'wW In de Krantentuin 1 r ZAx■lii-ii-'.L.kvj JjZCjjüISEÏÏ, 13Ö3 DE LE1DSE COURANT PAGINA 9 bakker, kruidenier, loodgieter, meu belmaker. timmerman. heel veel goede oplossingen en na loting is Gerard van Eeden, Hoo- awgk Binnen, de geluk- van het bock. Gefeliciteerd Gerard blyf maar trouw meedoen. We wensen alle kinderen en hun ouders een Zalig Kerstfeest Prettige vakantiedagen allemaal. TANTE JO EN OOM TOON \A/II n \A/P^TWPPI~I A Al den- Jan was °peet°gen en hy schreef YY luLs~ YY LJ I Y n/»L een enthousiaste brief naar zyn vader: „Vader ik wil later ook cow-boy wor den". EINDE Een droevige kerstavond DE BENDE VAN HET INSCHRIPTIONGEBERGTE door neef Han Dat het een gezellige avond werd bij de Sherif, en dat Bill heel blij was z'n vriendje weer terug te zien, behoef ik jullie niet te vertellen. De Sheriff had 's middags even geïn formeerd naar de toestand van de ge wonde bandieten. Geen enkele was le vensgevaarlijk getroffen. Na afloop daar van had hij een bezoek gebracht bij het opperhoofd van de bende maar deze had geen woord gezegd en had zijn gezicht steeds naar de muur gekeerd. „Ook goed", dat de Sheriff. „Doch je zal je straf niet ontgaan". Voor Jan werd het bedtijd, doch niet alvorens met toestemming van de Sheriff en Bill, bepaald was, dat Jan en Bill de geldsom samen zouden delen. „Wat doe jij met het geld?" wou Jan „Dat weet ik nog niet, maar ik denk dat ik 't op de ranch best kan gebruiken en dan denk ik aan een nieuwe stal, of een schuur of misschien wel een huisje, dat ik zelf ga bouwen". „Mag ik dan komen logeren Bill „Je komt maar Jan. Je mag nu ook®1 komen want op de ranch heb ik een flin- ke,,Hoortru dat vader? Ik mag hij Bill komen logeren". „Dan moet je dat maar eens doen, in een week-end". „Vader wat doen wij met dat geld? .„Wou je er voor je zelf wat voor ko- pen?" „Ik dacht aan een fiets, want de kin deren bij tante Suis hebben ook alle maal een fiets". „Best en wat over is, dat is nog heel wat, schenken we aan het ziekenhuis voor de poliopatiënten. Hoe vind je dat. „Die vader *-ocht> die weet altijd iets goeds te bedenken". De volgende morgen bracht mijnheer Dekker zijn zoontje Jan, nu voor goed, naar tante Suus en na een paar dager vertrok hij weer naar zijn fabriek in Ne derland met de prettige gedachte dat Jan bij tante Saus best zou wennen. Voor de Sheriff en zijn mannen was er nog heel wat op te knappen. Bill bood aan nog een dag te blijven om hem daar bij behulpzaam te zijn, hij wist immers precies waar de voorraadkamers waren. „De schulplaatsen moeten vernietigd worden. We zullen ze maar radikaal op blazen", zei de Sheriff peinzend. De volgende dag vertrokken er een heel stel mannen naar de plaats waar eens de „Bende", zich geves* gd had Lege vrachtauto's reden achterop om de buit te bergen. Op aanwijzing van Bill gingen de mannen te werk. Iedere schuil plaats in de kloof werd nauwkeurig on derzocht. Steeds meer voorraden en ge stolen buit kwamen te voorschijn, soms heel kundig verborgen. „Sheriff, kom eens kijken!" riep Bill verschrikt en hij staarde door een nauwe opening naar omlaag. Haastig kwam de Sheriff aangelopen en keek in de aangeduide richting „Grote goedheid, wat een geluk, dat we alles goed onderzoeken. Als we maar niet te laat komen". Bill liet zich, door een touw om zijn middel, naar omlaag zakken en wat hij toen zag. vervulde hem met afschuw. Een arme man. een geraamte gelijk, lag daar op een hoop vodden, de benen en han den geboeid, een kruik water naast zich en de ressten van boterhammen, waar omheen het krioelde van de mieren man was gestorven. Bill en de Sheriff namen hun mutsen af en baden een gebed voor de zielerust van deze gevangene. „Dus nog een moord meer op reke ning van de roverhoofdman", constateer de de Sheriff, ,,'t Is een ware opluchting voor deze streek, dat we die man gevan gen hebben en ziin straf zal niet mooi zijn", zo besloot hij. Na een verder onderzoek werd er ge lukkig geen enkele gevangene meer ge vonden. De Sheriff zorgde voor een pas sende begrafenis en nadat de levensmid delen, de wapens en de munitie waren weggesleept, werd de hele boel opgebla zen. Waar eens de roversbende gezeteld had, was nu, na een paar minuten, niets anders dan een puinhoop met stofwol ken te zien. Na verloop van tijd kregen de leden van de bende hun verdiende straf. Bill was gelukkig en blij weer op de ranch terug te zijn temidden van zijn vrienden en zijn geliefde paarden. Des avonds bij het houtvuur moest hij ver tellen over zijn avonturen. Hij was de held van de dag. Heel verbaasd keek Bill toen hij het eerstvolgende week-end Jan, op zijn spbnternieuwe fiets, on de ranch zag Bill nam hem die zondag mee naar de Kraal, waar de prachtige paarden afge richt werden, om later verkocht te wor- Was Kerstavond. Kleine sneeuw vlokjes dwarrelden naar omlaag uit de zwaar-bewolkte lucht. Ze bedekten de onmetelijke heide roet een wit kleed, waarbij 't kruisje van de houthakkei „In goede handen hoor jongen", en hij lachte tegen Antoon. Vrouw Hommers was nu ook gerust gesteld. Ik was al bang dr' de jongen al gestorven was. „Zo'n arm kind toch", dacht ze medelijdend „en dan met zo'n vader". De dokter was klaar met zijn onder zoek. „Hij is zwaar ziek", zo besloot hij, „zeg aan zijn vader, dat hij dadelijk hierheen komt, dan kunnen we bepraten wat we met het kind moeten doen". Antoon sloot weer zijn ogen en begon te ijlen. „Haast u, vrouw Hommers, want hij kan ieder ogenblik sterven". De goede vrouw liep. zoals ze nog nooit gelopen had. Buiten adem kwam ze bij Lark aan en vertelde hem, hoe ze het kind gevonden had en ook dat hij zwaar Lark, sterk afstak. Een paaar jaar gele-ziet was Toen ze echter van „sterven' den was vrouw Lark gestorven en van toen af was het mis gegaan in het arme huisje. Moeder Lark verzorgde het huis houden netjes en helder ondanks de ar moede en hun enig zoontje Antoon zag er altijd schoon en verzorgd uit. En nu. De kleine Antoon zag er verwaarloosd uit. Z'n zader bekommerde er zich niet of de kleine jongen met een kapotte trui of versleten klompjes liep, want hij was veel weg en kwam dan vaak dron ken thuis. Vroeger zo vriendelijk en opgewekt was hij nu bijna altijd in een slecht humeur en de kleine vent kreeg meer snauwen dan vriendelijke woord jes en wat nog 't ergste was, hij kwam niet meer in de kerk. Wanneer Antoon sprak kwamen de tranen hem in de ogen. In minder dan geen tijd trok hij zijn jas van de spijker aan de muur en haastte zich naar het huis van de dokter onderwijl biddend: „O God. laat hem toch leven, ik zal U voortaan weer trouw dienen, help me toch". Wat duurde de weg lang en wat voel de hij nu spijt, dat hij altijd zo slecht voor zijn kind had gezorgd. Bij het huis van de dokter gekomen, werd hij dadelijk bij het stervende kind gelaten. Sprakeloos stond hij bij het hij gende jongetje te kijken. Zo erg had hij het niet voorgesteld. Naarmate het later werd ging de toestand achteruit. Met de nieuwste geneesmiddelen probeerde de de verhalen, die hij op school over het l1*-- kindje Jezus had horen vertellen, ook dokter het kind nog teiredden. 1Diea ie - SS hij zijn kind nog een 'stalde' 'hele™?" g^n I JoetoMer kfek^znztig maar vertrouw- sprake, 't Was allemaal zo jammer en de op zijn geneesmiddel, vooral omdat Antoon. zo klein als hij De vader bad nog oMtgebro^erL „God was. aan z'n moeder op haar sterfbed stra* me met zo zwaar. Ik wil weer goed beloofd had om altijd godadienrtig te 3?*K blijven. een lineaal langs de stippellijn en dan laat je de botte kant van een mes er een paar keer langs glijden, dan wordt de vouw mooie. Nu knip je van stof of plas tic een lapje van 25 bij 48 cm. Je legt het karton op de stof, dat het aan alle kanten even ver uitsteekt. De goede kant van de stof natuurlijk naar de buitenkant. Vouw de randjes om en naai met lange steken van de ene naar de andere kant zoals op plaatje n. Dit zelfde doe je nog een keer, de twee over trokken stukken karton leg je nu op el kaar en naai ze overhands aan elkaar. Denk erom dat je niet in het karton steekt. Dan knik je de rug om op de lijnen. Nu nog 2 bandjes vastnaaien en de map is klaar. Je legt een paar pa pieren servetjes er in als je het iemand schenkt, dan kan zy gelijk zien waar voor het dient. De schildpad (I) is van vasten gehaakt met 3-draads garen en haaknaald no. 4. Op dit model is voor het bovendeel van de kop, het schild, hals en poten bruin garen gebruikt en zandkleurig voor de onderkant, maar je kunt natuurlijk ook andere kleuren kiezen. Het bovenstuk haak je als volgt: Je begint met 4 lossen, dan steek je weer in de eerste zodat je een klein ringetje hebt in dit ringetje haak je 7 vasten. In de volgende ronde haak je in iedere je een- doorsnee van 4 cm hebt dan draal vaste~2 'steken (vaste). In~de 2e 'ronde ie het werk en hf»jrt én losse en je haakt haak je in iedere eerste steek één vaste 0 ^asten weer 1 losse omdraaien en 5 en in de 2de 2 vasten, in de derde steek vasten dit nog 1 keer nu is de hals lang 1, in de vierde 2 en zo ga je maar door j tot het rondje ongeveer 7 cm in door-j§ j nier en dan naai je de ronde kanten t elkaar en stopt er een klein stukje wat ten tussen. snee is dan komt de laatste ronde, daar haak je in iedere steek één vaste. Daar door gaat het schild bol staan. Nu naai je met naald en een gekleurde draad het patroon or het schild, het isten dan leg je het dubbel en naait h«t een soort spinnenweb. Het onderstuk van aan elkaar en een rolletje watten ertus- de schild maak je op dezelfde manier sen zo ook de andere 3. Nu naai je allee als het bovenstuk alleen de laatste rij aan de romp vast. Dan het middenstuk haak je niet, want het onderstuk moet opstoppen en vastnaaien. Dan nog een vlak blijven. klein stukje vilt of dikke stof voor de Kop en hals bestaan uit 2 gelijke stuk- I staart en voor dé ogen neem je 2 kleine Daarvoor heb je een stuk karton van I ken, dat gaat zo: 4 lossen en weer een pareltjes of andere kraaltjes. Ziezo ons 42 bij 19 cm nodig. Je vouwt het karton ringetje maken, daarin 5 vasten. In de' schildpadje is klaar, u nog een mooi volgens de stippellijntjes van tekening volgende ronde de eerste 1 vaste de 2de 2 draadje vanuit de bek om de staart om I. Voordat je het omvouwt. Leg je eerst I vasten, de 3de weer één vaste enz. Dit tot I hem op te hangen. Zo zaten nu op deze Kerstavond de vader en zijn zoontje in de enige kamer die 't huisje had. Vader keek nors voor zich uit en de jongen speelde wat met blokjes aan de tafel waarop ook de pe troleumlamp stond. Maar het spelen wil de vanavond niet erg. Antoon voelde zich ziek. Af en toe hoestte hij zo scherp, dat alles hem van binnen pijn deed, zelfs 't ademhalen deed hem pijn. Na een poos je schoof hij de blokjes op zij, legde z'n hoofd op z'n armen en probeerde zo een beetje te slapen. „Hé luiwammes", schudde de vader hem wakker, „ga naar het dorp en haal een fles sterke drank voor me. Dat is dan -nijn Kerstmis", en daarbij lachte hij vals. Toen Antoon niet v' t genoeg opstond wilde hij hem, over de tafel heen, een klap geven, maar het ventje stond al op en ijlde naar buiten, zich geen tijd gun nen, z'n oude jasje aan te doen. Nauwe- lijke een paar minsten van huis voelde hij zich zo moe, zo moe, dat hij wel op de sneeuw had willen rusten. Hij hoestte weer telkens zo snerpend en toch pro beerde hij vol te houden. Iedere stap werd hem echter zwaarder, tranen spron gen hem in de ogen en hij kon tenslotte niet meer. „Lieve Heer help me toch", zuchtte hij en viel hij langs de kant van de weg, in de sneeuw neer. De sneeuw viel nog zonder ophouden neer en bedek te hem met een wit kleed. 't Lof in de dorpskerk was uit De mensen haastten zich vlug naar huis, waar warmte en gezelligheid hen wacht te. Ook vrouw Hommers, die vlak bij Lark woonde, liep over het voetpad door dè heide, naar huis. Ze bleef opeens geschrokken staan. Wat zag ze daar? Een klompje stak omhoog door de sneeuw Daar zou toch geen kind liggen? En dan met deze kou? Ze groef met haar han den de -reeuw wat weg en ja hoor, 't was een kind. „Lieve help, dat is die kleine jongen van Lark", mompelde ze verschrikt en ze keek ir het doodsbleke gezichtje. Ze voelde de ijskoude handjes. „Antoon! Antoon", riep ze, maar het kind verroerde zich niet. Wat moest ze nu doen? Ze was nog ver van huis: Ze bedacht zich echter niet lang, pakte hem op en droeg hem naar het dorp, waar de dokter vlak bij de kerk woonde. Het kind hield de ogen nog steeds gesloten en slap lag hij in haar Bij 't huis van de dokter gekomen bel de ze aan en na enig wachten werd ze binnen gelaten. De dokter was gelukkig thuis. In zyn sterke armen nam hij het bewusteloze joch van haar over en legde hem voor een onderzoek op de tafel Intussen vertelde vrouw Hommers dat ze hem in de hei, onder de sneeuw, ge vonden had. Tijdens het onderzoek be gon de dokter hem met doeken te wrij ven, maar in het begin nog geen teken van leven. Langzamerhand echter begon Antoon weer zachtjes adem te halen en ten laatste sloeg hij z'n ogen op. „Waar ben ik", lispelde hy. werken". Plotseling richtte de kleine Antoon zich op en gilde in zijn koorts: „Laat me toch buiten, ik wil naar bui ten". De dokter duwde hem zachtjes neer en zei tegen de vader: „Dit is de crisis, als hi.i het er doorhaalt is hij gered". Weer was het kind onrustig, z'n ogen glansden koortsachtig. „Vader moeder hein me toch". De vader zat nu zacht snikkend naast het bed. O, als hij het kind toch moest verhezen, en noch vuriger bad hij. Eindelijk zond het kind uitgeput neer hij wor<j rustiger en viel na een poosje in slaap. „Gered, uw zoontje heeft het gehaald", fluisterde de dokter en gaf de vader een stevige hand. Deze woorden klonken de arme man als muziek in de oren. „Zijn kind gered!" 't Was niet te geloven. Die nacht sliep Antoon rustig en ont waakte 's morgens heel even om dan weer in te slapen. De volgende morgen, de tweede Kerst dag, ging vader lark naar c*e kerk. Hij wilde ahes met O.L. Heer weer goed ma ken. Hij biechtte m ging na jaren weer te Communie. Vrede op aarde!" stond er boven de kerststal en vader Lark dacht: „Vrede ook in mijn ziel". Na een paar maanden, was Antoon weer helemaal genezen. Het werd weer gezellig in het huisje op de heide, nu va der weer werkte en 's avonds thuis was om voor alle" te zorgen. Jinóone, n LM k de toren in het m'H- wmi denkt, dit de mrtt dtmint dnr ret! 3 met te natten heeft! Trjihte. heren!Kom binnen, en drink' nma.'r O.mtits we in uniform im.Vrofee r&JêJ Aetherklanken ZONDAG. TELEVISIEPROOGRAMMA'S. NTS: 19.2020.00 Eurovisie: Zang- dienst in Beverley Minster (Enge land). HILVERSUM I. 402 M. 8.00 NCRV. 8.30 IKOR. 9.30 KRO. 17.00 CONVENT VAN KERKEN. 18.30 NCRV. 19.45—24.00 KRO. NCRV: $.00 Nws. en weerber. 8.15 Kerstmuz. IKOR: 8.30 Goeden mor gen. 9.00 Morgengebed. KRO: 9.30 Nws. 9.45 Gram. 9.55 Plechtige Hoog mis. 11.30 Gram. 11.40 Pianokwartet. 12.15 Apologie. 12.35 Instr. Octet 13.00 Nws. 13.05 De hand aan de ploeg, caus. 13.10 De wadders, hoor spel. 13.30 Lichte muziek. 13.45 Boek bespreking. 14.00 Voor de jeugd. 14.30 Pianotrio. 15.00 Advent-progr. 15.30 Amus. muz. 16.00 Sport. 16.30 Vespers. CONVENT VAN KERKEN: Geref. kerkdient. NCRV: 18.30 Koorzang. 18.50 Gram. 19.00 Kerkelijk nws. 19.05 Samenzang. 19.30 De mens en II Nadat ik ze aan land gebracht had, i Maar he allerverbaasd waren ze. toen ik moest ik ze lang behandelen, voor dat ze op een dag mijn Europese kleren aan- weer tot bewustzijn kwamen. Toen ze trok, ze dachten dat de kleren een soort tenslotte ontwaakten dronken ze zoveel water als ik hun maar geven kon. Ze waren uiterst zwak en het was heel moei lijk ze duidelijk te maken, dat ik hun vriend was en dat ik hl* het leven gered had. Toen ze weer op de been waren, werden ze heel nieuwsgierig en bekeken en onderzochten me nauwkeurig. ik. Mensen van het welbehagen, caus.t KRO: 19.45 Nws. 20.00 Act. 20.15 Ca- baret. 20.40 Promenade ork. en so!. 21.25 Rouw om Rachel, hoorsp. 22.25 Lichte muz. 22.45 Avondgebed en li turg. kal. 23.00 Nws. 23.15 Franse muz. 23.4524.00 Gram. 'f HOORNTJE 12. Mijn boot, die in de baai lag be wonderden ze het meest en ze namen als vanzelfsprekend aan, dat ik een boven natuurlijk wezen was. Daarom moest ik erg oppassen om ze niet af te schrikken Ofschoon de zwarten myn huis met verbazing en bewondering bekeken had. den wilden ze toch met alle geweld bui. ten in de open lucht slapen. Ze gingen dicht naast elkaar in het zand liggen en zo hielden ze elkaar warm. De vrouw heette Yamba, Ze beviel meteen vanaf het begin het beste en zy had ook het meeste vertrouwen in me. Ze was ver standig en schrander en langzamerhand leerde ze me ook hun taal. Wordt vervolgd. HILVERSUM H. 298 M. 8.00 VARA. 10.00 VARA. 10.30 IKOR. 12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA 20.00—24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nws. 8.18 Gevar. progr. 9.45 Geestelijk leven, caus. VPRO: 10.00 Voor de kinderen. IKOR: 10.30 Ned. Herv. kerkdienst. 11.30 Vragen- beantw. AVRO: 12.00 Lichte muziek. 12.30 Sportspiegel. 12.35 Orgelspel. 13.00 Nws. 13.07 De toestand in de wereld, caus. 13.17 Meded. of gram. 13.20 Even bijdraaien. 14.00 Boekbe spreking. 14.20 Omr. ork., koor en sol. 15.05 Voordracht. 15.20 Lichte muziek. 15.40 Cabaretprogramma. 16.30 Sportrevue. VPRO: 17.00 Ge sprekken met luisteraars, caus. 17.15 Werkgelegenheid in een weifelende conjunctuur, caus. VARA: 17.30 Voor de jeugd. 17.50 Nws, sportuitslagen en sportjournaal. 18.30 Zigeunerork. 19.00 Discussie. 19.30 Annemarieke, hoorspel. AVRO: 20.00 Nws. 20.05 Theaterork. en sol. met klein koor. 20.40 Zijn zeven vrouwen, hoorspel. 21.25 Gevar. progr. 21.50 Cabaret. 22.20 Act. 22.35 Piano-improvisaties, 23.00 Nws. 23.15 Sportuitslagen. 23.00 24.00 Romantische muziek. MAANDAG. TELEVISIEPROGRAMMA'S. NTS: 20.00 Journ. en weeroverz. KRO: 20.20 Sport. 20.40 Film- en theaterkron. 21.10 Voordracht en zang. 21.30 Filmreportage. 21.55 22.00 Epiloog. NCRV: 7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10 Gram. 7.50 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws. 8.15 Sportuitsl. 8.25 Ge wijde muz. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Gram. 9.35 Waterstanden. 9.40 Voor de vouw. 10.15 Theologische Ether leergang. 11.00 Gram. 11.25 Gevar progr. 12.00 Koorzang. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuin bouwmeded. 12.33 Musette-ork. 12.53 Gram. en act. 13.00 Nws. 13.15 Lichte muziek. 13.45 Gram. 14.05 Schoolra dio. 14.30 Gevar. progr. 15.30 Radio Philh. ork. 16.00 Mil. Kerstwijdings- dienst. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 |l/|ET HET KERSTRECES in het vooruitzicht hebben wij ons ge heel onvrijwillig en met nauw verho len afgrijzen geschaard in de gelede ren van het rond deze tijd opmarche rende leger van de door griep gesla- genen. De organieke bewapening op deze lijdenstocht bestaat weer uit en kele dozijnen zakdoeken van het for maat „laken", een dagelijkse ci troendosering, een gloeiende kruik waarvan je even schielijk je voet af trekt als de kat z'n poot van een plas water en natuurlijk ook de warme wol, waar je in dergelijke geval len „lekker" on der pleegt te krui pen. Nóg hebben wij ons tot nu toe staande kunnen houden onder de stormloop der ba cillen, maar tegen de avond zitten wij met een verhit hoofd en weigeren vriendelijk doch beslist alle aange boden thermometers, want als je daarvan gebruik gaat maken val je gelijk onder de ziektewet. Dan ben je niet langer meer die eenzame en keling, maar je wordt ingekapseld in vrijheidberovende bezorgdheid. Je hebt dan het gevoel of je jarig bent, alleen de felicitaties ontbreken en de dassen en sokken zijn vervangen door hete kwast en aspirines. Als onze voorgevoelens bewaar heid worden valt straks onze kerst wereld in jlkaar. De religieuze in keer zal op bed beleefd moeten wor den en door de isolatie wel geen de- gehele-mensheid-omvattend karakter dragen. Het componeren van papier- maché-rotsen ter herberging van on ze uitgebreide Kerstgroep zullen we ditmaal aan een ander moeten over laten en dat is heel jammer, want de herders w; ren juist zo gewend aan hun plaatsje op een mosveldje, een tochtvrij hoekje achter het voor het oog verdekt opgestelde lichtje. Daar zullen nu we' de schapen komen te staan en dat krijgen wij het volgend jaar door de herdersgroep op het brood gesmeerd. En dan hadden we nog willen ja gen op groot wild in de Veluwse bos sen. Als we érgens een kou hadden willen oplopen dan was het tussen wilde zwijnen en schichtige konijnen geweest, maar nooit toch zeker op de fiets in een druilerige regen op 't Ra penburg. Wij vieren nu maar onze jachtinstincten bot op de katdie is ook wild. Het worden gezegende dagen. EEK. Voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Regeringsuitz.: Rijks delen Overzee: Grotten en rotsteke ningen op Curagao, door J. G. de Jong. 18.00 Orgelspel. 18.30 Sport 18.40 Pianorecital. 19.00 Nws. en weerberichten. 19.10 Nederl. volkslie deren. 19.30 Radiokrant. 19.55 Op de man af. 20.00 Orgelconc. 20.20 Tussen twee avonden ligt de dag. hoorspel 21.30 Orgelconc. (verv.). 22.00 Volk en Staat, caus. 22.15 Muz. caus. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws. 23.15 24.00 Gram. AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.50 Gram. 9.10 De groenteman. 9.15 Gram. 9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram. 11.00 Omr. ork. 11.45 Voordr. 12.00 Lichte muz. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Voor het platte land. 12.43 Lichte muz. 13.00 Nws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Prome nadeorkest. 13.55 Beursberichten 14.00 Pianorecital. 14.30 Gram. 16.00 gr. t. op. 50. Kerstwijdingsdienst v. d. sold. 17.00 Voor de jeugd. 17.15 Voor de padvin ders. 17.25 Voor de jeugd. 17.50 Mil. comm. 18.00 Nws. 13.15 Regerings uitzending: Prof Dr H. van de Waal: 50 Jaar kunstzinnige vorming in Ne derland. 18.25 Lichte muz. 18.50 Openbaar kunstbezit, caus. 19.00 Koorzang. 19.30 Muzikale caus. 19.45 Voor de jeugd. 20.00 Nws. 20.05 De Radioscoop. 23.00 Nws. 23.15 Koersen te New York. 23.16 Act. 23.30—24.00 Gram. GRAMMOFOONPLATEN- PROGRAMMA DRAADOMROEP. (Over de 4e lijn). 1820 uur: I. Luigi Boccherini: J. Concert voor cello en orkest in d gr. t. op. 34; 2. Symphonie in c kl. t.; 3. Ouverture in d gr. t. op. 43; II. Jo seph Haydn: 1. Symphonie nr 94 in g gr. t. (met de paukenslag); 2. Concert voor trompet en orkest in es gr. t; III. Ludwig van Beethoven: 1. Sym phonie nr 1 in c gr. t. op. 21; 2. Ro mance voor viool en orkest nr. 2 in f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 9