Het sprekende testament
Het
geheim
van de
ijzeren kist
OVERPEINZING
ZATERDAG 1 MAART 1958
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
schuren door de mist hten en een zucht
van verlichting ontsnapte hem, want hij
was ook aan het eind van zijn krachten.
„Ziezo, we zijn er", en Jan gooide de
staldeur open. Hè, lekker warm was het
hier. De koeien begonnen zich te roeren
bij dit ongewone gerucht.
„Ga zitten en doe de natte kleren uit",
zei Jan. „Dan zal ik droog goed voor
u halen".
De arme man begon wat bij te komen.
Toch was 't moeilijk om met zijn ver
stijfde vingers de schoenveters los te
krijgen, maar toen Jan terug kwam was
hij al zo ver. dat hij de droge kleren
aan kon trekken. Intussen warmde Jan
een beker melk en toen de drenkeling
dat op had, knapte hij zichtbaar op. Op
eens moesten ze allebei lachen, toen ze
na'ar de natte jas keken, waaruit het
water met straaltjes op de grond liep.
„Ik ben u ongelooflijk veel dank ver
schuldigd en zonder uw hulp zou ik
zeker verdronken zijn. Ik had al een
III.
JAN SCHOOT NIET HARD OP, omdat
hij haast geen hand voor de ogen
kon zien en ook omdat het ijs op vele
plaatsen niet betrouwbaar was. Af en
toe bleef hij staan om de stem, die om
hulp riep, goed te horen.
„Me dunkt, ik ga in de goede rich
ting", dacht hij, toen de stem duide-
lijker klonk. Gelukkig bleef het geroep I oprecht gemeende oefening van berouw
aanhouden, dat was tenminste een teken gebeden; maar laat ik me eerst eens aan
dat de drenkeling nog leefde, ofschoon u voorstellen; ik ben Vermolen", en ge-
deze zich wel gevoeld moest hebben lijk gaf hij Jan een stevige hand.
alsof zijn laatste uur geslagen was. In- „jan Korver", stelde ook Jan zich
derdaad was de kans op redding uiterst
gering. Wie immers zou zich met dit
weer op het ijs wagen? Daar hoorde
deze het krassen van de schaatsen en
hij begon nog harder te roepen. Jan
tuurde en tuurde door de duisternis en
ha, daar hoorde hij het geklots van wa
ter in het open wak. Vlug gooide hij
zijn schaatsen uit en gleed op zijn buik
langzaam vooruit. Nog één zetje en hij
kon het slachtoffer duidelijk herkennen.
Nu schoof hij het hek voor zich uit en
ging er bovenop liggen. Hij kon nu de
man met beide handen naar zich toe
trekken, zonder dat het ijs afbrokkelde.
„Probeer u op te hijschen", moedigde
Jan hem aan.
„Mijn benen zijn stijf van de kou,
ik kan ze haast niet buigen", zei de
arme man.
„Toe, volhouden, 't Is nog maar een
kwestie van een paar minuten. Beweeg
uw benen, voor cn achter". En Jan tel
de: „Voor, achter, voor, achter". Er
kwam beweging in zijn benen.
„Nu geeft u me de ellebogen en steun
dan op het hek".
Jan pakte hem stevig bij de schouders
en met een flinke zet lag de drenkeling
op het hek.
„Nu staan! Houdt me maar vast!"
't Was een moeilijk werk, want het
water bevroor weer onder de voeten
van de beide mannen en ze stonden te
glibberen op hun benen.
De sterke Jan nam hem half onder
zijn armen en zo strompelden ze naar
de kant. Toen ze eenmaal op het gras
stonden ging het veel beter. Nu hadden
ze tenminste houvast onder de voeten.
Zo goed en zo kwaad als het ging, suk
kelden ze verder en warempel, de half
bevroren man scheen weer fut te krijgen
en liep alweer aardig mee.
„Als we maar eenmaal op de boer
derij zijn, dan is alle leed geleden", zei
Jan bemoedigt nri het bedanken voor de redding van haar
De man had nog niet veel gezegd, man en de dochter was al even geluk-
spanning kostte hem het lopen. I kig. Bij een kopje thee bleven ze wat
Toosje ging naar buiten, maar deed
eerst haar laarsjes aan. Ze nam de step
mee om door de plassen te rgden. Dat
:n te rijd
sn poosje
i ging toe
„Zou ik mijn vrouw even op mogen
bellen, want zij zal wel in duizend ang
sten zitten, met deze mist".
Jan bracht hem naar de kamer waar
de telefoon zich bevond en nodigde hem
uit om deze nacht maar op de boerderij
te blijven slapen. Dat zou de boer best
goed vinden.
Toen mijnheer Vermolen zijn vrouw
gerustgesteld had, bracht Jan hem naar
de huiskamer, waar de boer en de
boerin bij een kopje koffie de krant
zaten te lezen.
„Ik dacht al, er is iets aan de hand.
omdat de hond zo blafte", meende de
boer. Ze bleven nog een poosje gezellig
met elkaar praten en toen hoorden ze
dat mijnheer Vermolen een autofabriek
had. Zijn auto stond trouwens een eindje
verder op de grote weg geparkeerd. Hij
had de schaatsen meegenomen om on
derweg op een mooie plas te gaan
schaatsen, maar nu was alles zo ver
keerd uitgekomen. De vreemdeling kreeg
gauw slaap en verlangde vroeg naar
zijn bed. Dat kon iedereen wel begrij
pen na zo'n spannende belevenis.
De volgende morgen na het ontbijt gaf
mijnheer Vermolen aan Jan zijn adres
en nodigde hem zondag uit, bij hem
thuis te komen. Dat deed Jan wat graag.
De boerin had de kleren gewassen
gestreken en met het koffertje achter
I op de fiets ging Jan naar het huis
de familie Vermolen.
„Wat een kanjer van een huis", dacht vader en
Jan toen hij bij het tuinhek afstapte hp^rtioR
en de gevel bekeek. Hij reed het pad
op maar behoefde niet eens te bellen,
want mijnheer had hem al aan zien ko
men en deed de deur al open.
„Prettig Jan, dat je zo vroeg komt.
Kom mee, dan zal ik je voorstellen aan
mijn vrouw en dochter".
Mevrouw was al even uitbundig
dehand waren Piet en Nel wakker ge
worden. Piet ging voor het raampje
kijken.
„Nel kom eens kijken, het heeft ge
sneeuwd"", riep Piet.
..Komen jullie eten. dan kunnen jul
lie nog even glijden!" riep moeder.
Vlug kleedden ze zich aan. Toen ze
klaar waren gingen ze een lange glij
baan maken. Even later riep moeder:
„Kinderen het is al kwart voor negen,
gauw naar school".
Toen ze 's middags thuis kwamen en
gegeten hadden, gingen ze sleeën, want
ze hadden ijsvrij. Om zes uur kwamen
ze pas binnen. Het was een leuke dag
geweest.
Anneke stuurde ons:
HET ONGELUK
Het was heel glad op de weg. Het had
gesneeuwd. Thea liep op de weg te glij
den. Er kwam een politie-agent voorbij
en zei: „Kind ga eens gauw op de stoep".
Maar dat deed Thea niet. ze bleef maar
glijden. Daar kwam een auto aan. Thea
zag niets. Opeens een gil en zij lag onder
de auto. De dokter kwam en zij had een
zware hersenschudding. Ze moest zes
weken op bed blijven. Dat was haar
straf.
rug kletsnat en ging toen maar
naar huis toe. Moe was toen erg boos
en ze moest vroeg naar bed.
Joke v. Rooyen (Lisse), Leo v. d.
Geest (Warmor.4), Sjani Duivenvoorden
(Noordwijkerhout), Riet v. Noort (Zoe-
terwoude), Lida v. Velien (Leimuiden),
Leo de Hollander (Zoeterwoude), Rla
v. d. Salm (Oude-Wetering), Hans Loos
(Roelofarendsveen), Annic Bontje (Nwe
Wetering), Joke Sikking (Warmond),
Ria de Winter (Warmond). Willy v. Rijn
(Warmond), Jos IJsselmuidcn (Voor
hout), Thea IJsselmulden (Voorhout),
Cobie Hoppetvbrouwer (Hazerswoude),
Trees Verkley (Hazerswoude), Treesje
Oost-dam (Zoeterwoude), Ria Splinter
(Zoeterwoude), Anfoon Duivenvoorden
(Noordw.hout), Dick v. Goozen (Hoog-
made), Fien Alkemade (NoordwMk),
Corrie Klein (Roelofarendsveen). Ellie
Bontje (Nieuw Wetering), Ellie Hooge-
boom (Roelofarendsveen) stuurden dc
oplossingen op een kaartje. Alles was
goed.
De volgende week gaan we weer
verder.
TANTE JO en OOM TOON.
TOEN KNORKE ZIEK WAS
De zusjes Duivenvoorden (Noord
wijkerhout). Bedankt voor de mooie
plaatjes, 't Zag er weer prima uit.
Sjanie v. d. Geest (Oud-Ade). Weer
een nieuw nichtje, die onze verhaaltjes
zo leuk vindt. Ze heeft er zelf ook een
verzonnen:
DE GLIJBAAN
Het had gesneeuwd. Toen Ria en Cor
rie 's morgens uit bed kwamen, kleed
den ze zich vlug aan om naar de kerk
te gaan. Corrie ging het eerst uit de
kerk. Ze ging vlug om het hoekje staan
met een sneeuwbal in de hand en toen
Ria uit de kerk kwam, kreeg ze pardoes
de sneeuwbal. Maar Ria gooide er ook
een terug. Toen gingen ze een glijbaan
maken. Corrie was nog te klein en kon
niet glijden, maar Ria deed het voor;
De glijbaan was heel lang en toen
Corrie aan het eind was, viel ze op
haar hoofd. Ze huilde heel erg en i
der bracht haar naar bed. De dokter
kwam. maar na een dagje mocht ze
weer uit.
Albert Koomen (Voorhout). Dat zag
er keurig uit en prima in orde.
Jetje Prins (Voorhout) komt met een
leuk verhaaltje:
bereid verklaarde, hem te verplegen.
Toen Rosemarie, zo heette de ver
pleegster, het 7 maanden oude „kind"
in haar armen nam, beet de aap flink
door. Maar reed9 dezelfde avond waren
ze goede vrienden geworden.... en het
duurde niet lang of Knorke huilde, als
Rosemarie de kamer uitging.
Dank zij de goede babykost (zacht-
gekookte eieren en heerlijke vruchten)
sterkte Knorke weer spoedig aan. En na
3 maanden was hij elf pond aangekomen
en hij werd een lieve, aardige aap, die
o.a. leerde, in huis mee te helpen. Als
Rosemarie stofte, haalde Knorke, zon
der dat het hem gezegd werd, een stof
doek of een papieren servet en „aapte"
haar na.
Knorke probeerde niet te leren pra
ten. ofschoon hij heel schrander was.
maar zijn vriendin begreep hem toch
wel. Een grappig keelgeluidje beteken
de, dat Knorke tevreden was met zijn
bestaan, een soort hoesten betekende,
dat hij boos was of zich ergerde.
Nu is Knorke weer in Artis, en Rose
marie brengt dagelijks nog vele uren
bij haar pleegkind door. Af en toe doen
ze samen nog een middagdutjemaar
Rosemarie weet heel precies, dat ze
Knorke niet meer als een klein kind
mag behandelen, want over 10 jaar is
hij 2 meter en weegt 350 pond.
EEN SPELLETJE MET KNOPEN
Knorke is de naam van een klein
Gorillajong, dat de dierentuin in Am
sterdam in Frans-Kameroen gekocht
had. Hij kwam in dc zomer met een
vliegtuig naar Holland, maar hij was
nauwelijks in het land, of hij kreeg
paratypus. Omdat paratypus voor mens
apen een zeer gevaarlijke ziekte is.
werd Knorke naar het ziekenhuis ge
bracht, waar een jonge verpleegster zich
De figuur, die jullie hier ziet, lijkt
wel 'n beetje op 'n kruiswoordpuzzle;
dat is het echter niet. Het is een spel
letje. Hoe moeten we dat maken.
We nemen een stuk karton van 15
cm. lang en 15 cm. breed. Verder heb
ben we liniaal en potlood nodig.
trekken langs de liniaal, cm. van da
kant, een lijn aan alle vier de kanten.
We houden dus 14 cm. over. De 14 cm.
gaan we in 7 stukken van 2 cm. ver
delen aan alle vier de kanten en trek
ken de lijnen'door. Kijk maar naar het
voorbeeld. De lijntjes die je niet nodig
hebt. gum Je maar uit. Ons speelbord
is klaar.
Als figuurtjes neem je 10 witte en
10 zwarte knopen (niet te groot). Bo
vendien heb je nog een tolletje nodig.
Kijk naar het tweede plaatje. Hoe moe
ten we dat in elkaar knutselen?
Trek een cirkel op een stuk karton:
de straal moet ongeveer 3 cm. zijn. (De
straal is de halve middellijn). De straal
passen we zes keer op de omtrek af,
zetten puntjes en verbinden de puntjes.
Kijk nog maar eens goed naar de teke
ning. We krijgen dus zes hokjes. Daarin
zetten we zes letters. Dus in ieder hokje
één. Het zijn de letters 1, r, o, 1. r. b.
De letters betekenen: links, rechts, on
der. links, rechts, boven. Het stokje in
het midden is een lucifer, waar een
puntje aan geslepen is.
Nu kan het spel beginnen. Het wordt
met 2 personen gespeeld. De een neemt
10 witte, de ander de 10 zwarte knopen.
Om de beurt mag je nu ergens een
knoop op het bord leggen.
Als al de 20 knopen op het bord lig
gen. laat je om de beurt het tolletje
draaien. Valt het tolletje op een r, dan
moet je je knoop naar rechts schuiven.
Je mag net zover naar rechts gaan als
je zelf wil. Al de knopen van je tegen
stander die je daarbij tegenkomt, mag
je wegpikken. Maar je mag niet over
je eigen knoop heenspringen. En er mag
in een hokje ook maar één knoop liggen.
Kan je je knoop niet naar rechts laten
gaan. omdat je er zelf een andere knoop
hebt liggen, of omdat je op de nrtid
van het bord zit. dan val je voor die
beurt uit. Als het je gelukt is alle kno
pen van je tegenstander in te pikken,
dan krijg je zelf voor iedere knoop die
over is. 5 punten. Wie het eerst 100
punten heeft, die heeft gewonnen.
Daar zag Jan al dc schaduw
de
GOED IN HET REKENEN
De beroemde Duitse wiskundige Ganss
kon al goed rekenen, toen hij nog een
kleine jongen was. De onderwijzer kon
hem niet met die gemakkelijke som
metjes tevreden stellen, die zijn vriendje
maakten. Daarom zei hij op een
tegen hem: Tel nu alle getallen van 1
tot 100 bij elkaar op en kom me dan
maar eens vertellen, wat je eruit hebt,
De onderwijzer dacht, dat deze som voor
de zevenjarige een erge lange som zou
zijn.... maar een paar minuten later
stapte hij naar de lessenaar en liet zij
som zien. Ja. hoe had hij dat gedaan?
Dat laat ik jullie de volgende keer zien.
Probeer zelf maar eens hoe lang je er
over doet. Maar denk erom op tijd naar
bed.
praten over boerderij, paarden en auto's.
Op 't laatst werd de radio afgezet en
begon Anneke, zo heette de dochter, een
paar mooie pianostukjes te spelen, om
dat Jan er zo van hield. Ten laatste
nodigde mijnheer Vermolen hem uit
even op zön kantoor te komen voor een
kleine bespreking.
„Jan", zo begon mijnheer, „behalve
dank ben ik je nog veel meer verschut-
Zeg eens eerlijk, wat zou je nu
het liefste wensen?"
Die nacht had Jan veel nagedacht.
Wat zou hij het fijn vinden om in die
autofabriek te mogen werken. Dan kon
je nog eens vooruitkomen. Ronduit zei
hij dus: „Mijnheer zou het mogelijk zijn
dat ik een plaatsje kreeg op uw fabriek.
Ik zou natuurlijk als jongste leerling
met het eenvoudigste werk moeten be
ginnen".
Gespannen keek Jan naar het gezicht
van mijnheer Vermolen.
(Wordt vervolgd).
CORRESPONDENTIE
Ida cn Thea v. d. Haak (R.veen). Al
les was goed kinders, maar zeg eens,
jullie hadden best 1 postzegel van 12 ct.
kunnen gebruiken. Zo zwaar was de
brief niet.
Anneke en Sjanie Elstgeest (R'veen)
Terwijl ik dit briefje zit te schrijven,
dwarrelen de sneeuwvlokken buiten in
de tuin en lees ik het verhaaltje van
Sjani over:
SNEEUW
Het had 's nachts hard gesneeuwd. Nel
en Piet lagen nog op bed. Het was zeven
uur. Vader en moeder waren al opge
staan en vader ging naar zijn werk.
Moeder had de tafel al gedekt. Onder-
GEFOPT MET DE SNEEUWPOP
In het bos woonden twee beren, een
moeder, en twee kleine
beertjes. Toen het op zekere dag
gesneeuwd had, ging vader eten zoeken
en de twee beertjes gingen naar buiten
om sneeuwballen te gooien. Zij hadden
al een hele tijd gespeeld toen één van
de beertjes een idee kreeg.
,We gaan een sneeuwman maken, die
er net zo uitziet als vader".
Ze begonnen meteen en toen ze dè
sneeuwpop af hadden, gingen zij naar
moeder en zeiden: „Moeder, vader staat
de tuin te verkleumen van de kou
en hij zegt niets".
Moeder ging gauw mee en riep: „Ach,
arme man" en zij droeg hem mee naar
binnen. Ze legde hem op de divan, haal
de een deken en legde die over hem
heen. Ze ging gauw een bord soep voor
hem halen.
Even later kwam de echte vader thuis.
Hij ging naar binnen en zag de hele
kamer vol water. De kleine beertjes
moesten voor straf het water opruimen.
HET KUIKENTJE
Een heel klein kuikentje
Pas uit het ei
Ging dapper eens wandelen
Al door de wei.
Daar sprong een kikker
Door 't groene gras
Het kuikentje wist niet.
Wat of dat was.
Dat heel kleine kuikentje
Schrok zich haast dood.
De kikker kwam dichter.
Wat leek hij groot.
Toen liep ons kuikentje
Gauw weer naar huis.
Zo ver van de kloek af
Daar was het niet pluis.
Piet Keyzer (Ter Aar) vertelt:
Het regende dat het goot. Klein Toosje
keek door de ruiten. Ze zag aan
overkant de bakker- en slagerswinkel
en het was daar erg druk. Ze zag haar
vriendinnetje lopen en vroeg aan haar
moeder of ze ook naar buiten mocht,
Haar moeder vond het goed.
ALBERT SCHWEITZER
Albert Schweitzer is de zoon van een
dominee, die in een Duits stadje woon
de. Als baby was h(j erg teer en zwak,
maar door de buitenlucht en de vette
melk, werd hij al gauw veel gezonder.
Hij was op één na de oudste. Hij had
nog drie zusters en één broer.
Iedere zondag gingen ze met z'n allen
naar de kerk. Albert zat naast het
En in de kerk zag hij de duivel.
Boven naast het orgel kwam iedere keer
een baardig gezicht tevoorschijn. Het
keek de kerk in en Albert kon het al
leen maar zien, zolang er gezongen en
orgelgespeeld werd. Maar zo gauw Al
berts vader bad of preekte, verdween
het gezicht. Albert dacht, dat het 't
woord Gods was. dat de duivel ver
dreef. Pas, toen hij op school kwam,
werd het hem duidelijk, dat dat baar
dige gezicht van de organist was, en dat
hij het in dc spiegel zag. De spiegel
was zo geplaatst, dat de organist de
kerk in in kon kijken, wanneer de do
minee naar het altaar of naar de preek
stoel ging.
(Wordt vervolgd).
(8)
(VOOR ÜE ZONDAG)
(Voor de zondag).
„Ga uit het raam liggen" zo voegde Busken Huet eens zijn te
genstanders toe „en poog dan u zelf te zien voorbijlopen op
straat."
Welke bedoeling Busken Huet met deze lichamelijke en geeste
lijke gymnastiekoefening had, zij in 't midden gelaten. Het is een
nuttige raad voor iedereen, die zelf-kennis wil opdoen en er niet
voor terugdeinst bij tijd en wijle zichzelf een vervelend exemplaar
te vinden.
Ieder mens doet, of althans denkt, herhaaldelijk op een manier,
die voor het Alziend Oog over de stad Leiden uitkijkend van de
voorgevel van de Hartebrugkerk! geenszins door de beugel kan.
Ieder mens is namelijk een potje vol ongerechtigheden, een
potje vol zwakheden en toegeeflijkheden voor zichzelf. Dat weten
onze medemensen ook wel. over ons, maar zij weten het weer niet
van zichzelven. Daarom die goede raad van Busken Huet, zichzelf
te bezien, zoals een ander, en in 't bijzonder het Alziend
Oog, ons beziet.
Een proefneming op die wijsheid, welke zelfkennis heet,, is het
gebed in de Mis van morgen. Wie dit, knielend voor het onder brood
en wijn versluierde Aanschijn, uit volheid van overtuiging bidden
kan, is met zijn zelfkennis minstens op het goede pad. „God, gij die
ziet dat wij van alle kracht verstoken zijn, bewaar ons van binnen
en van buiten, opdat wij in het lichaam tegen alle tegenspoed be
schermd en in de ziel gezuiverd worden van alle verkeerde gedach
ten".
Aetherklanken
ZONDAG.
TELEVISIEPROGRAMMA.
NTS: Relais v. d. Duitse TV: 17.30
19.00 Intern, zwemwedstr. Duits
landNederland.
HILVERSUM I. 402 M.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR.
12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA
20.00—24.00 AVRO.
VARA: 8.00 Nws. 8.18 Gevar. progr.
9.45 Geestelijk leven, toespr. VPRO:
10.00 Geef het door, caus. 10.05 Voor
de jeugd. IKOR: 10.30 Kerkd. v. d.
Evangelische Broedergemeente te
Zeist. 11.30 Vragenbeantw. AVRO:
12.00 Lichte muz. 12.30 Sportspiegel.
12.35 Lichte muz. 13.00 Nws. 13.07 De
toestand in de wereld, caus. 13.17
Meded. of gram. 13.20 Gevar. progr.
v. d. strijdkrachten. 14.00 Boekbespr.
14.20 Pianokwart. 14.55 Wie was A.B?
De zaak van Oscar Slater, klanfcb.
15.10 Gram. en pianospel. 15.55 Foto-
tips. 16.00 Dansmuz. 16.30 Sportrevue.
VPRO: 17.00 Gesprekken met luiste
raars, caus. 17.15 Boekbespr. VARA:
17.30 Voor de jeugd. 17.50 Nws.
sportuitsl. en sportjourn. 18.30 Instr.
sext. 19.00 Discussie. 19.30 Annema-
rieke, hoorsp. met muz. AVRO: 20.0C
Nws. 20.05 90 Jaar Rode Kruis, feest
progr. 20.35 Paul Vlaanderen en het
Spencer Mysterie, hoorspel. 21.10
Lichte muz. 21.25 Gevar. progr. 22.15
Act. 22.30 Gram. 23.00 Nws. 23.15—
24.00 Met de Franse slag.
HILVERSUM II. 298 M.
8.00 NCRV. 9.30 KRO. 17.00 IKOR.
19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO.
NVRV; 8.00 Nws. en weerber. 8.15
Orgelconc. 8.30 Morgenwijding. 9.15
Bach-ens. en sol. KRO: 9.30 Nws. 9.45
Gram. 9.55 Plechtige Hoogmis. 11.30
Pianorecital. 11.50 Blaaskwintet. 12.20
Apologie. 12.40 Lichte muz. 12.55 Zon
newijzer. 13.00 Nws. en kath. nws.
13.10 De Wadders. 13.30 Gram. 13.45
Boekbespr. 14.00 Omr. ork. 15.00
Twents-Achterhoek halfuur. 15.30
Harp kwint, met voordr. 16.10 Sport.
16.30 Vespers. IKOR: 17.00 Zang-
dienst. 17.45 De wereldkerk aan het
werk, gesprekken. 18.00 Het Geladen
schip, causerieën. 18.30 De Kerk aan
het werk, caus. 18.40 Catechisatie
voor varenden. NCRV: 19.00 Nieuws
uit de kerken. 19.06 Gram. 19.25 Tot
ziens in Jeruzalem. KRO: 19.45 Nws.
20.00 Bonjour Coroline, blijspel. 20.30
Act. 20.45 De gewone man. 20.50 Ca
baret. 21.20 U bent toch ook van de
partij?, caus. 21.30 Als je nog vrij
bent, hoorsp. 22.05 Lichte muz. 22.35
Uit het Boek der Boeken. 22.45
Avondgebed en liturg, kal. 23.00 Nws.
23.15 Bariton en piano. 23.5024.00.
Omroep A Capellokoor.
MAANDAG.
TELEVISIEPROGRAMMA.
NCRV: 20.30 Attentie. 21.00 „Klein
beginnen", documentaire. 21.20 Film
programma. 21.35 Het einde van het
begin, éénachter. 21.55 Dagsluiting.
AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20
Gram. 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.10 De
groenteman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst.
9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram.
11.00 Gram. 11.45 Voordr. 12.00 Mil.
ork. 12.30 Land- en tuinb. meded.
12.33 Voor het platteland. 12.43 Lichte
muz. 13.00 Nws. 13.15 Meded. of gram.
13.20 Lichte muz. 13.55Beursber.
14.00 Voor de vrouw. 14.45 Blaastrio
15.15 Humanisme en opvoeding, caus.
15.30 Gram. 17.00 Voor de jeugd. 17.15
Voor de padvinders. 17.25 Sportmo-
zaïek. 17.35 Voor de jeugd. 17.50 Mil
comm. 18.00 Nws. 18.15 Regerings-
uitz.: Serie: Een loopbaan bij het on
derwijs. n. Waarom zou ik onderwij
zer worden? door C. Kleywegt, lid
van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal. 18.25 Amateursprogr. 18.50
Carillonbespeling. 19.10 Pianorecital.
19.30 Muzikale caus. 19.45 Gram.
20.00 Nws. 20.05 De Radioscoop. 23.00
Nws. 23.15 Koersen te New York.
23.16 Act. of gram. 23 3024.00 Front-
loge.
HILVERSUM II. 298 M.
7.00—24.00 AVRO.
NCRV: 7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10
Gewijde muz. 7.50 Een woord voor de
dag. 8.00 Nws. en weerber. 8.15 Sport
uitsl. 8.25 Gram. 9.00 Voor de zieken.
9.30 Voor de vrouw. 9.35 Raak de
roos. 10.15 Gram. 10.30 Theologische
aetherleergang. 11,15 Gram. 11.35
Gevar. progr. 12.25 Voor boer en tuin
der. 12.30 Land- cn tuinb.meded. 12.33
Lichte muz. 12.48 Gram. en act. 13.00
Nws. 13.15 Koperens. 13.35 Gram.
14.05 Schoolradio. 14.35 Gram. 14.45
Voor de vrouw. 15.15 Gram. 15.30
Viola da gamba en orgel. 16.00 Bijbel
lezing. 16.30 Strijkkwart. 17.00 Voor
de kleuters 17.15 Voor de jeugd. 17.30
Gram. 17.40 Gram. 17.40 Beursber.
17.45 Regeringsuitz.: Rijksdelen Over
zee: Grepen uit Surin^une's geschie
denis, door W. van Dijk. 18.00 Orgel
spel. 18.30 Sport. 18.40 Engelse les.
19.00 Nws. en weerber. 19.10 Op de
man af. 19.15 Schoolzang. 19.35 Volk
en Staat, caus. Gram. 20.00 Radio
krant. 20.20 Lichte muz. 20.50 De zaak
Vampier, hoorsp. 21.40 Gram. 21.50
Uit de Boekerij. 22.05 Orgelconc. 22.35
Rep. bezoek H.K.H. Prinses Beatrix
aan de Nederlandse Antillen en Su
riname. 22.45 Avondoverdenking.
23.00 Nws. 23.15. Gram. 23.40—24.00
Het Evangelie in Esperanto.