In de Krantentuin Wie puzzelt mee De Zonnige Zeurpiet" ZATERDAG 25 OKTOBER 1958 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 T HMp WBSSBB1 ffrutewtettgd WILD-WESTVERHAAL Bende van het Incriptiongebergte door neef Han De kameraden van de cowboy waren bij de overval op de vlucht geslagen, maar omdat hij de laatste paarden nog wilde verzamelen was hij gegrepen en stond zonder hulp, helemaal alleen te gen een overmacht. „Kijk, dit is nog een verrassing voor ons", riep de cowboy, toen ze bij het doorlopen van een gang een opslag plaats van de bandieten tegenkwamen. „Maar weet je wat we eerst moeten doen? We gaan de gang blokkeren, want ze zullen wel gauw ontdekken, dat je weg bent en natuurlijk gaan ze naar alle kanten zoeken". Dat vond Jan toch geen gek idee. Eigenlijk was hij blij, dat hij nu een vriend gevonden had. En wat voor een vriend? Kijk eens wat een sterke ar men. Zo maar zonder een spiertje van zijn gezicht te vertrekken, tilt hij een grote rotsblok op. De oersterke cowboy bleef aan het sjouwen en Jan vulde de gaatjes op. 't Werd een geweldige ver sterking. „Laat ze nu maar komen", zei Jan. „Door deze hoop stenen kunnen ze nooit heen". „Ach jongen, je weet nog niet welke wapens die lui hebben. Als ze wat dy namiet hebben, dan blazen ze zó, de hele rots op, met ons er bij". Jan rilde er van. En hij dacht nog al een hele piet te zijn met zijn pistool. „Hoe heet je eigenlijk?" vroeg Jantje. „Ik heet Jan" zei hij er maar gauw achter. „Ik heet Bill Stevens. Ik ben cowboy op de Golden cow ranch". „Zeker wel leuk op die ranch. Altijd achter paar den aanhollen", vond Jan, die nog dacht aan al het huiswerk van school en dit hem toch veel leuker leek. „Jongetje ik heb nu wel wat anders te doen, dan jou te vertellen over de ranch. Als we hier heelhuids vandaan komen, dan neem ik je wel eens mee. En nudoorwerken". Na een poos zwijgend doorsjouwen bekeek Bill de verschansing en knikte goedkeurend: „Laat ze nu maar komen' Ze liepen nu de gang in voor een ver der onderzoek. Ze liepen het hokr waar Bill gevangen gezeten had voorbij en kwamen toen aan nog een paar zulke hokken. In de eerste stond niets. Zeker nog een gevangenis maar hi het vol gende hok vonden ze in blikken, wel voor een jaar lang voedsel en in een volgende lagen wel vijftig geweren met een grote voorraad munitie en boven dien twee machinegeweren. Toen ze van hun verwondering be komen waren zei Bill: „Allereerst die machinegeweren naar boven. Die kunnen ons van pas komen. Reken maar dat ze woedend zijn, al ze merken dat we hun voorraden geblok keerd hebben". In de gang reden ze de machinegewe ren gemakkelijk verder, maar toen ze aan de trap kwamen, trok er toch een bedenkelijke rimpel in Bill's voorhoofd. „We krijgen die dingen er nooit bo venop Jan" „Wacht maar, ik weet wat" en Jan slepete een paar planken aan die op de grond lagen. Die konden nu goed van pas komen. Ze legden de planken tegen de trap op en toen konden ze toch nog met veel moeite, de beide wapens naar boven geschoven krijgen. Ziezo nu kon er gebeuren wat wilde, ze konden zich nu tenminste verdedigen. Toen gingen ze weer op verkenning uit en gingen tot het eind van de gang. waar een hoop rommel verward 'door elkaar lag. „Waf. ligt daar voor een hoop oud roest?" vroeg Jan. „Jö, tat is geen oud-roest. Als ik me niet vergis, zie ik daar een tijdbom en in die roestige dozen zitten de reserve patronen voor de machinegeweren. Jan wou alles eens met zijn handen bevoe len tot Bill hem een pats op zijn hand gaf: „Afblijven jongetje". „Laat eens kjjken", zei Bill, „hoe laat het is". „Drie uur" antwoordde Jantje prompt. „Nu dan hebben we nog een paar uur de tijd voor ze wakker worden". „Hier neem deze tijdbom en die doos dina- miet". De gang waarin ze liepen lag vlak Onder de grond. „Ik zal aan het eind een stukje in laten storten, dan klim jij uit het gat en breng dit spul naar buiten aan de kant van de vallei op honderd meter af stand van de grot. Dus je gaat eerst door de tunnel heen". Zo gezegd, zo gedaan. Ze gingen aan het werk, zaten dik onder het steen gruis, ruimden de boel wat op en toen kroop Jan door het gat, geholpen door Bill, die hem met z'n sterke armen om hoog strekte. Daarna stelde Bill de tijd bom in. Jan holde zo hard hij kon de tunnel door. Boven gekomen telde hij 70 pas sen du. ongeveer honderd meter en hier legde hij alles neer. Nu ging hij niet dadelijk terug naar Bill, maar naar de opslagplaats, die hij bij zijn eerste bevrijding was tegengekomen. Hier zag hij weer al het eten. Als een haas ver stopte hij de etenswaren onder de dich te struiken, ook nam hij een paar ge weren, die er ook lagen, mee en de pa tronen en toen hij alles zo keurig mo gelijk verstopt had, haastte hij zich naar Bill, die al vol ongerustheid zat te wachten. Wordt vervolgd. 3 oktoberfeest De gelukkige is deze keer Mien Op dam, Boekhorstcrweg 2, Oud-Ade. NIEUW RAADSEL r, t, t, r, d, m, o, e, a. m, s, t, r, d, m, a, e, a. a, a, e, m. 1, r, h. e, e, k, w, v, r, b. p, r, d, r, d, 1, ei, e, o. In de loop van de week de oplossing insturen aan: Tante Jo en Oom Toon van de Krantentuin, Leidse Courant, Papengracht, Leiden. Willen jullie er je leeftijd bij zetten. Correspondentie Nellie v. d. Meer, Rijnsburg maakte voor ons: OKTOBERMAAND „Mamma, ik ga wat bloemen pluk ken", riep Lies, een meisje van zes jaar. „Goed hoor! Dag Liesje" „Dag mamma", en weg huppelde Lies, naar het veld van boer Jansen. Daar groeiden asters geel en wit en dahlia's geel en oranje. Ze plukte twee bosjes en ging toen naar huis. Langs de weg zag ze een Mariakapelletje Ze ging naar binnen en legde daar een bos bloemen neer. Ze knielde nog even en bad drie weesgegroetjes. Ze ging nu vlug naar huis. Mamma vond de bloemen prach tig. Ze zette ze in een vaas op de tafel. Liesje vertelde van die andere boeket in de kapel. Mamma was blij daarom en Maria was ook blij met de bloemen. In haar slaap droomde zij nog van Ma ria en de bloemen. Lia Kortekaas, Noord w. hout, heeft een heel mooi herfststukje gemaakt en nu vertelt ze ons, hoe ze dat gedaan heeft. HET HERFSTSTUKJE Het is Herfst. Een heleboel kinderen van de klas hadden al eer herfststukje gemaakt en dat mee naar school geno men. Ik dacht: ik wil er ook een gaan maken en ging naar het bos. Daar vond ik paddestoelen en zag een mooie grote. Ik plukte ze en deed alles in mijn mandje. Er lag ook veel mos en dat had ik ook nodig om alles op te steken. Er stonden veel eikebomen Ik nam wat goudgele eikebladen en zocht eikeltjes met een steeltje er aan Naast het bos lag een veldje met jonge denneboompjes. Zulke dennetakjes zou den er ook in staan. In de eikestrui ken zocht ik inktballen. Ik plukte nog wat asters en toen had ik genoeg. Thuis deed ik alles in een schaal, heel mooi opgemaakt. De juffrouw vond het stuk je mooi en ik zelf ook. Gerrie van der Meer, R'veen heeft haar briefje mooi met slingers versierd omdat het feest is op school. Luister IN DE KLAS IS HET FEEST In de eerste en de tweede klas is het feest omdat de meester jarig is. De meester heeft een zak lollies voor de kinderen meegebracht. De lollies den uitgedeeld en nu gaan de kinderen spelen. Ze doen het spel van een rover. Jan is de rover. Miesje is de heks en Ria een toverprinses. De heks moet de toverprinses vangen en in het hok gooien. Dat gebeurde en nu moet de rover de toverprinses red den en de heks in de gevangenis stop pen. Wat was dat een leuk spelletje.' Nu is het twaalf uur en de school is uit. Wij gaan allemaal naar huis. Joke Menken, Hazerswoude. Jij klein babbeltje, je mondje staat niet stil. Je vindt het leuk om je zelf in de krant te zien staan. Zeg Joke hoe is het? Is dat poppenvestje en rokje al af? Wat zal die pop er blij mee zijn. Of ik een fijn feest op 3 oktober gehad heb, vraag je? Ja meiske, ik vind 3 oktober altijd een gezellige dag. Er is dan veel te zien op straat en thuis wat lekkers om van te smullen. Wie zou dat niet fijn vin den. Is het poesje al groot geworden? Maar nu schei ik gauw uit, want de an dere kinderen willen ook wel een beurt hebben. Dag Joke, tot de volgende keer, weer met een gezellig briefje. Maria van Resteren, Voorhout stuur de ons op heel mooi postpapier een ver haaltje over: HERFST Herfst! herfst! Ik hol door de blaad jes die op de grond liggen en hoor ze knapperen. Ik was op weg om mijn vriendin te halen. Eerst had ik aan mijn moeder gevraagd of ik naar het bos mocht. Ja, dat mocht. Ik pakte mijn fiets en m'n mandje en ging mijn vrien din Cobie halen. Ze ging ook mee. Toen we er waren zetten we onze fiets ergens neer en op slot. We trok ken het bos in en zochten kastanjes en beukenootjes. Daarna gingen we pad destoelen zoeken. We zagen allerlei soorten: eekhoorntjesbrood, vliegen- en inktzwam en nog veel meer, maar daar wist ik de namen niet van. Toen we van alles genoeg hadden en ons mandje zowat vol was. gingen we naar huis. We maakten daar samen een mooie herfst- mand van. Maria van Resteren. Ik geloof dat ik weet hoe die postzegel heet: Niemands land". Maria van Bemmelcn, Zoeterwoudc. Ik vond de optocht van 3 oktober ook mooi, maar ik heb hem maar één maal gezien en niet zoals jij drie keer. Sjaak en Ineke van de Salm, Zoeter- woude. Van alle twee was de oplossing goed ennetjes! Dag kinders. Kees v. d. Berg, Voorhout komt met: DE OPLOSSING Mijn broertje zat met de kinderkrant voor zich en begon te puzzelen. Hij riep mij en zei: „Doet die 3 ook mee?" „Geef mij de krant eens, dan zal ik eens zien". Ik bekeek de lettertjes. „Joh, dat is vast en zeker: 3 oktober feest". We gingen zoeken, voor de voet op. en het was waar. Het kwam precies uit. Ik ruimde mijn spoortrein op en schreef gelijk aan Tante Jo en Oom Toon. Hetty de Groot, Haierswoude. Ook jouw oplossing was goed. Je tekenin getjes waren heel aardig. Zo'n poes toch met een glaasje limonade. Nog meer goede oplossingen van: Chris Moerkerk Warmond, Kees Hoo- gervorst, Langeraar, Jopie Pieterse, Langeraar, Joan Weüiig Oegstgeest, Ar nold en Theo Fase, Hazerswoude. Na tuurlijk mogen jullie meedoen. Ria van Rooyen, Lisse. Groeit het nieuwe broer tje al goed? Corry van Teylingen, Zoe- terwoude. Coble van Rooyen, Lisae, Corrie Idein, R'veen, Fieke Versluys, Warmond, Ria Schoo, Nieuwe Wetering, Geny Duynhoven, Warmond, C. Witte- man, Voorschoten, Truus Hoogenboom, R'veen, Gé Veldhuyzen, Zoeterwoude, Thea Oostdam, Katwijk, Annie van Rijn, Warmond, Arie van Zuylen, Noordwijk, Nelleke Slingerland, War mond. Zolang je veertien jaar bent. mag je nog meedoen. Wim Kraan, Sassenheim, Franca v. d. Wefjden, Nw. hout, Ria Straathof, Benthuizen, Hein v. d. Meer, Hoogmade, Arie Wijnands Noordwijk, Joke en Cona Duivenvoor den, Rjjpwetering. Tot de volgende week. Dag allemaal. TANTE JO EN OOM TOON 'N BOEKENLEGGER Nu het winter wordt gaan de kinde ren weer wat meer lezen en als je er zin in hebt kun je zelf een boekenleg ger maken, zoals op plaatje 1 staat. Ze bestaat uit 4 lange repen van 40 cm. lengte en 18 korte van 12 cm. lengte. De repen moeten allemaal 1 cm. breed zijn. Het best kun je ze van hard teken papier of van glanspapier maken. Vouw alle repen dubbel met een scherpe vouw. Leg de 4 lange repen op tafel net als op plaatje 2. Neem dan de eer ste korte reep, vouw die om de eerste lange heen, dus aan Iedere kant en stip Henry Dunant, de stichter van het Roode Kruis 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1! 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 1 46 47 48 49 50 51 52 5? 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 Horizontaal: 1. voorzetsel, 3. post bode (Z. Nederl.), 9. foei, 11. hals doek, 13. gem. in Het Gooi, 14. duw, 15. insektenetend zoogdier, 17. be paalde hoeveelheid of gewicht, 18. waterdiepte, 19. opgewekte stem ming, 21. omgang van een toren, 23. bekende afkorting, 24. muzieknoot, dan met zijn tweëen samen door tweede lange, dan weer van elkaar de laatste weer samen erdoor. De twee de korte begin je van de andere kant o om .en om. In Amerika hebben wetenschapsmen sen zich heel bijzonder bezig gehouden met een nog nuttiger gebruik van de landbouwprodukten en zo vonden ze een methode uit om de vezels, die bij het winnen van suiker uit suikerriet overbleven om te toveren in stevige pakkisten. Tegelijkertijd heeft men ont dekt hoe men op een nieuwe en goed kope manier was of smeer uit het riet kon winnen en dit werd voor de fabri- katie van schoensmeer gebruikt en zo verkreeg men een grote hoeveelheid schoensmeer die Amerika anders van het buitenland had moeten kopen. 26. dam langs een water, 27. voeg woord, 29. honigdrank, 31. aard soort, 33. waarborg, 35. voorzetsel, edelgesteente, 38. muzieknoot, 39. tij ding, 40. stad in Italië aan de Adria tische zee die herinnert aan St. Ni- colaas, 41. scheikundig element (afk.), 42. inbraak (bargoens), 44. bakboord (afk.), 46. boom, 48. voorvoegsel, 49 kleur, 51. oder dergleichen (afk.), 52. boom, 54. muzieknoot, J>5. spil van een wiel, 56. maand van het jaar, 59. schrijfkosten, 61. vreemde munt, 62. telwoord (Eng.), 64. landschap in de Peloponnesus, 66. ik (Lat.), 67. gem. in Friesland, 69. benedendeel van een gevel, 70. afkorting van idem, 71. een der spelers bij het cricketspel, 72. stapelmeter (afk.). Verticaal: 1. lied, 2. behaagzieke EEN LUCULLUSMAALTIJD Wat 'n zorg als de kinderen zo hoesten. lukklg is er een afdoend middel tegen: Abdijsiroop! Dat afmattende 'geblaf verdwijnt en ze slapen weer rustig. Een ware geruststelling voor elke moeder: Abdijsiroop in huls! De 23 genezende bestanddelen J (Advertentie) Als men zeggen wil, dat een maaltijd erg rijk en goed was dan zegt men wel eens een lucullusmaaltijd. Hoe komt men aan die naam? In de Romeinse tijd was er een rijke veldheer, die zijn vrienden en zichzelf altijd hele goede maaltijden voorzette. Lucullus leefde in de tijd dat er veel welstand en luxe in Rome was en men besteedde een hoop geld aan het eten zowel op door de weekse dagen als 's zondags. Op ze kere dag trof hij zijn beide vrienden Cicero en Pompejus op straat aan en ze vroegen hem, of hij hen niet kon uit nodigen voor het eten. Het moest nog op dezelfde dag gebeuren, want ze wil de wel eens zien hoe Lucullus op een gewone dag at als hij geen gasten kreeg. Lucullus antwoordde, dat ze van harte welkom waren, maar hij moest zijn huisknecht wel even vertellen in welke zaal ze wensten te eten. Een slaaf werd vooruit gezonden met de bood schap, dat het eten in de Apollozaal geserveerd moest worden. Toen de gas ten en de gastheer even later kwamen, stond een geweldige maalijd op hen te wachten. Nu kregen ze er enig idee van hoe Lucullus ieder dag at. maar toch was dat niet helemaal waar. Ze wisten namelijk niet dat hun gastheer van te voren met de huisknecht afgesproken had, dat als het bevel kwam in de Apol lozaal te serveren, dat er dan een goede maaltijd op tafel moest komen van geveer 19.000 gulden. vrouw, (figuurlijk), 4. telwoord, 5. meisjesnaam, 6. baan voor balspel, 7. verdikking der opperhuid, 8. tel woord (Fr.), 9. stad in Italië in de prov. Viterbo aan het meer van die naam, 10. slede, 12. vreemde munt, 14. nachtgewaad, 16. vreemde munt, 18. in zee uitlopend gebergte, 20. voornaamw., 22. godsdienst (afk.), 23. emeritus (afk.), 25. vrouw van Ja cob, 28. bekende afkorting, 30. water in België, 31. muzikaal toneelspel, 32. smal tuin- of bloembed, 34. uitvlucht (figuurlijk), 36. zwaardvis, 37. vernis, 41. niet jong meer, 43. meisjesnaam, 45. heilige bisschop van Sebaste in Armenië, redde een knaap van de verstikkingsdood, daarom bij keellij- den aangeroepen, 46. bruto (afk.), 47. bedehuis, 49. plaats in de schouw burg, 50. overblijfsel bij verbranding, 53. muzieknoot, 54. lidwoord, 57. voor, 58. koord /oor het ontsteken van ontplofbare stoffen, 59. taaie aardsoort, 60. verouderd woord voor ivoor, 61. maand van het jaar, 63. landtong, -65. snoer van een hengel, 67. welaan, 68. volksnaam voor de kauw. Der traditie getrouw ook deze week weer twee prijzen van vijf gul den voor de inzenders van een goede oplossing op neven gaande kruis woordpuzzel. Wie een foutloze oplos sing voor donderdagmorgen 12 uur bezorgt aan de PUZZELREDACTIE van dit blad, doet mee in de loterij, die de winnaars aanwijst. OPLOSSING VAN VORIGE WEEK. Horizontaal: 2. robe, 6. alom, 10. Ld, 12. regelet, 14. pa, 15. lom, 17. to nen, 18. bar, 19. orans, 21. graag, 23. oase, 14. men, 26. para, 27o bolus, 29. tarra, 31. linde, 34. do, 35. ia, 36. me, 37. rij, 38. plant, 41. boete, 44. de gen, 47. albe, 50. nes, 51. raap, 53. niets, 55. tango, 56. kol, 57. moede, 60. tel, 61. en, 62. rendier, 64. nl, 65. pats, 66. snel. Verticaal: 1. allooi, 3. o.r., 4. Bets, 5. ego, 6. ale, 7. leng, 8. Ot, 9. Aar- gau, 11. Dora, 13. engel, 14. paar, 16. massa, 18. baard, 20. Ne, 22. RP, 24. moa, 25. nul, 27. brand, 28. Simon, 29. top, 30. Ria, 32. nee, 33. ere, 39. label, 40. ten, 41. bes, 42. trant, 43. banket, 45. gebed, 46. Apollo, 48. lion, 49. et, 51. ra, 52. Agon, 54. smet, 55. teen, 58. ons, 59. dis, 62. Ra, 63. re. Door het lot werden deze week aangewezen tot winnaressen mej. Thea Onderwater, Weipoortseweg 31 te Zoeterwoude en mej. T. H. Paar- dekooper, Ruyterstraat 3 in Leiden. Zij krijgen ieder spoedig vijf gul den toegezonden. Wilt U iets weten? Antwoord: Een schenking is onder worpen aan schenkingsrechten, een gift niet. Tot 2000.— wordt iets als een gift beschouwd. De grens is dus 2000.en wel per jaar. Wanneer er verschillende gtvers zijn, zijn er ook verschillende giften, d.w.z. iede re gift wordt op zichzelf beschouwd 1» (95) 7etJuske,n3mbotsmtYN(t, enhoekri loop ik niet saw a verretn w die kist dm 3. Toen hij 20 jaar oud was. stichtte hij een internationale correspondentie- vereniging. Doordat jonge mensen uit verschillende landen elkaar schreven zouden ze elkaar beter leren kennen. Dunant hoopte, dat de naties dan ein delijk zouden leren, met elkaar om te gaan als broers. Een paar jaar later las hij toevallig het boek, „de hut van oom Tom", ge schreven door Harriët Beecher. Dit boek beschreef de negerslavenhandel in Amerika. Het boek maakte op Dunant een grote indruk en hij begon zelf ar tikeltjes tegen de slavenhandel te schrij ven. Zijn artikeltjes waren de aanleiding, dat er een vereniging ontstond voor uit roeiing van de slavernij. Er werd in Brussel een conferentie gehouden langzamerhand werd bereikt, dat de slavenhandel in Afrika minder werd. 4. In 1859 was er oorlog tussen Italië en Frankrijk aan de éne kant en Oos tenrijk aan de andere kant Henry Du nant was juist op een van zijn vele rei zen en hij kwam in de buurt van Solfe- rino toen juist een van de bloedigste gevechten in de geschiedenis uitgevoch ten werd. Op 24 juni stonden meer dan 300.000 mannen tegenover elkaar, de gevechtslinie was ongeveer 10 km lang en er werd 15 uur lang gevochten. Het was ongelooflijk warm en de sol daten leden honger en dorst. De mees ten hadden geen andere versterking dan een dubbel rantsoen brandewijn voor de hele dag. Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 9