ei* mee GENIET RUSTIG VAN EEN BORREL Oud-Boskoper om het leven gekomen ZATERDAG 27 DECEMBER 1958 DE LE1DSE COURANT PAGINA 3 fijn als u iets in huis hebt! We maken er onze puzzelende le zers ten overvloede op attent, dat zij hun oplossing op onze kerst prijsvraag die we woensdag 24 dec. j.l. lanceerden, uiterlijk tot en met woensdag, 7 januari, a.s. ingezonden kunnen worden aan de PUZZELRE DACTIE. Deze inzendingen moeten het motto dragen „KERSTPUZZEL", dit ter voorkoming van vergissingen etc. Horizontaal: 1. plaats aan de Nijl in Opper-Egypte, 6. residentie (Ja vaans), 12. alvorens, 13. in de rich ting naar omlaag, 14. deel van de bij bel (afk.), 15. ijskegel, 17. bundel, 18. gebod, 19. vogel, 21. wijnsoort, 23. af gelegen, 24. lusthof, 26. buiging, 27. stadje aan de Katherina-baai op de Moermankust, 28. eiland in de Ierse zee, 30. stronkje, 31. vruchtje, 32. doortochtgeld, 34. vernis, 36. korte kous, 39. spoorrichel, 41. voorvoegsel, 43. meisjesnaam, 45. voegwoord, 46. de Indische zonnegod, 48. knopje op een priktol, 49. eerwaarde heer (afk. Lat.), 50. gem. in Gelderl., 51. voor voegsel, 53. rijksgrens (afk.), 54. le- k A l I I sterk bloedstelpend vermogen, even- Magische overblijfselen en ook als het wereldvermaarde spinrag. ondervinding van eeuwen In de Volksgebruiken bij veeziekten neemt de tortelduif een eerste plaats in. Als zij oud wordt krijgt zij rode pootjes en zij is derhalve bij de mensen een voorbehoedmiddel tegen roos. Maar je moet onze „koekeroe" om het eens goed Zuidhollands te zeggen zelf voeren en drinken van haar drinken. Zo'n „koerduif" alias „roekoe" zij kan heel oud worden is ook wel een huwelijkscadeau; ja, in andere streken meent men zelfs, dat alleen het geschonken dier de zo gewenste heil-brengende hoedanigheid bezit. Het kooitje met de koekeroe hangt niet alleen in de kamer, maar ook in het achterhuis, bij de ingang, naar de stal. Het waakt ook over het vee in de stal. Voor de Commissie van Volkskunde van de vereniging „Oud-Leiden" trad als inleider op de heer N. A. Commandeur te Leiden, adjunct-inspecteur van de Veeartsenijkundige Dienst, die het onderwerp behandelde „Volksge bruiken bij veeziekten in Rijnland". Telkens konden de terzake kundige aanwezigen met inzichten en mededelingen aanvullen. Van de inleiding en de daarbij gemaakte opmerkingen maakt dr. De Haan uit Wassenaar het navolgende overzicht. Ook de geit en vooral de bok trek ken ziekten aan, c.q. weren deze af. Vandaar dat men haar of hem tussen de koeien ziet in de wei. Het milt vuur een soms wel honderd jaar achtereen aan de bodem gebonden ziekte door sporenvormende bacte- rieën zou door geit of bok wor den buitengesloten. Vee, aan long ziekte en veepest gestorven, werd oudtijds op kleine kerkhofjes met sloten omringd en vol houtopslag ter aarde besteld, welke kerkhofjes men tot bij Utrecht nog steeds aan treft, herinneringen aan ruïneuze veeziekten, die in de tachtiger jaren der vorige eeuw voor het laatst bij ons zijn voorgekomen. Doch'het milt vuur is nog steeds niet overwonnen: ook de geit kan het krijgen en zelfs de mens (dertig jaar geleden in de Achterhoek door het gebruik van Ja panse scheerkwasten vervaardigd van pokkerig zieke varkens). Een „pofferige" koe geneest men door een zwart sajetdraadje om die koe heen te binden. Ja, men bijt soms zelfs wel het puntje van de koeië- tong af. Of, onschuldiger, men geeft het dier een van achteren vastgebon den strowis of stuk hout in de mond. De twee laatste geneeswijzen zijn geen magische „overleefsels" zoals de eerste; zij berusten immers op de boereri-empirie, die waarnam hoe de geweldpleging speeksel en opboeren bevorderde, waardoor de „pofferige" koe ging afslanken. Was niet je handen in de koelbak, met die o zo gevaarlijke zeep. Wee de jonge dierenarts die dit argeloos doen zou. Het gevolg is dat de koe t.z.t. het kalf „verwerpt" of „ver gooit" welk „verwerpen" overi gens een gevolg is van infectieziekte. Ook 't „ragen" en het aanvegen met een nieuwe heidebezem zijn uiterst noodlotting, zoals er zich in Drente .geen kippeveer in het hooi mag be vinden. Magische kracht En als het kalf verworpen is, wat dan? Dan moet men rode kroten voe ren, opdat het ziekelijke „witvuilen" opgevolgd zal worden door het ge zonde „roodvuilen". In Drente moest men de moederkoe dan groene rogge voeren, tussen licht en donker ter sluiks weggehaald van nabuurs ak ker. Het gestolene blijkt ook hier weer magische kracht te bezitten men denke aan vele wereldwijde pa rallellen, te onzent bijvoorbeeld aan het stelen van de haan voor het Schiermonnikoogse „Kallemooifeest" vanouds een lentelijk vruchtbaar heidsfestijn. .Bij Gouda brengt men wel een ei in de baarmoeder, met „sfchil" en al, in fijngeknepen toestand, ten einde op die manier de „secundinae" te verwijderen. Heeft het dier last van oogziekte? Steek dan een zwart of een leren bandje door het oor, dan trekt de na righeid daar naar toe. Ringetjes in kinderoren zouden bijvoorbeeld destijds op Scheveningen dezelf de werking hebben; eerst zilveren ringetjes, later gouden. Bij de dieren geschiedt dit „curatief" en niet „pre ventief", dus alleen in geval van ziekte. Baat het bandje niet, dan wordt soms wel (poeder)suiker in de ogen geblazen, of gaat men romme len met het drabbige sap van de ta bakspruim. Dit alles in de hoop, dat door flink tranen het euvel zal ver dwijnen. Elzebagger. In geval van uierontsteking smeert men volgens het aloud adagium van „similia similibus' het gloeien de uier in met warme koemest. Af koelend daarentegen werkt „elze bagger" met azijn, welk middel nog steeds wordt toegepast. „Elzebagger" is bagger uit een sloot waarlangs el zen dat zijn (anti) demonische bo men! groeien. Duurt de ontste king te lang, dan gaat men wel de „wrangwortel" zetten. In een huid- inkeping zet men dan de „hellebo- rus viridis", de wrangwortel. Te Overschie bijvoorbeeld stond deze vóór zestig jaar in overvloed op de bleek, speciaal voor dit medisch doel. Het is overigens helemaal geen fraaie bloem, met z'n grove bladen en z'n groene dubbelkelken. Ook bij ge- wrichtontsteking wordt het middel toegepast, in het kossem aange bracht indien de voorbenen ontsto ken zijn. Er ontstond dan een reac- tieve ontsteking, wat in de oudere diergeneeskunde beoogt werd met een z.g. fixatie-abces. Voor de thera pie met de duivelse elzebagger en de duivelse wrangwortel geldt de overoude regel van het „de duivel met Beëlzebub uitdrijven". (Men zie verder nog het grote woordenboek van Van Dale op „wrang" etter- dracht en „wrangwortel" een soort van nieskruid. Voor de kwade naam van de els raadplege men M. C. BlöteObes, „Boom en struik in bos en veld", Utrecht 1953, blz. 100). Heeft het kalfje diarree, dan moet olie of spek baat brengen. Of ook melk, waarin tevoren een gloeiende pook of een kooltje vuur is gedom peld. In de omtrek van Gouda acht men schapenvet een goed middel. In het geval van verstopping kan men zijn zielsbenauv/de dier.een pijp laten roken, zo'n mo.oie lange gouwenaar, en dan gestoken niet in de mond maar in de endelarm! Als de pijp niet uitgerookt wordt is het een hopeloos geval. Je mag er wel handschoenen voor aantrekken, zo heet wordt de kop van de gouwenaar. Doet zich koliek voor, dan geve men een levende paling in. De koe ligt met wolf-in-de-staart, een algemene malaise veroorzaakt door kalkgebrek. Een pijnlijke „re medie" is dan het maken van een in snijding, die met peper-en-zout wordt bestrooid, waarna er een lap-met draadje omheen komt. Wolf-in-de- staart heet zo, omdat de staart bij deze kwaal slap aanvoelt. De nageboorte bevestige men tegen Men spreekt in Rijnland van ,,'t vuil" „pootjesblaas" of „voetepog" in ver band met de nageboorte. Sap van ge kauwd gras en vooral het natuurzui vere velletje-van-het-ei zijn eveneens uitermate dienstig bij wondbehande- ling. Het paard. Totnutoe zijn ziektegevallen bij het rundvee besproken. Maar ook rond om het paard valt heel veel te ver melden. Heeft een merrie pas „ge- veulend", dan worde prompt de na geboorte of het „haam" in de hoogste boom geplaatst. Het dier zal dan, een maal volwassen zijnde, fier daarhe nen stappen en het hoofd hoog dra gen. Je mag dit haam vooral niet in de sloot smijten! Op een Rijnlands dorp waren zeer onlangs twee veu lens verdronken, waarop de verzeke ringsagent oordeelde: „Ze zullen het haam wel in de sloot gedeponeerd hebben!" Men kan het haam ook aan de hoogste „bergroe" (berg hooi berg) hangen. (Zie nog voor een Rijnlandse mededeling: „Neerlands Volksleven", Pasen en herfst 1956). Ook het zogenaamde veulenkoekje, een zeker deel vande nageboorte, is van uitnemende betekenis. Het heeft de vorm van een milt en men moet het bepaald vinden. Het milt-loze paard immers is bon-af, het wordt een reuzendraver. In paardekringen hoort men ook v/el, dat een harde loper van de milt gesneden zou zijn. Zelfs in de men selijke geneeskunde heeft de milt z'n plaats gekregen: in gemalen staat ne me men hem in tegen epilepsie ofte wel „vallende ziekte!" Bij de „teelboeren" vooral is het paard in hoge ere, dus veel meer in Gouda's omtrek dan bij Leiden waar het rund verreweg de overhand heeft. Moet er een veulen komen, dan slaapt de boer desnoods tien dagen achter een in de buurt van de merrie. Een veulen immers kan zich met het haam verstikken, doordat dit om de neusgaten slui. Melk. Paardemelk is probaat tegen sproe ten en puistjes, paardevet helpt te gen verstuiking en manevette gen kaalhoofdigheid. Een stukje ge droogde paardehoef bestrijdt steen puisten, hard-tegen-hard als het ware. Pas op voor de nageltred, het trap pen in een spijker. Als dit ongeluk kigerwijze voorvalt, sla dan de spij ker in de rechterdeurpost van de stal. Ezelinnenmelk bewaart voor tbc. Ook zuigelingen met zwakke darm- pjes moeten het hebben, men denke aan Potgieter's („De Ezelinnen. Eene schets uit mijn venster)". (1842). Er waren zelfs bedrijven voor de ver strekking van ezelinnenmelk. Geitemelk heeft een haast even gunstige reputatie. Het heeft een wat hoger vetgehalte dan koemelk. En ofschoon de geit even vatbaar is ais de koe, komt de tbc toch minder voor, aangezien het dier veelal bij de een-of-andere „daggelder" op z'n eentje leeft, lustig grazend in de wegberm. Zijn melk is geschikt voor strumapatiënten, mits de schildklier van het dier op een nogal gevaarlijke wijze is weggenomen en daarna leeft ons geitje niet zo lang meer. De zelf- kazers er zijn er nog in Oud-Ade, Rijpwetering, Warmond en de Wei poort doen wat geitemelk door de koemelk heen, ter vermijding van ,losse kaas". De paardedeken wordt gebezigd om er in te slapen, wanneer je last hebt van ongemak. Dit was ook zo blijkens het verhaal voor een Duitse geheime zender tijdens Hitler's Russische veldtocht, door welk feit de-arme paarden maar moesten kreperen. Het schuim (zweet) van een paard Formule. Tenslotte stelde de inleider het „strijken" en het „bezweren" aan de orde bij wijze van magisch re ligieuze apotheose. Dit is het aanra ken van het zieke dier onder het prevelen van een formule door iemand die met geheime kracht be gaafd is. De petten moeten er bij af en men mag er geen geld voor vra gen, zelfs een vriendelijk „dankje wel" is uit-den-boze. De bezwerings formule houdt men strikt voor zich, zij zal onder geen beding overver teld worden. Zij bestaat nauwelijks uit eigenlijk gezegde woorden het is een soort van tongentaai, zoals ook in de Bijbel wordt vermeld, welk „Boek-der-boeken" er even eens op wijst dat men gaven die men om niet heeft gekregen ook om niet zijn medemensen ter beschik king moet stellen. Andere Boskoper zwaar gewond Omstreeks tien uur gistermorgen zijn op de Rijkswej 12 (UtrechtArn hem) onder de gemeente Driebergen twee auto's met elkaar in botsing ge komen. waarbij de 45-jarige bestuur der van een der auto's de heer H. van der Laan, een oud-Boskoper die in Engeland woonde en met vakantie in Boskoop verbleef, om het leven is ge komen. Zijn mede-passagier, de heer J. Kranenburg uit Boskoop werd zeer ernstig gewond. De 27-jarige bestuur der van de andere auto, de heer J. Snijders uit Arnhem, kreeg een shock, en kon gisteravond weer naar huis terugkeren. De toestand van de heer Kranenburg, die naar het Stads- en ger (Fr.), 56. aantekening, 58. twee- persoonsfiets, 59. lang dameskleed. Verticaal: 1. predikstoel, 2. steeds, 3. muzieknoot, 4. keurig, 5. voor naamste rivier van Armenië, 7. zoon van Seth, 8. muzieknoot, 9. in het jaar onzes Heren (afk. Lat.). 10. voor schrift, 11. dubbele vulkaan op de Armenische hoogvlakte ten Z. van de Kaukasus, 16. bosgod, 17. hijswerk tuig, 20. zoon van Noë, 22. laag, ge ring, 23. gevuld, 25. herdersvorst te Karmel die aan David weigerde, 27. zuil, 29. achterdeel van de hals, 30. visje, 33. als 11 vert, 34. lus, 35. eind, 37. deel van het gelaat, 38. haven van Marokko a. d. Straat v. Gibraltar, 40. zeer spoedig, 41. telwoord (Eng.), 42. baan voor balspel, 44. ketting met emmers of bakken, tot opvoer van denkbeeld, 47. munt in Eng. Indië, 50. plechtige gelofte, 52. jongensnaam, scheikundig element (afk.). Deze week alleen twee prijswin naars. In verband met de lopende kerstprijsvraag stellen we namelijk geen prijs beschikbaar voor hen, die deze keer de wekelijkse kruiswoord- Academisch ziekenhuis te Utrecht werd vervoerd, was gisteravond hoop vol. Door onbekende oorzaak maakte de auto uit Arnhem nabij Driebergen een zwenking naar rechts, waarbij het rechtervoorwiel een bermpaaltje raakte. Hierdoor sprong de band en schoot de wagen, welke onbestuur baar was geworden naar links de weg over en reed door de tussenhaag het andere weggedeelte op. Een aanrij ding met de wagen van de heer Van der Laan kon niet meer worden voor komen. De auto van de heer Snijders sloeg over de kop en vloog op de wa gen uit Boskoop. Beide voertuigen liepen zware beschadigingen op. JONGETJE IN DEEGMACHINE Op Kerstavond, 24 december, is het 5-jarige zoontje van de familie W. in Tiel spelende in de bakkerij van zijn ouders in de bewegende deegmachine gevallen. Hij was onmiddellijk dood. UTRECHTS JONGETJE ZOEK Jacobus Petrus Frederious Vonk, een 7-jarig Utrechts jongetje, is sinds woensdagmiddag half twee spoorloos puzzel willen oplossen. De winnaars waren: de heer H. J. Eibers, Schil- kerweg 2, Ter Aar (Post Langeraar) en L. van Brero, Montgomerystraat 19 in Leiden. OPLOSSING VORIGE WEEK. Horizontaal: 1. anemoon, 6. sma dend, 12. Deen, 14. open, 15. kree, 17. degel, 20 kier, 22. man, 23. negeren, 25. git, 26. a.i., 27. tor, 28. neb, 30. Ni, 31. aleer, 33. ets. 35. bende, 37. graal, 39. aroma, 41. dar, 42. tamme, 43. ego, 45. reden, 47. Oerle, 50. Indië, 52. dos, 54. Eelde, 56. Ti, 57. nek, 59. min, 60. on, 61. get, 63. Gameren, 66. lom, 67. aren, 69. baret, 70. Dora, 71. rede, 73. Erin, 75. gamelle, 76. Bristol. Verticaal: 1. Alkmaar, 2. eden, 3. mee, 4. o.e., 5. onder, 7. molen, 8. A.P., 9. dek, 10. enig, 11. dertien, 13. agent, 16. rail, 18. eg, 19. er, 21. eind, 23. No- ra, 24. Nebo, 27. terrein, 29. Bemelen, 32. egard, 33. eland, 34. samos, 36. na gel, 38. Ate, 40. ree, 44. uitgang, 46. deeg, 48. rein, 49. eenmaal, 51. nier, 53. opera, 55. door, 58. kabel, 59. me ter, 62. term, 64. ma, 65. re, 66. lont, 68. nee, 70. dis, 72. dl, 74. r.i. verdwenen. Het knaapje woonde aan de Oude Gracht. Men neemt echter niet aan dat het jongetje is verdron ken. Het was woensdagmiddag zo druk langs de Oude Gracht, dat hij on mogelijk ongezien in het water heeft kunnen vallen. De politie heeft tever geefs een gedeelte van de Oude Gradht afgedregd. Het zoeken met 'n speurhond langs de grachtwerven bleef eveneens zonder resultaat. Het jongetje was gekleed in een bruin overjasje met houten knopen en een bruine capuchon, donkergrijze lange broek, donkergrijze wollen trui, geel-zwart geruite blouse, witte wol len sokken en bruine lage schoenen. De minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid a.i. heeft de bestu ren van het produktschap voor vee en vlees en het bedrijfschap voor het slagersbedrijf medegedeeld, dat om redenen van volksgezondheid en eerlijkheid in de handel het verbod om sulfiet in gehakt te gebruiken volledig dient te worden gehand haafd. Zoals men zich herinnert, was aandrang op de minister uitgeoefend in dezen zijn standpunt opnieuw te overwegen. de staldeur. Het zal eerlang een pro-is nuttig. Opgedroogd „zweetstof" baat middel tegen wonden zijn. Ook kureert „beslote kliek" (kliek ko- het vruchtwater der koeien heeft een liek).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 3