de roepstem
van de Wif e
Qalutnbui kwam eeuwen te iaat!
DE LEIDSE COURANT
Een beschrijving van de prachtige rivier de Wye,
die door Engeland en Wales stroomt
SOMMIGE PLEKKEN op de aarde
zijn zó mooi dat als men ze een
maal heeft gezien ze altijd in de her
innering zullen blijven voortleven.
Voor vele mensen is dit het geval met
het dal van de rivier de Wye. Het is
waarschijnlijk wel de mooiste rivier
ten zuiden van de grens tussen Schot
land en Engeland. Hij ontspringt in
de bergen van Wales en stroomt ver
volgens met een grote boog het rijke
Engelse land binnen.
Maar het is niet alleen de schoon
heid van de natuur in dit dal, die zo'n
diepe indruk achterlaat, maar ook de
vrede en rust, die niet wordt ver
stoord door het rumoer van het mo
derne leven. De woelige geschiedenis
van duizend jaar heeft haar sporen
nagelaten in de steden en dorpjes
langs de oever. De rivier vervolgt
echter onverstoorbaar haar weg.
Uit toeristisch oogpunt bezien is de
Wye een ideaal gebied voor wande
laars of voor bezitters van motorvoer
tuigen, want de rivier is een van de
schilderachtigste gebieden in dit deel
van Groot-Brittannië. Langs de gehe
le rivier loopt een mooie weg.
De monding ligt aan de westelijke
zijde van 't Kanaal van Bristol, waar
wij onze tocht beginnen. Hier ligt
Chepstow, een kleine stad met de
ruïne van een kasteel, daterend uit de
14de eeuw. In dit kasteel hebben zeer
veel Engelse koningen en Prinsen van
Wales gewoond. Wij komen nu via
een prachtig bebost dal bij een van
de meest bekende punten aan de
Wye. Dit is Tintern Abbey, eens een
vesting van de Cisterciënser Orde, en
daterend uit de 13de eeuw. De Abdij
is nu een ruïne en staat als een histo
risch monument aan de oever van de
rivier, met de prachtige beboste heu
vels op de achtergrond.
Achttien kilometer stroomopwaarts,
ligt Monmouth, dat vele eeuwen lang
de toegangspoort voor Engeland en
Wales is geweest. De grote soldaat,
Koning Hendrik V, overwinnaar van
Agincourt en door Shakespeare on
sterfelijk gemaakt, werd hier in het
oude kasteel geboren. Vier honderd
jaar later kwam Admiraal Lord Nel
son naar dit district om hout te kopen
voor de bouw van zijn schepen. De
rivier de Monnow valt bij Monmouth
in de Wye, en een versterkte Nor-
mandische poort staat nu nog op de
Monnow brug.
Verder de rivier op komen we aan
enkele van de mooiste delen van de
Wye, die een grote haarspeldbocht
neemt om een grote rotspunt heen,
die Symond's Yat wordt genoemd.
Van de top hebben wij een prachtig
uitzicht over de rivier die zich hier
voortslingert door groene velden en
beboste heuvels.
De rivier de Wye is een ideaal oord
voor zalmvissers, bijna even ideaal
als de beroemde Schotse rivieren.
Soms worden er wel vissen van 40 tot
50 pond gevangen. Veel van het vis
water is persoonlijk bezit en moeilijk
te pachten, maar er zijn verscheidene
goede hotels langs do rivier die voor
hun gasten uitstekende eigen viswa
ters hebben.
Ross is een van de aantrekkelijkste
oude steden van Herefordshire, even
ten noorden van Symond's Yat gele
gen, rustig, bescheiden en typisch En
gels. Het bezit een mooie oude, van
rode zandsteen gebouwde, Markthal,
daterend uit het begin van 1600, als
mede enige mooie hofjes.
DIT DEEL VAN'ENGELAND bezit
veel oude steden met een kathe
draal; een van de mooiste van deze
steden is Hereford. Dit i: het centrum
van een grote landbouwstreek; het
Herefordshire vee is over de gehele
wereld bekend en in haar boomgaar
den groeien de appels, waar de heer-
lijke cyder van wordt gemaakt, een
sterke drank die in het Westen van
Engeland evenveel wordt gedronken
als bier. Proef eens een glas van dit
heerlijke vocht in een van de vele
oude herbergen in de stad. In de Ka
thedraal van Hereford vindt evenals
in de kathedralen van Gloucester en
Worcester om de beurt, het Three
Choirs Muziek Festival plaats. Dit
jaar wordt het Festival in begin sep
tember in Hereford gehouden. Wan
neer u er ook bent, vergeet niet een
bezoek te brengen aan deze kathe
draal! Dit bouwwerk is zeker een be
zoek waard en in het bijzonder de
oude bibliotheek van de kathedraal
waar alle manuscripten aan kettin
gen liggen.
Het dal van de rivier is op dit punt
het breedst. Wij vervolgen onze weg
nu in westelijke richting, en na on
geveer 29 kilometer wordt het dal
nauwer, en komen wij in de bergach
tige streek. Bij Hay steken wij de
grens van Wales over. Hay is een
kleine stad, in grootte niet meer dan
een dorp, doch bij vissers zeer be
kend. Ten zuiden van Hay liggen de
Black Mountains, een ideaal gebied
voor wandelaars.
Verderop wordt de rivier steeds
smaller, hij stort zich over de rotsen
tussen de bergen. Wij passeren op on
ze weg dorpjes met vreemde Welsh
namen, zoals Llyswen, en komen uit
eindelijk in Built Wells, een oud
kuuroord en de- plaats waar Llewel
lyn, de laatste, in Wales geboren
Prins van Wales, in 1282 werd gedood
Sinds die tijd wordt de titel van
Prins van Wales verleend aan de oud
ste zoon van de Engelse Souverein.
Builth ligt in het graafschap Bre-
conshire. Wij gaan nu echter in noor
delijke richting naar het graafschap
Radnorshire, een van de minst be
kende graafschappen van Wales. In
oostelijke richting liggen de woeste
uitgestrektheden van het Radnor Fo
rest, dat bijna geen verandering heeft
ondergaan sinds de tijd dat Llewellyn
voor een onafhankelijk Wales vocht.
Even ten westen heeft de mens het
landschap veranderd, echter niet zon
der de schoonheid van de streek aan
te tasten. Hier bevinden zich nu de
grote waterreservoirs van het Elan
Valley, gebouwd als drinkwaterreser
voirs voor de ver afgelegen stad Bir
mingham. Tussen het Radnor Forest
en het Elan Valley ligt Rhayader, een
Het landschap aan de rand van het
Woud van Dean in Harefordshlre. Op
de voorgrond de rivier de Wye.
centrum voor forelvissers, die tegen
een kleine vergoeding in de Elan re
servoirs kunnen vissen.
De grote weg naar Aberystwyth
leidt bijna naar de oorsprong van de
rivier op de berg Plynlimmon in het
hartje van Wales. Onze reis eindigt
bij de bron van de rivier, waar een
klein straaltje water over de stenen
stroomt en dat door drt bronnen, en
watervallen tenslotte uitgroeit tot de
mooie rivier de Wye in het dal bene
den ons.
De bouwvallen van Tintern-abdij langs
de rivier de Wye in Monmouthshire. De
abdU-kerk werd verwoest in de 16e eeuw
HOE WAS HET MOGELIJK, dat de
Amerikanen omstreeks 1500 geloof
den in de komst van „Raadselachtige
Blanken?" In de regel is er wel een
historische grond voor legenden en over
leveringen, al is het niet altijd mogelijk
om die historisch juiste kern aan de
dag te brengen. In het geval van de
sproke der „Raadselachtige Blanken",
waarin de Amerikanen geloofden, is
zulks echter, zij het eerst na Colum
bus' komst in Midden-Amerika, wèl
mogelijk gebleken. Immers, geruime tijd
na de Spaanse verovering van Midden-
en Zuid-Amerika brachten beoefenaars
der geschiedenis aan het licht, dat Co
lumbus eigenlijk te laat was geweest,
eeuwen te laat zelfs, want dat er reeds
honderden jaren vóór zijn „reis naar
Zipangoe" Europeanen in de Nieuwe
Wereld waren gekomen en gewoond had
den. De vage en sterk geromantiseerde
herinnering aan die eerste Europese ko
lonisten kwam de Spanjaarden zeer te
stade tijdens hun eerste optreden in
Amerika.
Het Geheimzinnige Wljnland
DE EERSTE belangrijke ontdekking
der historici was, dat omstreeks het
jaar 1000 Noormannen de oostkust van
Amerika hadden bereikt en daar voet
aan land hadden gezet. Van Skandinavië
uit waren de Noormannen in westelijke
richting getrokken. Nautische kennis
hadden zij weinig. Geen kompas stond
ter beschikking. Zij voeren de zon ach
terna. Zij geloofden bovendien in de
„Maalstroom", een zeer gevaarlijke grote
draaikolk in de noordelijke Atlantische
Oceaan, waar alle schepen door de zee
werden verzwolgen. Niettemin kozen zij
het ruime sop. Zij bereikten IJsland.
Dit land beviel de Vikingers niet bijs
ter. Daarom trokken zij verder west
waarts. Zij kwamen toen op Groenland.
Hier zowel als op IJsland stichtten zij
nederzettingen, al vonden zij er geen
ideale woonplaatsen. Hun verlangen naar
betere levensomstandigheden en de zucht
naar avontuur deden hen besluiten om
Groenland niet als eindpunt van hun
tochten te beschouwen, doch nog ver
der westwaarts te gaan. Zij deden dit
en kwamen zo in Amerika.
De eerste Noorman die Amerika zag,
was, voorzover bekend, Bjarni Herjulf-
son. Hij was een stoere zeevaarder. Hij
was tevens een voorzichtig man. Kort na
980 bevond hij zich ten westen van
Groenland op de oceaan en werd hij
uit zijn koers geslagen. Hij kwam voor
de kust van een land, dat vlak was en
bebost. Groenland kon het niet zijn (zei
Bjarni tot zijn tochtgenoten), want daar
waren sneeuw, ijs en gletschers. Hij wei
gerde echter het verzoek van zijn man
nen in te willigen om aan land te gaan
en het te onderzoeken op zijn vesti
gingsmogelijkheden. Bjarni miste hier
door de kans van zijn leven, want zijn
verzuim om eens een kijkje te gaan ne
men, bezorgde hem een ernstige beris
ping van zijn vorst en was de oorzaak,
dat hij niet, Bjarni, doch een andere
Noorman, Leif Erikson, thans officieel
geldt als de ontdekker van Amerika.
Leif Erikson was ten volle op de
hoogte van Bjarni's avonturen. Misschien
maakte deze kennis het voor hem b e-
trekkelijk gemakkelijk om Amerika
te bereiken. Leif herinnerde zich tevens
de uitbrander, die Bjarni ten deel was
gevallen. Toen hij dus voor de Ameri
kaanse kust kwam, besloot hij om aan
land te gaan. Met een aantal van zijn
mannen bouwde hij houten huizen en
maakte hij verkenningstochten. Omtrent
de plaats van Leif's landing en neder
zetting zijn de meningen der deskun
digen verdeeld. Sommigen zeggen: Het
gebied van de huidige Amerikaanse staat
Massachusetts. Anderen zoeken de plek
noordelijker, en wel' in de kuststreek bij
de St. Laurens-rivier, dus in het hui
dige Canada. Allen zijn het er echter
over eens, dat de Noormannen het nieu
we land V i n 1 a n d (Wijnland) noem
den.
Pleegvader TJerker
WAAROM noemden zij het gebied Vin-
land? Die naam is, volgens een
door velen aanvaarde verklaring, zo
half en half een Duitse uitvinding. Toen
Leif's mannen gereed waren met de wo
ningbouw, verdeelde hij hen in twee
groepen. De ene groep moest op de ne
derzetting passen. De andere moest ver
kenningstochten maken. Leif gelastte de
verkenners, 's avonds vóór zonsonder
gang thuis te zijn. Dat ging enige dagen
goed. Alle voortrekkers keerden behou
den en tijdig terug. Op een kwade dag
ontbrak echter een hunner. Dat was
een man van Duitse herkomst, Tierker
genaamd. Leif was verstoord, want hij
was bijzonder gesteld op Tierker en
noemde hem zelfs „pleegvader". Hij zond
een patrouille van twaalf Noormannen
uit om de vermiste op te sporen. Zij
vonden hem spoedig en zagen toen, dat
hij vreemd en erg opgewonden deed.
Waarom, pleegvader vroeg Leif
bent U zo laat? Tierker hield eerst een
Marco Polo, de grote Portugese ontdekkingsreiziger.
lange alleenspraak in het puits (dat
niemand verstond) en zei toen in het
Noors, dat hij druiven had gevon
den. Hij was (zei Tierker) in een wijn
streek opgegroeid en wist dus wat drui
ven waren. Toen Leif de volgende dag
de juistheid van Tierker's mededeling
had vastgesteld, besloot hij om het
nieuwe land W ij n 1 a n d te noemen en
een schip vol druiven naar het vader
land te sturen.
Omtrent de geschiedenis van de
Noorse kolonie Vlnland is eigenlijk
maar weinig bekend. In de Noorse en
IJslandse geschiedbronnen is er na de
reis van Eif Erikson nog slechts sprake
van een paar tochten naar Vinland. Er
is evenwel geen enkele reden om aan
te nemen, dat in de bewaard gebleven
kronieken alle reizen naar Vinland
staan opgetekend. De geringe aandacht,
die men in de kronieken aan Vinland
besteedde, is dus geen bewijs voor de
juistheid der mening, dat Vinland een
onbelangrijke kolonie of nederzetting
zou zijn geweest. In ieder geval heeft
de nederzetting in Vinland geruime tijd
na Leif's „stichting" bestaan. Een twee
tal feiten zijn er, die in dit verband
vermelding verdienen.
Bisschop en Runensteen
^VMSTREEKS HET JAAR 1120 woonde
er op Groenland een bisschop,
Erik Gnupson geheten. Hij besloot (ver
moedelijk in overleg met het Vaticaan)
om een reis naar Vinland te maken,
teneinde daar zijn ambts- en herder
lijke plichten als Bisschop van
Vinland te kunnen vervullen. In Vin
land bestond dus in het begin der 12e
eeuw een Christelijke gemeenschap van
Skandinavische oorsprong. In 1891 ver
klaarde men van Rooms-Katholieke zij
de, dat Eirik Gnupson (Erik Upsi) de
eerste bisschop in de Amerikaanse ge
bieden zou zijn geweest en dat hij na
zijn komst aldaar besloten zou hebben
om in Vinland te blijven. In geen ge
val is hij teruggekeerd naar Groenland,
want reeds twee jaar na zijn vertrek
uit Gardar (toen hoofdplaats van Groen
land) verzochten de in Groenland wo
nende Christenen in Noorwegen om de
benoeming van een nieuwe bisschop.
Zo'n reisje van Groenland naar Vinland
was du niet zo'n grote uitzondering, ja,
blijkens een IJslandse kroniek uit die
tijd gold nog in de eerste helft der 14e
eeuw een reis van Groenland naar
Amerika als „gewoon".
Eeuwenlang hebben er dus verkeer
Een oude IJslandse kaart uit de
zestiende eeuw, waarop Vinland
(links onder) voorkomt (ge
naamd Skralingerland Indla-
nenland). De tekenaar, Sigurd
Stephansson, plaatste Vinland in
het huidige Massachusetts.
en contact bestaan tussen Amerika en
Skandinavië vóór Columbus' beroemde
eerste reis naar West-Indië. Geleidelijk
is de nederzetting in Vinland onder
gegaan, vermoedelijk omdat de banden
met het moederland losser werden, om
dat strijd met de Indianen en ziekte het
aantal kolonisten steeds kleiner maak
ten en misschien ook, omdat een deel
der kolonisten westwaarts Amerika in
trok. Er werd in 1898 een heel merk
waardige vondst gedaan, die een derge
lijke „Grote Trek" minder onwaar
schijnlijk doet zijn dan hij velen op het
eerste gezicht zou kunnen schijnen.
Die vondst was de sedertdien zo ver
maard geworden Runensteen van Ken
sington. Kensington ligt in de Staat
Minnesota. Een boer van Zweedse her
komst vond daar een merkwaardig ge
vormde steen, die bij nadere beschou
wing een inscriptie bleek te dragen. De
inscriptie was gesteld in runetekens. Hij
luidde ongeveer:
Wij bevinden ons op een ontdek
kingsreis van Vinland naar het wes
ten. Wij zijn op een paar dagreizen
ten noorden van deze steen aan land
gegaan. Wij hebben een dag gevist.
Wij zijn met 8 Zweden en 22 Noren.
Toen wij terugkwamen (van de vis
serij) troffen wij tien der onzen dood
en bebloed aan.
De steen droeg het jaartal 1362. In
Wisconsin en Dakota heeft men boven
dien, evenals trouwens in Minnesota,
gebruiksvoorwerpen en wapens gevon
den van Skandinavische oorsprong en
van middeleeuwse makelij. Er is dus
stellig reden om aan te nemen, dat de
Skandinavische kolonisten in Vinland
treklustig waren en dat zij op lange
tochten zijn doorgedrongen tot in het
hart van het Noordamerikaanse vaste
land.