DE MENS VOOR HET DIER?
mi
4 OKTOBER
werelddierendag
Jac. Smittenaar heeft fijne
vingers en veel geduld
Zo bang als een wezel
WAT BETEKENT
Vijf verkoopsters
verkochten om niet
DONDERDAG 2 OKTOBER 1958
DE LEIDSE COURANT
PAGINA
EN HEBT HEERSCHAPPIJ over de vissen der zee en over het gevogelte
des hemels en over het gedierte, dat op aarde kruipt!" (Gen. 1:28). Zo
luidt de opdracht die God de mensen gaf en wij handelen daarnaar.
De dieren op onze aarde zijn geheel afhankelijk van de mens. De mens,
begiftigd met verstand, heeft zich ontwikkeld tot een wereldheerser waar
aan alle dieren onderworpen zijn. Zo heeft God het ook gewild. De mens
beschikkend over zijn moderne technische en chemische middelen is in
staat naar willekeur diersoorten uit te roeien en andere te stimuleren in
hun voortplanting. Maar heeft God dat gewild?
Het is en blijft een moeilijk punt tot hoever de mens kan gaan in het
kwaad en leed dat hij de dieren berokkent zonder in strijd te komen met
Gods gebod, want waar het kwaad geschiedt in het belang van de mens
is men snel geneigd dit goed te praten.
Maar over het grote kwaad willen we het niet hebben, doch over het
kleine. Wat betekent de mens voor het dier?
ONBEREKENBAAR
DAT IS EEN VRAAG die wij ons
zeker op Werelddierendag wel
mogen stellen. De mens betekent
voor het dier in het wild een onbe
rekenbare godheid, die hem doodt en
verjaagt en waarvan het dier voor
negentig procent slechts narigheid
ondervindt. Is het te verwonderen,
dat dieren in het wild voor de mens
'n heilig ontzag hebben en hem liefst
ontvluchten? Het is geen pluspunt
voor de mens!
Voor de tamme dieren ligt de zaak
wel anders. De mens betekent voor
hen de verzorger. Zij zijn geheel van
i de mens afhankelijk en aangezien in
veel gevallen het tamme dier een
J economisch nut heeft voor de mens
I zal hij het goed verzorgen en het dier
j is daar dankbaar voor.
I Men bemerkt dit uit het gebrek
aan schuwheid, vertrouwelijkheid,
ja aanhankelijke trouw, al naar ge-
j lang de diersoort.
I ONZE HOUDING TEGEN HET DIER
H' ET KOMT ER DUS OP NEER, dat
het dier geheel van ons afhan-
I kelijk is, zijn lot ligt in onze handen
en dat brengt een zeer grote verant
woordelijkheid met zich mee, want
wij hebben hier niet te doen met
dode materialen, maar met levende
wezens, waarover wij weliswaar
heerschappij voeren, doch over welke
heerschappij wij tenslotte rekening
en verantwoording verschuldigd zijn
Dieren
bescherming
beschaving
naam zó algemeen bekend is, ook
buiten r.k. kringen, als die van de
Heilige Franciscus van Assisi, wiens
sterfdag de 4e oktober de laat
ste jaren bijzondere aandacht geniet,
omdat het deze datum is, welke het
wereldcongres voor dierenbescher
ming, dat enkele jaren geleden te
Florence, de schone Italiaanse stad,
werd gehouden, heeft aangenomen
als de dag, waarop men overal ter
wereld de aandacht zal vestigen op
de plicht, welke wij als mens hebben
tegenover het dier.
Franciscus, de Heilige, is zonder
twijfel een figuur, welke alle eeuwen
door zeer tot het volk heeft gespro
ken. Zijn aanvankelijk lichtzinnig le
ven en de daarop gevolgde bekering,
een onderwerping aan grote armoede
en een uitermate nederige levenswij
ze, zeggen de massa en ook de indi
viduele mens véél.
Geboren in 1182 te Assisi ontving
hij bij zijn doop de naam van Johan-
nes.In 1226 stierf hij, thans dus 730
jaar geleden. Hij werd op zijn wens
begraven op een onheiligje plaate,
waar men de ter dood gebrachte mis
dadigers pleegde ter aarde te bestel
len.
De legenden zijn vele, welke ver
band houden met St. Franciscus, en
meerdere daarvan hebben betrekking
op zijn dierenliefde. Ook zijn tal van
afbeeldingen van grafische kunst be
kend, welke de Heilige Franciscus
weergeven als voeder van dieren,
waaronder de minst in aanzien zijn
de, zoals de huismussen.
De werelddierendag is eigenlijk
een dag om één moment slechts al
len, die van goede wille zijn, de ge
legenheid te geven hun krachten te
concentreren op dat éne edele doel.
de bescherming van het dier tegen de
ipens!
Het is inderdaad goed, dat men
minstens ééns per jaar even de aan
dacht vestigt op dit edele en verhe
ven doel.
Ons motto boven dit stuk zegt het
zo duidelijk: „Dierenbescherming is
mensenbeschaving". En dan bedoelen
wij daarmede niet het overdreven en
sentimentele gedoe, dat men zo gaar
ne aan oude jongejuffrouwen toe
schrijft, doch reële en practische be
scherming van het dier.
Op 4 oktober zal allerwege de aan
dacht gevestigd worden op de ellen
de, welke er in de dierenwereld nog
heerst als gevolg van onjuist en ver
keerd optreden van de mens. Dit
geldt natuurlijk vnl. de grote kring
der huisdieren en niet-huisdieren,
welke in handen van de mens zijn
geraakt (zoals die in de dierentui
nen). Het huisdier is n.l. door zijn
domesticatie afhankelijk van de
mens geworden. De huisdiervorming
legt de mens tevens de plicht op het
huisdier geworden dier te verzorgen,
in zijn maatschappij op te nemen en
met zorgen te omringen, welke het in
het wild levende dier niet nodig
heeft en ook niet vraagt.
Het domesticeren van dieren legt
de mens dus grote verplichtingen op
en het is de dierenbescherming, wel
ke de mens op deze verantwoorde
lijkheid bij voortduring wil wijzen.
En nu is die „werelddierendag"
geen dag, waarop men op sentimen
tele wijze de hond een dime runder
biefstuk present doet, voor de kat
kostelijke vis gaat kopen of 't paard
extra haver in de bak doet. Dat is
alles niet nodig en wordt door het
dier toch niet „begrepen". Wat wél
de bedoeling is, is dat men zich voor
neemt de verplichtingen na te komen
welke men als wezen, toegerust met
een denkvermogen, heeft tegenover
het „redeloze" schepsel Gods, dat het
dier toch is al behoort het tót de in
telligentste zoogdieren, welke men
zich kan voorstellen. Toch blijft het
dier een wezen, dat zich niet kan
verantwoorden en dat alleen door
driften wordt gedreven. In elk geval
allereerst en in de eerste plaats door
zijn hartstochten wordt geleid. De
mens daarentegen heeft verstand en
rede gekregen en van de mens wordt
verwacht, dat hij deze gaven ook ge
bruikt. Hij is in staat om te berede
neren en moet derhalve verantwoor
ding van zijn daden afleggen.
De mens zal gewezen moeten wor
den op het kwaad der moedwillige
dierenmishandeling, maar ook op de
dierenkwelling uit onkunde en achte
loosheid. We noemen dat „onbewuste
dierenmishandeling", en zij kan voor
het dier soms nog erger zijn dan de
bewuste, uit sadisme voortkomende,
dierenkwelling. SL
Hedenavond
MARIA ZAMORA
y sus Amigos
HOUTRUST DEN HAAG
Advertentie
MUZIEK IN MINIATUUR
Historie van
het pierement
De heer Jac. Smittenaar (61) uit
Wassenaar (Santhorstlaan 59) heeft
een bijzondere hobby. Hij maakt n.l.
kleine modellen van bijzondere mu
ziekinstrumenten en hij doet dit zo
fijn, dat de belangstellenden met
open mond toezien. De heer Smitte
naar heeft de beschikking over hor
logemakers-vingers en een eindeloos
geduld. In 1952 heeft hij er op een
avond eens over nagedacht, welk
tijdverdrijf hij nu eens zou zoeken.
Weinig voelde hij er voor om zo
maar „in het wildeweg" te gaan knut
selen, boten maken of vliegtuig, en
aangezien het oog van de liefde niet
vér schouwt en de heer Smittenaar
muziekleraar is, zocht hij het in de
bijzondere muziekinstrumenten die
hij zo getrouw mogelijk nabootst. Hij
bouwde bijvoorbeeld een volledig In
donesisch gamelan orkest, een Chi
nese tempel met alle instrumenten
die hier gebruikt worden en ook een
prachtig pierement, waarvan hij ook
de geschiedenis met miniatuur-af
beeldingen op de voet volgde. De
knutselaar is zeer gewetensvol in
zijn ontwerpen. Voor het gamelan
orkest bracht hij vele malen een be
zoek aan het museum voor Volken
kunde en hij bestudeerde de geschie
denis van het draaiorgel voor hij zich
waagde aan een reeks afbeeldingen
van haar ontwikkeling. Maar hij heeft
zo'n natuurgetrouwe verzameling or
geltjes gebouwd, dat mr Romke de
Waard, de „draai-orgelspecialist", er
gebruik van maakt als illustratie
materiaal bij zijn lezingen.
Gisteren hebben wij de verzame
ling kunnen bewonderen in een eta
lage van een herenmode-magazijn
aan de Breestraat.
De heer Smittenaar bouwde hier
zijn handwerken op. Een schone il
lustratie van de 3 oktober-optocht
„Een en al muziek".
Foto: De heer Smittenaar in de
étalage aan de Breestraat.
(Foto: De Leidse Courant).
De Rotterdamse politie heeft vijf
verkoopsters van de afdeling huis
houdelijke artikelen in een groot ma
gazijn in het centrum van de stad ge
arresteerd. Familieleden van hen, drie
vrouwen en een man, verdacht van
heling, zijn in hechtenis genomen.
De verkoopsters zouden drie jaar
lang huishoudelijke artikelen, voor
een totale waarde van duizenden gul
dens, aan het magazijn onttrokken
hebben. Bepaalde artikelen, die zij
of hun familie nodig hadden, ver
kochten ze zogenaamd aan degenen
die in de arm genomen waren, maar
zij rekenden niet af, of sloegen een
kleiner bedrag dan het artikel kost
te, op het kasregister aan.
Vorige week donderdag werd een
verkoopster betrapt, toen ze iets mee
naar huis nam. Bij huiszoeking trof
men toen een groot aantal gestolen
goederen aan. Zo goed als alle ont
vreemde artikelen konden bij de ver
koopsters of hun familie achterhaald
worden, daar zij alleen iets meegeno
men zouden hebben, wanneer zij het
nodig hadden.
tegenover de Schepper. Daarom zijn
wij verplicht goed te zijn voor dieren.
Dit houdt in ze niet zonder noodzaak
te doden, ze een bestaansmogelijk
heid te laten enniet te kwellen.
Vooral het laatste is van groot be
lang, want door zijn heerschappij
over het dier en wel speciaal het
tamme dier, is de men geneigd naar
willekeur met deze dieren te hande
len, waarbij kwelling meer voor
komt, dan men vermoedt. Men moet
goed begrijpen dat wat wij als men
sen onder elkaar beschouwen als een
grapje of een plagerijtje, door het
redeloze dier wordt ondergaan als
angst en kwelling. We denkefi hier
bij aan het blikje aan de staart van
de hond en dergelijke dingen. Dik
wijls staat hier de bedoeling tot
kwellen niet voor-p. Anders wordt
het wanneer het kwellen doelbewust
geschiedt uit laagmenselijke neiging
of uit economisch winstbejag. We
denken hierbij aan de kistkalveren
en aan de ganzenmesterijen, waar
vooral bij de laatste onmenselijke
praktijken toegepast worden
MEER KWAAD DAN GOED
ER MANKEERT nog veel aan de
houding van de mens ten opzichte
van het die/, ook by hen die het
juist zo bijzonder goed met de dieren
voor hebben en die een te overdreven
liefde voor dieren koesteren, want
onder hen treffen wij er aan die het
dier meer kwaad dan goed doen al
is de bedoeling goed.
Kijkt u maar eens naar het lieve
lingshondje van een of andere dame.
Zij is gel: op het diertje en geeft het
alle mogelijke lekkere hapjes. Het
diertje krijgt een volkomen ver
keerde voeding, wordt zo dik dat het
zich nog nauwelijks kan bewegen en
lijdt aan diverse kwalen. Dat is ver
keerde dierenliefde. Een dergelijke
dame deed er beter aan het diertje
de juiste voeding te geven en vol
doende beweging, dan zou het ge
zonder en gelukkiger zijn.
De mens is begiftigd met verstand
en is daarom het enige schepsel dat
in staat is het dier te begrijpen en
het gelukkig te maken, omdat wij
begenadigd boven alle andere schep
sels de heerschappij hebben en
de mogelijkheden om het dier bij te
staan.
Laat Werelddierendag voor velen
een keerpunt zijn. Laten zij beseffen
dat het dier een medeschepsel is, dat
wij niet kunnen missen, zonder welk
wij als mensen ten gronde zouden
gaan. Dieren hebben ook gevoel,
kennen angst.
Laten we besluiten te leven als
goede mensen, dieren niet te doden
zonder noodzaak, hen een redelijke
bestaansmogelijkheid te laten en ze
niet te kwellen. Dan betekenen wij
alles voor het dier.
Laat het hem maar niet horen
i
Steeds roofzuchtig, vechtlustig handig en moedig zijn de wezels en
hermelijnen. Ze behoren wel tot de meest elegante roofdieren, die in
Europa te vinden zijn.
(Van een medewerker)
HET KLEINSTE, maar tevens een van de grimmigste roofdieren, die we
in ons land kennen, is de wezel. Het beestje is zo vlug als water en
verbazingwekkend vemetel, zelfs tegenover mensen. De kleine soort wordt
ongeveer 20 cm. lang, de grote wezel of hermelijn haalt wel 33 cm. Het
ongelooflijk taaie diertje past zich gemakelijk bij zijn omgeving aan, zowel
in de bossen als in de steden.
In Noord-Azië en in Europa vindt men ze overal, altijd roofzuchtig en
steeds klaar voor een gevecht. Om een uitweg of een schuilplaats zijn ze
nooit verlegen.
MET ZIJN KLEINE VURIGE OGEN, brutaal en gewiekst behoort de
wezel tot de meest interessante roofdieren. De spijskaart van de wezel
is zeer gevarieerd. Hij eet muizen, ratten, mollen, hazen, konijnen, vogels,
hagedissen, slangen, kikkers, vissen en insecten. Vergeleken bij anaere
dieren eet deze moordlustige rover niet veel. Hij drinkt slechts het bloed
van zijn slachtoffers op. Alleen de hele kleine hapjes verorbert hij met
huid en haar. Met het grootste gemak roeit een wezel in één nacht een
hele hoenderstal uit. Overdag jaagt hij ook wel, maar toch heeft de
schemer en de duisternis zijn voorkeur. Op het land, in het water, in
struiken en hoog in de bomen vertoont de wezel zijn acrobatische toeren,
die door geen ander dier geëvenaard worden. In mei of juni komen de
kleintjes. Het zijn er 5 tot 7, die met veel liefde door de moeder worden
verzorgd. De jongen komen ter wereld in een goed verborgen nest van
hooi, stro of blaadjes.
De schuilplaats bevindt zich meestal in een uitholling van een boom of
in een van de takken, die de wezel bewoont.
Als Ma Wezel zich verontrust voelt door het een of ander, dan brengt
ze net als een kat haar jongen in de bek en brengt ze naar een veiliger
plek. Is er geen kans om de jongen in veiligheid te brengen dan verdedigt
ze hen met een onbegrensde moed. Ook tegen mensen bindt ze de strijd
aan. Zolang de wezel jong is, kan hij zonder moeite getemd worden en in
gevangenschap leven. Een oudere wezel, die gevangen wordt, gaat heel
gauw dood. Ze zijn gevoelig en worden steeds wilder in de nabijheid van
mensen. Wie kippen of konijnen houdt doet er goed aan zijn bezit tegen
de wezel te beschermen. Toch dient men de sierlijke rover zelf tc ontzien,
want muizen en ratten peuzelend doet de wezel ook heel veel goed.
De kleur van de kleine soort wezel is licht roodbruin. Bij de grote wezel
of hermelijn is het vel in de zomer roodbruin en in de winter wit. Het
puntje van het staartje is altijd zwart. De onderkant van de hermelijn is
het hele jaar wit met een geelachtig tintje. De winterpels van de hermelijn
is zeer kostbaar.