'wW
In de Krantentuin
1
r
ZAx■lii-ii-'.L.kvj JjZCjjüISEÏÏ, 13Ö3
DE LE1DSE COURANT
PAGINA 9
bakker, kruidenier, loodgieter, meu
belmaker. timmerman.
heel veel goede oplossingen
en na loting is Gerard van Eeden, Hoo-
awgk Binnen, de geluk-
van het bock.
Gefeliciteerd Gerard blyf maar trouw
meedoen.
We wensen alle kinderen en hun
ouders een Zalig Kerstfeest Prettige
vakantiedagen allemaal.
TANTE JO EN OOM TOON
\A/II n \A/P^TWPPI~I A Al den- Jan was °peet°gen en hy schreef
YY luLs~ YY LJ I Y n/»L een enthousiaste brief naar zyn vader:
„Vader ik wil later ook cow-boy wor
den".
EINDE
Een droevige
kerstavond
DE BENDE
VAN HET INSCHRIPTIONGEBERGTE
door neef Han
Dat het een gezellige avond werd bij
de Sherif, en dat Bill heel blij was z'n
vriendje weer terug te zien, behoef ik
jullie niet te vertellen.
De Sheriff had 's middags even geïn
formeerd naar de toestand van de ge
wonde bandieten. Geen enkele was le
vensgevaarlijk getroffen. Na afloop daar
van had hij een bezoek gebracht bij het
opperhoofd van de bende maar deze had
geen woord gezegd en had zijn gezicht
steeds naar de muur gekeerd.
„Ook goed", dat de Sheriff. „Doch je
zal je straf niet ontgaan".
Voor Jan werd het bedtijd, doch niet
alvorens met toestemming van de Sheriff
en Bill, bepaald was, dat Jan en Bill de
geldsom samen zouden delen.
„Wat doe jij met het geld?" wou Jan
„Dat weet ik nog niet, maar ik denk
dat ik 't op de ranch best kan gebruiken
en dan denk ik aan een nieuwe stal, of
een schuur of misschien wel een huisje,
dat ik zelf ga bouwen".
„Mag ik dan komen logeren Bill
„Je komt maar Jan. Je mag nu ook®1
komen want op de ranch heb ik een flin-
ke,,Hoortru dat vader? Ik mag hij Bill
komen logeren".
„Dan moet je dat maar eens doen, in
een week-end".
„Vader wat doen wij met dat geld?
.„Wou je er voor je zelf wat voor ko-
pen?"
„Ik dacht aan een fiets, want de kin
deren bij tante Suis hebben ook alle
maal een fiets".
„Best en wat over is, dat is nog heel
wat, schenken we aan het ziekenhuis
voor de poliopatiënten. Hoe vind je dat.
„Die vader *-ocht> die weet altijd iets
goeds te bedenken".
De volgende morgen bracht mijnheer
Dekker zijn zoontje Jan, nu voor goed,
naar tante Suus en na een paar dager
vertrok hij weer naar zijn fabriek in Ne
derland met de prettige gedachte dat Jan
bij tante Saus best zou wennen.
Voor de Sheriff en zijn mannen was
er nog heel wat op te knappen. Bill bood
aan nog een dag te blijven om hem daar
bij behulpzaam te zijn, hij wist immers
precies waar de voorraadkamers waren.
„De schulplaatsen moeten vernietigd
worden. We zullen ze maar radikaal op
blazen", zei de Sheriff peinzend.
De volgende dag vertrokken er een
heel stel mannen naar de plaats waar
eens de „Bende", zich geves* gd had
Lege vrachtauto's reden achterop om de
buit te bergen. Op aanwijzing van Bill
gingen de mannen te werk. Iedere schuil
plaats in de kloof werd nauwkeurig on
derzocht. Steeds meer voorraden en ge
stolen buit kwamen te voorschijn, soms
heel kundig verborgen. „Sheriff, kom
eens kijken!" riep Bill verschrikt en hij
staarde door een nauwe opening naar
omlaag.
Haastig kwam de Sheriff aangelopen
en keek in de aangeduide richting
„Grote goedheid, wat een geluk, dat
we alles goed onderzoeken. Als we maar
niet te laat komen".
Bill liet zich, door een touw om zijn
middel, naar omlaag zakken en wat hij
toen zag. vervulde hem met afschuw. Een
arme man. een geraamte gelijk, lag daar
op een hoop vodden, de benen en han
den geboeid, een kruik water naast zich
en de ressten van boterhammen, waar
omheen het krioelde van de mieren
man was gestorven.
Bill en de Sheriff namen hun mutsen
af en baden een gebed voor de zielerust
van deze gevangene.
„Dus nog een moord meer op reke
ning van de roverhoofdman", constateer
de de Sheriff, ,,'t Is een ware opluchting
voor deze streek, dat we die man gevan
gen hebben en ziin straf zal niet mooi
zijn", zo besloot hij.
Na een verder onderzoek werd er ge
lukkig geen enkele gevangene meer ge
vonden. De Sheriff zorgde voor een pas
sende begrafenis en nadat de levensmid
delen, de wapens en de munitie waren
weggesleept, werd de hele boel opgebla
zen. Waar eens de roversbende gezeteld
had, was nu, na een paar minuten, niets
anders dan een puinhoop met stofwol
ken te zien.
Na verloop van tijd kregen de leden
van de bende hun verdiende straf.
Bill was gelukkig en blij weer op de
ranch terug te zijn temidden van zijn
vrienden en zijn geliefde paarden. Des
avonds bij het houtvuur moest hij ver
tellen over zijn avonturen. Hij was de
held van de dag.
Heel verbaasd keek Bill toen hij het
eerstvolgende week-end Jan, op zijn
spbnternieuwe fiets, on de ranch zag
Bill nam hem die zondag mee naar de
Kraal, waar de prachtige paarden afge
richt werden, om later verkocht te wor-
Was Kerstavond. Kleine sneeuw
vlokjes dwarrelden naar omlaag uit de
zwaar-bewolkte lucht. Ze bedekten de
onmetelijke heide roet een wit kleed,
waarbij 't kruisje van de houthakkei
„In goede handen hoor jongen", en hij
lachte tegen Antoon.
Vrouw Hommers was nu ook gerust
gesteld. Ik was al bang dr' de jongen al
gestorven was. „Zo'n arm kind toch",
dacht ze medelijdend „en dan met zo'n
vader".
De dokter was klaar met zijn onder
zoek.
„Hij is zwaar ziek", zo besloot hij, „zeg
aan zijn vader, dat hij dadelijk hierheen
komt, dan kunnen we bepraten wat we
met het kind moeten doen".
Antoon sloot weer zijn ogen en begon
te ijlen.
„Haast u, vrouw Hommers, want hij
kan ieder ogenblik sterven".
De goede vrouw liep. zoals ze nog nooit
gelopen had. Buiten adem kwam ze bij
Lark aan en vertelde hem, hoe ze het
kind gevonden had en ook dat hij zwaar
Lark, sterk afstak. Een paaar jaar gele-ziet was Toen ze echter van „sterven'
den was vrouw Lark gestorven en van
toen af was het mis gegaan in het arme
huisje. Moeder Lark verzorgde het huis
houden netjes en helder ondanks de ar
moede en hun enig zoontje Antoon zag
er altijd schoon en verzorgd uit. En nu.
De kleine Antoon zag er verwaarloosd
uit. Z'n zader bekommerde er zich niet
of de kleine jongen met een kapotte
trui of versleten klompjes liep, want hij
was veel weg en kwam dan vaak dron
ken thuis. Vroeger zo vriendelijk en
opgewekt was hij nu bijna altijd in een
slecht humeur en de kleine vent kreeg
meer snauwen dan vriendelijke woord
jes en wat nog 't ergste was, hij kwam
niet meer in de kerk. Wanneer Antoon
sprak kwamen de tranen hem in de
ogen. In minder dan geen tijd trok hij
zijn jas van de spijker aan de muur en
haastte zich naar het huis van de dokter
onderwijl biddend: „O God. laat hem toch
leven, ik zal U voortaan weer trouw
dienen, help me toch".
Wat duurde de weg lang en wat voel
de hij nu spijt, dat hij altijd zo slecht voor
zijn kind had gezorgd.
Bij het huis van de dokter gekomen,
werd hij dadelijk bij het stervende kind
gelaten. Sprakeloos stond hij bij het hij
gende jongetje te kijken. Zo erg had hij
het niet voorgesteld. Naarmate het later
werd ging de toestand achteruit. Met de
nieuwste geneesmiddelen probeerde de
de verhalen, die hij op school over het l1*--
kindje Jezus had horen vertellen, ook dokter het kind nog teiredden. 1Diea ie -
SS hij zijn kind nog
een 'stalde' 'hele™?" g^n I JoetoMer kfek^znztig maar vertrouw-
sprake, 't Was allemaal zo jammer en de op zijn geneesmiddel,
vooral omdat Antoon. zo klein als hij De vader bad nog oMtgebro^erL „God
was. aan z'n moeder op haar sterfbed stra* me met zo zwaar. Ik wil weer goed
beloofd had om altijd godadienrtig te 3?*K
blijven.
een lineaal langs de stippellijn en dan
laat je de botte kant van een mes er een
paar keer langs glijden, dan wordt de
vouw mooie. Nu knip je van stof of plas
tic een lapje van 25 bij 48 cm.
Je legt het karton op de stof, dat het
aan alle kanten even ver uitsteekt. De
goede kant van de stof natuurlijk naar
de buitenkant. Vouw de randjes om en
naai met lange steken van de ene naar
de andere kant zoals op plaatje n. Dit
zelfde doe je nog een keer, de twee over
trokken stukken karton leg je nu op el
kaar en naai ze overhands aan elkaar.
Denk erom dat je niet in het karton
steekt. Dan knik je de rug om op de
lijnen. Nu nog 2 bandjes vastnaaien en
de map is klaar. Je legt een paar pa
pieren servetjes er in als je het iemand
schenkt, dan kan zy gelijk zien waar
voor het dient.
De schildpad (I) is van vasten gehaakt
met 3-draads garen en haaknaald no. 4.
Op dit model is voor het bovendeel van
de kop, het schild, hals en poten bruin
garen gebruikt en zandkleurig voor de
onderkant, maar je kunt natuurlijk ook
andere kleuren kiezen.
Het bovenstuk haak je als volgt:
Je begint met 4 lossen, dan steek je
weer in de eerste zodat je een klein
ringetje hebt in dit ringetje haak je 7
vasten.
In de volgende ronde haak je in iedere
je een- doorsnee van 4 cm hebt dan draal
vaste~2 'steken (vaste). In~de 2e 'ronde ie het werk en hf»jrt én losse en je haakt
haak je in iedere eerste steek één vaste 0 ^asten weer 1 losse omdraaien en 5
en in de 2de 2 vasten, in de derde steek vasten dit nog 1 keer nu is de hals lang
1, in de vierde 2 en zo ga je maar door j
tot het rondje ongeveer 7 cm in door-j§ j
nier en dan naai je de ronde kanten t
elkaar en stopt er een klein stukje wat
ten tussen.
snee is dan komt de laatste ronde, daar
haak je in iedere steek één vaste. Daar
door gaat het schild bol staan.
Nu naai je met naald en een gekleurde
draad het patroon or het schild, het isten dan leg je het dubbel en naait h«t
een soort spinnenweb. Het onderstuk van aan elkaar en een rolletje watten ertus-
de schild maak je op dezelfde manier sen zo ook de andere 3. Nu naai je allee
als het bovenstuk alleen de laatste rij aan de romp vast. Dan het middenstuk
haak je niet, want het onderstuk moet opstoppen en vastnaaien. Dan nog een
vlak blijven. klein stukje vilt of dikke stof voor de
Kop en hals bestaan uit 2 gelijke stuk- I staart en voor dé ogen neem je 2 kleine
Daarvoor heb je een stuk karton van I ken, dat gaat zo: 4 lossen en weer een pareltjes of andere kraaltjes. Ziezo ons
42 bij 19 cm nodig. Je vouwt het karton ringetje maken, daarin 5 vasten. In de' schildpadje is klaar, u nog een mooi
volgens de stippellijntjes van tekening volgende ronde de eerste 1 vaste de 2de 2 draadje vanuit de bek om de staart om
I. Voordat je het omvouwt. Leg je eerst I vasten, de 3de weer één vaste enz. Dit tot I hem op te hangen.
Zo zaten nu op deze Kerstavond de
vader en zijn zoontje in de enige kamer
die 't huisje had. Vader keek nors voor
zich uit en de jongen speelde wat met
blokjes aan de tafel waarop ook de pe
troleumlamp stond. Maar het spelen wil
de vanavond niet erg. Antoon voelde zich
ziek. Af en toe hoestte hij zo scherp, dat
alles hem van binnen pijn deed, zelfs 't
ademhalen deed hem pijn. Na een poos
je schoof hij de blokjes op zij, legde z'n
hoofd op z'n armen en probeerde zo een
beetje te slapen.
„Hé luiwammes", schudde de vader
hem wakker, „ga naar het dorp en haal
een fles sterke drank voor me. Dat is
dan -nijn Kerstmis", en daarbij lachte hij
vals.
Toen Antoon niet v' t genoeg opstond
wilde hij hem, over de tafel heen, een
klap geven, maar het ventje stond al op
en ijlde naar buiten, zich geen tijd gun
nen, z'n oude jasje aan te doen. Nauwe-
lijke een paar minsten van huis voelde
hij zich zo moe, zo moe, dat hij wel op
de sneeuw had willen rusten. Hij hoestte
weer telkens zo snerpend en toch pro
beerde hij vol te houden. Iedere stap
werd hem echter zwaarder, tranen spron
gen hem in de ogen en hij kon tenslotte
niet meer. „Lieve Heer help me toch",
zuchtte hij en viel hij langs de kant van
de weg, in de sneeuw neer. De sneeuw
viel nog zonder ophouden neer en bedek
te hem met een wit kleed.
't Lof in de dorpskerk was uit De
mensen haastten zich vlug naar huis,
waar warmte en gezelligheid hen wacht
te. Ook vrouw Hommers, die vlak bij
Lark woonde, liep over het voetpad
door dè heide, naar huis. Ze bleef opeens
geschrokken staan. Wat zag ze daar? Een
klompje stak omhoog door de sneeuw
Daar zou toch geen kind liggen? En dan
met deze kou? Ze groef met haar han
den de -reeuw wat weg en ja hoor, 't
was een kind.
„Lieve help, dat is die kleine jongen
van Lark", mompelde ze verschrikt en
ze keek ir het doodsbleke gezichtje. Ze
voelde de ijskoude handjes.
„Antoon! Antoon", riep ze, maar het
kind verroerde zich niet.
Wat moest ze nu doen? Ze was nog ver
van huis: Ze bedacht zich echter niet
lang, pakte hem op en droeg hem naar
het dorp, waar de dokter vlak bij de
kerk woonde. Het kind hield de ogen nog
steeds gesloten en slap lag hij in haar
Bij 't huis van de dokter gekomen bel
de ze aan en na enig wachten werd ze
binnen gelaten. De dokter was gelukkig
thuis. In zyn sterke armen nam hij het
bewusteloze joch van haar over en legde
hem voor een onderzoek op de tafel
Intussen vertelde vrouw Hommers dat
ze hem in de hei, onder de sneeuw, ge
vonden had. Tijdens het onderzoek be
gon de dokter hem met doeken te wrij
ven, maar in het begin nog geen teken
van leven. Langzamerhand echter begon
Antoon weer zachtjes adem te halen en
ten laatste sloeg hij z'n ogen op.
„Waar ben ik", lispelde hy.
werken". Plotseling richtte de kleine
Antoon zich op en gilde in zijn koorts:
„Laat me toch buiten, ik wil naar bui
ten".
De dokter duwde hem zachtjes neer en
zei tegen de vader: „Dit is de crisis, als
hi.i het er doorhaalt is hij gered".
Weer was het kind onrustig, z'n ogen
glansden koortsachtig. „Vader moeder
hein me toch".
De vader zat nu zacht snikkend naast
het bed. O, als hij het kind toch moest
verhezen, en noch vuriger bad hij.
Eindelijk zond het kind uitgeput neer
hij wor<j rustiger en viel na een poosje
in slaap.
„Gered, uw zoontje heeft het gehaald",
fluisterde de dokter en gaf de vader een
stevige hand.
Deze woorden klonken de arme man
als muziek in de oren. „Zijn kind gered!"
't Was niet te geloven.
Die nacht sliep Antoon rustig en ont
waakte 's morgens heel even om dan
weer in te slapen.
De volgende morgen, de tweede Kerst
dag, ging vader lark naar c*e kerk. Hij
wilde ahes met O.L. Heer weer goed ma
ken. Hij biechtte m ging na jaren weer
te Communie.
Vrede op aarde!" stond er boven de
kerststal en vader Lark dacht: „Vrede
ook in mijn ziel".
Na een paar maanden, was Antoon
weer helemaal genezen. Het werd weer
gezellig in het huisje op de heide, nu va
der weer werkte en 's avonds thuis was
om voor alle" te zorgen.
Jinóone, n LM k de toren in het m'H-
wmi denkt, dit de mrtt dtmint dnr ret!
3 met te natten heeft!
Trjihte. heren!Kom binnen, en drink'
nma.'r
O.mtits we in uniform im.Vrofee
r&JêJ
Aetherklanken
ZONDAG.
TELEVISIEPROOGRAMMA'S.
NTS: 19.2020.00 Eurovisie: Zang-
dienst in Beverley Minster (Enge
land).
HILVERSUM I. 402 M.
8.00 NCRV. 8.30 IKOR. 9.30 KRO.
17.00 CONVENT VAN KERKEN.
18.30 NCRV. 19.45—24.00 KRO.
NCRV: $.00 Nws. en weerber. 8.15
Kerstmuz. IKOR: 8.30 Goeden mor
gen. 9.00 Morgengebed. KRO: 9.30
Nws. 9.45 Gram. 9.55 Plechtige Hoog
mis. 11.30 Gram. 11.40 Pianokwartet.
12.15 Apologie. 12.35 Instr. Octet
13.00 Nws. 13.05 De hand aan de
ploeg, caus. 13.10 De wadders, hoor
spel. 13.30 Lichte muziek. 13.45 Boek
bespreking. 14.00 Voor de jeugd. 14.30
Pianotrio. 15.00 Advent-progr. 15.30
Amus. muz. 16.00 Sport. 16.30 Vespers.
CONVENT VAN KERKEN: Geref.
kerkdient. NCRV: 18.30 Koorzang.
18.50 Gram. 19.00 Kerkelijk nws.
19.05 Samenzang. 19.30 De mens en
II Nadat ik ze aan land gebracht had, i Maar he allerverbaasd waren ze. toen ik
moest ik ze lang behandelen, voor dat ze op een dag mijn Europese kleren aan-
weer tot bewustzijn kwamen. Toen ze trok, ze dachten dat de kleren een soort
tenslotte ontwaakten dronken ze zoveel
water als ik hun maar geven kon. Ze
waren uiterst zwak en het was heel moei
lijk ze duidelijk te maken, dat ik hun
vriend was en dat ik hl* het leven gered
had. Toen ze weer op de been waren,
werden ze heel nieuwsgierig en bekeken
en onderzochten me nauwkeurig.
ik. Mensen van het welbehagen, caus.t
KRO: 19.45 Nws. 20.00 Act. 20.15 Ca-
baret. 20.40 Promenade ork. en so!.
21.25 Rouw om Rachel, hoorsp. 22.25
Lichte muz. 22.45 Avondgebed en li
turg. kal. 23.00 Nws. 23.15 Franse
muz. 23.4524.00 Gram.
'f HOORNTJE
12. Mijn boot, die in de baai lag be
wonderden ze het meest en ze namen als
vanzelfsprekend aan, dat ik een boven
natuurlijk wezen was. Daarom moest ik
erg oppassen om ze niet af te schrikken
Ofschoon de zwarten myn huis met
verbazing en bewondering bekeken had.
den wilden ze toch met alle geweld bui.
ten in de open lucht slapen. Ze gingen
dicht naast elkaar in het zand liggen en
zo hielden ze elkaar warm. De vrouw
heette Yamba, Ze beviel meteen vanaf
het begin het beste en zy had ook het
meeste vertrouwen in me. Ze was ver
standig en schrander en langzamerhand
leerde ze me ook hun taal.
Wordt vervolgd.
HILVERSUM H. 298 M.
8.00 VARA. 10.00 VARA. 10.30 IKOR.
12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA
20.00—24.00 AVRO.
VARA: 8.00 Nws. 8.18 Gevar. progr.
9.45 Geestelijk leven, caus. VPRO:
10.00 Voor de kinderen. IKOR: 10.30
Ned. Herv. kerkdienst. 11.30 Vragen-
beantw. AVRO: 12.00 Lichte muziek.
12.30 Sportspiegel. 12.35 Orgelspel.
13.00 Nws. 13.07 De toestand in de
wereld, caus. 13.17 Meded. of gram.
13.20 Even bijdraaien. 14.00 Boekbe
spreking. 14.20 Omr. ork., koor en
sol. 15.05 Voordracht. 15.20 Lichte
muziek. 15.40 Cabaretprogramma.
16.30 Sportrevue. VPRO: 17.00 Ge
sprekken met luisteraars, caus. 17.15
Werkgelegenheid in een weifelende
conjunctuur, caus. VARA: 17.30 Voor
de jeugd. 17.50 Nws, sportuitslagen
en sportjournaal. 18.30 Zigeunerork.
19.00 Discussie. 19.30 Annemarieke,
hoorspel. AVRO: 20.00 Nws. 20.05
Theaterork. en sol. met klein koor.
20.40 Zijn zeven vrouwen, hoorspel.
21.25 Gevar. progr. 21.50 Cabaret.
22.20 Act. 22.35 Piano-improvisaties,
23.00 Nws. 23.15 Sportuitslagen. 23.00
24.00 Romantische muziek.
MAANDAG.
TELEVISIEPROGRAMMA'S.
NTS: 20.00 Journ. en weeroverz.
KRO: 20.20 Sport. 20.40 Film- en
theaterkron. 21.10 Voordracht en
zang. 21.30 Filmreportage. 21.55
22.00 Epiloog.
NCRV: 7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10
Gram. 7.50 Een woord voor de dag.
8.00 Nieuws. 8.15 Sportuitsl. 8.25 Ge
wijde muz. 9.00 Voor de zieken. 9.30
Gram. 9.35 Waterstanden. 9.40 Voor
de vouw. 10.15 Theologische Ether
leergang. 11.00 Gram. 11.25 Gevar
progr. 12.00 Koorzang. 12.25 Voor
boer en tuinder. 12.30 Land- en tuin
bouwmeded. 12.33 Musette-ork. 12.53
Gram. en act. 13.00 Nws. 13.15 Lichte
muziek. 13.45 Gram. 14.05 Schoolra
dio. 14.30 Gevar. progr. 15.30 Radio
Philh. ork. 16.00 Mil. Kerstwijdings-
dienst. 17.00 Voor de kleuters. 17.15
|l/|ET HET KERSTRECES in het
vooruitzicht hebben wij ons ge
heel onvrijwillig en met nauw verho
len afgrijzen geschaard in de gelede
ren van het rond deze tijd opmarche
rende leger van de door griep gesla-
genen. De organieke bewapening op
deze lijdenstocht bestaat weer uit en
kele dozijnen zakdoeken van het for
maat „laken", een dagelijkse ci
troendosering, een gloeiende kruik
waarvan je even schielijk je voet af
trekt als de kat z'n poot van een plas
water en natuurlijk ook de warme
wol, waar je in
dergelijke geval
len „lekker" on
der pleegt te krui
pen.
Nóg hebben wij
ons tot nu toe
staande kunnen
houden onder de
stormloop der ba
cillen, maar tegen de avond zitten
wij met een verhit hoofd en weigeren
vriendelijk doch beslist alle aange
boden thermometers, want als je
daarvan gebruik gaat maken val je
gelijk onder de ziektewet. Dan ben
je niet langer meer die eenzame en
keling, maar je wordt ingekapseld in
vrijheidberovende bezorgdheid. Je
hebt dan het gevoel of je jarig bent,
alleen de felicitaties ontbreken en de
dassen en sokken zijn vervangen
door hete kwast en aspirines.
Als onze voorgevoelens bewaar
heid worden valt straks onze kerst
wereld in jlkaar. De religieuze in
keer zal op bed beleefd moeten wor
den en door de isolatie wel geen de-
gehele-mensheid-omvattend karakter
dragen. Het componeren van papier-
maché-rotsen ter herberging van on
ze uitgebreide Kerstgroep zullen we
ditmaal aan een ander moeten over
laten en dat is heel jammer, want de
herders w; ren juist zo gewend aan
hun plaatsje op een mosveldje, een
tochtvrij hoekje achter het voor het
oog verdekt opgestelde lichtje. Daar
zullen nu we' de schapen komen te
staan en dat krijgen wij het volgend
jaar door de herdersgroep op het
brood gesmeerd.
En dan hadden we nog willen ja
gen op groot wild in de Veluwse bos
sen. Als we érgens een kou hadden
willen oplopen dan was het tussen
wilde zwijnen en schichtige konijnen
geweest, maar nooit toch zeker op de
fiets in een druilerige regen op 't Ra
penburg. Wij vieren nu maar onze
jachtinstincten bot op de katdie
is ook wild. Het worden gezegende
dagen.
EEK.
Voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40
Beursber. 17.45 Regeringsuitz.: Rijks
delen Overzee: Grotten en rotsteke
ningen op Curagao, door J. G. de
Jong. 18.00 Orgelspel. 18.30 Sport
18.40 Pianorecital. 19.00 Nws. en
weerberichten. 19.10 Nederl. volkslie
deren. 19.30 Radiokrant. 19.55 Op de
man af. 20.00 Orgelconc. 20.20 Tussen
twee avonden ligt de dag. hoorspel
21.30 Orgelconc. (verv.). 22.00 Volk
en Staat, caus. 22.15 Muz. caus. 22.45
Avondoverdenking. 23.00 Nws. 23.15
24.00 Gram.
AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20
Gram. 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.50
Gram. 9.10 De groenteman. 9.15
Gram. 9.40 Morgenwijding. 10.00
Gram. 11.00 Omr. ork. 11.45 Voordr.
12.00 Lichte muz. 12.30 Land- en
tuinb.meded. 12.33 Voor het platte
land. 12.43 Lichte muz. 13.00 Nws.
13.15 Meded. of gram. 13.20 Prome
nadeorkest. 13.55 Beursberichten
14.00 Pianorecital. 14.30 Gram. 16.00 gr. t. op. 50.
Kerstwijdingsdienst v. d. sold. 17.00
Voor de jeugd. 17.15 Voor de padvin
ders. 17.25 Voor de jeugd. 17.50 Mil.
comm. 18.00 Nws. 13.15 Regerings
uitzending: Prof Dr H. van de Waal:
50 Jaar kunstzinnige vorming in Ne
derland. 18.25 Lichte muz. 18.50
Openbaar kunstbezit, caus. 19.00
Koorzang. 19.30 Muzikale caus. 19.45
Voor de jeugd. 20.00 Nws. 20.05 De
Radioscoop. 23.00 Nws. 23.15 Koersen
te New York. 23.16 Act. 23.30—24.00
Gram.
GRAMMOFOONPLATEN-
PROGRAMMA DRAADOMROEP.
(Over de 4e lijn).
1820 uur: I. Luigi Boccherini: J.
Concert voor cello en orkest in d gr.
t. op. 34; 2. Symphonie in c kl. t.; 3.
Ouverture in d gr. t. op. 43; II. Jo
seph Haydn: 1. Symphonie nr 94 in g
gr. t. (met de paukenslag); 2. Concert
voor trompet en orkest in es gr. t;
III. Ludwig van Beethoven: 1. Sym
phonie nr 1 in c gr. t. op. 21; 2. Ro
mance voor viool en orkest nr. 2 in f