Motie-Vermeer over onder
zoek D.M.L. aangenomen
Geen reactie op de suggestie: laat mr Kranenburg aftreden
Felle aanval van mr Oud
Kamer van Koophandel Rijnland
vergaderde in Keukenhof
Peek&Cloppenburg
/OranjeboomN\
Leidse amateurfotografen exposeren in
Boerhaavezalen
Vijf en zeventig jaar Leidse Ambachtsschool
DONDERDAG 8 MEI 1958
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 7
Helmen-affaire en andere zaken in ondetzoek
Zoals wij in de krant van gisteren al meldden zijn er over het beleid bij
het Directoraat Materieel Landmacht gistermiddag in de Tweede Kamer
twee moties ingediend. Eén van de heer G. Ritmeester (V.V.D.) en één van
de heer Evert Vermeer.
Prof. Oud (V.V.D.) heeft zeer fel gesproken naar aanleiding van de motie
van zijn fractie-genoot. Hij vroeg of het maar niet beter was de reorganisatie
bij het D.M.L. te beginnen met het ontslag van mr. Kranenburg, die zo
weinig op zijn taak berekend blijkt?
Mr. Oud wilde hierover geen uitspraak van de Kamer vragen; het leek
hem het beste, dat de regering hierover in eigen boezem een beslissing,
neemt. De motie Ritmeester werd overigens verworpen met 17 tegen 103
stemmen. De gewijzigde motie-Vermeer echter werd zonder hoofdelijke
stemming aangenomen. Ook de V.V.D. verleende steun aan deze motie.
Het is nog niet met zekerheid be
kend welke consequenties de staats
secretaris mr. Kranenburg uit het
debat zal trekken. Na de felle woor
den van mr. Oud over de onbe
kwaamheid van de staatssecretaris
wien vooral wordt verweten, dat hij
bij de behandeling van de interpel
latie over de helmen-affaire naar
Amerika was gegaan, hebben andere
sprekers er met geen woord meer
over gerept. Dat kan betekenen dat de
Kamerleden de ernstige kritiek zwij
gend aanvaardden. De minister kan
er echter ook uit concluderen, dat
de Kamer de verontschuldiging, die
mr. Kranenburg aan het begin van
de zitting aflegde (zie ons blad van
gisteren) heeft aanvaard.
Een bijzondere Kamercommissie
zal nu een onderzoek instellen bij
het DML naar het aankoopbeleid
(zaak majoor-Koopman), de effi
ciency en de verhouding tot de par
ticuliere industrie.
De motie-Vermeer was ook door
katholieke en protestantse afge
vaardigden ondertekend.
Debat.
De heer Ritmeester (WD) zei van
oordeel te zijn, dat de eerst aange
wezen weg is, dat de regering een
onderzoek doet instellen door des
kundige buitenstaanders. Een com
missie uit de Kamer lijkt hem onge
schikt voor het instellen van een
zelfstandig onderzoek.
Niettemin verheugde het spr., dat
de heer Vermeer een motie heeft in
gediend, want hij was bevreesd, dat
er niets zou gebeuren.
De heer Tilanus (CH) meende, dat
de keuze tussen de beide moties op
zuiver zakelijke overwegingen moest
geschieden. Politieke overwegingen
spelen hierbij geen rol. Beide moties
wensen een onderzoek en men wenst
de staatssecretaris niet onaangenaam
te zijn.
De heer Gortzak (Comm. groep-
Gortzak) besprak de kwestie der ver
antwoordelijkheid. Beide moties be
ogen z.i. een onderzoek hoe het zo'n
bende kon worden. Gepoogd moet
worden de augiustal te reinigen. Wie
is er verantwoordelijk?, vraagt spr.
Z.i. de stalbaas, ook al is er een
knecht aangesteld.
De heer Bakker (comm.-groep-De
Groot) verklaarde zich voor de mo
tie-Vermeer. Hij hoopte, dat alle poli
tieke partijen in de commissie verte
genwoordigd zullen zijn.
De heer Koersen (K.V.P.) zei naar
aanleiding van de opmerkingen van
de heer Ritmeester, dat hij gespro
ken heeft van een voorlopige afwij
zing van diens motie. Het was een
voorlopig oordeel. De minister is min
of meer partij. liet zou beslist on
juist zijn het initiatief voor een
commissie bij de minister te leggen,
zoals de heer Ritmeester wil.
De motie-Vermeer geeft juister
weer wat de Kamer wenst en daar
om zal hij zijn motie-Ritmeester niet
steunen.
Zakelijk.
De heer Oud (WD) sloot zich aan
bij de opmerking van de heer Tila
nus, dat de zaak der moties zakelijk
moet worden bekeken.
Maar een zakelijk oordeel heeft
politieke en staatsrechtelijke achter
gronden. Aan de staatsrechtelijke
achtergrond wijdt spr. vervolgens een
beschouwing.
Allereerst bezag hij de verhouding
van de minister tot de Kamer. Spre
kers fractie is gekomen met een lank
moedige ?n zakelijke motie. Het ligt
z.i. voor de hand, dat als er bij een
regeringsdienst onjuiste toestanden
bestaan, de Kamer zich allereerst
richt tot de regering. De minister
was zélf er al van doordrongen» dat
hij zich eens moest doen voorlich
ten door deskundige buitenstaanders.
De motie heeft dat nog eens onder
streept. Als de voorgestelde commis
sie rapport heeft uitgebracht gaat de
Kamer controleren.
Spr. merkte op, dat de motie-
Vermeer oneindig veel onaangenamer
is voor de minister dan de motie-Rit
meester.
Tegen de motie-Vermeer had hij
bezwaren van staatsrechtelijke aard.
Met deze motie gaat de Kamer in
dringen in een regeringsdienst. Dat is
zeggen: dat vertrouwen wij de minis
ter niet toe.
Als spr. van de minister tegenover
deze motie een „onaanvaardbaar"
zou horen, zou hij dat volkomen be
grijpen. De motie is ter tafel gelegd
door de regeringsmeerderheid.
Vervolgens besprak de heer Oud de
staatsrechtelijke verhouding tussen
minister en staatssecretaris.
Minister verantwoordelijk.
De Keer Oud merkte op, dat de mi
nister verantwoordelijk is voor het
gehele beleid van de staatssecretaris.
Maar men moet zeker niet de minis
ter ter verantwoording roepen voor
alles wat de staatssecretaris doet.
Gistermiddag werden in de Tweede
Kamer de moties Ritmeester en Ver
meer behandeld door ingenieur C.
Staf (midden), mr. F. J. Kranenburg
(links) en H. C. W. Moorman (rechts)
Het conflict van ambtsplichten
(vóór zijn reis naar Amerika. Red.)
waarover de staatssecretaris heeft ge
sproken, bestond z.i. niet. De inter
pellatie had op zijn verzoek uitgesteld
kunnen worden. Voor het niet-aan-
wezig zijn van de staatssecretaris is
ook de minister verantwoordelijk.
Misschien heeft de minister wel
gedacht, dat het beter was, dat hij er
alléén voor kwam te staan. Een
staatssecretaris kan een hele hulp
voor een minister zijn, maar hij kan
ook een blok aan het been zijn!
Naar sprekers oordeel is de ver
antwoordelijkheid van de staatsse
cretaris in deze zaak veel groter dan
die van de minister. Deze zal moe
ten overwegen of hij het ontslag van
de staatssecretaris niet moet bevor
deren. Een motie zal hij daarover
niet indienen, maar hij geeft in over
weging in het kabinet te overwegen
of deze staatssecretaris, die onvolko
men voor zijn taak berekend is en die
zijn verhouding tot de Kamer niet
begrijpt, wel gehandhaafd kan wor
den.
Minister Staf zei geen uitstel van
de interpellatie te hebben gevraagd,
omdat er aandrang uit de Kamer
was geweest om haar spoedig te hou
den.
De Kamer wil meer weten. Spr.
herinnerde er aan toegezegd te heb
ben, dat- hij volkomen bereid is tot
opening van zaken. Hij zal zich refe
reren aan het oordeel der Kamer.
De heer Oud (WD) ging nog in op
een opmerking van de heer Vermeer,
die o.a. te kennen had gegeven, dat
de heer Oud voet zou geven aan een
anti-parlementaire demagogie van
sommige dagbladen. Daartegen pro
testeerde hij ernstig.
De beraadslagingen werden hierna
gesloten.
De leden van de Kamer van Koop-te Leiden, geïnstalleerd als lid. De
handel en Fabrieken Rijnland hebben balans die werd goedgekeurd,
gistermiddag geanimeerd vergaderd
in de vergaderzaal van Keukenhof te
Lisse, waar de Kamerleden volgens
een traditie, die na een loffelijk ini
tiatief van het bestuur van zeven op
vijf jaar is teruggebracht, soms een
bijeenkomst wordt gehouden, die ge
volgd wordt door een etentje, waar
voor ook de burgemeesters van de
in Rijnland liggende gemeenten wor
den uitgenodigd.
De voorzitter, de heer T. M. H. van
Waveren, sprak een openingswoord,
waarin hij enige vraagstukken aan
sneed, onder meer dat van de ver-
keerskwestie te Lisse, waar de mid
denstand in de dorpskern zich gedu
peerd voelt door een maatregel waar
door het verkeer uit het noorden ko
mend door het dorp wordt geleid, uit
het zuiden echter via de Omgangs-
weg. De Kamer steunt de midden
stand in haar streven deze maatregel
ongedaan te maken.
In het komende jaar zal het ge
bouw van de Kamer van Koophan
del aan het begin van de Stations
weg een belangrijke uitbreiding on
dergaan. De benedenbuur in het pand
zal zijn woning per 1 januari a.s.
moeten verlaten, waardoor de K. v.
K. de beschikking krijgt oVer het ge
hele pand. Men is ook in onderhan
deling over het belendende pand, dat
eveneens eigendom is van de K. v. K.
en dat aan de ruimtenood aanzien
lijk tegemoet kan komen.
Bij de mededelingen werd bekend,
dat de heer W. Oosthoek bedankt
heeft als lid van de Kamer. De voor
zitter sprak dankwoorden aan zijn
adres, Ir. J. C. van Hoek en ir. M. C.
de Jong zijn aangewezen als leden
in de commissie Onderzoek Hoger
Onderwijs.
Gesproken werd over de dreigen
de verhoging der PTT-tarieven die
in het bijzonder het bedrijfsleven zal
treffen. De Kamer van Koophandel
te Alkmaar heeft de rhinister er op
gewezen, dat tariefsverhoging niet
te rijmen is met de enorme reserves,
die de PTT kweekt. In deze verga
dering werd de heer J. W. Heringa,
directeur van „Van Wijk en Heringa"
vertoonde een batig saldo van 181.545
gulden. Dit ruime saldo zal de ver
bouwing, die zonder financiële hulp
van derden uitgevoerd kan worden,
mogelijk maken.
In de vacature van de heer A. War-
naar werd gekozen de heer B. D.
Arents'horst te Noordwijk aan Zee.
Z0ETERW0UDE
COÖP. BOERENLEENBANK
Stijging van spaargeld
op Boerenleenbank ƒ236.876,16
Uit het jaaroverzicht 1957 van de
Coöp. Boerenleenbank valt in de al
gemene vooruitgang de toename van
spaargelden wel zeer bijzonder op.
Er is ontvangen aan spaargeld
1.020.738,22, terugbet. 738.862,06.
Alzo een stijging van ƒ236.876,16,
waardoor het totaal van de spaargel
den staat op 1.856.271,61.
Aan dit jaaroverzicht is ditmaal
een zeer belangwekkende statistiek
toegevoegd waaraan wij enkele on
derdelen onflenen.
De Boerenleenbank in het jaar
1900 opgericht, had aan spaargelden
in 1910 177.000; in 1920 315.000; in
1930 ƒ544.000; in 1940 368.000; in
1950 970.000; in 1952 968.000; in
1953 1.050.000; in 1954 1.136.000; in
1955 1.394.000; in 1956 1.619.000; in
1957 1.856.000.
In de laatste vijf jaren is het spaar
geld bijna verdubbeld. Zeer in het
oog lopend is de daling in de crisis
jaren vóór de oorlog.
De reserve was in 1910 6000; 1920
ƒ11.000; 1930 29.000; 1940 57.000;
1950 77.000; 1952 87.000; 1953
87.000; 1954 ƒ91.000; 1955 ƒ94.000;
1956 100.000; 1957 106.000.
Het totaal aantal spaarders was in
1910 429; 1920 504; 1930 848; 1940 877;
1950 1291; 1952 1325; 1953 1338; 1954
1588; 1955 1800; 1956 1882; 1957 1993.
Het balanstotaal steeg van 184.000
in 1910 tot 2.130.000 m J957 en het
aantal dagboek-posten in 1910 1244,
in 1940 3078; in 1953 4190 en in 1957
10.864.
De omzet was in 1910 464.000; in
1953 6.183.000; in 1957 16.959.000.
VLIEGTUIG STORT NEER OP
HANGAR
Zes doden, elf gewonden.
Zes personen zijn omgekomen
doordat een „Vamipire"-lesvliegtuig
van de Indonesische luchtmacht is
neergestort op de hangar van een
vliegsportclub te New Delhi. Elf
mensen liepen verwondingen ap.
Vijf van de omgekomenen bevon
den zich in de hangar, de zesde was
de vlieger van het toestel. Het lot
van de tweede inzittenden van het
straalvliegtuig is nog niet bekend.
Twaalf vliegtuigen van de vlieg
sportclub werden vernield.
Het bestuur van het Produktschap
voor Zuivel heeft gisterochtend na
breedvoerige discussies besloten het
voorschot uit het Zuivelfonds aan
de melkleveranciers te verhogen van
1,50 tot 3,per 100 kilogram.
Met hogere uitkeringen uit het land-
bouwegalisatiefonds (L.E.F.) op basis
van de garantieprijs voor ogen, durft
men deze verhoogde voorschotten
aan. De voorschotten zullen over de
van 8 november 1957 geleverde hoe
veelheden melk (plas) worden ge
daan. Het saldo van het Zuivelfonds
wordt op het ogenblik becijferd op
ruim 83 miljoen gulden. De verho
ging van het voorschot zal 81 mil
joen gulden vergen.
alléén
heeft
I
1 OTIJGC3
/i
P I L S N E R
„Foto-Montmartre"
De verenigde vergadering van het
Hoogheemraadschap van Rijnland
heeft op woensdag j.l enkele beslui
ten genomen ter zake van boezem
verbeteringen, namelijk de verbre
ding van de Dwarswetering onder
Leiderdorp (van 25 tot 40 meter
breedte) en de gedeeltelijke verdie
ping van de Ringvaart van de Haar
lemmermeerpolder, twee werken die,
naar men hoopt, binnenkort tot uit
voering zullen komen. Tot de benoe
ming van een nieuwe ingenieur als
opvolger van Ir de Gruyter kon nog
niet worden overgegaan.
Aan het begin der vergadering
heeft de dijkgraaf het overlijden van
de heer Ravestein te Aalsmeer, eer
tijds hoogheemraad van Rijnland, ge
memoreerd en de heer Loggers, bur
gemeester van Aalsmeer, als hoofd
ingeland welkom geheten.
„Gevoel vult de
techniek aan"
In zijn speech, waarmee hij gister
avond de fototentoonstelling „Foto-
Montmartre" opende, die in 't kader
van de „Week van de Fotografie" is
ingedicht in de Boerhaavezalen aan 't
Vrouwenkerkhof, zeide weth. J. C. v.
Schaik dat de vraag óf fotografie
kunst is, nog dagelijks vele duizen
den bezighoudt. De groep van dege
nen, die beweren willen dat het géén
kunst is, wordt evenwel steeds klei
ner.
In zijn korte beschouwing over de
evolutie van de foto sprak de wethou
der als zijn mening uit, dat het ge
voelselement in de fotografe! van we
zenlijke betekenis is.
Bij een bezoek aan de tentoonstel
ling zal men ervaren, dat inderdaad
het gevoel een ste.npel drukt op elk
van de bijna 200 prenten, die door de
Leidse Vereniging van Amateurfoto
grafen in samenwerking met de Stich
ting tot Bevordering van de Ama
teurfotografie worden ge ëxposeerd.
Er hangen foto's van beginners en
gevorderden, maar ook van promo
tie- en hoofdklasse. Werken, zó ge-
differentiëerd naar onderwerp, stof
uitdrukking, indeling en gevoelsweer
gave, dat een vergelijking niet moge
lijk is. Bij de beginners frappeert niet
zozeer de originaliteit als wel de ma
nier van zien. De gevorderden en
hoofdklassers vallen op door de per
fecte afwerking van de inzendingen.
Bij de opening van de expositie
heette de heer J. Gompelman, voor
zitter van de L.A.F.V., de belangstel
lenden, met name bestuursleden van
Tentoonstelling in
school aan Haagweg
Aan de vooravond van de viering
van het vijf en zeventigjarig bestaan
heeft de Leidse Ambachtsschool het
nuttig geoordeeld een groots opge
zette tentoonstelling in het schoolge
bouw aan de Haagweg te organise
ren, waarin op duidelijke wijze ge
toond wordt wat met dit onderwijs
bereikt kan worden en hoe deze re
sultaten tot stand komen.
Het meest spectaculaire van de
twee gedeelten, waarin de expositie
te onderscheiden is, is ongetwijfeld
samengebracht in de twee lokalen,
waar de prijzen van de loterij staan.
Hier ziet men de produkten van het
vakmanschap der leerlingen kant en
klaar. Een sierlijk slaapkamer
ameublement, het aantrekkelijke
meubilair voor een woonkamer, ge
makkelijke stoelen, aardige tafeltjes,
bureaus, kinderledikant j es, teveel
om op te noemen. In de verschillen
de klaslokalen kan men een ant
woord vinden op de vraag, hoe men
tot dergelijke resultaten komt. Hier
wordt een blik gegund in de keuken
van het moderne, technische onder
wijs. Maar ook wordt de bezoeker
duidelijk gemaakt, dat niet alleen
handvaardigheid vereist wordt. In de
loop der jaren heeft het algemeen
vormend onderwijs een steeds grote
re plaats verworven. Een derde deel
van de lesuren wordt hieraan be
steed en de leerlingen krijgen daar
bij les in Nederlandse taal, Engels,
wiskunde, natuur- en werktuigkun
de, biologie, maatschappijleer en
aardrijkskunde.
Een bijzonder attractief stukje
werk is ook geleverd in het z.g.
„timmermanshuisje". In een bepaald
lokaal is gewoekerd met de ruimte
om een hele woning in elkaar te tim
meren. Via een voordeur stapt men
in een hall, die toegang geeft tot een
toilet, woonkamer, studeerkamer en
keuken en vanwaar ook een trap
naar een denkbeeldige verdieping
leidt. Ongeveer vijftien leerlingen
hebben hier in enkele maanden tijd
iets zeer aardigs gemaakt, waarbij
kennelijk niet alleen aandacht is be
steed aan het timmeren op zichzelf,
maar ook aan de moderne vormge
ving.
De tentoonstelling werd gistermid
dag officieel geopend door de voor
zitter van het schoolbestuur, ir. J. J.
G. van Hoek, in aanwezigheid van
talrijke genodigden, onder wie het
voltallig bestuur, de wethouder van
Onderwijs, de heer J. C. van Schaik,
de chef van de afdeling onderwijs
der gemeente Leiden, dr. J. M. Roo-
senschoon, de gemeentelijk inspec
teur van het onderwijs, de heer B.
Swanenburg, de commandant van de
Leidse brandweer, de heer S. W.
Hagendoorn. Ir. Hoek meende dat er
eigenlijk te veel jubilea gevierd wor
den. Bij scholen ligt dit evenwel an
ders. Daar kan het slechts in het
voordeel van de vorming van de
jeugd zijn, dat van tijd tot tijd de
resultaten van het werk eens worden
overzien. Het lag allerminst in de
bedoeling van spr. om een breed
overzicht van de geschiedenis van de
school te geven, maar hij ging niet
temin even terug naar de oudste his
torie, toen de pioniers moesten
vechten voor érkenning en waarde
ring. Nu heeft de school wel heel
wat minder vrijheid dan in die eer
ste dagen, maar het goede overtreft
de onaangenaamheden van de be
perkingen.
Ook in de onderwijs methoden is
veel veranderd. Vroeger was de al
gemeen vormende onderwijzer een
vreemde eend in de bijt, tegenwoor
dig kan men hem niet uit het onder
wijs wegdenken. Het onderwijs op de
school is veranderd met de eisen
van het bedrijfsleven en de resulta
ten toont deze expositie
de Stichting tot Bevordering van de
Amateurfotografie, van het hoofdbe
stuur van de Amateurfotografenver-
enigingen en van de Nederlandse Fo
tografenvereniging alsook van het
Leids Kunstcentrum en aan de heer
J. Machielse, voorzitter van het Ver
bond voor Veilig Verkeer te Leiden.
Door gevoel tot kunst.
Spr. zeide dat de expositie gezien
moet worden als een propaganda voor
de fotografie in het algemeen. Het is
hierom ook, dat bij de samenstelling
ervan een greep is gedaan uit het
werk van alle leden van de L.AJW.
Het doel van de tentoonstelling is ook
het doel van de vereniging te bewer
ken, dat er bij het fotograferen bete
re resultaten bereikt worden met
minder verspillen van materiaal.
In zijn openingswoord legde de
heer Van Schaik, wethouder van on
derwijs de nadruk op het in de foto
grafie onmisbare element gevoel.
Vroeger, aldus spreker, was er bij het
fotograferen geen sprake van gevoel,
doch in enkele tientallen jaren heeft
er een revolutie plaats gevonden.
De fotograaf is kunstenaar gewor
den, omdat hij evenals: b.v. een ar
chitect, beperkt is in de keuze en het
gebruik van zijn materiaal. Derhlave
moet gevoel het ontbrekende aanvul
len en spreekt de aestetica zeker een
belangrijk woordje mee.
Evenals in de fotografie signaleer
de spr. ook in acetivitei en prestaties
van de Leidse Amateurfotografen een
sterke vooruitgang.
Hij noemde de Leidse fotografie
bijzonder goed.
De keuze van de tentoonstellings
ruimte achtte de heer Van Schaik, die
ook voorzitter is van het Leidse
Kunscentrum, zeer geslaagd en hij
vestigde de aandacht op de bijzondere
gunstige val van het 'daglicht.
Grote plannen.
Wanneer deze eigenschap algeme
ner bekend wordt, dan is er naar de
mening van de heer Van Schaik geen
twijfel aan of in de toekomst zullen
de zalen meer gebruikt en dus meer
bezocht worden. Ln dit verband be
sprak hij de plannen tot restauratie,
zoals die door ir. Van Oerle zijn ont
worpen en die momenteel berusten
bij het college van b. en w. Dit schets-
plan omvat de algehele restauratie
van het St. Ceciliagasthuiscomplex,
waartoe ook de Boerhaavezalen be
horen, ten behoeve van de Stichting
Leids Kunstcentrum. In overeenstem
ming van de gebouwen, zouden de
z.g. proveniershuisjes verbouwd kun
nen worden tot woningen van een
aantal kunstenaars. Op de begane
grond, waar ook het Dolhuis was,
komen een aantal ateliers en ver
koopruimten. De uitbouw a$n de
zijde van de Agnietenstraat zou de
functie krijgen van aula, waar offici
ële ontvangsten kunnen plaatsvin
den bij de opening van tentoonstel
lingen etc. in de „Boerhaavezalen"
ook zou er studiegelegenheid zijn
voor muziekscholen en -korpsen.
Deze plannen worden echter o.a.
door de bestedingsbeperking door
kruist.
Hij sprak de hoop uit, dat de ten
toonstelling de leden van de LAFV
zal sterken, hun activiteit verhogen
en dat ze zal stimuleren tot een her
haling over twee jaar.
Met een druk op de knop opende
de wethouder de „Foto-Montmartre"
waardoor een fototoestel dit moment
op de gevoelige plaat vastlegde.
Als danlf voor de bemoedigende
woorden van de wethouder, gaf de
heer Gompelman hem de verzeke
ring, dat zijn wensen zeker in ver
vulling zouden gaan als de res
tauratieplannen zouden worden ver
wezenlijkt. Hierna trokken zich een
aantal genodigden terug om op de
„Place Dagncrre5' een glas wijn te
drinken, terwijl de belangstellenden
en bezoekers de foto's gingen bezich
tigen of een bezoek brachten aan de
demonstratiezaaL