Stad van Maria maakt zich op Het grote u/onder van de bron der aenade lourdes verwacht zes millioen pelgrims op het eeuwfeest Onvergetelijke herinneringen aan het heiligdom DINSDAG li FEBRUARI 1958 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 rEN DE AARTSBISSCHOP VAN LYON, kardinaal Gerlier, hedenmor gen in de openlucht, aan de voet van de Rozenkranskerk, een ponti ficale H. Mis celebreerde, luidden alle klokken van Lourdes om de wereld te verkondigen, dat het eeuwfeest der verschijningen begonnen was. Tienduizenden pelgrims uit Lourdes zelf en uit de streek van Bigorre, te midden waarvan de stad van Bernadette gelegen is, waren hierbij aan wezig om als eersten zoals zij honderd jaar geleden ook de eersten wa ren hun hulde te betuigen aan de Onbevlekte Ontvangenis, die zich een eeuw geleden als zodanig bekend maakte aan een meisje uit hun stad, uit hun streek. Zij waren de eersten om na de H. Mis in feestprocessie naar de grot te trekken, waar Maria sedert die gure februarimiddag in 1858, toen Bernadette haar voor het eerst zag, naar schatting reeds vijftig millioen pelgrims heeft zien neerknielen. In stilte biddend, hebben de pelgrims de klokslag van twaalf afgewacht, op welk moment men neemt aan, dat Maria de eerste keer omstreeks het middaguur verscheen het Angelus gebeden werd, waarna de bisschop van Tarbes en Lourdes, mgr. Théas, zijn diocesanen toesprak en dankte voor hun komst. Vlugger dan honderd jaar geleden zullen pelgrims uit andere landen volgen, eerst de groepen uit Canada, Mexico en Brazilië, daarna uit vrij wel alle landen, in totaal naar verwachting minstens zes mi'i oen. Zij zullen allen neerknielen bij de grot, waarin het beeld van de Onbe vlekte Ontvangenis in een nis prijkt, met aan haar voeten de wilde rozen, struik, precies zoals honderd jaar ge. leden. Het stukje rots, waarop Maria gestaan heeft, bevindt zich echter niet meer in de nis. Het werd uitgehakt en wordt thans bewaard in het bis schoppelijk verblijf, dat aan het einde van het heiligdom, waar de pelgrims geen toegang meer hebben, werd gebouwd. Pelgrims naar Nevers. Hef lichaam van de heilige ligt op gebaard in een glazen schrijn in de kapel van het klooster te Nevers, waar Bernadette de laatste dertien jaar van haar leven als soeur Marie^ Bernarde bij de soeurs de la charité de Nevers doorbracht. Dag en nacht ligt naast de schrijn een zuster neer geknield in gebed, dat nimmer onder broken wordt. Ook naar dit klooster van Saint Gildard zullen velen dit jaar pelgri meren. Talrijke bedevaarten doen op hun reis naar Lourdes ook Nevers aan en blijven er enkele uren om een bezoek aan de kapel te brengen. Het is een van de mooiste en meest ont roerende momenten, die de pelgrim mag beleven. Wellicht imponeert Lourdes meer dan Nevers, omdat het helemaal op pelgrims is ingesteld, grote ceremo nies kent en gemakkelijker aan spreekt met zijn allesbeheersend hei ligdom, maar Nevers is intiemer, directer. Het doet vrijwel niets om de pelgrims te gerieven er is alleen een eenvoudige eetzaal en vast te houden. Het klooster stelt zijn poort slechts open en laat de pelgrim neer knielen bij de kostbaarste relikwie, welke het wonder van Lourdes heeft achtergelaten. Overweldigende indruk. Inderdaad, Lourdes imponeert. Reeds wanneer de pelgrim per trein de stad Tarbes gepasseerd heeft, be vindt hij zich midden tussen maje stueuze bergen, waarvan de hoogste toppen ook in de zomer met sneeuw bedekt zijn, die fel afstekend tegen de staalblauwe hemel glanst en glinstert in de zon. Tenslotte volgt de trein het dal van de Gave, de rivier, die langs de grot van Massabielle stroomt en reeds millioenen pelgrims een welkom toegezongen heeft. En dan ligt Lourdes daar. De pel. grims verdringen elkaar voor de treinvensters om dit beeld van duizenden afbeeldingen en ansicht kaarten reeds zo vertrouwd nu in werkelijkheid te zien. De blanke toren "van de basiliek trekt de blik ken naar het heiligdom, waar straks 'de ongeduldige pelgrims hun op wachting bij Maria zullen maken. Een onvergetelijk moment, deze eer ste kennismaking met Lourdes. Wan neer de pelgrims enige dagen later weer vertrekken, zullen zij proberen, dit beeld weer op te vange.i en voor goed in hun herinnering vast te leg gen als een van de vele overweldi gende indrukken, die zij van Lour des meenemen. Dure hotels en gratis stro. De pelgrims vinden onderdak in de meer dan zeshonderd hotels en pensions, die voor het hoogseizoen tijdens de zomermaanden nu reeds volgeboekt zijn. De prijzen zijn er lang niet mals; de stad die in 1858 nauwelijks 4000 en thans bijna 16.000 inwoners telt is geheel ingesteld op de pelgrimages en leeft er van. Hiervan getuigen ook de horderden souvenirwinkels aan de Boulevard de la Grotte ongeveer de weg, welke Bernadette honderd jaar geleden ging, wanneer zij de grot bezocht die onbeschaamd veel geld durven vragen voor de meest onbenullige prullaria. Gelukkig is dit niet het enige ge zicht van Lourdes. De Secours Catho- lique, de Franse Katholieke caritas- organisatie, heeft buiten de stad een prachtig bungalowpark gebouwd, waar zeshonderd onvermogende pel grims tegelijk kunnen overnachten en eten, vijf dagen lang, zonder een cent te betalen. Bovendien richt het gemeente bestuur 'n groot kamp in voor jonge lui, die voor 300 francs (ong. een rijksdaalder) per nacht in grote legertenten kunnen slapen. Wie zelfs dit geringe bedrag niet kan of wil betalen, mag er gratis op stro over nachten. Dit kamp is slechts een van de vele voorbereidingen, die de stad treft om het ongekend grote aantal pelgrims tijdens het eeuwfeest te kunnen ont Pelgrims drinken water uit de bron. vangen. Ook in de stad worden voor zorgsmaatregelen genomen. Er wor den nieuwe hotels gebouwd en nieuwe straten aangelegd. Tegenover de voormalige pastorie, waarin Ber nadette honderd jaar geleden door deken Peyramak ondervraagd werd over de aanvankelijk ongeloofwaar dige verschijningen bij de grot, is een groot postkantoor in aanbouw. Het oude kan de stroom niet meer ver werken. Jaarlijks worden hier acht- miljoen ansichtkaarten verstuurd, meer dan in welke plaats ter wereld ook, en dit jaar rekent men zelfs op twintig miljoen kaarten. Het Lourdes van 1858. Behalve de pastorie, waarin een inlichtingenbureau voor pelgrims be treffende logiesmogelijkheden is ge vestigd, bewaart Lourdes nog enkele gebouwen, die dateren uit de tijd van Brnadette. Zo vindt men er b.v. nog de molen van Boly, waar de heilige in 1844 werd geboren, toen haar vader, Frangois Soubirous, nog een zelfstandige graanmolenaar was. Door echter slordig om te springen met de rekeningen van zijn klanten, kon hij na enige jaren de pacht niet meer betalen en werd het gezin op straat gezet In de rue des Petits Fossés stond toen het „cachot" leeg, een vroegere gevangenis, die zelfs voor dronkaards en landlopers te slecht geacht werd. In dit lokaal nam het gezin in 1856 verschijningen, voordat zij door de zusters van Nevers, die ook in Lour des een klooster bezaten, werd op genomen. In het cachot, waar een zuster zorgvuldig elk stofje verwij dert, staat thans een altaar uit de af gebroken parochiekerk, waarin Ber. nadette werd gedoopt. Door bemiddeling van de bisschop kon het gezin Soubirous enige jaren na de verschijning een betere woning betrekken, dicht bij wat thans de Boulevard de la Grotte is. Ook dit huis bestaat nog en bevat talrijke herinneringen aan de kleine zienster, die overigens zou zij er vandaag terugkeren vrijwel niets meer van het Lourdes van 1858 zou herken nen. De kapel van het klooster Saint Gildard te Nevers, waar het lichaam van Bernadette bewaard wordt. zijn intrek. Het bestaat nog. Bezoe kers vinden er nog de stenen schouw, de gootsteen en twee muurplanken bij het getraliede venster, precies zoals het honderd jaar geleden was. Hier woonde Bernadette tijdens de Onafgebroken g.ebed. Ook de grot is onherkenbaar ver anderd. Waar vroeger de Gave stroomde, bevindt zich reeds vele jaren de brede Esplanade, voor de aanleg waarvan de rivier werd om gelegd. In de rotsholte is dezer dagen een nieuw altaar geplaatst, waarvan dagelijks van 's morgens vroeg tot het middaguur de H. Mis gelezen wordt, evenals in de drie kerken met hun vele altaren die in en boven de rots gebouwd werden. Hier stijgt een onafgebroken gebed ten hemel. Nergens ter wereld be halve wellicht in Rome wordt zo massaal en voortdurend gebeden als in Lourdes, 's morgens tijdens de H. Mis, 's middags tijdens de Sacraments processie en de zegening der zieken, 's avonds tijdens de lichtprocessie. Het zijn alle hoogtepunten van het verblijf in Lourdes, indrukwekkend en ontroerend. Volken uit alle landen ontmoeten er elkaar en al spreken zij vele talen, hun gebed verschilt niet; het is één grote smeekbede, die als een golf over de bergen spoelt. De zieken nemen een vooraan staande plaats in; zij zijn het middel punt van alle plechtigheden. Men moet het gezien en beleefd hebben om te weten hoe in Lourdes alles om de zieken draait. ^anncer hun toestand het enigs zins toelaat, worden zij 's morgens reeds uit de beide ziekenhuizen ge haald. In wagentjes en op brancards wonen zij de H. Mis bij. Vervolgens worden zij naar de piscines gereden om in het water van de bron, die tijdens de verschijningen uit de rots opborrelde en sindsdien dagelijks 120.000 liter water geeft, gebaad te worden. j „Heer, als Gij wilt Vrijwilligers helpen hen zo voor zichtig mogelijk bij de onderdompe ling in het altijd koude water. Onge acht hun kwalen of wonden worden zij in de stenen waterkuipen neer gelaten. Vaak ligt er angst in hun ogen, maar ook vertrouwen. Het ver trouwen, dat ligt opgesloten in het gebed „Heer, als Gij wilt, kunt Gy mij genezen". Intussen staan en knielen buiten de piscines duizenden pelgrims. Met een hartstochtelijke overgave bidden zij voor en namens de zieken. „Heer, geef dat ik zien moge; Heer, geef dat ik horen moge; Heer, geef dat ik staan moge". Het is alsof de pelgrims bij het zien van zoveel ellende de hemel willen bestormen, geweld willen aandoen. „Heer, ziet Gij dan niet, dat hier de ellende, pijn, wan hoop en misère van heel de wereld samengestroomd is? Hebt medelijden en herinnert U de tien melaatsen, die op Uw woord genezen werden". Zieken, met de meest afzichtelijke wonden overdekt, gebrekkigen, met afschuwelijke misvormingen, komen naar Lourdes, velen reeds de dood voor ogen. Het is hun laatste hoop, een strohalm. Als Lourdes niet helpt, helpt niets meer. Bron van genade. En Lourdes helpt, altijd en ieder een. Slechts weinigen worden wer kelijk genezen, maar troost, geduld, berusting en kracht om het lijden te dragen, vinden alle zieken er. Men ziet het reeds wanneer zij uit de piscines komen, vaak heftig geëmotio neerd, maar met 'n glans van vreugde in hun betraande ogen. De genade werkt zichtbaar in Lourdes, vaak ook wonderbaar. Want is het niet reeds een wonder, dat de zieken niet ster vend of dood uit het bad komen? En is het geen wonder, dat zij geen nieuiwe besmetting oplopen, terwijl het water slechts tweemaal per dag ververst wordt, ongeacht de open wonden en andere infecties, die de zieken bij zich dragen? De H. Kerk is voorzichtig. Zij heeft in honderd jaar slechts een vijftigtal genezingen te Lourdes het praedicaat „wonderbaar" gegeven, hoewel er duizenden genezingen of verbeterin gen geconstateerd zijn, die minstens opmerkelijk waren. Groter echter dan de genezingen is het wonder, dat de bron van Lourdes hoewel het water geen enkele na tuurlijke genezingskracht bevat het wint van alle hygiënische wetten. Maar bovenal, dat het een bovenna tuurlijke kracht in zich draagt, die in de loop van honderd jaar aan mil joenen troost en nieuwe kracht ge schonken heeft. Pelgrims bidden bij de grot der verschijningen. Het huis te Lourdes, waarin het gezit» Soubirous na de verschijningen woonde. Dit jaar zullen er naar schatting zestigduizend zieken naar Lourdes pelgrimeren. Of enkele van hen gene. zing naar het lichaam zullen ontvan gen, moet worden afgewacht. Maar zeker is, dat de bron van genade ook voor hen zal stromen. Het gebed gaat voort. 's Middags zijn de zieken weer aan wezig. Beschermd door grote para- pi ui es tegen de felle zon, zitten of liggen zij op het grote plein voor de Rozenkranskerk en bidden in het koor van de duizenden pelgrims. Met ongeduld verbeiden zij het moment, waarop de Sacramentsprocessie langs zal trekken en zij een voor een ae zegen met het Allerheiligste zullen ontvangen. Weer ziet men die brandende ogen, weer die onuitspreekbare hoop, dat grote verlangen. En weer zijn het de gezonde pelgrims, die hen bijstaan in het gebed, in het duizendvoudig smeekkoor. En wanneer tenslotte 's avonds de zieken alleen gelaten worden met hun pijn, horen zij in hun zieken kamer uit de verte het gebed van de tienduizenden pelgrims, die in de lichtprocessie over de Esplanade trek ken. Een feëriek schouwspel. Tien duizenden kaarsen trekken door het avondduister 'n kilometerslang licht spoor, dat deint op de cadans van de voetstappen en golft over de brede trappen, die naar de basiliek voeren. Het carillon speelt en duizendvoudig weerkaatst het oneindig vaak her haalde lied van Lourdes tegen de zwarte bergen: Ave, Ave, Ave Maria. Een laatste groet, voordat voor enkele slechts, want reeds daagt de nieuwe dag de stilte over Lourdes valt, aan de Moeder Gods, die op zo'n overweldigende wijze haar verzoek aan Bernadette, om in processie naar de grot te trekken, in vervulling ziet gaan. Nu reeds honderd jaar lang en in steeds groter aantallen. Nieuwe basiliek. Zo groot zijn deze aantallen, dat de drie bestaande kei ken de stroom niet meer verwerken kunnen. Langs de Esplanade wordt daarom een nieuwe basiliek gebouwd, een gewel dig ondergrondse ruimte, die straks twintigduizend pelgrims zal kunnen bevatten. Op 25 maart, wanneer het eeuwfeest eerst goed begint van 11 februari af komen er slechts kleinere groepen zal de basiliek van de Heilige Pius X door Z. Em. Kardinaal Roncalli, patriarch van Venetië ge consacreerd worden. In het midden van de elipsvormige crypte, die vrijwel geen daglicht ont vangt, wordt een groot, eenvoudig altaar opgericht, het enige ornament dat de hele kerk zal bevatten. Vooral wanneer het regent of de zon al te fel schijnt, zal deze „schuilplaats", zoals de ontwerpers haar noemen, in een grote behoefte voorzien. Ook de Sacramentsprocessie en zegening der zieken kunnen hier plaatsvinden. Vervolg op pag. 8.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 7