EEN HOLLANDSE STAD AAN HET NIEUU/E DIEP JANNEN, JUTTERS ENREDDERS legende rf H ZWAAR TRANSPORT DOOR DE LUCHT ZATERDAG 29 MAART 1958 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 Kop van Dorus Rijkers op het Reddersmonument. ET WAAIT ER ALTIJD IN DE KOP VAN NOORD-HOLLAND. Om spoeld door drie „Zeeën", de Noordzee, het Marsdiep en de Wadden zee, ligt het daar aan het einde van het Hollandse vasteland, als de top van „Lange Jaap", de 70 meter hoge vuurtoren van Huisduinen, die 's nachts i'n lichtende pijlenbundels over groi\d en water zweept; in reeksen van vijf. De wind komt er altijd de dijk overgestoven vanuit een der zeeën, maar 's zomers is het er koel en in de winters nooit koud, zeggen de Heldenaren en dat wil toch ook wel wat zeggen. Een wonderlijke stad, dat Den Helder. Des avonds zien er de straten blauw van de braniekragen en paraderen er de jonkers met scharlaken kra gen en lang-geketende statiedolk. In grachten en singels liggen Hr. Ms. kleine schepen van oorlog zij aan zij met woonarken. De ganse dag hoort men er op de werf het ratelende geklop van bedrijvige boren en hamers op stalen scheepswanden. Bij een brug ligt de oude schuit „De Schorpioen", een wel wat al te vrijmoedige naam voor het wachtschip waar zoveel blond en zwartgelokte marva's hun verblijf hebben. En 's maandags geurt heel Den Helder naar snert en bami, zomer en winter dóór de traditionele mari- neschaft voor de eerste weekse werkdag. ALS WE HET NIEUWE DIEP na deren vanaf de eentonig-lange weg die van Alkmaar langs 't Noord- Holands kanaal voert, dan is het eer ste wat we in de verte zien de toren hoge radarmasten van de kruisers ,yDe Zeven Provinciën („De Zeven", zeggen de Jannen) en „De Ruyter", trotse naam dragers van gouden glo rie. Dat is het waarmerk van Den Helder, de grote thuishaven van de Koninklijke Nederlandse Marine, ge naamd Het Nieuwe Diep. En zeg dan verder maar geen kwaad meer van dat Nieuwe Diep ondanks het zo graag gezongen ma trozenlied: „O, Nieuwe Diep, O, Nieu we Diep, wat ben je diep gezonken." HUISDUINEN DE BAKERMAT. De oudste nederzetting aan die kop van Holland is Huisduinen, eertijds een vissersdorp, nu badplaats. Het oude Den Helder stamt uit de 16e eeuw. Beide dorpen zijn wegens af slag van de kust landinwaart ver plaatst moeten worden. Huisduinen heeft een zekere bloei gekend door dat er veel commandeurs van walvis vaarders thuis hoorden, maar is in de 18e eeuw door Den Helder overvleu geld. Dan ook vormt zich op Helder's gebied een nieuwe kern in het uiter ste noord-oosten, bij het Texelse Hoofd aan het Nieuwe Diep: Den Hel der wordt marinehaven. Een stedelij ke bebouwing komt tot stand langs noord- en westkant van het marine- etablissement Willemsoord, traditio neel genaamd „Het Paleis", en de ze tel van de Commandant Zeemacht. In 1824 verschaft Amsterdam zich een betere vaarweg naar de Noord zee door het graven van het Noord- Hollands kanaal, en Den Helder, d.w.z. Willemsoord, wordt voorhaven van Amsterdam. Ook Koopvaarders- en Marine-binnenhaven worden ge graven en het Helders Kanaal, dat Oud-Den Helder met het Noord-Hol lands kanaal verbindt. Langs deze binnenwateren wordt verder ge bouwd en nog geen eeuw geleden gaat zich aldus een stad vormen. In 1878 is het zielental van Den Helder opgelopen tot 22.000 maar daarna gaat de stad achteruit tengevolge van de opening van het Noordzeeka naal. Amsterdam heeft een betere en kortere waterweg naar de Noordzee gekregen en Den Helder verliest zijn positie in de koopvaart. Ook de vis serij gaat er achteruit omdat deze oude tak van Helders bedrijf zich ver plaatst naar IJmuiden. MARINEHAVEN. Den Helder is marinestad. In 1781 werd op voorstel van de Amsterdam se Admiraliteit besloten van 't Nieu we Diep een „veilige bergplaats van 's lands schepen te maken." Waar nu het fort Oostoever ligt, wordt dan het .Nieuwe Werk" aangelegd. Ter be scherming van de marinebasis zijn door Napoleon in 1811 de vestingwer ken aangelegd die we nu nog kennen. Oorspronkelijk met Franse, thans vergeten namen, werden ze na de be vrijding in 1833 omgedoopt en heten nu Erfprins, de Harsens en Dirks Ad miraal. In 1812 is de grondslag gelegd van Willemsoord ter vervanging van het Nieuwe Werk, waardoor Den Helder zijn positie als marinebasis versterk te. Medemblik, Vlissingen en Helle- voetsluis werden door de marine ver laten. Maar is Den Helder dan marine- stad, het is ook niet veel méér, hoe vreemd dat na bovenstaande uiteen zetting ook klinken moge. Want geen stad van zijn maat in ons land is zó gebonden aan één bestaansbron. Bij de marine en de aanhorige marine werf als werkgevers zinken alle an dere in het niet. Ongeveer 85 van de beroepsbevolking is in dienst van marine en werf. Den Helder behartigt 's Lands belangen ter zee, dat wordt gefinancierd door de staat en het pro duceert daarbuiten weinig. Het inko men van Den Helder is een z.g.n. „af geleid" inkomen en daardoor zal het zich nooit ruim kunnen bewegen. De stad heeft weinig kapitaalkrachtige burgers. EEN UITZONDERLIJK OORD. Uniek is de ligging aan het noord einde van de aaneengesloten duinen rij van Holland en het daarachter liggende land, aan het Marsdiep tussen Noord- en Waddenzee. Maar deze zeestad bij uitstek kan zelf de zee niet zien. Daar moet men voor op een dijk klimmen, de zwaarste dijk ter wereld totdat de afsluitdijk werd gebouwd. Wél is er de zee te horen en te ruiken, en de wind kan in Den Helder spoken als vrijwel nergens in het land; de windsnelheid is er meer dan I1/» maal zo groot, de windkracht ongeveer 2'/t maal als in De Bilt Dat maakt dat de bomen er moeizaam groeien, maar de mensen gedijen er best. Achterland van betekenis heeft de plaats niet. Het is een geïsoleerde stad: één spoorweg verbindt Den Hel der met de rest van de wereld, één Rijksweg en één kanaal. Dan is er nog de bootverbin ding met Texel. Het „Gibraltar van het Noorden" ligt vrij wel afgezonderd van de rest van ons land, opent zich niet naar dat land maar ligt de zee toegekeerd. En toch is het nooit een koopstad geworden. De Oost-Injevaarders lie pen om de kop van Holland heen langs Den Helder naar Amsterdam en andere koopsteden aan de Zuider zee. Eén trek heeft Den Helder met de grote wereldkoopsteden gemeen; de bevolking heeft bindingen overal ter wereld. Het heeft zijn liefste betrek kingen vaak overzee, ver in Indonesië en waarheen ook oorlogsschepen uit-1 zwermen. DORP VAN JUTTERS EN REDDERS Toen in samenhang met de aanleg van het Noord-Hollands Kanaal in 1824 het Koegras werd ingepolderd, waar nadien een nieuw dorp is ont staan, eerst Loopuytdorp, thans Ju- j lianadorp geheten en een centrum van bloembollencultuur, gaf 't plaats- j je Den Helder zijn naam aan de gro te gemeente die toen werd gevormd. Uit „Willemsoord" in de noord-oost hoek ontwikkelde zich onder die naam een stad. Deze aanvaardde ech ter later de naam van de gemeente: het oorspronkelijke dorp dat een in zichzelf besloten eenheid bleef, werd Oud-Den Helder. Van dit Oud-Den Helder is weinig meer dan een herin nering over. In dat Oud-Den Helder, gelegen onder aan de dijk in een flauwe bocht van het Marsdiep, van het zusterdorp Huisduinen gescheiden door het fort Erfprins, woonden de vissers, de jut ters en de redders. Het was in alle letterlijkheid Oud-Den Helder met kleine, achter de dijk geborgen huis jes aan nauwe, bochtige straatjes en kluften. Maar er woonde een oud vi kingengeslacht. Opgegroeid met de zee en de gevaren van verraderlijke gronden in de zeegaten en langs de eilanden, leefden daar mannen met een legendarische naam: Dorus Rij kers, Coenraad Both, een Hagen, een Blokker en zoveel anderen. Maar die verzameling „vissersstui pen" lag in het schootveld van de Duitse kanonnen-naar-zee en daarom was het gedoemd te verdwijnen. Een reeds lange jaren gevoelde noodzaak van sanering van dit stadsdeel werd daardoor verhaast maar met deze sa nering ging ook dat karakteristieke weg dat wellicht nog ten dele be waard had kunnen blijven. Want Oud-Den Helder, al is het dan thans weer verrezen, is Oud-Den Helder niet meer. Zonnige maar eenvormige huizen aan brede maar eentonige straten met zeehelden-namen hebben de plaats van veel schilderachtigs in genomen. Maar tegen de hoge dijk zijn een drietal „hofjes" gebouwd met woningen voor de oude redders of hun weduwen. Deze hofjes, aan drie kanten gesloten, liggen met hun open zijde naar de Dorus Rijkersstraat, wiens bronzen beeld op het middelste pleintje de herinnering aan deze fi guur levendig houdt. HET HEDEN. De huidige gemeente Den Helder, bestaande dus uit Huisduinen, Oud- Den Helder, het Nieuwe Diep en Ju- lianadorp, is 4580 hectaren groot en telt 47000 inwoners (prognose voor 1970: 70.000). Om de te verwachten aanwas op te vangen wordt een satel lietstad gebouwd, ongeveer in het midden ten zuiden tussen Huisduinen en Den Helder en daarvan geschei den door gebieden als „De donkere Duinen". Zetel van een kantongerecht, be hoort het tot het arrondissement Alk maar. R.-K.-kerkelijk is het een deke naat, parochie van de H.H. Petrus en Paulus. Daaronder hoorde vroeger ook het zo goéd als geheel protestant se Huisduinen maar in de satelliet stad werd een nieuwe parochie ge sticht die zich nog moet behelpen met een noodkerk, toegewijd aan de pa troon der zeevarenden, de H. Nico- laas. Het Reddersmonument op het Zeeheldenplein aan de rand van het oude juttersdorp. Politiek is de bevolking voor het merendeel georiënteerd op de P.v.d.A. die dan ook de absolute meerderheid in de uit 27 leden tellende gemeente raad bezit, n.l. 15. De K.V.P. telt er vier, de V.V.D. drie en de Prot Chris telijke partijen, uitmakende één frac tie, vijf. Aan het hoofd van de ge meente staat sinds 1950 mr G. D. Re- horst als burgemeester. Er is een nieuw spoorwegstation in aanbouw, meer naar het zuiden toe, omdat door de spoorlijn thans de stad in twee afzonderlijke helften is ge splitst. Vorige generaties meenden het op hun wijze goed te doen maar zij konden de zich in een zo snel tem po voltrekkende ontwikkeling ook niet voorzien. Betere verbindingen met oude en nieuwe stadsdelen wor den daardoor mogelijk. Een ingrijpen de doorbraak vanuit het havengebied door het centrum naar buiten is ge pland en als al die kostbare plannen verwezenlijkt zullen zijn zal de aan komende reiziger die het station ver laat verrast zijn blikken slaan op een stadsbeeld waar menige grotere plaats jaloers op zal zijn: een zeer ruime es planade. Maar dat alles ligt nog ver in het verschiet, ook in Den Helder kent men de bestedingsbeperking. OORLOGSLEED. Als door de Duitsers in 1940 „over genomen" marinehaven heeft Den Helder een zware tol aan de oorlog moeten betalen. Niet minder dan 117 luchtaanvallen heeft het te verduren gehad en 32 mijnen zijn tegen de dijk geëxplodeerd. In mei en juni van 1940 kwamen de eerste luchtbombardementen, vele gebouwen in de omgeving van het station gingen in vlammen op. In de loop van de vijf jaren oorlog ging méér in puin, in de stad en op de werf. Bovendien werd er veel gesloopt. Toen de vrede kwam, althans het ein de van de oorlog, groeide gras in vele straten met verlaten huizen. De ba lans kon worden opgemaakt: ruim 2000 woningen waren verwoest of on herstelbaar beschadigd, ruim 20 van de woningvoorraad der stad, en afgezien van de verwoestingen op de werf waren 322 andere gebouwen verdwenen, waaronder het mooie huis van de voormalige Bond van minder marinepersoneel, het politie bureau, het postkantoor, de synagoge en de Oud-Katholieke kerk. Toen telde Den Helder officieel nog maar 16000 inwoners. Velen waren, vrijwillig of gedwongen geëvacueerd. Deze evacuatie begon reeds in juli 1940 na een urenlang bombardement, waarvan „boze" tongen nog steeds be weren dat het door de Duitsers zelf werd uitgevoerd. De geslagen wonden zijn thans alle geheeld. 4000 huizen zijn er sindsdien alweer gebouwd en bijna 900 zijn in aanbouw. Zo groeit Den Helder weer in tal en last, het barst uit de oude stelling. Veel is er veranderd maar wat in het Nieuwe Diep blijven zal is de Koninklijke Marine, wat vissers en de redders. Het oude geslacht der jutters-van- vader-op-zoon is wel gedoemd uit te sterven maar de naam blijft een qua- lificatie waarop de verre nazaten van vikingers en de telgen van walvis vaarders en mensenredders altijd trots zullen blijven. W. PRINS. (Van onze correspondent). Na de vliegende brandweer, het vliegend vuilnisvat, de vliegende jeep, komt nu de vliegende hijskraan. Alle gaat de lucht in. Niemand ver baast zich straks meer, als de hemel zwart ziet van vliegende kranen Een kunstmaan is inmiddels ook al de gewoonste zaak van de wereld gewor denIn de Verenigde Staten wer ken op het ogenblik ingenieurs van zes verschillende vliegtuigfabrieken aan de verwezenlijking van een heli copter, die meer dan 10 ton zware lasten verplaatsen kan. Aan opdrachten voor dergelijke transportmonsters zal het niet ontbre ken. Met een minimum aan kosten kan straks de zwaarste last neerge zet worden in de Braziliaanse oer wouden of op de Antartische sneeuw- woestijnen. Wegen in onherbergzame Het imposante Commandeurshuis, zetel van de maritieme overheid. Het strenggeltfnde Raadhuis, zetel van het burgerlijk bestuur. gebieden worden overbodig als derge lijke hefschroefvliegtuigen hun werk gaan beginnen. Nog dit jaar zal de grootste helicop ter van de wereld in Engeland de lucht ingaan. Het toestel biedt plaats aan 60 passagiers en kan een snelheid van 300 kilometer per uur halen. Ac tieradius: 700 kilometer. Het toestel heeft slechts een landingsplaats no dig van 50 x 100 meter. De construc teur van deze helicopter gelooft, dat hij met zijn toestel alle vliegtuigen die diensten uitvoeren binnen een straal van 500 kilometer kan verdrin gen. De lading wordt bij zo'n helicopter onder aan de romp gehangen. Een proef is genomen met de „Hughes X H-17". Als een hijskraan nam dit toe stel 7 ton vracht zonder enige moeite mee de lucht in. Bij een verbeterde constructie zal het mogelijk worden transporteeren met een gewicht van 15 ton uit te voeren. Na de Rotodyne, waarmee kort ge leden zeer geslaagde proeven geno men zijn, de Covertiplan, die thans getest wordt, zal deze vliegende hijs kraan een helicopter worden, die snel en economisch „bergen" werk zal kunnen verzetten. Bijschrift: Bij de vliegende hijskraan wordt de lading onder aan de romp gehangen. Een proef met een helicop ter, die 7 ton vracht vervoerde, is al gelukt. Constructeurs perfectioneren dit systeem om de nuttige lading tot 15 ton op te voeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 7