WAT IS ER TE DOEN...
UZ IE
K
de moedertaal van het hart
Het
s p e
ctaculaire deel van een orkest
DE LEIDSE COURANT
WIJ IN DE CONCERTZAAL of om een muziektent gereed zitten
om te gaan luisteren naar hetgeen het orkest ons straks zal laten
horen en onze blikken dan over dit orkest dwalen, zien wij achteraan,
recht tegenover de dirigent, de slaginstrumenten.
Die velerlei soorten slaginstrumenten dus instrumenten die geslagen
worden om tot klinken te komen zouden we het zout in het muzikale
gerecht kunnen noemen.
Het bespelen hiervan trekt altijd geweldig de aandacht, in het bijzonder
van de jongelui, al kijken ook de ouderen er graag naar. Is het niet gewel
dig daar de paukenist bezig te zien, die met een paar stokken met knoppen
er aan met veel armgezwaai op een paar met ezelsvellen overtrokken pot
ten staat te timmeren? En dan die grote trom ook wel Turkse trom
genoemd, welke met een stevige klopper bewerkt wordt en dan zo'n
heerlijk boem-geluid geeft? Een andere slagwerker slaat zo nu en dan een
paar van die grote koperen deksels langs elkaar, die bekkens heten en zo'n
doordringend flitsende klank geven. Soms hangt in een rek ook nog een
grote gong, waarop van tijd tot tijd een klap gegeven wordt en die dan
een langklinkende diepe bromtoon doet horen. Dan is er ook nog een
kleine trom, die zo nu en dan met een paar houten stokjes bewerkt wordt,
wat een ratelend geluid veroorzaakt. Verder zien we ook nog wel eens een
rek staan, waarin enige metalen buizen van verschillende lengte hangen,
die, wanneer nodig, met een houten hamer bewerkt worden.
Ja, die slaginstrumenten behalve de hierboven genoemde zijn er
nog een groot aantal kleinere ze zijn wel het meest spectaculaire deel
van een orkest, onverschillig of dit nu een symphonie-, een harmonie- een
fanfare-, een accordeon- of een mandolineorkest is.
TTET IS MET DIE SLAGINSTRUMENTEN een eigenaardig geval, omdat
het bespelen er van zo uiterst gemakkelijk lijkt Iedere jongen die ze
ziet bespelen denkt immers „zo'n mep op die trom geven of die koperen
deksels tegen elkaar slaan, kan ik ook! En met een grote houten hamer
nu en dan eens op die pijpen slaan lijkt mij ook geen kunst!"
Het lijkt alles zo gemakkelijk, maar wist u dat het bespelen van slag
instrumenten uiterst moeilijk is en van de bespeler minstens zoveel gecon
centreerde aandacht vraagt als het bespelen van ieder ander instrument?
Als een bespeler van een strijk- of blaasinstrument eens een fout maakt,
gaat dit vaak in de massa onder en is dit niet het geval, dan wordt dit
aanvaard met „nou ja. dat kan de beste gebeuren". De bespeler van een
groot slaginstrument echter mag nooit fouten maken, want de gevolgen
daarvan zijn veel erger. Stel je voor dat een paukenist of grote tromslager
met e^n ferme slag iets te vroeg of te laat komt Dan denkt of zegt men
niet „nou ja", maar de hele zaal lacht.Daarom moet hij meer dan enig
ander op zijn tellen passen. Hieruit blijkt hoe onjuist het is te denken,
dat de bespeler van een grote trom b.v. wel een minder goed muzikant
kan zijn. Men vergeet dan dat een slagwerker nog meer dan ieder ander
bepeler van een muziekinstrument een uitgesproken fijn rhythmisch
gevoel moet hebben, dat hij meer dan ieder ander orkestlid zin voor
proporties en het aanbrengen van nuances moet hebben, dat hij méér
zelfstandig moet zijn dan een ander orkestlid, omdat deze gewoonlijk tot
een groep behoort en de slagwerker altijd een geheel zelfstandige partij
heeft te vervullen.
Wanneer wij nu die slaginstrumenten eens wat nader gaan bezien,
komen wij het eerst bij
DE PAUKEN
DIT ZIJN DIE TWEE OF MEER met een dierenvel gewoonlijk een
ezelsvel overtrokken half kogelvormige metalen potten, die wij
door één man afwisselend zien bespelen. Het zijn de voornaamste slag
instrumenten, omdat het de enige van de vele soorten trominstrumenten
zijn die in een bepaalde toon gestemd kunnen worden. Daarom dienen
de pauken die niet alleen geslagen, maar ook geroffeld kunnen wor
denvaak ter accentuering van een bastoon. Uit het feit dat de pauken
in een bepaalde toon gestemd kunnen worden, blijkt dat het geluid dat
pauken voortbrengen uit regelmatige trillingen bestaat.
Dit is niet het geval met
DE TROMMEN
ZOWEL DE GROTE als de kleine trom brengen een geluid voort dat
uit onregelmatige trillingen bestaat, het heeft dus geen bepaalde toon
hoogte. Evenals de pauken zijn de trommen effect-instrumenten, d.w.z.
dat ze uitsluitend worden aangewend om een door de componist bedoelde
gedachte of stemming te onderstrepen. De grote trom kan dit doen door
sterke en zachte slagen of roffels, welke laatste soms zeer luguber kunnen
klinken of een sfeer van geheimzinnigheid oproepen. De kleine trom is in
het orkest in de eerste plaats een roffelinstrument. Een mooi en gelijk
matig geslagen roffel zeer moeilijk! geeft heel bijzondere effecten,
zowel wanneer deze sterk als wanneer ze zacht ten gehore wordt gebracht.
DEZE METALEN SCHIJVEN, gemaakt van een mengsel van koper,
brons, zilver, nikkel en tin, worden afwisselend door verschillende
slagwerkers bespeeld Soms ziet men ze door iemand langs elkaar slaan
in marsmuziek is dit regel soms zit er één op de grote trom beves
tigd en slaat de grote-trom-slager met de linkerhand met een tweede
bekken daarop, terwijl hij met de rechterhand de grote trom slaat Ook
komt het voor dat een bekken aan een stukje snaar vrij is opgehangen,
aan waterziekte,
luchtziekte en
zeeziekte
HET IS MET wagenziekte hetzelf
de als met de ellendige toestanden,
die kunnen optreden bij zee- en
luchtreizigers. Samenvattend wor
den deze aandoeningen „reisziekte"
genoemd. Beter zou er echter over
bewegingsziekte kunnen worden ge
sproken.
Het zijn namelijk de schokkende,
bonzende, stampende, slingerende of
rollende bewegingen van de verschil
lende vervoermiddelen, die voor de
ziekteverschij nselen verantwoorde
lij k zijn.
In de speeltuin.
NIET IEDEREEN krijgt last van de
reisziekte. Onder mensen, die er wel
gevoelig voor zijn, bestaan grote in
dividuele verschillen. Het is bekend,
dat mensen, die al akelig worden bij
schommelen of wippen in een speel
tuin of bij het gebruik van een lift
in een kantoorgebouw, op reis spoe
dig klachten hebben.
Er treedt bij hen hoofdpijn, duize
ligheid en braakneigingen op. Bjj
zulke personen is het z.g. avenwichts-
zintuig dat zich bevindt in het
slaapbeen, tegen het inwendige ge
hoororgaan aan blijkbaar zeer ge
voelig.
Mensen, die in dit opzicht robuster
zijn hebben vrijwel nooit last van wa
genziekte. Zij worden alleen zee- of
luchtziek als het schip of het vlieg
tuig al te vreemde kapriolen maakt
Aan dek blijven.
HET MAAKT veel verschil of men
uitgerust en opgewekt op reis gaat,
dan wel vermoeid of heftig geëmo
tioneerd. In het laatste geval komt
het veel eerder tot narigheden dan
wanneer lichaam en geest in goede
conditie zijn.
Verder is toevoer van veel zuur
stof, dus het toelaten van frisse lucht,
van grote betekenis. Zo mogelijk zal
men daarom een raam openhouden
in auto of trein en op een schip doet
mefl er goed aan, aan het dek te ver
toeven.
Wie speciaal op zee een grote kans
op ziek worden heeft, kan aan boord
maar het beste veel gaan liggen. Di-
rekt bij het begin van de reis kan
daar al mee worden begonnen.
Zwaar weer op komst.
GELUKKIG bestaan er tegenwoor
dig middelen, waarmee de meeste
lucht- en zeeziekte van hun akelige
verschijnselen af te helpen zijn.
Deze medikamenten kan men ook
innemen uit voorzorg, dus vóórdat
de reis begint. Dat is soms nog be
ter.
Men moet dit laatste echter alleen
doen, indien men tot de zeer gevoe-
ligen behoort óf wanneer er op zee
of in de lucht zwaar weer op komst
is.
De tabletjes tegen reisziekte be
vatten namelijk een stof, die krachtig
werkt en die bij onnodig en overma
tig gebruik schadelijk zou kunnen
zijn.
Daarom moet men ook nauwgezet
de aanwijzingen volgen, die op de
verpakking vermeld staan.
Naast de hierboven genoemde slaginstrumenten zijn er nog heel veel
die minder gebruikt worden, nl. het klokkenspel, dat uit afgestemde
metalen staafjes bestaat, die met hamertjes of via een klaviatuur bespeeld
worden; de celesta, eigenlijk een verbeterd klokkenspel, waaraan resonans-
kastjes zijn bevestigd en de xylophoon, bestaande uit afgestemde reepjes
van een harde houtsoort, welke met houtjes in de vorm van een lepel
geslagen worden.
TENSLOTTE ZIJN ER DAN NOG een aantal attributen van de slag
werkers, die zeer sporadisch gebruikt worden en eigenlijk moeilijk tot
de muziekinstrumenten gerekend kunnen worden, al worden ze ook bij
het muziekmaken voor bepaalde effecten gebruikt.
Hiertoe behoren de koekoek, het waterfluitje om vogelgeluiden na te
bootsen, aan een riem bevestigde paardenbellen (grelots) die worden
gebruikt bij het in muziek uitdrukken van een sledevaart, de zweep (twee
plankjes die tegen elkaar worden geslagen) dito, vellen schuurpapier
waarmede het schaatsenrijden wordt nagebootst, een paar ijzeren staven
waarmede de smedenmuziek in „Der Troubadour" wordt ondersteund, een
koebel die wel in alpenmuziek wordt gebruikt, een misbelletje dat in een
enkele opera bij een godsdienstige handeling te pas komt, een ratel en
vliegenklapper die in jazzmuziek gebruikt worden, een stuk dun plaatijzer
om knetterende donderslagen te imiteren enz. enz
Bovendien behoren nog tot de attributen van de slagwerker enige zéér
zeldzame instrumenten als kanonnen (Tschaikowsky, Ouverture 1812),
geweren (Slag bij Waterloo, gelukkig nu wel ongeveer vergeten), op het
smalle einde op korte afstand van elkaar gezette dominostenen,, die om
vallen aan het einde van de „Parade der tinnen soldaatjes" enz.
Het instrumentarium van een slagwerker is dus wel zéér uitgebreid. Om
het goed en op tijd te gebruiken is zeer veel vaardigheid en handigheid
nodig. Zeg ik daarom te veel als ik beweer, dat voor de bediening van het
slagwerk alleen de allerbeste muzikant goed genoeg is?
ELSENAAR
Als mars-instrument, b.v. bij een marcherend muziekkorps, zijn de trom
men van grote betekenis. De grote trorti bepaalt dan zelfs het tempo en
de kleine trom ondersteunt meestal het begeleidings-rhythme.
We hebben hierboven ook gesproken over
DE BEKKENS
waardoor er met stokken op geroffeld kan worden, hetgeen een sinister
geluid geeft, dat van heel bijzondere werking is. Een enkele maal ziet men
ook wel de grote-trom-slager met zijn tromklopper een bekken slaan.
Iedere componist gaat met het voorschrijven van deze dominerende
slaginstrumenten zeer voorzichtig om. Een onverstandig gebruik hiervan
helt spoedig over naar het banale en zelfs belachelijke. Mits men ze
evenals pauken en trommen met mate en vakkundig gebruikt, zijn
ze zoals hierboven al gezegd, het zout in het muzikale gerecht; als er
teveel in is, smaakt het niet meer. a|
Behalve de hierboven genoemde,'zijn er nog vele
ANDERE SLAGINSTRUMENTEN
WE HEBBEN HIERBOVEN al gewezen op de gong en de metalen pijpen,
op welke laatste klokketonen worden tevoorschijn geroepen. Daarnaast
behoort tot de veel gebruikte slaginstrumenten de tamboerijn. Dit is een
zeer klein trommeltje met één vel. In de rand van dit instrument zijn
rinkelende metalen plaatjes aangebracht. Het wordt meestal in feestelijke
muziek en voor uitbeelding van muziek met een danskarakter gebruikt.
Dit is ook het geval met de castagnetten, die kleine klepperende min of
meer schelpvormige instrumentjes van hard hout, die gewoonlijk in
Spaanse of Russische muziek worden gebruikt. Tenslotte behoort tot de
veel gebruikte slaginstrumenten ook nog de triangel. Dit is een tot een
driehoek gebogen stalen staafje, dat met een kort stukje staal of ijzer
wordt aangeslagen en een hef tinkelend geluid geeft. Het wordt uiteraard
alleen gebruikt in de zachte delen van een orkestwerk.