„De Zonnige Zeurpiet
Het
geheim
van de
ijzeren kist
ZATERDAG 26 JULI 1958
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
(Slot)
Ook vader moest af en toe een traan
wegslikken als hij de avonturen hoorde
van zijn drieling en vooral toen Wim
zijn belevenissen in geurén en kleuren
vertelde. Het was al heel laat toen va
der zei: „En nu mijn kinderen, gaan we
net als vroeger, samen neerknielen
voor het beeld van het H. Hart, om
Hem te danken voor jullie behouden
thuiskomst".
Het was een treffend ogenblik, die
brave ouders, met hun zoons te zien
neergeknield.
Nog altijd waren de drie zonen in het
onzekere, wie de schat nu wel ver
diend had en toen moeder zei: „Laten
we nu maar gaan slapen, de bedden zijn
boven kant en klaar", toen was het wel
een teleurstelling en daarom waagde
Piet het nog te zeggen: „Zal vader dan
morgen oordelen, wie de schat krijgt?"
„Juist Piet, zo zullen we doen en nu
wel te rusten".
De zon stond reeds hoog aan de he
mel, eer de drie broers om de ouder
lijke tafel zaten en met vader en moe
der ontbeten.
„Dat is in lange tijd niet gebeurd hè
moeder?"
„Nee Wim. Wie zou nu ooit gedacht
hebben, na vijf jaren drie zulke heren
te logeren te krijgen".
„En dat nog wel uw eigen heren",
zei Piet trots.
„Ja ik ben trots op jullie", zei vader.
„Ik kan eigenlijk niet zeggen wat er bij
me omgaat en ik vraag me telkens af:
zijn dat nu mijn jongens, die daar voor
me zitten? Hoe gek kan het toch in het
leven lopen".
„Zo is het vader en God alleen weet
wat de toekomst brengen zal".
„En hoe zijn de zaken hier gegaan?"
wou Wim weten.
„O jongens, we mogen niet klagen."
't Ene jaar is weer wat beter dan het
andere. Jullie jongste broertje Jaap,
was een flinke steun voor ons. We moe
ten wel hard werken voor een karig
stukje brood".
„Ja maar dat zal nu anders worden".
„Hoe bedoel je dat Jan?"
„Net wat ik zeg vader. Het wordt
hoog tijd dat u en moeder moeten gaan
rusten. U heeft lang genoeg voor ons
gewerkt, laten wij nu samen eens voor
u gaan zorgen".
„Ja, zo hebben wij er ook al over ge
dacht" riepen Wim en Piet.
„Maar, kinderen, dat zal veel te veel
geld gaan kosten", stribbelde moeder te
gen.
„Geen nood moeder, als 't moet ben
ik alleen wel in staat om u voortaan
een rustig leventje te bezorgen".
„Goed gezegd Piet. Maar wij doen
mee!"
„Nu is alle leed geleden. We zullen
dit huisje eens netjes inrichten. Een
mooie lampen, u zal eens zien, hoe ge
zellig het hier dan rowdt".
Opeens bedacht Wim, dat hij nog de
zelfde rijksdaalder, die vader hem vijf
jaar geleden had meegegeven, nog in
zijn zak had en hij legde die voor de
verbaasde ogen van zijn vader. Maar in
een minimum van tijd hadden de ande
re twee broers, de hunne er naast neer
gelegd.
„U ziet vader, dat we met uw geld
zuinig zijn omgesprongen".
Nu was het grote ogenblik gekomen.
Plechtig stond vader op: Mijne kinde
ren nu is het woord aan mij. Brave
jongens, hoe zullen we jullie bedanken
voor alles. Ik hoop dat God je mag
blijven zegenen tot in hoge ouderdom
Ga mee, dan graven we de schat op en
dan moeten jullie zelf maar beslissen,
wie de schat verdiend heeft";
In een kleine optocht ging het naar
de kelder. Net als vroeger stond de
ijzeren kist nog in de hoek op een hou
ten bankje.
„Hier Piet, jij als de oudste, krijgt de
sleutel. Maak open", zei vader plechtig
Eerst wilde Piet de kist op zijn knie
tillen, maar dat was te zwaar, dus op
zijn knieëh gezeten, paste hij de sleutel
in het slot. Met veel moeite gelukte het
hem de sleutel te draaien en het slot te
openen. Het geknars en gepiep klonk
door de stille kelder. De jongens hiel
den de adem in. Nu zou het komen.
Het slot sprong open. Piet bukte zich
voorover. Daar lag op de bodem van de
kist een geel geworden papiertje.
„Pak het papiertje en lees hardop
wat er op staat", kommandeerde va
der.
Bij het schaarse licht van het kelder
raampje las Piet helder en duidelijk:
„Bidt, werkt en weest goed voor ande
ren! Jullie vader en moeder".
De zonen begrepen nu, na vijf jaren,
welke gouden waarde deze woorden
hadden.
EINDE
Correspondentie
Mieke Slingerland, Warmond. Jammer
genoeg sluipt er wel eens meer een
drukfoutje in de raadsels, maar geluk
kig hebben de meeste kinderen het wel
begrepen. Je oplossing was prima in
orde.
Alma Valk, Leiden. Lees jij het brief
je hierboven maar eens. Leuk postpa
pier heb je Alma.
Lucia Verdegaal, Nw. hout. Ook al
beeldig postpapier. Dat drukfoutje was
heus mijn schuld niet.
Henrlëtte Westgeest, Wassenaar. On
danks het drukfoutje toch alles goed.
Reuze Henriëtte.
Sjaak Kreuger, Leiden. Ook een
pluim verdiend Sjaak! En Kees natuur
lijk ook. Jullie moeten voortaan samen
de oplossing in één briefje doen. Dat is
weer een postzegel uitgespaard.
Gerda Postma, Leiden. Welkom Ger-
da. Je bent pas 10 jaar en je mag met
ons mee doen tot en met veertien jaar
Dus je hebt nog de tijd. Hier komt je
versje:
ZOMER
De zomer is weer in 't land,
Nu alle zorgen aan de kant.
We gaan nu buiten spelen,
De bloemen bloeien, rode en gele.
De koeien lopen in de wei,
Ze zijn ook al zo blij.
Dat de zomer is gekomen,
De blaadjes groeien aan de bomen.
Wat is de zomer toch fijn,
Dan kun je buiten zijn,
En spelen in de warme zonneschijn.
Joke Kreuger, Leiden. Heb jij het
briefje aan je broertjes gelezen?.
Marianne Bergers, Leiden. Leuk dat
je dë krantentuin zo aardig vindt. Lees
jij het vervolghaal ook? Nu vandaag is
het „uit". Lang geduurd hè!
Annemieke Hoogeveen, Leiden. Alle
kinderen krijgen een antwoordje al
duurt het soms wat lang. Je vindt het
zeker wel fijn op balletles. Je moet er
eens wat over vertellen. Dustot
ziens Annemieke!
Hans Verboog, Leiden. De oplossing
was goed. Ben je overgegaan?
LOESJES VERJAARDAG
Loesje was de volgende dag jarig. Ze
werd 6 jaar. Ze had een pop met echt
haar gevraagd. Om 7 uur ging ze naar
bed, maar kon bijna niet slapen. Einde
lijk viel ze toch in slaap. Toen ze de
volgende morgen wakker werd, kleedde
ze zich vlug aan. Ze ging naar beneden
en werd door vader, moeder en Els ge
feliciteerd. Van moeder kreeg ze een
pop met echt haar, van vader een poë-
sie-album en van Els een verfdoos. Ze
gingen natuurlijk allemaal naar de
kerk en gingen daarna eten. Nauwelijks
waren ze 'klaar of oma en tante Nel
kwamen binnen. Loes mocht heel lang
opblijven, zelfs tot half negen. Het was
een fijne dag.
DE VERJAARDAG VAN RIKIE
Rikie zou morgen jarig zijn en die
dag viel op woensdag dus 's middags
lekker vrij. Ze had rolschaatsen ge
vraagd, want haar vriendinnetje, Liesje
had ze ook. Als zij ze nu maar kreeg!
Ze kon haast met in slaap komen van
ongeduld. Eindelijk viel ze in slaap,
maar 's morgens was ze al om half ze
ven wakker. Ze ging even naar moe
ders kamer, maar die zei, dat ze nog
even naar bed moest gaan.
„Ik kan toch niet meer slapen", zei ze
nog. Toen ging ze maar naar de vroeg
mis. Toen ze uit de kerk kwam was de
kamer mooi versierd en haar stoel ook.
Vader en moeder feliciteerden haar en
zij kreeg een grote doos. Ze maakte
hem gauw open. „Ooooh, rolschaatsen!!
Wat een mooie rolschaatsen zijn dat".
Was dat even fijn! Ze bedankten vader
en moeder voor het mooie cadeau. Moe
der liet ook nog een taart zien met ne
gen kaarsjes, die was voor 's avonds. Na
het eten kwam Loesje haar halen en ze
kreeg van haar een armbandje, een
ketting en een ringetje. Liesje vond de
rolschaatsen ook al zo mooi.
Op school mocht ze lollie's delen.
Heerlijk! Liesje ging mee naar huis,
want ze mocht blijven eten en 's avonds
ook.
Die middag hebben ze heerlijk gerol
schaatst. Liesje mocht tot half negen
blijven. Alle twee droomden ze van de
fyne dag.
Riet Meeuwissen, Lisse. Alles goed
en toch was het niet zo gemakkelijk.
Tonny de Hey, Alphen. Fijn Tonny,
dat ik weer eens een briefje van je
kreeg en ook nog een verhaaltje. Hier
komt het:
DIE SLIMME REINTJE
Twee honden hadden besloten een
worst te stelen bij de slager. Het slacht
huis was open, dus dat troffen ze. De
ene hond ging op wacht staan en de
andere ging naar binnen. Hij keek goed
rond of hij er een zag. Ja hoor, daar
hing een flinke grote. Hij holde er naar
toe, pakte hem en holde samen met de
andere hond een flink eind weg. Daar
gingen ze de worst verdelen. Ze trok
ken allebei aan een eind en de worst
brak in twee stukken. Maar de stukken
waren niet even groot en daarom kre
gen ze ruzie.
Ze besloten nu naar Reintje de vos te
gaan om raad te vragen. Toen ze bij de
vos aankwamen vertelden ze het en
vroegen of hij hen kon helpen. Reintje
zag de lekkere stukken worst en dacht
goed na om een middel te vinden zelf
de stukken worst te krijgen. Ja! Hij had
al wat. Hij sprong op en rende naar
zijn weegschaal. Daarna kwam Reintje
met de wegschaal bij de honden terug
en ging wegen. Het ene stuk was zwaar
der dan het andere. Daarom hapte hij
expres er een groot stuk af, zodat het
andere weer zwaarder woog. Nu hapte
hij daar maar weer een flink stuk af en
nu was het andere stuk weer zwaarder.
Toen deed hij het nog eens. De honden
zagen de stukken al kleiner en kleiner
worden. Daarom zeiden ze op 't laatst:
„Geef het ons nu maar Reintje".
Maar Reintje zei: „voor het wegen
mag ik de laatste stukjes ook". En zo
kwam het dat Reintje zijn buikje rond
had gegeten en de honden niets had
den. Daarom besloten ze nooit meer ru
zie te maken om het grootste stuk
worst.
ONZE KLEINE KONIJNTJES
Op een morgen in maart kwam vader
naar ohs toe en zei: „komen jullie nu
eens mee kijken by moedertje konijn".
We holden allemaal achter vader aan
en wat zagen we daar? Zowaar achter
in het hok een nestje van stro en konij
nenharen. En wat lag daarin? Kleine
konijntjes.
Ieder dag vroegen we aan vader, hoe
veel het er waren, maar vader zei, dat
hij ze nog niet geteld had, want dat was
niet goed.
Ongeveer 9 dagen later heeft mijn
vader ze geteld en het waren er vijf.
Maar, o zonde, toen ze 12 dagen oud
waren toen ging moedertje konijn
dood. Wat moesten we doen? Het was
Tweede Paasdag. Gelukkig waren de
winkels 's morgens open. Toen hebben
we bij de bakker twee flesjes gekocht
met snoepjes er in en een klein speen
tje er op. De snoepjes waren voor de
kleine kinderen en de flesjes met melk
gebruikten we voor de konijntjes. Het
was een lieve lust dat te zien, de een
wou nog eerder aan de beurt dan de
ander. Jammer, één is er van dood. Nu
hebben we nog twee witte en twee
zwarte over. Zelfs mijn kleine zusje
van 4 jaar geeft de kleintjes melk en ze
geeft dat niet graag uit haar handjes.
Nu zijn ze ongeveer negen weken en
vader zegt dat deze het wel zullen ha
len. Dat hopen we allemaal.
HET RAPPORT
Het was een paar dagen voor Pasen.
Morgen zouden de rapporten uitge
deeld worden. Willy was erg bang. Wat
zou ze voor „taal" hebben. De vorige
keer had vader gezegd: „Dat cijfer voor
taal moet beter zijn", want met Kerst
mis had ze een 5. Eindelijk was de dag
aangebroken. Eerst werd haar vriendin
netje opgenoemd. Zij had een goed rap
port, 8 voor taal, 7'/s voor rekenen. Toen
kwam zij aan de beurt. De juffrouw
zei: ..Willy Vos". Ze werd er rood van.
„Willy jij bent erg vooruit gegaan. Je
hebt nu een 7 voor taal. O, was was ze
blij. Ze stapte om twaalf uur heel par
mantig naar huis. Vader en moeder
waren ook erg blij. Ze kreeg een gul
den. Het was een fijne vakantie.
TANTE JO EN OOM TOON
HET VLIEGENDE TAPIJT
11. Toen prins Ahmed zag, dat zijn
broer de waarheid gezegd had, riep hij:
Ja. de prinses ligt op sterven, maar ge
lukkig weet ik een middel, waardoor ik
haar redden kan. En hij vertelde hun
van de toverappel, die hij gekocht had.
We gaan met z'n drieën op het tapijt
zitten en vliegen meteen naar huis".
Een seconde later stonden de drie
broers in de zikenkamer van de prinses
Ahmed liep meteen naar het bed en
hield de toverappel onder haar neus.
Meteen daarop sloeg de prinses de ogen
op, ze ging in bed zitten en was erg
verbaasd, toen ze de anderen zag hui
len. Ze dacht dat ze alleen maar een
beetje geslapen had en wilde zich di-
rekt gaan aankleden.
12. Toen gingen de 3 prinsen weg, om
bij de sultan hun opwachting te maken.
Later kwam de prinses er ook bij. De
broers lieten him kostbaarheden .zien,
die ze mee naar huis genomen hadden.
Daarna wachtten ze met spanning aan
wie de sultan de prinses zou geven.
„Het is niet mogelijk, in deze zaak
rechtvaardig te oordelen" zei de sultan,
toen hij heel lang had nagedacht. Wel is
waar heeft de appel de prinses van de
dood geredmaar wat zou de appel
betekend hebben, zonder de ivoren buis
en het vliegend tapijt? Van de andere
kant bekeken zou het tapijt geen zin
gehad hebben zonder de buis en de ap
pel of de buis zonder het tapijt en
appel. Daarom zie ik voor jullie geen
andere uitweg, dat dat jullie nog eens
op de proef gesteld wordt. Dit kepr
moeten jullie met pijl en boog schieten
en wie het verste schiet, magde prin
ses tot vrouw hebben.
(Wordt vervolgd)
longetje overleden
door brand in tent
Donderdagvond omstreeks tien uur
raakte, waarschijnlijk door een omge
vallen petroleumlamp, in het vakan
tieoord „De Blije Werelt" te Lunte-
ren een door de familie Bos uit Delft
betrokken kampeertent in brand. De
ouders bevonden zich op dat ogen
blik in de conversatiezaal van het
kamp, doch hun tweejarig zoontje
lag in de tent te slapen en kreeg zul
ke ernstige brandwonden, dat het gis
termiddag in het ziekenhuis te Ede
is overleden.
De tent brandde als een fakkel,
mede door de schuimrubber bedden
die er in aanwezig waren. De heer B.,
die zijn zoontje uit het vuur wist te
redden, kreeg eveneens brandwonden
aan handen en armen.
EEN SPELLETJE VOOR DE
KERSENTIJD
Het is een oud truckje, wat veel kin
deren nog niet kennen. Men neemt: een
gebruikte ansichtkaart of briefkaart.
Daarop trek je twee lijnen, zoals op
plaatje 1 en knip op deze twee lijnen
de kaart in en bovendien moet je nog
een rond gaatje knippen onder de twee
lijnen. Dit gaatje moet absoluut kleiner
zijn dan de beide kersen, die je nodig
hebt. Nu buig je de twee kanten van
de ansichtkaart naar elkaar toe, zonder
dat je een knik of vouw ziet (2). Trek
dan de reep, die je losgeknipt hebt, door
het gaatje en bevestig de kersen eraan
(plaatjes). Vouw de kaar^ weer terug,
zoals je dat ziet op plaatje 4 en vraag
dan aan je vriendje^ of ze de kersen
kunnen plukken zonder dat de kaart of
de kersen kapot gemaakt worden. Ze
mogen ook niet de kersen van de steel
tjes plukken. Ze kunnen het heel zeker
niet of ze moeten gezien hebben, hoe jij
de kersen eraan vast maakte.
EEN HOOFDDOEK
Verleaen zomer, toen Liesje in het
tentenkamp was, liet ze al haar vrien
dinnetjes hun namen op een effen
hoofddoek schrijven. Thuis had ze
kleurechte zijde en iedere naam maakte
ze met steelsteekjes met leuke kleurtjes
na en het resultaat was een leuke
hoofddoek. Er is nog wat plaats vrij
voor nieuwe vriendinnen, die Liesje
misschien deze zomer nog maakt.
Onder artisten. Twee zangers
traden op voor de radio, en de een
vroeg aan de ander:
„Waarvoor zing jij eigenlijk?"
„Om de tijd te doden!"
„Dan heb je wel een verschrikke
lijk wapen, zeg!"
Zo ging het niet. De portier van
het „Wiener Café" floot een taxi en
bracht achtereenvolgens vier „gas
ten" naar buiten, die hij een plaatsje
in de wagen gaf. Toen legde hij aan
de chauffeur uit:
„Kijk-es vriend, de meneer die
achter je zit, woont Gerrit van der
Veenstraat, naast hem zit een me
neer voor de Beethovenstraat, op de
achterbank links iemand voor de
Stadionweg en dan ga je met de rest
naar de Kerkstraat".
„Accoord", zei de chauffeur en
reed weg.
Vijf "minuten later was hij terug
en zei: t,Wil je ze nog even opnieuw
rangschikken? Ik heb bij de schouw
burg de bocht een beetje te kort ge
nomen en nu liggen ze door elkaar".
Een vreemd geval. Een lichtelijk
aangeschoten heer belde ergens bij
een huis aan en een man, nog met
slaperige ogen, deed de deur open.
„Bent u meneer Zuiderbaas?"
klonk het met een „hik".
„Nee meneer, mijn naam is Groen-
mans", antwoordde de ander, kor
zelig.
„Weet u zéker, dat u meneer Zui
derbaas niet is?", klonk het toen.
„Natuurlijk meneer. Ik zei u toch
al, dat ik Groenmans heet!"
„Dan begrijp ik eigenlijk één ding
niethik.waarom hebt u dan
de deur opengedaan? Ik moet bij me
neer Zuiderbaas zijnhik!"
Oh, die stadsjeugd. Een kleine
jongen uit de stad was, om aan te
sterken, op het platteland, waar hij
goed te eten en elke morgen een
eitje kreeg. De kippen gingen ech
ter minder leggen en de gastvrouw
probeerde het weggebleven eitje te
compenseren met dik boter en een
extra plakje kaas. Maar de kleine
gast was daar niet over te spreken
en vroeg:
„Waarom krijg ik geen ei meer?"
De gastvrouw legde hem de gehele
geschiedenis uit, maar plotseling
werd ze door de jongen onderbro
ken, met de woorden:
„Zal ik u eens wat zeggen tante?
Die verhaaltjes, dat de eieren van
de kippen en de kindertjes van de
ooievaar komen, geloven wij in ae
stad allang niet mier!"
Weer geen uranium
alleen maar goud!"
De bijgelovige. „Nee, ik ga niet
bij uw levensverzekering. M'n buur
man had dat ook gedaan en 'n week
later is-ie gestorven."
De aap uit de rnorw. „Jantje,
waarom maak jij je sommen altijd op
zo'n ouderwetse manier? Kijk eens
hoe Piet Sanders het doet."
„Ja, maar, ziet u, juffrouw, die
heeft een vader en ik heb alleen maar
een grootmoeder."
Als het om plaats ging In de
Amsterdamse tram zat een meneer
van behoorlijke omvang en naast
hem een ecthte Amsterdamse bengel.
Zo een, van wie men zegt dat hij
niet op zijn mondje is gevallen. Bij
de volgende halte stapten er twee
aardige jongedames in de volle tram,
die aan de lus moesten hangen. De
meneer keek een beetje verwijtend
naar de jongeman en zei ten leste:
„Zeg jochie, zou jij nu niet eens
opstaan en je plaats aanbieden?"
„Nee', was het resolute antwoord.
„Ik zat juist bij m'n eigen te denken:
„Als die dikke nu eens opstond, dan
hadden de dames allebei een plaats
je!"
Pech gehad. De kinderen op
school moesten een opstel maken over
het onderwerp „Een dagje op bezoek
bij oom, die buiten de stad woont."
Het ging er om, alles te vertellen wat
de onderwijzer over het platteland
had gezegd.
Kleine Hein was direct klaar en
de onderwijzer dacht wel dat er iets
niet in orde met dat opstel zou zijn.
Inderdaad had hij gelijk, want toen
hij het werk van Heintje bekeek,
stond er op het papier: „Toen we bij
oom thuis kwamen, bleek ons, dat
hij niet thuis was en zijn we maar
weer naar de stad gegaan."
LASSO WERPEN
Je moet hiervoor wel een touw zien
te krijgen, maar dan kun je er ook vele
uren mee zoet brengen. Je moet voor
lasso werpen je steeds oefenen. Het
beste lassotouw is een gedraaid of ge
vlochten touw, ongeveer 1 cm doorsnee
en ongeveer 4 5 meter lang. Als je het
koopt krijg je vast opgerold als een
langwerpig pakje. Je moet het zo niet
laten zitten, je kan er veel gemakkelij
ker mee werpen, als je het 's nachts
om een dikke boomstam, ton of melk
bus windt. Als je het dan de volgende
morgen er afhaalt, ligt het in grote,
losse lussen op de grond.
Maar eerste moet Je een „honda" aan
het touw maken. Een „honda" is een
oog, zoals je dat op plaatje 1 ziet. Het
oog wordt met een dun, sterk touwtje
en een hulpdraadje gemaakt. Voordat
je begint te omwikkelen, leg je het ene
einde van het touwtje zo, dat het naar
het oog wijst en dan begin je te wikke
len. Als je op de helft bent, dan pak je
het hulpdraadje zoals het op plaatje 1
staat en dan draai je door, tot het lang
genoeg is en dan trek je met behulp van
het draadje het eindje van het touw
onder de omwikkeling. Echte cowboys
leggen een ijzeren ring in de honda,
maar je kunt er ook een stuk leer om
heen doen, denk eraan dat je dat aan de
buitenkant dichtnaait, anders glijdt het
touw niet goed. Als je nu je lasso be
gint te zwaaien moet je er op letten,
dat het touw zo in de „honda" ligt als
op plaatje 2 staat aangegeven. Verder
moet je het touw zo vasthouden als op
plaatje 3 staat. Dus in de rechterhand
zowel de lus als het touweinde. De lin
kerhand houdt de lus open en helpt de
eerste kring te vormen. Al het andere
komt van zelf: met een vaste greep be
gin je te draaien, terwijl je de lus los
laat, plaatje 4. Houd het touw niet te
stevig vast, want het moet in de hand
kunnen meedraaien. Als je wat geoefend
hebt, kun je verschillende truckjes er
mee doen, zoals in- en uitstappen, ter
wijl je de lasso draait.
(19
Omht m stoel uit uw tiiutt zich op wheim-
nimwizem hoont mlxtst!J.i
(Mzin? Juist stort hxwop het mtfilr en nu stattn
hier.zorter
fEn omdat een ofarterepi