien niet?"-
„Ik ben bang van wel." Stirling
fronste het voorhoofd. „Hebt u er iets
tegen mij te zeggen, of het een groot
bedrag is?"
„Duizend dollar."
„Die u ogenblikkelijk zou betalen
in de hoop, dat de hele zaak daarmee
afgelopen was en er geen moeilijk
heden ontstonden. Ik kan het u niet
kwalijk nemen. Het is het geldvraag
stuk, dat u op 't ogenblik de grootste
zorgen bereidt. U moet er niet aan
denken te betalen, gelooft u me. Er
moet een andere uitweg zijn. „Hoe
lang hebt u de tijd om een besissing
te nemen?"
(Wordt vervolgd)