Verkiezingspropaganda \f van twee duizend jaar geleden visie op televisie Jeugdspaarwet komt verbeterd in Tweede Kamer Hasselman Pander Vooruitzichten van bezitsvorming \5J yJSm WÈÈÏ^WËÊt Met ..kalken' i& eeuwen oud ALS IN HET OUDE POMPEJI AEDIELEN WERDEN GEKOZEN ZATERDAG 24 MEI 1958 DE LEIDSE COURANT PAGINA gere tijd af te zien van consumptie ve bedragen. Na verloop van tijd zal het perma nente jaarlijkse extra spaarbedrag ten minste 150 miljoen bedragen, het geen volgens de ministers en de staatssecretaris van invloed is op de financiële en monetaire situatie van ons land. Premie valt buiten belasting Blijkens de memorie van ant woord en 'n nota v. wijzigingen zijn in de nieuwe jeugdspaarwet welke midden juni in de Tweede Kamer zal komen belangrijke verbeteringen aangebracht naar aanleiding van het voorlopig verslag. In hoofdzaak zijn deze veranderin gen: De premie door het rijk aan de deelnemers der jeugdspaarregeling (tussen 15 en 21 jaar) te betalen op minimum-inlage van 30en een maximum van 200.per jaar, zal nimmer minder bedragen dan 10 pet. en de maximum spaarduur wordt 9 i jaar. Voor ex-militairen zal onder be-1 paalde voorwaarden het afsluiten der eerste jeugdspaarovereenkomst nog mogelijk zijn tot het bereiken van de 24-jarige leeftijd. Met het oog op de kostenbespa ring zal voorshands geen centraal kaartregister der jeugdspaarover- eenkomsten tot stand komen, maar op andere wijze in de controle wor den voorzien. De regering is wel van mening, dat het loon- en inkomstenbelasting voor ongehuwden herziening behoeft, maar verklaart wederom, dat de hui dige financiële positie van ons land een zodanige belastingvermindering „nog" niet toelaat. De premie der jeugdspaarregeling zal buiten de heffing der inkomsten belasting blijven. Een premiedegres- sie.naar het inkomen, gelijk in de richtlijnen voor de ambtenarenspaar- regeling vervat, wijzen de bewindslie den af. Deze premiedegressie zou grote administratieve complicaties met zich meebrengen en de kosten met ten minste 1.5 miljoen per jaar doen toenemen. Wel blijft het moge lijk de premie bij gebleken noodzake lijkheid te verhogen. De premie betekent niet „het ge ven van cadeautjes" aldus de memo rie van antwoord, maar een vergoe ding voor de in het algemeen belang te achten prestatie om gedurende lan- (Advertentie) (Van onze t.v.-medewerker). Verbeterd K.R.O. gastenboek. Na de verouderde comedie Ninotchka, maar met drie geestige typen van Willy Ruys, Herbert Joeks en John Soer in een aantrekkelijke voorstel ling van de Avro, is de K.R.O. gestart met een ontwikkelende avond. Einde lijk heeft het Gastenboek een meer bekwaam gastheer gekregen. De jour nalist Louis Frequin namelijk had de nodige feeling om een hoge gast als minister Witte indringende vragen te stellen over het woningprobleem en wat daarmee verband houdt. In de schaars toegemeten minuten kon uiteraard niet alles uit de doeken worden gedaan. Meer vrijheid van beweging had de heer Frequin toen hij zelf gast was in een onderhoudend kwartiertje over de situatie in Polen, het katholieke land onder communis tische onderdrukking, welk land de spreker zo juist om journalistieke re denen had bezocht. Donderdag 19 ju ni zal de gastheer minister Cals in een vraaggesprek voor de K.R.O.-ca- mera's ontmoeten. Van Testplaat tot modeshow. In het K.R.O.-programma voor en door jonge mensen heeft Liesbeth Heere- grave de vlotte rol van gastvrouw vervuld en aan enige jongelui het woord en de muziek gelaten. Het meest instructief was wel het praatje van Jean Vandervoordt over schermsport en de daaraan toege voegde korte demonstraties. Nadat Jos van Loon weer eens op prettige en leerzame wijze had laten zien, hoe Palcsik de keuken veredelt, speurden de camera's een half uurtje in het Amsterdamse Carlton, waar een modeshow werd gehouden. Nu reeds werd de komende najaarsmode getoond, waarbij opvie., hoeveel on kreukbaar materiaal tegenwoordig wordt verwerkt. De groeiende ten- denz is namelijk, synthetische stoffen als draion te versterken met wol. De mannequins hebben dat zoveel mo- geijlk gedemonstreerd, maar wat ze niet konden, was overtuigen door middel van kleuren De kijkers thuis moesten het doen met een gezellig commentaar van mevrouw Hans Elias Smit. De epiloog van aalmoezenier P. C. Groenendijk sloot de avond af met een geestrijk woord. De Pinksterdagen. Na het zater dagse divertissement van de Vara in Pension Hommeles en het vraag- en antwoordspel van Theo Eerdmans wachten de t.v.-kijkers twee drukbe zette Pinksterdagen. We hebben al iets meegedeeld over de pontificale hoogmis, die op Pinkstermorgen in de Norbertijner-abdij van Heeswijk wordt opgedragen. Men zal dan wor den geconfronteerd mei een liturgie, die, in haar kloosterlijke sfeer devoot en aantrekkelijk kan worden ge noemd. Aan de misuitzending gaat een t.v.-film vooral die een dag laat zien uit het leven van een Norbertijn. Moge die rolprent een waardig pen dant zijn van de filmisch opgenomen dagorde, die enige tijd geleden vanuit Zoeterwoude werd getoond en waar mee de maker zelfs een prijs wist te behalen. De namiddag brengt een relais van de Duitse t.v. met een rechtstreekse reportage uit Augsburg van het inter nationaal jeugdvoetbal-tournooi; en de avond doet op film verslag van een reis, die de bekende Amerikaanse ne ger-zangeres Marian Anderson heeft gemaakt door twaalf Aziatische lan den. Meer dan drie uren lang kan men Pinkstermaandag genieten van een eurovisie-sportcocktail en wel van een rechtstreekse reportage uit Wies- baden van de grote Britse athletiek- wedstrijden en het internationaal concours hippique uit dezelfde Duitse stad. Behalve een critisch praatje van Peter van Campen voor dt NCRV en wederom een film uit de serie Dis neyland volgt tot besluit 'n Pinkster spel uit de Sionskerl; te Haarlem on der leiding van Meindert Boekei en regie van Wim Paauw. Er komt schot in In de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer deelt minister Struycken mede, dat bij het sparen geen dwang dient te worden toege past. De bewindsman heeft aan de me morie van antwoord beschouwingen over de bezitsvorming toegevoegd, waarin hij zegt geen aanleiding te zien de basis van vrijwilligheid aan de regeling te ontnemen en even min iets te voelen voor dwang om de later uit de spaarregelingen be schikbaar komende gelden in de sfeer van het „duurzaam bezit" te houden. Hij is evenals minister H. J. Hof stra van oordeel, dat de overheid respect moet tonen voor de resulta ten van besparingen en dat ook de belastingwetgeving zodanig dient ingericht te zijn, dat spaarzin en ka pitaalsvorming worden bevorderd. mÉ Regering, !t mot er van komme, sprak, mild als hij is, onze Romme. *k Geef nog enig respijt, maar dan ben je ons kwijt. Bezitsvorming Anders gaan om we I nister Struycken en staatssecretaris drs. W. K. N. Schmelzer bij het ka binet een meer uitgewerkt project over de samenhang tussen loonbeleid en bezitsvormingsbeleid aan de orde te stellen. Overigens vindt in de ministerraad ook voortdurende overleg plaats over de wijze, waarop in het financiële en sociaal economische beleid met de aspecten der bezitsvorming rekening gehouden kan worden. Verdere belangrijke mededelingen van minister Struycken zijn: Binnen afzienbare tijd zal de Tweede Kamer een voorstel bereiken tot uit breiding der fiscale maatregelen met betrekking tot werkgeversbijdragen aan bouwspaarfondsen en andere spaarfondsen. In de Centrale Commissie voor Ge organiseerd Overleg in Ambtenaren zaken is overeenstemming bereikt over een ambtenarenspaarrege- ling. De lagere publiekrechtelijke licha men kunnen nu, met bestaande richt lijnen als maximum, voor hun perso neel eigen gepremieerde spaarrege lingen (welke dus van rijkswege een extra premie ontvangen) gaan ont werpen. In het bedrijfsleven zal zich het instituut van gepremieerde spaarre gelingen in volle vrijheid kunnen ontwikkelen zonder pasklaar recept van overheidswege. De Stichting van de Arbeid heeft daartoe een commissie spaarregeling in het leven geroepen, die een advies voorbereidt voor minister J. G. Suurhoff. De commissie bezitsspreiding heeft een rapport uitgebracht, dat binnen afzienbare tijd gepubliceerd zal wor den, over de verkrijging door werk nemers van aandelen in de onderne ming, waarin ze zelf werkaam zijn. *7E ZIJN ER WEER, de verkiezingsbord Propagandaleuzen op houten poten, m danks hun kleuren lijken ze net oude man wat over kiezen, maar niemand let erop. tie en gewoonlijk zonder fantasie! Neen, dan denken we nog wel eens terug aan de kalkerij partijen elkaar met de verfkwast om de o ren sloegen. en op de bruggen. et grote cijfers en in felle kleuren. On- netjes met hun hoge ruggen; zij mompelen En allemaal zo eender, zo zonder varia- l de oude dagen, toen de Weest gerust, wij willen die tijden niet meer terug, want onder ons gezegd het was wel eens gezellig, maar 't was een smeerpijperij van jewelste. De brutaalsten wisten de felste leuzen te verzinnen en ze vooral goed zichtbaar aan te brengen op plabtsen, waar iedereen alles zien kon maar niemand er bij kon. Om de tegen partij trouwens te beletten met water en 'n bezem het moeizame werk weer weg te wassen, werden de gemeenste verven ge bruikt die er in jaren niet af te krabben waren. Zodat men weken en maanden, soms jaren later' nog altijd werd aange maand om een bepaalde staatsburger er gens voor te kiezen of werd toege schreeuwd „Weg met Jantje" En dat on danks de duizenden guldens, die het stads bestuur had uit te géven om straten en muren weer schoon te krijgen. Wat dat betreft is het nu veel netter. Op een druilerige morgen komen er een paar handkarren en een paar timmermans jongens aangereden. Zij steken eerst een sigaretje aan en bedisselen onder elkaar, waar zij de houten poten zullen vastzetten. En als het geval staat, zeggen ze „hallo" tegen elkaar en gaan weer naar huis. Pas wanneer je er tien keer langs gelopen bent, heb je in de gaten voor welke partij ze eigenlijk reclame staan te maken. Er wil wel eens een vroegertje bij zijn en vaak is er ook een nakomertje, maar 'n dag of tien vóór de verkiezingsdatum staan alle partijbordjes netjes in een rij, aan weers zijden van de brug. 't Is of ze zeggen willen: „Het spijt ons wel, maar meer magge we niet doen!" Wat inderdaad ook zo ongeveer is. fVE DRANG VAN DE MENSEN om door U propaganda-opschriften invloed uit te oefenen op verkiezingen is al zo oud als de weg naar Rome. Of eigenlijk al veel ouder, want wij betwijfelen, of die bepaalde oude weg naar Rome er al was toen Pompeji onderging. Eens grote mannen, thans vergeten namen Pompeji, dat in het jaar 79 na Christus bij een uitbarsting van de Vesuvius door een laag as werd bedolven, heeft ons in dit opzicht heel wat te vertellen. In ander opzicht ook wel, want het eigenaardige van deze tweeduizend jaar oude ramp is geweest, dat het leven van die tijd plotseling is gegrepen en verstard en toen opgeborgen voor eeuwen. Zoveel jaren later vinden wij dat begraven leven van de oude bewoners var. Pompeji en Herculaneum terug onder de as en wij staan verbaasd. Hier heeft de tijd twee duizend jaar stil gestaan, wij zien nog de bakker zoals hij zoveel eeuwen geleden op het punt stond zijn broodje uit de oven te halen; wij zien nog de vrouw, die van schrik over de plotselinge as-regen haar hand ophief in een machteloze poging om zich te beschermen. En tussen al die relie ken uit verlopen tjjden krijgen wij ook een kijkje op het politieke leven van de Pom- pejanen, speciaal wat de verkiezingen be treft. Het Romeinse recht uit die tijd kende geen volksvertegenwoordiging, zoals wij, en dus jok geen algemene verkiezingen, staten- of gemeenteraadsverkiezingen. Maar het kende wel de verkiezing van aedielen en van z.g. „twee-mannen". XJTET AMBT VAN AEDIEL was nogal veel omvattend, hetgeen toen nog mo gelijk was, omdat de samenleving minder gecompliceerd was dan tegenwoordig. Zij hadden nl. de zorg voor de stadspolitie en vandaar toezicht op de openbare gebou wen, op de wegen, waterleidingen, brand weer, badinrichtingen en herbergen. Maar ook hadden zij te zorgen voox de regeling van de korentoevoer en hadden zij het toe zicht op de markten, waarbij zij nauwkeu rig acht hadden te geven op de deugde lijkheid der aangevoerde waren en de juistheid van de gebruikte gewichten. Die werkzaamheden liepen zij natuurlijk niet allemaal zelf na, daarvoor waren het te grote heren en hadden zij hun ambtena ren voor het zg. routine-werk. Zelf hadden zij het oppertoezicht, vaardigden verorde ningen uit en spraken recht in handels geschillen op de markt. Deze magistraten, die dus behoorden tot het dagelijks bestuur van een stad, wer den door het volk gekozen en daar het handeldrijvende en neringdoende volkje bijna dagelijks met hen te doen had, gaf de verkiezing van een aediel nogal eens aanleiding tot verkiezingsstrijd. Op de uit gegraven wanden van Pompeji kunnen wij zien, dat er in dit opzicht niets nieuws on der de zon is. „Paquius beveelt als aediel aan Lucius Popidius Ampliatus" staat er op een steen gekrast en misschien was Paquius wel een man van gezag, want anders zou hij zijn naam er niet bij gezet hebben. „Kies Pansa tot aediel, verzoek ik u; hij is het waard" heeft een ander tegen de wand gekalkt, maar daar hij niet zo voor naam was als Paquius heeft hij zijn naam maar wijselijk weggelaten. Dat de dames zich in die dagen ook al met de politiek inlieten bewijst het volgende opschrift: „Cejus secundus wordt als tweeman (duumvir) aanbevolen door Asellina". Asellina was blijkbaar een kroeghoudster, want het opschrift was aangebracht in een kroeg, waar het de klanten moest overtui gen van de voortreffelijke eigenschappen van deze Cejus. HET BLIJKT ZELFS uit de verkiezings- kalkerij in Pompeji, dat men toenter tijd ook al vakverenigingen kende, die zich bemoeiden met de politiek. Want men vindt aanbevelingen van de verenigde bakkers, apothekers, wagenmakers, bar biers en vele andere ambachtslieden; ja, zelfs de balspelers hadden hun eigen can didates Wij zouden vandaag de dag spre ken van voetbalclubs of tennisclubs! Soms maakte men er ook wel eens een grapje mee, zoals bij die Pompejaan, die werd aanbevolen door alle „drinkebroers en spitsboeven". Net als tegenwoordig werkte men in het oude Pompeji met schone leuzen en verkiezingsbeloften. Zo bijv. op deze aan beveling: „Kiest Marcus Casellius Marcel lus; hij is een goed aediel en zal prachtige spelen geven." Het organiseren van volks spelen behoorde nl. ook al tot de taak van de aedielen. Als men bedenkt, dat zij deze spelen uit hun éigen zak moesten betalen, kan men nagaan, dat de heren wel een baantje hadden waar zij wat aan verdien den. Wij willen niemand beschuldigen en Een aanbeveling. niet veronderstellen, dat die oude knapen omkoopbaar waren, maar als zij eens in deze tijd zouden opduiken, zouden ze toch wel merken, dat wij op het gebied van steekpenningen en zo enige andere begrip pen hebben opgedaan dan in hun tijd het geval was. Een liefhebber van een vers kadetje had geschreven: „Ik verzoek u, kiest Ga jus Julius Polybius tot aediel. Hij zorgt voor goed brood." En elders lezen we: „Genialis verzoekt te stemmen op Brut- tius Balbus als tweeman. Hij zal de ge meentekas goed in orde houden." Een grappenmaker schreef aan de wand: „Ik stem er voor, dat de gemeentekas ver deeld wordt; want onze gemeentekas heeft een grote hoop geld." Zeker een vervroeg de communist. Een waar woord schreef een wijsgerig aangelegde Pompejaan: „Muur, ik bewon der je, dat je nog niet gebarsten bent van al het gezwets dat je veroordeeld bent te dragen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 3