Wie puzzelt mee ,De stemmeni*ovei*V 1 van de Nieuwjaarspuzzel ZATERDAG 11 JANUARI 1958 DE LEIDSE COURANT PAGINA 0 2 3 4 e 7 7 8 9 18 li H IS 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 2 5 26 27 23 29 30 31 32 33 34 as 36 37 3<J 39 40 41 43 44 4S 46 47 48 49 50 51 52 53 i 55 Horizontaal; 1. geroemd, 7. wild dief, 13. schande, 14. edel, 15. lekker nij, 17. meisjesnaam, 19. venster, 21. roem, 23. sportterm, 25. baan voor balspel, 26. bovenste gedeelte ener breukuitdrukking, 29. weefsel, 31. bijnaam van Ezau, 32. voorgeschre ven kerkgebruik, 33. wagenboom, 37 kledingstuk, 41. vaarwel 42. opstoot je, 44. dorpje onder de Drentse gem. Vries. 45. boterton, 47. bekend Ned. schilder, 49. snede, 50. vrouwelijke godheid, 52. harde delfstof, 54. aan doenlijk. 55. iedere keer. Verticaal: 1. klein soort van rij paard, 2. warmbloedig gewerveld dier, 3. meisjesnaam, 4. water in N. Brab., 5. deel van een auto, 6. natte, weke aarde, 7. vorm, fatsoen, 8. gesloten, 9. afkorting van rubidium, 10. aard soort, 11. Atheens wijsgeer, leerling van Socrates, 12. verdicht verhaal in proza, 16. vreemde munt, 18. latwerk, 20. vlaktemaat, 22. bereide dieren huid, 24. aardappel, 27. onderricht, 28. cylinaervormig voorwerp, 29. rand boven de gezichtseinder, 30. voorzetsel 33. hoofdstad van Fr. West-Afrika, 34. meisjesnaam, 35. lichte, gekeperde wollen stof, 36. af gelegen, 38. tandvormig bovendeel van een kasteelmuur, 39. gem. in Gelderl., 40. gem. in Groningen, 42. kant, 43. sluwheid, 46. gevangenis, 47. laag, gering, 48. sociëteit (afk.), 49. zware zoete wijn, 51. lidwoord, 53. oude lengtemaat. Het jaar heeft zijn gewone gang hernomen en daarmee ook gaat onze weekpuzzel ook weer zijn gewone gang. Deze week verloten we daarom weer een sigarettenkoker, een sie- ïaad en een boek onder degenen,, die een goede oplossing inzenden op ne- vengaande kruiswoordpuzzel. Deze oplossingen moeten voor donderdag avond in het bezit zijn van de Puz zelredactie van de Leidse Courant. OPLOSSING VAN VORIGE WEEK Horizontaal: 1. aap, 4. oogtand, lö. snor, 12. Ede, 13. Ria, 14- steil, 16. re, 17. Deen, 18. staal, 20. Sont, 21. ct, 23. Engeland, 25. iel, 27. de, 28. spa, 29. ereis, 31. orans, 35. Ems, 37. Sn, 38. Lea, 39. traditie, 42. Lt, 43. Lien, 44. meent, 46. karn, 47. i.M., 48. tiran, 50. oma, 51. adé, 52. gave, 53. pastoor, 54. set. Verticaal: 1. associé, 2. ant, 3. poes. 4 Oerle, 5. ode, 6. ge, 7. arend, 8. niet, 9. Dan, 11. rite, 15. landsman, 17. Donar, 19. age, 20. saponiet, 22. ter, 24. L.S., 26. Ie, 30. Ieren, 32. al, 33 nel, 34. satinet, 30. s.d., 37. sté, 39. tiras, 40. immer, 41. enig, 43. la ma, 45. tras, 46. kop, 47. ido, 49. avé, 51 Ao. De taart, die we de vorige week ter beschikking hebben gesteld werd ir. de uiteindelijke verloting gewon nen door A. P. Gordijn, Ambonstraat 34 te Leiden; het sieraad ging naar mej. B. v. Leeuwen, Molenlaan 14 in Voorschoten en mevr. v. d. Hulst, Ammonslaan 19 in Wassenaar wori het boek. De prijzen worden zo spoe dig mogelijk aan de winnaars toege zonden. Horizontaal: 1. uniek, 5. adel. 8. voor, 11. sesam, 15. regel, 17. Regen, 19. Essen, 21. teil, 23. eergisteren, 26. meer, 28. ges, 29. V.D., 30. ees, 31. Ede, 32. E.K., 34. keg, 35. er, 36. boe rin, 39. edelen 42. Dr, 43. pro, 44. in stellen, 45. nis, 47. sek, 49. R.O., 51. An, 52. Ike, 54. te, 55. leer, 56. ij del, 58. at, 59. niets, 61. Omaha, 63. baret, 64. neder, 65. ze, 66. slee, 67. Eire. 68 D.S., 70. Est, 72. Lr, 73. s.L, 74. Jet, 75. Ali, 77. maskerade, 84. Ana, 86. en, 88. knoest, 90. Urmond, 92. W.L., 93. nes, 95. gr, 96. Erp 98. are, 99. ed, 100. uil, 101. tets, 103. kanoet vogel, 107. prei, 108. opaal 110. oever, 111. leven, 113. graan, 114. soms, 115. raak, 116. steeg. Verticaal: 1. Uitgeest, 2. iris, 3. eel, 4. kg, 5. ale. 6. ergens, 7. leis, 8. vete, 9. onedel, 10. ree, 11. s.s., 12. Eem, 13. snek, 14. margriet, 16. Eede, 18. G.S., 20. snel, 22. eer, 24. rein, 25 rede, 27. eed, 29. voorstelling, 33. Kennemèrland, 36. br, 37. r.i., 38. ne, 40. en, 41. Ni, 43. pk, 46. si, 48. eenbes, 50. oester. 51. adonis, 53. kaarde, 55. iers, 57. lade, 60. ia, 62. hé, 65. zeventig, 69. stelling, 71. Ta, 74. ja, 76. L.K.. 77. me, 78. Asen. 79. stroom, 80. eg, 81. Aurora, 82. dreg, 83. Em, 85. n.d., 87. nee, 89. orka, 91. cele, 92. wie, 94. stoa, 97. pees, 98. aver, 100. urne, 102. spa, 104. als, 105. t.v.. 106. elk, 107. pet, 109. An, 112 vs. „KNAPT JANUARI NIET VAN KOU, DAN ZIT MEN IN OOGSTTIJD IN DE ROUW". De winnaars De teerling is (weer eens) gewor pen. Zoals te verwachten was, heb ben legioenen zich op de Nieuw jaarstaart geworpen, in de hoop nu eens iets te winnen. De strijd ging om drie taarten. Met zoveel zekerheid werden soms de oplossingen ingezonden, dat we er zelfs aan begonnen te twijfelen of niet de meeste inzenders al het ge- bakstel uit de -vorkjes opgepoetst Natuurlijk moeten we velen van onze puzzelaars teleurstellen; Het lot vermocht slechts drie gelukkigen aan te wijzen. Het zijn mevr. de weduwe C. A. van HaastrechtVerhaar, Voorweg 14, Nieuwe Wetering. De heer J. II. Vogelezang, Van der Duynstraat 32, in Leiden en Joke Broxterman, Burg. Ketelaar straat 18 in Warmond. Zij zullen zo spoedig mogelijk hun prijs thuisgestuurd krijgen. Smakelijk eten! Het baantje. Jan komt bij de ge meenteveldwachter vragen, of er in het dorp nog een baantje te krijgen is, „Man", zegt de veldwachter, „er is hier in het dorp zo weinig te doen, dat er nog niet voor één man werk genoeg is op één dag." „Nou", zegt Jan, „zo'n baantje zou me net lijken". In de dierentuin. Juffrouw L., nadat ze een stuk koek in het hok van de leeuw heeft geworpen: „Kijk eens, hoe verwend die leeuw is: zelfs koekjes eet-ie niet." Het mooiste cadaeu. Juffrouw Ma rie is op een leeftijd gekomen, die zij liefst verzwijgt. Maar de tijd staat niet stil en wederom is haar verjaar dag aangebroken. „Weet jij ook waar ik juffrouw Marie een plezier mee kan doen op haar verjaardag?" vraagt een harer stille vereerders aan haar broertjé. „O jal" zegt het broertje beslist. „Door haar er niet aan te herinne ren!" Waar het om ging. Gedwee was Jansen met zijn geduchte echtgenote naar de bioscoop gegaan. Plotseling greep ze zijn arm. „Henk", fluisterde ze „heb je een gemakkelijke stoel?" „Ja zeker, schat", zei Jansen, een beetje verbaasd. ,En kun je 't doek goed zien?" „Uitstekend zelfs!" „Heb je geen last van tocht of van sigarettenrook?" „Helemaal niet lieveling." „Ruil dan onmiddellijk van plaats met me, egoïst!" Verstrooid. Professor (in de bio scoop): „Vanavond zie ik dit stuk voor de derde keer. Dezelfde artisten en hetzelfde décor, maar nog nooit is het zo goed gespeeld als nu!" Erg ziek. „Knappe verpleegster heb je", merkte zijn vriend op. „Werkelijk?" vroeg de patiënt met zwakke stem. ,,'t Was mij nog niet Opgevallen." „Goede hemel, kerel, ik wist niet, dat je zo ziek was." Ze kende hem.. „Liefste, als Je eens wist hóé ik je in mijn hart heb gesloten „Och, doe dat liever niet. Ik kan niet tegen zoveel gedrang!" Gezicht stond er naar. Wandelaar tegen boerenjongen: „Zeg vriend, waar is je vader?" Jongen: „In 't varkenshok. U kunt hem dadelijk herkennen want hij heeft een pet op." De oorlog! Kees moet een opstel maken over de tachtigjarige oorlog en zit des avonds vlijtig te schrijven, maar de volgende morgen, als hij naar school wil gaan, kan hij het opstel, ondanks alle pogingen en allo ge zoek, ook van Mietje en moeder, niet vinden. Hij is radeloos, maar moeder stelt hem gerust: „ik zal wel een briefje aan de onderwijzer schrij ven'^ zegt ze, „dan zal hij niet straf fen, en dan maak je vanmiddag ©en ander opstel". Aldus wordt gedaan, en moeder schrijft een briefje en geeft dat aan Kees mee. De onderwij zer leest tot zijn verbazing, als Kees het hem overhandigt, het volgende „Meneer de onderwijzer, hiermede deel ik u mede, dat Kees de tachtig jarige oorlog tot zijn spijt verloren heeft. Maar als hij vanmiddag terug is uit school, zal ik hem dadelijk weer een nieuwe laten beg:innen. De moe der van Kees". Voor goed! „Dus je bent weer ge- trouwd. Goddank! Nu zal je vrouw die onhandige keukenmeid van je wel wegsturen." ,,'k Denk 't niet. Ik heb die keu kenmeid getrouwd." Ook een succes. „En gaat je school voor stenotypisten goed?" „Dat zou ik denken. Stel je voor: van de 49 meisjes, die wij in novem ber een plaats bezorgd hebben, zijn er al 25 met hun chef verloofd!" Geriefelijk! Jansen had een klei ne auto gekocht, zo'n babywagentje, dat zo goed als geen benzine eist. Pieters komt hem tegen, toen hij juist probeerde opzij in te stappen, en zei: „Man, wat een klein wagentje! Daar kan je niet eens je vrouw in meenemen?" „Ja," zei Jansen, „practisch he...?" Het iaIt meeKizin binnen 'Haar toch hadden m beter Tante en Jeroen op de bootte kunnen bremen van mptan Wélkel'S 1 Vetnee. oukktHHh bier !cb te ontdekken Stuurman Klopper vertelt WE waren dus voor twee dagen van drinkwater voorzien. We besloten koers te zetten naar Sierra Leone, hon derd mijlen verder. Gelukkig dat we de stuurman en zijn kompas bij ons hadden. Tot de avond ging het goed. maar later viel de wind en tegen middernacht werd het weer geheel windstil. Er zat voor ons niets anders op dan te roeien, wilden we vooruitkomen, maar het was zó aardedonker, dat we de kompasstreken niet konden zien. We waren bang dat we uit de koers zouden raken en daarom bleven we maar stil drijven. We probeerden wat te gaan slapen, maar dit ging ook niet' al te best en tegen de morgen waren we dood- en doodmoe. Van de ham én het pekel vlees werden af en toe kleine stukjes tdeeld. maar omdat we niét wisten hoe lang de tocht nog zou duren, waren we er heel zuinig mee. Toen 't licht werd. roeiden we. dat gaf weer enige afleiding, maar de zon stak spoedig zó geweldig dat het ons onmogelijk werd een slag te doen. We werden dorstig van de warmte, maar nog meer van de ham en het pekel vlees. Het kleine rantsoen water was nauwelijks voldoende om onze keel vochtig te houden. Vooral na de mid dag begon de dorst ons hevig te kwel len. Onze lippen barstten van de droog te. Nog twee dagen bleef het hevig heet. 's Morgens en 's avonds roeiden we om beurten, zo lang we konden, maar we kwamen nog weinig vooruit. Ondanks al onze spaarzaamheid was de derde dag, na de middag, onze laat ste druppel verbruikt. Er was nog een stukje pekelvlees overgebleven, maar we konden het niet eten, zó brandde het op de tong. We brachten een ellendige nacht door en de volgende dag was niet veel beter. Toen ik mijn kameraden aanzag, sloeg de schrik me om 't hart. De dood scheen op hun gezicht getekend, zó af gemat. vervallen en bleek zagen ze er uit. De stuurman zag er 't ergste uit van allemaal. Hij zat onbeweeglijk aan 't roer met het hoofd op zijn borst gezonken en hij had voor niemand enige aandacht Eerst dachten we dat hij dood was. maar bij nadere beschouwing bleek hij nog flauwtjes te ademen. We waren allemaal zwak en duizelig van de dorst". Alsof Klopper door deze woorden aan zijn dorst herinnerd werd, nam hij werktuigelijk weer een slok van zjjn koffie en ging dan voort: „Plotseling bemerkte ik heel in de verte een drijvend voorwerp, dat snel naderde. Vol nieuwsgierigheid zagen we het aankomen, tot we het konden on derscheiden: het was een ongeveer 20 voet lange balk. Dit was op zichzelf niets bijzonders, want op zee komen we altijd veel drijvend hout tegen, maar wat ons erg verbaasde was de omstandigheid, dat het stuk hout door een onbekende macht werd voortbewo gen, zó snel schoot het vooruit over een volkomen stille zee. Toen bleef het plotseling op een honderd meter af stand van de boot stilliggen. „Wat kon dat wezen?" Door deze afleiding waren we alle maal weer een beetje opgekikkerd, zelfs de stuurman was vol belangstelling en hij zei: „Neemt de riemen, en roeit er heen dan kunnen we zien wat het is". We deden het en waren na een paar krachtige slagen in de buurt van het geheimzinnige voorwerp. De kok zat voorin op de uitkijk. Plot seling begon hij met armen en benen te zwaaien en riep heel angstig: „Houd op, onder de balk ligt een kanjer van een haai". Nu dachten we écht dat ons laatste uur geslagen was. Wat moesten we be ginnen in een klein bootje, tegen zo'n reusachtige haai. Jullie kunnen begrij pen dat we gauw de boot terughaalden om buiten het bereik van zijn staart te komen. Eén klap met zijn staart tegen ons kleine bootje en we waren red deloos verloren. Vol spanning keken we naar het geval en we bemerkten dat de haai zich niet verroerde, hij bleef op dezelfde plaats liggen. Toen de eer ste schrik voorbij was, wilden we alles toch eens nader onderzoeken en jawel, we ontdekten dat de haai op de een of andere manier met de balk Was ver bonden. Hoe! dat wisten we nog niet. Enige dagen vóór de hevige storm, toen we nog op de bark waren en we wegens windstilte ook stil hadden moeten liggen, toen kortten we de tijd door naar de haaien te hengelen, die dag en nacht om ons schip zwommen. We vingen er toen wel een dozijn hele kerels, maar we maakten ze alleen on schadelijk om ze dan weer over boord te gooien. Zo hadden we er eens een aan de lijn die we een stevige ijzeren haak tussen de kaken klemden, zodat hij voortaan met opengesperde bek zou moeten zwemmen. Maar hij kon ten minste niét meer bijten en dat was zeer voornaam. We gaven dit ondier ook weer de vrijheid. Een andere keer duw den we een stuk hout in de bek en dan mocht hij weer afreizen. Dat lijkt nu wel een beetje wreed, maar als we be denken hoeveel schade deze monsters veroorzaken en hoeveel mensen al ver ongelukt zijn wanneer ze met zo'n lie verdje in aanraking kwamen, dan kun nen jullie begrijpen waarom we zo ge handeld hebben. Nu zwom de haai met de balk op de rug vlak bij ons, nu eens draaide hij. dan weer dook hij een beetje onder en minderde dan weer vaart, maar toen we zijn monsterachtige kop hijgend en slijmerig vlak bij ons zagen, ontdekten we, dat hij in zijn bek een ijzeren stang had zitten, als een soort gebit en daar aan was de balk bevestigd, zodat hij behoorlijk was aangespannen als een paard voor een wagen met een stevige ketting. Het voordeel was dat hij nu niet kon bijten en ook niet helemaal kon onderduiken omdat de balk te groot was. Hij moest dus als een zee omnibus met de balk blijven rond zwemmen. (Wordt vervólgd). Correspondentie Allereerst bedanken we de kinderen, die ons met Nieuwjaar en Kerstmis een mooie kaart stuurden en het spreekt vanzelf dat we hun ook onze beste wensen aanbieden. De zusjes Bakker uit Voorhout be danken we hartelijk voor de leuke ver rassing. Met de Kerstprijsvraag hebben weer veel nieuwe neefjes en nichtjes mee gedaan. die ons vroegen of ze voortaan geregeld mogen schrijven. Dat vinden i Ve\Mtkurn MtrhnWêlïikfawnwoiHnK mtê mhtm men mek zien' Die zouden om dot beeld met em/a/en aanraken Toos v. d. Burg (Voorhout) en Annie v. d. Berg (NoordwIJkerhout) moeten mij eens gauw schrijven of ze het versje zelf gemaakt hebben. Dan komt het in de krant. De kinderen vertellen Het was dertig december. Morgen zou moeder oliebollen bakken en de drie kinderen mochten alle drie meehelpen. Het waren Willie, Annemieke en Wim. Ze zouden morgenmiddag beginnen. Nu valt don zullen wi dot doen en er ook de eer opmken Van wat je wel of niet moet wagen Nee, nu heb je nog niets te klagen. Kleutertje, jij met je oogjes zo olijk Wat kijk je nog vrolijk Maar of dat later zo zal zijn Weet ik niet, kleutertje klein. Kleutertje, jij met jé kleine mond En wangetjes, als appeltjes zo rond Alle mensen kijken je aan Och, laat ze toch begaan. Heus, ze zullen je niet opeten Later zul je wel weten Waarom ze dat doen Kom, geef je mammie maar een zoen. Wilm» van Noort (Oegstgeest) heeft ook een verhaaltje over Oudejaar ge- gemaakt. Hoe het gezin Van Veen gelukkig werd In een rijk dorp woonde een arm ge zin, de familie Van Veen. Niemand be moeide zich met hen, omdat zij arm waren. De vader was houthakker, de moeder ging een paar dagen in de week bij de mensen werken en hun zoontje Piet. van 11 jaar, ging nog op school. Vader werkte in een dorp vlak in de buurt. Hij ging 's morgens om 6 uur al weg en kwam 's avonds om 7 uur thuis. Zo ging het dag in, dag uit. De moeder ging ook al werken in dat an dere dorp, omdat de mensen in dit dorp haar niet aankeken. Het was bijna Kerstmis. Vader had ieder jaar al een kerstboompje mee gebracht. maar dit jaar bracht hij ook drie gebakjes en drie krentenbollen mee. Dat was een feest. Hij had ze gekregen van een mevrouw. Maar ook Oudejaar kwam nog. De avond tevoren had vader van diezelfde dame een groot pak gekregen. Moeder pakte het uit en daar zat van alles in om oliebollen te bakken: meel, gist, krenten, rozijnen, slaolie, appelen en poedersuiker. Moeder kon goed koken. Ze was heel blij met al die spullen. Op Oudejaar maakte ze een gistbeslag en bakte er heerlijke appelbeignets en oliebollen van. Ze smulden er van dat het een lieve lust was. Piet had ook nog een verrassing. Hij had van de meester een doos rotjes ge kregen en die staken ze op de weg af. Zo was het een heerlijke avond ge worden, Rineke Sloot (Leiden) vertelt on» over: Een ongeluk Mientje ging vandaag heel blij naar school, want ze was jarig. Ze had een pop gekregen en droeg die nu heel voor zichtig mee om hem aan de juffrouw te laten zien. Ze had ook eeri zak zuur tjes bij zich voor de kinderen en een reep chocolade voor de juffrouw. De juffrouw vond de pop prachtig. Ze zette hem in de vensterbank, dan konden alle kinderen de pop goed zien. Om half elf mocht ze trakteren en ze kreeg van de juffrouw een plaatje. De school ging uit. Haar moeder stond aan de overkant op haar te wachten. Ze Wou naar haar moeder toelopen, kêek niet uif en kwam pardoes onder een auto. Met een gebroken been en erge pijn in haar hoofd werd ze opgenomen en naar het ziekenhuis gebracht. De nieuwe pop was stuk. Zes weken heeft Mientje in het ziekenhuis moeten lig gen. Ze had helemaal geen prettige verjaardag. Nico v. Schaïk Hazerswoudc)ons nieuWe neefje, heeft ook een verhaaltje gemaakt. O. dat kwam er van Frans cn Hans gingen naar school. Het had twee nachten gevroren. Vader had gezegd dat ze niet op het ijs moch ten gaan, want het was nog te dun. Maar Hans ging wel. Frans deed het niet; hij dacht aan de waarschuwing. Hafis ging nu samen met z'n vriendje. Eerst zou het vriendje gaan en dan Hans. Het vriendje liep er over en het ging goed. Nu ging ook Hans. maar krik-krak. hij zakte er door. Hij spar telde. maar het hielp niet veel. Toert kwam er een man toegeschoten. Hij wierp Hans een touw toe en hij kon het net pakken. De vreemde meneer trok en ja, het ging. Zo kwam hij op het droge. Hij werd naar huis gebracht cn door moeder in bed gestopt. HIJ werd zwaar verkouden en moest twe« weken in bed blijven. Dag kinders, de andere verhaaltjes en brieven krijgen de volgende week een beurt. TANTE JO en OOM TOON. Elite van Bruggen, Groenoordstraat 13, Leiden. Henriëtte Westgeest, Adriaan Pauw straat 32. Wassenaar. Greet van Staden, Calandstraat 55. Leiden. Wimmie Hogenboom, Nieuwstraat 20, Roelofarendsveen. Nellie van Veldhuizen, Leidsevaart 2, Noordwijkerhout. Corrie Straathof, Weipoortseweg 67, Zoeterwoude. Allemaal hartelijk gefeliciteerd. De prijzen worden volgende week toege zonden. we fijn en we rekenen dan ook op hun geregelde medewerking. Met de prijsvraag hebben 762 kin deren meegedaan. Jullie hadden die massa kaarten en brieven eens moeten zien. 't Was enorm. Oom Toon heeft ze van hét bureau gehaald en toen hij thuis kwam schudde hij zijn tas zo maar over de tafel leeg. 't Was een berg, waar je haast niet over kon kij ken. We zijn gauw aan het sorteren gegaan, de groten bij de groten en de kleintjes bij de kleintjes. Toen zijn wè er mee naar hét bureau van de Leidse Courant gegaan en hebben toen heel eerlijk geloot. Ziehier het resultaat: zaten ze met moeder te bepraten wat ze er allemaal voor nodig hadden. De boodschappen werden opgeschreven en toen gingen ze eten en daarna vlug naar bed. De volgende morgen waren ze al vroeg wakker, 't Was immers „Oudejaar". Eerst gingen ze boodschap pen doen en eindelijk was de middag aangebroken. Eerst moest het beslag gerrtaakt wor den. Alle drie mochten' ze er aan mee helpen en moeder roerde alles door el kaar. Toen moest het beslag rijzen. Daartoe werd het op een warme plaats gezet en ondertussen speelden de kin deren maar wat. Iedereen wou wel eens kijken, hoe hoog het beslag was, maar dat mocht niet, ze bleven dus maar wat uit de buurt. Na ruim een Uur ging moeder dé pan met olie opzetten en toen het heet ge noeg was, nam moeder twee lepels, maakte een balletje en liet dat in de hete olie glijden. Ze stonden er alle drie naar te kijken en ze zagen dat het balletje in de pan groter werd. Ze mochten er ieder op de beurt een paar bakken. Toen moeder klaar was, strooide ze er heerlijke witte poedersuiker op, en zette de grote schaal met oliebollen achter de kachel. Daar bleven ze warm, want warme oliebollen zijn veel lek kerder dan koude, 's Avonds mochten ze er zoveel van nemen als ze lustten. Coby Hijman (Aarlandervecn) heeft een gedichtje gemaakt. Uitslag Kerstprijsvraag Het POL8IIORLOGE is voor: L. Hakkaart. Trompstraat 48, Leiden. We weten niet of L een jongen of een meisje is. Het mag dus geruild worden. De LEESBOEKEN gaan naar: Corstianas Wittem&n, Rijndijk no. 6, Voorschoten. Kees de Rijk, Hedastraat 28, Alphen aan den Rijn. Gerda Mensen, Grevenstraat no. 6, Leiden. Ineke Verhaar, Nieuwstraat 35, Lisse. Willie Kocleman, Bloemenstraat 30, Langeraar. Wim Heemskerk, Westdorp 28, Kou de kerk a. d. Rijn. Nieuwjaar De klokken luiden Bim, bam. twaalf uur. Wat zal dat beduiden? Overal ziet men vuur. In dit nachtelijk uur. Wel het nieuwjaar is gekomen Het oude jaar is voorbij gevlogen Gisteren aten we oliebollen en pannekoek Maar nu is 1958 op bezoek. Elly Dool (Leiden) heeft een gedichtje gemaakt op haar kleine zusje. Kleutertje Kleutertje, jij met je blonde haren Jij wilt iedereen verdriet besparen Jij kunt zorgeloos spelen Maar velen kunnen dat niet. Kleutertje, Jij met je kleine wipneus Eens zul je doen de grote keus

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 11