Onderscheiding voor vereniging „Hendrick de Keyser" te A'dam m Concertmeester - van streek - zette alles op haren en snaren Van Cliburn oogstte groot succes in Amsterdams Concertgebouw Hongaren boden ministers petitie aan MAANDAG 23 JUNI 1958 DE LEIDSE COUP.ANT PAGINA 8 „Lamp van de Broederschap" overgedragen Zaterdag, tijdens de jaarlijkse herdenking van de Wereldveteranendag op de militaire begraafplaats Crooswijk te Rotterdam, is de „Lamp van de Broederschap" door een Limburgse delegatie overgedragen aan Rotterdam. Deze foto laat zien hoe een Limburgse oorlogsweduwe, mevr. I. van Gerven uit Tegelen (links) de lamp met een omhelzing overhandigde aan mevr. A. SmitSaarloos, een oorlogsweduwe uit Rotterdam. DR A. J. M. KAT BEDIEND Vrijdagavond ls in de Mariastich- ting te Haarlem uit voorzorg be diend dr A. J. M. Kat, directeur van de Koorschool van de kathedrale ba siliek van St. Bavo. Dr Kat heeft een kou opgelopen die zich zo ernstig liet aanzien dat de huisarts het no dig achtte cle patiënt ter observatie in de Mariastichting op te nemen. De bisschop van Haarlem, mgr J. P. Huibers, heeft dr Kat een bezoek gebracht. BEVEILIGING HONGAARSE LEGATIE. Met het oog op de omstandigheden heeft de gemeentepolitie van 's-Gra- venhage met ingang van heden maat regelen genomen ter beveiliging van de legatie van Hongarije aan de Oranjestraat te 's-Gravenhage. Na de novemberdagen van 195., is de legatie geruime tijd door politie beveiligd ge weest. De afdeling Rotterdam (beginoplei- ding) van de rijksluchtvaartschool zal met ingang van 1 september a.s. wor den overgeplaatst naar het vliegveld Eelde, waar de voortgezette opleiding reeds geruime tijd is gevestigd. De volledige rijksluchtvaartschooloplei ding zal dan in Eelde worden gege ven. Daarmee zal de reeds lange tijd voorziene concentratie van de RLS voltooid zijn. Cittótig. uetkeetAangeiiaC te Stigpmeteiing Strijkstokken spoorloos Zes weken lang heeft de concert meester van „Het Gelders Orkest", de heer Simon Kooke uit Arnhem, alles op haren en snaren gezet om twee kostbare strijkstokken terug te krij gen, die een verstrooide collega op 10 mei j.l. in de exprestrein Keulen Amsterdam had laten liggen. Vrijdag j.l. werden hem, namens de Neder landse Spoorwegen de beide verlo ren voorwerpen overhandigd en zijn Prins Bernhard reikte zilveren anjers uit Het belang van bodemonderzoek in Zuid-Holland Z.K.H. de Prins der Nederlanden heeft vanmorgen als regent van het Prins Bernhard Fonds in het gebouw van de Nederlandse Handel Maat schappij n.v. te Amsterdam voor de negende keer zilveren anjers uitge reikt aan Nederlanders, die zich op bijzondere wijze op het gebied van de wetenschap, kunst en cultuur ver dienstelijk hebben gemaakt. De breuk, zo stelde prins Bernhard in zijn inleiding tot de uitreiking, die de tweede wereldoorlog zo abrupt in de geleidelijke ontwikkeling, ook van ons land. heeft veroorzaakt, heeft achteraf bezien, geleid tot een ster ker en sneller vernieuwing op aller lei gebied. De woorden: „Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst', aanhalend stelde de prins vast, dat juist in de laatste jaren en maanden nieuwe projecten zijn geëntameerd, die voor die toekomst, waaraan wij bouwen, van beslissende betekenis zijn. Het Deltaplan in de eerste plaats en na tuurlijk ook de zojuist aangevangen verwezenlijking van de Europoort. Behoud van het schone Bij alle vernieuwing, aldus de prins, is er ook de steeds sterker blij kende wil tot behoud van het oude in het nieuwe. Of duidelijker gezegd: het bewaren van wat goed was in bet verleden bij het uitbreken naar het nieuwe heden. De - oude Amsterdammers bijvoor beeld hebben nooit geaarzeld voor het nieuwe het in hun ogen onbruik baar geworden oude af te breken. Daarbij is vaak het is geen ver wijt maar alleen een constatering heel veel onvervangbaar schoons, denken wij maar aan de vele oude grachtenhuizen, verloren gegaan. Voor andere steden geldt hetzelfde. Zij verloren alleen minder omdat zij niet zoveel schoons bezaten. Thans zien wij een steeds groeien de, bekwaam geleide, krachtige ver zetsbeweging tegen onnodige afbraak van het oude, tegen demping van grachten, vóór het behoud van hui zen, gevelstenen, bruggen, enz. De vaak nog onvoldoende kracht van dit streven naar behoud is van be lang. Het bestaan alleen al en de kracht van dit streven is een opmer kelijke aangelegenheid. Ik geloof dat dit verschijnsel ge zien mag worden als een bewijs van geestelijke rijpheid. In het Engels paviljoen op de wereldtentoonstel ling staat het volgende: „Trots Op ons verleden bouwen wij aan de toe komst". Laat dit ook voor ons gel den. Daarna verzocht de prins bij hem te komen mr Ch. P. van Eeghen, en de heren J. M. Hage en m H. Wes terman, respectievelijk voorzitter en onder-voorzitter van de vereniging „Hendrick de Keyser". De algemeen secretaris van het fonds, drs Jan Henrick Mulder, las vervolgens de oorkonde met moti vering voor. Het woord hernemend voegde prins Bernhard de heer Van Eeghen nog toe; „U bent wel in het bijzon der de vertegenwoordiger van wat ik heb geschetst als de „wijze" mo derne mens. Ondanks een druk leven als een der vooraanstaande figuren in handels- en bankkringen, hebt u een culturele activiteit ontplooid als weinig anderen. En in uw culturele belangstelling bracht u de zakelijkheid mee. Hoe zou het anders mogelijk geweest zijn, een vereniging als „Hendrick de Keyser", mede door u gesticht in 1918, door alle moeilijke tijden heen te dragen tot vandaag toe. De heer Mulder las daarna de mo tivering voor van de onderscheiding voor de heer H. J. Calkoen, die werd begeleid door professor dr A- E. van Giffen, oud hoogleraar-directeur van het biologisch-archeologisch instituut te Groningen en van het instituut voor prae- en proto-historie te Am sterdam, en dr P. Glazema, directeur van de rijksdienst v or het oudheid kundig bodemonderzoek te Amers foort. Zij gewaagden van: „de bijzon der belangrijke, jarenlange arbeid op het terrein van de Nederlandse ar cheologie, vooral van die in het wes ten des lands". In hem worden tevens geëerd al diegenen, die in de verschillende oudheidkundige verenigingen van ons land in samenwerking met de rijks dienst voor het oudheidkundig bo demonderzoek veel doen om onze kennis van de oudste geschiedenis van ons land te vergroten. De werkgroepen Haarlem en om geving, Gooi-Eemland, Rijnstreek, Amsterdam zijn volop „in bedrijf" en er zijn werkgroepen voor Utrecht, Den Haag en Zeeland in voorberei ding. De klein bezette rijksdienst heeft daardoor de beschikking gekregen over een groot corps deskundige „veldverkenners". En juist dit is van zo groot belang, zeker voor het wes ten des lands. Want door de onstui mige groei van de zogenaamde „Randstad Holland" wordt daar de bodem gekeerd als nergens anders in ons land. De oude cultuurresten zouden zonder de opmerkzaamheid van de leden voorgoed vernietigd worden, zonder gekend te zijn. De heer P. T. A. Swillens, die werd begeleid door dr J. Bruyn, weten schappelijk hoofdambtenaar aan het kunsthistorische instituut van de rijksuniversiteit te Utrecht en pro fessor Jan Engelman, hoogleraar aan de Jan van Eyck academie te Maas tricht, ontving de zilveren anjer, omdat hij, hoewel opgeleid als kunst schilder, later als technisch tekenaar assistent verbonden aan het kunst historisch instituut van de universi teit te Utrecht, met grote energie, bekwame speurzin en liefde zulk een kennis en inzicht vooral op het moei lijke terrein van de kunsthistorische wetenschap ten aanzien van kunste naars van vroeger eeuwen en hun werk vergaarde, dat verschillende grotere werken als dat over Pieter Saenredam en Johannes Vermeer, prentkunst in de Nederlanden, Ne derland in de prentkunst, Durers reis door de Nederlanden en het onlangs in manuscript gereed gekomen grote werk over Jacob van Campen en voorts een reeks artikelen van zijn hand het licht konden zien. Tenslotte werd voorgelezen de be noemingsbrief voor de heer Jan Hen drik Beaujon, luidende: „De zeer grote en zo doeltreffende activiteit ontplooid ten gunste van het open bare leven op Aruba, in het bijzon der in de laatste jaren als voorzitter van de stichting cultureel centrum Aruba". Prins Bernhard deelde mee, dat de gouverneur van de Nederlandse An tillen de versierselen van de onder scheiding persoonlijk aan de heer Beaujon zal uitreiken. eerste reactie was: „En nu leen ik ze nooit meer uit Het foudraal met de beide kostbare strijkstokken bleef onopgemerkt door de reizigers in het bagagenet liggen en het maakte de reis in om gekeerde volgorde, toen de volgende morgen de trein weer terugging naar Keulen. De vrijwel onvervangbare oude Franse strijkstokken zouden naar alle waarschijnlijkheid verloren zijn gegaan, als niet een douane-ambte naar in Zevenaar het pakket in het bagagenet had zien liggen. Hij gaf zijn vondst aan op het sta tion te Arnhem maar daar was men van de vermissing nog niet op de hoogte gesteld en omdat men aannam, dat de stokken uit Duitsland afkom stig waren stuurde men ze daarnaar toe door. In Duitsland bleef het foudraal wat heen en weer zwerven en eerst na moeizaam speurderswerk van drie spoorwegbeambten kwam men het verlorene weer op het spoor. Toch was de agent van de verzeke ringsmaatschappij het drietal nog te vlug af en hij was het, die de heer Kooke het vermiste foudraal in triomf kon terugbrengen. Namens de Nederlandse Spoorwegen zijn toen twee van de drie ambtenaren -de strijkstokken „officieel" aan de Arn hemse musicus gaan overhandigen. De tweede theologische week wordt dit jaar, op initiatief van de theolo gische faculteit van de R.K. Uni versiteit te Nijmegen, gehouden van 21 tot 25 juli in het Sint Dominicus- college te Neerbosch bij Nijmegen Het algemeen onderwerp is „God en de Mens". Op de rechte weg, even vóór het viaduct te Rijpwetering heeft zater dagmorgen een ernstig verkeersonge val plaatsgevonden, waarbij een auto mobilist uit Amsterdam zeer ernstig is gewond. Omstreeks twaalf uur geraakte bij een inhaalmanoeuvre een Volkswa gen, bestuurd door de heer H. uit Am sterdam, van de weg af. Het wagen tje sloeg over de kop en belandde in de naast de weg ge^gen sloot. De bestuurder kreeg waarschijn lijk een ruggewervelfractuur. Hij werd naar het Academisch Zie kenhuis te Leiden vervoerd. En werd populair in Scheveningen In de grote concertgebouwzaal te Amsterdam is gisteravond de 23-ja rige Amerikaanse pianist Van Cli burn, die 21 maanden geleden te Mos kou ontdekt werd een ovatie ten deel gevallen, als slechts weinig grote kunstenaars voor hem op deze plaats hebben kunnen oogsten. De concertzaal was tot de uiterste hoeken bezet en er waren zelfs losse stoelen bijgeplaatst om zoveel moge lij a muziekliefhebbers voor het merendeel Nederlanders de gele genheid te bieden, het concert bij te wonen. Het programma bestond voor de pauze, uit: Adagio voor strijkers van Samuel Barber en de tweede sym- phonie in d grote terts, opus 73 van Johannes Brahms. Na de pauze volg den Tsjaikowskq's eerste concert in f kleine terts, opus 23 voor piano en orkest en Daphnis et Chlöe (de twee de suite) van Maurice Ravel. Het orkest, dat de jonge pianist begeleidde was het beroemde Phila delphia Symphony Orchestra, gedi rigeerd door Eugène Ormandy. Ook dit orkest en vooral de diri gent mochten delen in de daverende hulde die opsteeg uit de zaal, voor wat zij allen op deze Holland-Festi- vealavond te genieten hadden gebo den. Een grote krans en twee grote en schitterende bloemstuken gaven kleur aan het welsprekend applaus, dat de musici nog lang op het po dium hield. Sportief. De Amerikaanse pianist Van Cli burn heeft zaterdagavond wel ge heel onvoorbereid maar waarschijn lijk niet onbewust medegewerkt aan het verspreiden van zijn goede Tijdens een wandelingetje door het avondlijk Scheveningen stapte hij even een vrolijke feestzaal binnen. Hij zag zich plotseling het middel punt van de belangstelling, toen Prins Bernhard hem verzocht, iets te spelen. Studenten uit India, die stu deren aan het Institute of Social Stu dies in Den Haag, gaven ten bate van de NOVIB een liefdadigheidsbal in het Scheveningse Kurhaus, waar op de prins als eregast aanwezig was. Onverwacht stapte de befaamde pianist binnen, gewoon in zijn col bertje. Hij werd aan de prins voorge steld, die hem vroeg, enige stukken te spelen. De gasten, allemaal in ga- lakleding gestoken, volgden de spor tief geklede pianist naar de lege Kurhauszaal, waar hij werken van Liszt, Szymanowsky en op speciaal verzoek van prins Bernhard „de" polonaise van Chopin uitvoerde. Na afloop van het geïmproviseerde concert bracht prins Bernhard na mens alle luisteraars zijn welgemeen de dank aan Van Cliburn over. Kransleggiag in Den Haag Het bestuur van de federatie van Hongaarse verenigingen in Nederland, waarin ongeveer 5000 Hongaren zijn verenigd heeft Zaterdagmorgen een petitie overhandigd aan de minister van buitenlandse zaken, mr Luns. In het verzoekschrift doen de Hon garen een beroep op de minister om alles in het werk te stellen teneinde de tienduizenden Hongaren, die in Hongarije op hun veroordeling wach ten of al of niet veroordeeld in de gevangenis zitten, van gevangenis, dwangarbeid, deportatie of terecht stelling te redden. Dit verzoek is gedaan naar aanlei ding van de terechtstelling van de ge wezen Hongaarse premier Imre Nagy en Generaal Maleter. De minister heeft het bestuur van de federatie te woord gestaan tijdens een korte ontvangst op zijn ministerie te 's-Gravenhage. Minister Luns herinnerde in het on derhoud met de deputatie aan eerder door hem afgelegde verklaringen over de gebeurtenissen in Hongarije en zeide, dat Nederland zal volharden in het standpunt, dat het ten aanzien van de Hongaarse kwestie ook in de internationale lichamen heeft ingeno men. In de middag legde een delegatie Hongaren een krans bij het monu ment op de Waalsdorpervlakte en werd daaraan voorafgaand door mi- nister-president dr W. Drees te zijnen huize ontvangen. Twee Hongaarse vluchtelingen droegen een rouwkrans. Daarachter volgde een groep Hongaren, die een petitie aan de ministei -president dr W. Drees in zijn woning aan de Beek laan te 's-Gravenhage zou aanbieden, de petitie opgesteld over „De schand daad van de techtstelling van minis ter-president Imre Nagy en generaal P. Maleter". De vluchtelingen hadden eenzelfde petitie vanmorgen reeds aan minister Luns aangeboden. In stilte trok de groep van het Staatsspoor door het drukke Den Haag het was in het spitsuur naar het woonhuis van dr Drees. Achter de kransdragers liep een Hongaar met een zwarte vlag, waaraan een wimpel in de nationale kleuren. In de groep droeg men doe ken en borden mee, waarop stond „Vrijheid voor Hongarije" en „Van daag Hongarije, morgen Nederland?" Dr Drees ontving twee Hongaren, die de petitie aanboden in de hal van zijn huis. Hij sprak enige tijd met hen. De groep zong hierna het Hon gaarse volkslied. De minister-presi dent hoorde dit staande in de tuin voor zijn woning aan. Hij ging pas naar binnen toen de groep Hongaren de Beeklaan had verlaten. De delegatie vluchtelingen vertrok hierna naar de Waalsdorpervlakte, waar de krans werd gelegd. Aan de krans was een lint gehecht, waarop stond „Voor de martelaren van de Hongaarse vrijheidsstrijd". Zaterdagmorgen hebben Hongaarse vluchtelingenop het ministerie van buitenlandse zaken in Den Haag aan minister J. M. A. H. Luns een petitie aangeboden betreffende de moord op Nagy en Maleter. Foto: V.l.n.r.: mr J. M. A. H. Luns, dr Banry Odön en dr Prasay,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 8