Wie puzzelt mee
,De stemmeni*ovei*V
1
van de
Nieuwjaarspuzzel
ZATERDAG 11 JANUARI 1958
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 0
2
3
4
e
7
7
8
9
18
li
H
IS
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
2 5
26
27
23
29
30
31
32
33
34
as
36
37
3<J
39
40
41
43
44
4S
46
47
48
49
50
51
52
53
i
55
Horizontaal; 1. geroemd, 7. wild
dief, 13. schande, 14. edel, 15. lekker
nij, 17. meisjesnaam, 19. venster, 21.
roem, 23. sportterm, 25. baan voor
balspel, 26. bovenste gedeelte ener
breukuitdrukking, 29. weefsel, 31.
bijnaam van Ezau, 32. voorgeschre
ven kerkgebruik, 33. wagenboom, 37
kledingstuk, 41. vaarwel 42. opstoot
je, 44. dorpje onder de Drentse gem.
Vries. 45. boterton, 47. bekend Ned.
schilder, 49. snede, 50. vrouwelijke
godheid, 52. harde delfstof, 54. aan
doenlijk. 55. iedere keer.
Verticaal: 1. klein soort van rij
paard, 2. warmbloedig gewerveld dier,
3. meisjesnaam, 4. water in N. Brab.,
5. deel van een auto, 6. natte, weke
aarde, 7. vorm, fatsoen, 8. gesloten,
9. afkorting van rubidium, 10. aard
soort, 11. Atheens wijsgeer, leerling
van Socrates, 12. verdicht verhaal in
proza, 16. vreemde munt, 18. latwerk,
20. vlaktemaat, 22. bereide dieren
huid, 24. aardappel, 27. onderricht,
28. cylinaervormig voorwerp, 29.
rand boven de gezichtseinder, 30.
voorzetsel 33. hoofdstad van Fr.
West-Afrika, 34. meisjesnaam, 35.
lichte, gekeperde wollen stof, 36. af
gelegen, 38. tandvormig bovendeel
van een kasteelmuur, 39. gem. in
Gelderl., 40. gem. in Groningen, 42.
kant, 43. sluwheid, 46. gevangenis,
47. laag, gering, 48. sociëteit (afk.),
49. zware zoete wijn, 51. lidwoord,
53. oude lengtemaat.
Het jaar heeft zijn gewone gang
hernomen en daarmee ook gaat onze
weekpuzzel ook weer zijn gewone
gang. Deze week verloten we daarom
weer een sigarettenkoker, een sie-
ïaad en een boek onder degenen,, die
een goede oplossing inzenden op ne-
vengaande kruiswoordpuzzel. Deze
oplossingen moeten voor donderdag
avond in het bezit zijn van de Puz
zelredactie van de Leidse Courant.
OPLOSSING VAN VORIGE WEEK
Horizontaal: 1. aap, 4. oogtand, lö.
snor, 12. Ede, 13. Ria, 14- steil, 16.
re, 17. Deen, 18. staal, 20. Sont, 21.
ct, 23. Engeland, 25. iel, 27. de, 28.
spa, 29. ereis, 31. orans, 35. Ems, 37.
Sn, 38. Lea, 39. traditie, 42. Lt, 43.
Lien, 44. meent, 46. karn, 47. i.M.,
48. tiran, 50. oma, 51. adé, 52. gave,
53. pastoor, 54. set.
Verticaal: 1. associé, 2. ant, 3. poes.
4 Oerle, 5. ode, 6. ge, 7. arend, 8.
niet, 9. Dan, 11. rite, 15. landsman,
17. Donar, 19. age, 20. saponiet, 22.
ter, 24. L.S., 26. Ie, 30. Ieren, 32. al,
33 nel, 34. satinet, 30. s.d., 37. sté,
39. tiras, 40. immer, 41. enig, 43. la
ma, 45. tras, 46. kop, 47. ido, 49. avé,
51 Ao.
De taart, die we de vorige week
ter beschikking hebben gesteld werd
ir. de uiteindelijke verloting gewon
nen door A. P. Gordijn, Ambonstraat
34 te Leiden; het sieraad ging naar
mej. B. v. Leeuwen, Molenlaan 14 in
Voorschoten en mevr. v. d. Hulst,
Ammonslaan 19 in Wassenaar wori
het boek. De prijzen worden zo spoe
dig mogelijk aan de winnaars toege
zonden.
Horizontaal: 1. uniek, 5. adel. 8.
voor, 11. sesam, 15. regel, 17. Regen,
19. Essen, 21. teil, 23. eergisteren, 26.
meer, 28. ges, 29. V.D., 30. ees, 31.
Ede, 32. E.K., 34. keg, 35. er, 36. boe
rin, 39. edelen 42. Dr, 43. pro, 44. in
stellen, 45. nis, 47. sek, 49. R.O., 51.
An, 52. Ike, 54. te, 55. leer, 56. ij del,
58. at, 59. niets, 61. Omaha, 63. baret,
64. neder, 65. ze, 66. slee, 67. Eire.
68 D.S., 70. Est, 72. Lr, 73. s.L, 74.
Jet, 75. Ali, 77. maskerade, 84. Ana,
86. en, 88. knoest, 90. Urmond, 92.
W.L., 93. nes, 95. gr, 96. Erp 98. are,
99. ed, 100. uil, 101. tets, 103. kanoet
vogel, 107. prei, 108. opaal 110. oever,
111. leven, 113. graan, 114. soms, 115.
raak, 116. steeg.
Verticaal: 1. Uitgeest, 2. iris, 3.
eel, 4. kg, 5. ale. 6. ergens, 7. leis, 8.
vete, 9. onedel, 10. ree, 11. s.s., 12.
Eem, 13. snek, 14. margriet, 16. Eede,
18. G.S., 20. snel, 22. eer, 24. rein, 25
rede, 27. eed, 29. voorstelling, 33.
Kennemèrland, 36. br, 37. r.i., 38.
ne, 40. en, 41. Ni, 43. pk, 46. si, 48.
eenbes, 50. oester. 51. adonis, 53.
kaarde, 55. iers, 57. lade, 60. ia, 62.
hé, 65. zeventig, 69. stelling, 71. Ta,
74. ja, 76. L.K.. 77. me, 78. Asen. 79.
stroom, 80. eg, 81. Aurora, 82. dreg,
83. Em, 85. n.d., 87. nee, 89. orka, 91.
cele, 92. wie, 94. stoa, 97. pees, 98.
aver, 100. urne, 102. spa, 104. als,
105. t.v.. 106. elk, 107. pet, 109. An,
112 vs.
„KNAPT JANUARI NIET VAN
KOU,
DAN ZIT MEN IN OOGSTTIJD
IN DE ROUW".
De winnaars
De teerling is (weer eens) gewor
pen. Zoals te verwachten was, heb
ben legioenen zich op de Nieuw
jaarstaart geworpen, in de hoop nu
eens iets te winnen. De strijd ging
om drie taarten.
Met zoveel zekerheid werden soms
de oplossingen ingezonden, dat we er
zelfs aan begonnen te twijfelen of
niet de meeste inzenders al het ge-
bakstel uit de
-vorkjes opgepoetst
Natuurlijk moeten we velen van
onze puzzelaars teleurstellen; Het
lot vermocht slechts drie gelukkigen
aan te wijzen.
Het zijn mevr. de weduwe C. A.
van HaastrechtVerhaar, Voorweg
14, Nieuwe Wetering.
De heer J. II. Vogelezang, Van der
Duynstraat 32, in Leiden en
Joke Broxterman, Burg. Ketelaar
straat 18 in Warmond.
Zij zullen zo spoedig mogelijk hun
prijs thuisgestuurd krijgen. Smakelijk
eten!
Het baantje. Jan komt bij de ge
meenteveldwachter vragen, of er in
het dorp nog een baantje te krijgen
is,
„Man", zegt de veldwachter, „er is
hier in het dorp zo weinig te doen,
dat er nog niet voor één man werk
genoeg is op één dag."
„Nou", zegt Jan, „zo'n baantje zou
me net lijken".
In de dierentuin. Juffrouw L.,
nadat ze een stuk koek in het hok
van de leeuw heeft geworpen: „Kijk
eens, hoe verwend die leeuw is: zelfs
koekjes eet-ie niet."
Het mooiste cadaeu. Juffrouw Ma
rie is op een leeftijd gekomen, die zij
liefst verzwijgt. Maar de tijd staat
niet stil en wederom is haar verjaar
dag aangebroken.
„Weet jij ook waar ik juffrouw
Marie een plezier mee kan doen op
haar verjaardag?" vraagt een harer
stille vereerders aan haar broertjé.
„O jal" zegt het broertje beslist.
„Door haar er niet aan te herinne
ren!"
Waar het om ging. Gedwee was
Jansen met zijn geduchte echtgenote
naar de bioscoop gegaan. Plotseling
greep ze zijn arm.
„Henk", fluisterde ze „heb je een
gemakkelijke stoel?"
„Ja zeker, schat", zei Jansen, een
beetje verbaasd.
,En kun je 't doek goed zien?"
„Uitstekend zelfs!"
„Heb je geen last van tocht of
van sigarettenrook?"
„Helemaal niet lieveling."
„Ruil dan onmiddellijk van plaats
met me, egoïst!"
Verstrooid. Professor (in de bio
scoop): „Vanavond zie ik dit stuk
voor de derde keer. Dezelfde artisten
en hetzelfde décor, maar nog nooit
is het zo goed gespeeld als nu!"
Erg ziek. „Knappe verpleegster
heb je", merkte zijn vriend op.
„Werkelijk?" vroeg de patiënt met
zwakke stem. ,,'t Was mij nog niet
Opgevallen."
„Goede hemel, kerel, ik wist niet,
dat je zo ziek was."
Ze kende hem.. „Liefste, als Je
eens wist hóé ik je in mijn hart heb
gesloten
„Och, doe dat liever niet. Ik kan
niet tegen zoveel gedrang!"
Gezicht stond er naar. Wandelaar
tegen boerenjongen: „Zeg vriend,
waar is je vader?"
Jongen: „In 't varkenshok. U kunt
hem dadelijk herkennen want hij
heeft een pet op."
De oorlog! Kees moet een opstel
maken over de tachtigjarige oorlog en
zit des avonds vlijtig te schrijven,
maar de volgende morgen, als hij naar
school wil gaan, kan hij het opstel,
ondanks alle pogingen en allo ge
zoek, ook van Mietje en moeder, niet
vinden. Hij is radeloos, maar moeder
stelt hem gerust: „ik zal wel een
briefje aan de onderwijzer schrij
ven'^ zegt ze, „dan zal hij niet straf
fen, en dan maak je vanmiddag ©en
ander opstel". Aldus wordt gedaan,
en moeder schrijft een briefje en
geeft dat aan Kees mee. De onderwij
zer leest tot zijn verbazing, als Kees
het hem overhandigt, het volgende
„Meneer de onderwijzer, hiermede
deel ik u mede, dat Kees de tachtig
jarige oorlog tot zijn spijt verloren
heeft. Maar als hij vanmiddag terug
is uit school, zal ik hem dadelijk weer
een nieuwe laten beg:innen. De moe
der van Kees".
Voor goed! „Dus je bent weer ge-
trouwd. Goddank! Nu zal je vrouw
die onhandige keukenmeid van je
wel wegsturen."
,,'k Denk 't niet. Ik heb die keu
kenmeid getrouwd."
Ook een succes. „En gaat je
school voor stenotypisten goed?"
„Dat zou ik denken. Stel je voor:
van de 49 meisjes, die wij in novem
ber een plaats bezorgd hebben, zijn
er al 25 met hun chef verloofd!"
Geriefelijk! Jansen had een klei
ne auto gekocht, zo'n babywagentje,
dat zo goed als geen benzine eist.
Pieters komt hem tegen, toen hij
juist probeerde opzij in te stappen,
en zei:
„Man, wat een klein wagentje!
Daar kan je niet eens je vrouw in
meenemen?"
„Ja," zei Jansen, „practisch he...?"
Het iaIt meeKizin binnen 'Haar toch hadden m
beter Tante en Jeroen op de bootte kunnen
bremen van mptan Wélkel'S 1
Vetnee. oukktHHh
bier !cb te ontdekken
Stuurman
Klopper
vertelt
WE waren dus voor twee dagen van
drinkwater voorzien. We besloten
koers te zetten naar Sierra Leone, hon
derd mijlen verder.
Gelukkig dat we de stuurman en zijn
kompas bij ons hadden. Tot de avond
ging het goed. maar later viel de wind
en tegen middernacht werd het weer
geheel windstil.
Er zat voor ons niets anders op dan
te roeien, wilden we vooruitkomen,
maar het was zó aardedonker, dat we
de kompasstreken niet konden zien. We
waren bang dat we uit de koers zouden
raken en daarom bleven we maar stil
drijven.
We probeerden wat te gaan slapen,
maar dit ging ook niet' al te best en
tegen de morgen waren we dood- en
doodmoe. Van de ham én het pekel
vlees werden af en toe kleine stukjes
tdeeld. maar omdat we niét wisten
hoe lang de tocht nog zou duren, waren
we er heel zuinig mee.
Toen 't licht werd. roeiden we. dat
gaf weer enige afleiding, maar de zon
stak spoedig zó geweldig dat het ons
onmogelijk werd een slag te doen. We
werden dorstig van de warmte, maar
nog meer van de ham en het pekel
vlees. Het kleine rantsoen water was
nauwelijks voldoende om onze keel
vochtig te houden. Vooral na de mid
dag begon de dorst ons hevig te kwel
len. Onze lippen barstten van de droog
te. Nog twee dagen bleef het hevig
heet. 's Morgens en 's avonds roeiden we
om beurten, zo lang we konden, maar
we kwamen nog weinig vooruit.
Ondanks al onze spaarzaamheid was
de derde dag, na de middag, onze laat
ste druppel verbruikt. Er was nog een
stukje pekelvlees overgebleven, maar
we konden het niet eten, zó brandde
het op de tong.
We brachten een ellendige nacht door
en de volgende dag was niet veel beter.
Toen ik mijn kameraden aanzag, sloeg
de schrik me om 't hart. De dood
scheen op hun gezicht getekend, zó af
gemat. vervallen en bleek zagen ze er
uit. De stuurman zag er 't ergste uit
van allemaal. Hij zat onbeweeglijk aan
't roer met het hoofd op zijn borst
gezonken en hij had voor niemand enige
aandacht Eerst dachten we dat hij dood
was. maar bij nadere beschouwing
bleek hij nog flauwtjes te ademen. We
waren allemaal zwak en duizelig van
de dorst".
Alsof Klopper door deze woorden
aan zijn dorst herinnerd werd, nam hij
werktuigelijk weer een slok van zjjn
koffie en ging dan voort:
„Plotseling bemerkte ik heel in de
verte een drijvend voorwerp, dat snel
naderde. Vol nieuwsgierigheid zagen we
het aankomen, tot we het konden on
derscheiden: het was een ongeveer 20
voet lange balk. Dit was op zichzelf
niets bijzonders, want op zee komen
we altijd veel drijvend hout tegen,
maar wat ons erg verbaasde was de
omstandigheid, dat het stuk hout door
een onbekende macht werd voortbewo
gen, zó snel schoot het vooruit over een
volkomen stille zee. Toen bleef het
plotseling op een honderd meter af
stand van de boot stilliggen.
„Wat kon dat wezen?"
Door deze afleiding waren we alle
maal weer een beetje opgekikkerd, zelfs
de stuurman was vol belangstelling en
hij zei: „Neemt de riemen, en roeit er
heen dan kunnen we zien wat het is".
We deden het en waren na een paar
krachtige slagen in de buurt van het
geheimzinnige voorwerp.
De kok zat voorin op de uitkijk. Plot
seling begon hij met armen en benen
te zwaaien en riep heel angstig: „Houd
op, onder de balk ligt een kanjer van
een haai".
Nu dachten we écht dat ons laatste
uur geslagen was. Wat moesten we be
ginnen in een klein bootje, tegen zo'n
reusachtige haai. Jullie kunnen begrij
pen dat we gauw de boot terughaalden
om buiten het bereik van zijn staart
te komen. Eén klap met zijn staart tegen
ons kleine bootje en we waren red
deloos verloren. Vol spanning keken we
naar het geval en we bemerkten dat
de haai zich niet verroerde, hij bleef
op dezelfde plaats liggen. Toen de eer
ste schrik voorbij was, wilden we alles
toch eens nader onderzoeken en jawel,
we ontdekten dat de haai op de een
of andere manier met de balk Was ver
bonden. Hoe! dat wisten we nog niet.
Enige dagen vóór de hevige storm,
toen we nog op de bark waren en
we wegens windstilte ook stil hadden
moeten liggen, toen kortten we de tijd
door naar de haaien te hengelen, die
dag en nacht om ons schip zwommen.
We vingen er toen wel een dozijn hele
kerels, maar we maakten ze alleen on
schadelijk om ze dan weer over boord
te gooien. Zo hadden we er eens een
aan de lijn die we een stevige ijzeren
haak tussen de kaken klemden, zodat
hij voortaan met opengesperde bek zou
moeten zwemmen. Maar hij kon ten
minste niét meer bijten en dat was zeer
voornaam. We gaven dit ondier ook
weer de vrijheid. Een andere keer duw
den we een stuk hout in de bek en dan
mocht hij weer afreizen. Dat lijkt nu
wel een beetje wreed, maar als we be
denken hoeveel schade deze monsters
veroorzaken en hoeveel mensen al ver
ongelukt zijn wanneer ze met zo'n lie
verdje in aanraking kwamen, dan kun
nen jullie begrijpen waarom we zo ge
handeld hebben.
Nu zwom de haai met de balk op de
rug vlak bij ons, nu eens draaide hij.
dan weer dook hij een beetje onder en
minderde dan weer vaart, maar toen
we zijn monsterachtige kop hijgend en
slijmerig vlak bij ons zagen, ontdekten
we, dat hij in zijn bek een ijzeren stang
had zitten, als een soort gebit en daar
aan was de balk bevestigd, zodat hij
behoorlijk was aangespannen als een
paard voor een wagen met een stevige
ketting. Het voordeel was dat hij nu
niet kon bijten en ook niet helemaal
kon onderduiken omdat de balk te
groot was. Hij moest dus als een zee
omnibus met de balk blijven rond
zwemmen.
(Wordt vervólgd).
Correspondentie
Allereerst bedanken we de kinderen,
die ons met Nieuwjaar en Kerstmis een
mooie kaart stuurden en het spreekt
vanzelf dat we hun ook onze beste
wensen aanbieden.
De zusjes Bakker uit Voorhout be
danken we hartelijk voor de leuke ver
rassing.
Met de Kerstprijsvraag hebben weer
veel nieuwe neefjes en nichtjes mee
gedaan. die ons vroegen of ze voortaan
geregeld mogen schrijven. Dat vinden i
Ve\Mtkurn MtrhnWêlïikfawnwoiHnK
mtê mhtm men mek zien' Die zouden om dot
beeld met em/a/en aanraken
Toos v. d. Burg (Voorhout) en Annie
v. d. Berg (NoordwIJkerhout) moeten
mij eens gauw schrijven of ze het versje
zelf gemaakt hebben. Dan komt het
in de krant.
De kinderen vertellen
Het was dertig december. Morgen zou
moeder oliebollen bakken en de drie
kinderen mochten alle drie meehelpen.
Het waren Willie, Annemieke en Wim.
Ze zouden morgenmiddag beginnen. Nu
valt don zullen wi dot
doen en er ook de eer
opmken
Van wat je wel of niet moet wagen
Nee, nu heb je nog niets te klagen.
Kleutertje, jij met je oogjes zo olijk
Wat kijk je nog vrolijk
Maar of dat later zo zal zijn
Weet ik niet, kleutertje klein.
Kleutertje, jij met jé kleine mond
En wangetjes, als appeltjes zo rond
Alle mensen kijken je aan
Och, laat ze toch begaan.
Heus, ze zullen je niet opeten
Later zul je wel weten
Waarom ze dat doen
Kom, geef je mammie maar een zoen.
Wilm» van Noort (Oegstgeest) heeft
ook een verhaaltje over Oudejaar ge-
gemaakt.
Hoe het gezin Van Veen
gelukkig werd
In een rijk dorp woonde een arm ge
zin, de familie Van Veen. Niemand be
moeide zich met hen, omdat zij arm
waren. De vader was houthakker, de
moeder ging een paar dagen in de week
bij de mensen werken en hun zoontje
Piet. van 11 jaar, ging nog op school.
Vader werkte in een dorp vlak in
de buurt. Hij ging 's morgens om 6 uur
al weg en kwam 's avonds om 7 uur
thuis. Zo ging het dag in, dag uit. De
moeder ging ook al werken in dat an
dere dorp, omdat de mensen in dit dorp
haar niet aankeken.
Het was bijna Kerstmis. Vader had
ieder jaar al een kerstboompje mee
gebracht. maar dit jaar bracht hij ook
drie gebakjes en drie krentenbollen
mee. Dat was een feest. Hij had ze
gekregen van een mevrouw.
Maar ook Oudejaar kwam nog. De
avond tevoren had vader van diezelfde
dame een groot pak gekregen. Moeder
pakte het uit en daar zat van alles in
om oliebollen te bakken: meel, gist,
krenten, rozijnen, slaolie, appelen en
poedersuiker. Moeder kon goed koken.
Ze was heel blij met al die spullen. Op
Oudejaar maakte ze een gistbeslag en
bakte er heerlijke appelbeignets en
oliebollen van. Ze smulden er van dat
het een lieve lust was.
Piet had ook nog een verrassing. Hij
had van de meester een doos rotjes ge
kregen en die staken ze op de weg af.
Zo was het een heerlijke avond ge
worden,
Rineke Sloot (Leiden) vertelt on»
over:
Een ongeluk
Mientje ging vandaag heel blij naar
school, want ze was jarig. Ze had een
pop gekregen en droeg die nu heel voor
zichtig mee om hem aan de juffrouw
te laten zien. Ze had ook eeri zak zuur
tjes bij zich voor de kinderen en een
reep chocolade voor de juffrouw. De
juffrouw vond de pop prachtig. Ze zette
hem in de vensterbank, dan konden alle
kinderen de pop goed zien.
Om half elf mocht ze trakteren en
ze kreeg van de juffrouw een plaatje.
De school ging uit. Haar moeder stond
aan de overkant op haar te wachten.
Ze Wou naar haar moeder toelopen, kêek
niet uif en kwam pardoes onder een
auto. Met een gebroken been en erge
pijn in haar hoofd werd ze opgenomen
en naar het ziekenhuis gebracht. De
nieuwe pop was stuk. Zes weken heeft
Mientje in het ziekenhuis moeten lig
gen. Ze had helemaal geen prettige
verjaardag.
Nico v. Schaïk Hazerswoudc)ons
nieuWe neefje, heeft ook een verhaaltje
gemaakt.
O. dat kwam er van
Frans cn Hans gingen naar school.
Het had twee nachten gevroren. Vader
had gezegd dat ze niet op het ijs moch
ten gaan, want het was nog te dun.
Maar Hans ging wel. Frans deed het
niet; hij dacht aan de waarschuwing.
Hafis ging nu samen met z'n vriendje.
Eerst zou het vriendje gaan en dan
Hans. Het vriendje liep er over en het
ging goed. Nu ging ook Hans. maar
krik-krak. hij zakte er door. Hij spar
telde. maar het hielp niet veel. Toert
kwam er een man toegeschoten. Hij
wierp Hans een touw toe en hij kon
het net pakken. De vreemde meneer
trok en ja, het ging. Zo kwam hij op
het droge. Hij werd naar huis gebracht
cn door moeder in bed gestopt. HIJ
werd zwaar verkouden en moest twe«
weken in bed blijven.
Dag kinders, de andere verhaaltjes
en brieven krijgen de volgende week
een beurt.
TANTE JO en OOM TOON.
Elite van Bruggen, Groenoordstraat
13, Leiden.
Henriëtte Westgeest, Adriaan Pauw
straat 32. Wassenaar.
Greet van Staden, Calandstraat 55.
Leiden.
Wimmie Hogenboom, Nieuwstraat 20,
Roelofarendsveen.
Nellie van Veldhuizen, Leidsevaart 2,
Noordwijkerhout.
Corrie Straathof, Weipoortseweg 67,
Zoeterwoude.
Allemaal hartelijk gefeliciteerd. De
prijzen worden volgende week toege
zonden.
we fijn en we rekenen dan ook op hun
geregelde medewerking.
Met de prijsvraag hebben 762 kin
deren meegedaan. Jullie hadden die
massa kaarten en brieven eens moeten
zien. 't Was enorm. Oom Toon heeft ze
van hét bureau gehaald en toen hij
thuis kwam schudde hij zijn tas zo
maar over de tafel leeg. 't Was een
berg, waar je haast niet over kon kij
ken. We zijn gauw aan het sorteren
gegaan, de groten bij de groten en de
kleintjes bij de kleintjes. Toen zijn wè
er mee naar hét bureau van de Leidse
Courant gegaan en hebben toen heel
eerlijk geloot. Ziehier het resultaat:
zaten ze met moeder te bepraten wat
ze er allemaal voor nodig hadden. De
boodschappen werden opgeschreven en
toen gingen ze eten en daarna vlug
naar bed. De volgende morgen waren
ze al vroeg wakker, 't Was immers
„Oudejaar". Eerst gingen ze boodschap
pen doen en eindelijk was de middag
aangebroken.
Eerst moest het beslag gerrtaakt wor
den. Alle drie mochten' ze er aan mee
helpen en moeder roerde alles door el
kaar. Toen moest het beslag rijzen.
Daartoe werd het op een warme plaats
gezet en ondertussen speelden de kin
deren maar wat. Iedereen wou wel eens
kijken, hoe hoog het beslag was, maar
dat mocht niet, ze bleven dus maar
wat uit de buurt.
Na ruim een Uur ging moeder dé pan
met olie opzetten en toen het heet ge
noeg was, nam moeder twee lepels,
maakte een balletje en liet dat in de
hete olie glijden. Ze stonden er alle
drie naar te kijken en ze zagen dat
het balletje in de pan groter werd. Ze
mochten er ieder op de beurt een paar
bakken.
Toen moeder klaar was, strooide ze
er heerlijke witte poedersuiker op, en
zette de grote schaal met oliebollen
achter de kachel. Daar bleven ze warm,
want warme oliebollen zijn veel lek
kerder dan koude, 's Avonds mochten
ze er zoveel van nemen als ze lustten.
Coby Hijman (Aarlandervecn) heeft
een gedichtje gemaakt.
Uitslag
Kerstprijsvraag
Het POL8IIORLOGE is voor:
L. Hakkaart. Trompstraat 48, Leiden.
We weten niet of L een jongen of een
meisje is. Het mag dus geruild worden.
De LEESBOEKEN gaan naar:
Corstianas Wittem&n, Rijndijk no. 6,
Voorschoten.
Kees de Rijk, Hedastraat 28, Alphen
aan den Rijn.
Gerda Mensen, Grevenstraat no. 6,
Leiden.
Ineke Verhaar, Nieuwstraat 35, Lisse.
Willie Kocleman, Bloemenstraat 30,
Langeraar.
Wim Heemskerk, Westdorp 28, Kou
de kerk a. d. Rijn.
Nieuwjaar
De klokken luiden
Bim, bam. twaalf uur.
Wat zal dat beduiden?
Overal ziet men vuur.
In dit nachtelijk uur.
Wel het nieuwjaar is gekomen
Het oude jaar is voorbij gevlogen
Gisteren aten we oliebollen en
pannekoek
Maar nu is 1958 op bezoek.
Elly Dool (Leiden) heeft een gedichtje
gemaakt op haar kleine zusje.
Kleutertje
Kleutertje, jij met je blonde haren
Jij wilt iedereen verdriet besparen
Jij kunt zorgeloos spelen
Maar velen kunnen dat niet.
Kleutertje, Jij met je kleine wipneus
Eens zul je doen de grote keus