Situatie in Indonesië gedurende de laatste weken verslechterd Het paleispersoneel vierde Kerstmis op Soestdijk Regeringsverklaring in de Tweede Kamer diepere betekenis van een traditie De Met de kerst „binnen" DINSDAG 24 DECEMBER 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA 3 In strijd met het recht en menselijkheid Minister Luns heeft gistermiddag in de Tweede Kamer een regerings verklaring afgelegd, waarin de regering tot haar diep leedwezen constateert dat de situatie in Indonesië de laatste drie weken in ernstige mate is ver slechterd. De tengevolge daarvan ontstane toestand heeft twee aspecten: de sfeer, waarin de Nederlanders in Indonesië zich op het ogenblik bevin den, en de uitzichten voor de Nederlandse bedrijven in de republiek. De Indonesische regering heeft tegen het Nederlandse bedrijfsleven maatrege len genomen of toegelaten, welke een ernstige aantasting betekenen van de rechtspositie der getroffen bedrijven, de bedrijfsuitoefening in hoge mate hebben belemmerd en in vele gevallen zelfs onmogelijk maken De zgn. overname van de K.P.M. is gevolgd door overeenkomstig optre den tegen Nederlandse banken, handelshuizen en industriële cultuur-on dernemingen. Van Indonesische zijde worden over dit anti-Nederlandse optreden veler lei vaak met elkaar strijdige verklaringen gepubliceerd. FLAGRANTE LEUGENS. Er wordt gezegd, dat de bedrijven niet geconfisqueerd of genationaliseerd worden, doch slechts tijdelijk in be heer genomen. Openlijk is daaraan toegevoegd, dat niet van nationalisa tie moet worden gesproken, want dat er dan schadeloosstelling zou moeten worden betaald. Daaruit blijkt de be doeling wel zeer duidelijk. De Indonesische minister-president beroept zich op een van voor de oor log daterende Nederlands-Indische verordening, maar het is duidelijk, dat hier sprake is van een volken rechtelijk volstrekt onrechtmatige detournement de pouvoir. In een me morandum, dat door de permanente Indonesische missie bij de Verenigde Naties is verspreid, wordt verklaard, dat de recente maatregelen van de Indonesische regering alle in overeen stemming zijn met het internationale recht en dat de essentiële beginse len van de menselijke rechten daar bij zijn geëerbiedigd. Volgens dit me morandum heeft de Indonesische re gering Nederlandse bedrijven tijde lijk onder administratieve controle gesteld met het doel om excessen van de zijde van extreme elementen te voorkomen. Deze Indonesische voorstelling van zaken is met de feiten in flagran te strijd. De anti-Nederlandse activiteiten, zoals het optreden van vakbonden en boycot-acties tegen de Nederlanders zijn in feite door de Indonesische overheid aangemoedigd, georgani seerd en geleid. De Indonesische mi nister van voorlichting trad daarbij op als voorzitter van het z.g. Irian Bevrijdingscomité van hetwelk de anti-Nederlahdse campagne is uitge gaan. De z.g. overname van Nederlandse bedrijven betekent feitelijk, dat bij deze bedrijven de leiding en de zeg genschap aan de wettige bedrijfsvoer ders zijn ontnomen. Dit geldt zowel voor de bedrijven, waarin de vak bonden heer en meester zijn, als voor velen van die, welke z.g. onder beheer van het militair gezag zijn gesteld. Op Sumatra's oostkust b.v. is aan de Nederlandse bedrijfsleiders verboden contact te onderhouden met hun hoofddirecties, elders staat dit contact onder Indonesische con trole. Dit alles wijst op niet anders dan een doelbewuste, nauwelijks geca moufleerde politiek om zich weder rechtelijk van Nederlandse bedrijven meester te maken. PSYCHISCHE DRUK. De maatregelen tegen de Neder landse bedrijven gaan gepaard met een bejegening van de Nederlanders, welke hen onder zware psychische druk heeft gesteld. De Nederlandse gemeenschap leeft in beklemmende onzekerheid over haar toekomst. Een sprekend voorbeeld van de wil lekeur en rechteloosheid, waardoor het optreden tegen de Nederlanders in Indonesië wordt gekenmerkt, is wel het verbod om zonder vergun ning persoonlijke bezittingen te verkopen waardoor met name zij, die uit Indonesië wensen te vertrekken, nog extra worden gedupeerd, aldus minister Luns. Aanvankelijk heeft de Indonesische regering aan de Nederlandse diplo matieke vertegenwoordiging bij her haling doen weten, dat alle in Indo nesië verblijvende Nederlanders dat land op zo kort mogelijke termijn dienen te verlaten. Deze mededeling werd door het Indonesische ministe rie van justitie gedaan op 6 december en op 9 december door het ministerie van buitenlandse zaken bevestigd. Later werd hierop teruggekomen met de mededeling, dat eerst de werklo ze Nederlanders moesten vertrekken en dat vervolgens de overige Neder landers dienden te gaan, waarbij de deskundigen op wier tijdelijk be houd de Indonesische regering blijk baar prijs stelt, het achterste gelid zouden kunnen vormen. Jongstleden zaterdag nog heeft de Indonesische minister van buitenlandse zaken blij kens persberichten in het parlement in Djakarta weer een andere verkla ring afgelegd. Aan de Indonesische regering is een schriftelijke verklaring gevraagd over de rechtspositie der in Indonesië verblijvende Nederlanders. Tot op vandaag is op dit verzoek geen ant woord ontvangen. Wel heeft de In donesische minister-president op het telegrafisch verzoek van de minister president, om aan de evacuatie van Nederlanders medewerking te ver lenen, geantwoord, dat de Indone sische regering terzake haar volle medewerking zal geven. Bovendien is bij herhaling officieel verklaard, dat ieder, die zulks wenst, het land zal kunnen verlaten. Dat op dit recht in verschillende gevallen reeds in breuk werd gemaakt, gaat dan ook alle perken te buiten. De regering is daarom met toene mende bezorgdheid vervuld over de Nederlanders en de Nederlandse be langen in Indonesië. Het spreekt vanzelf, dat zij her haaldelijk bij de Indonesische rege ring in krachtige termen protest heeft aangetekend tegen het Indo nesische optreden. Het zal de Kamer gebleken zijn, dat dit optreden in de vrije wereld algemeen is veroordeeld. Indonesië kan niet in twijfel verkeren over de beoordeling van zijn acties. Ook in de Nato heeft Nederland een verheu gende mate van begrip en solidariteit gevonden, terwijl daarenboven de conferentie te Parijs openlijk van ern stige bezorgdheid over de gebeurte nissen in Indonesië heeft blijkt gege ven. De regering heeft voorts overwo gen, welke andere wegen haar ten deze openstaan om internationale steun in deze zaak te stimuleren en uit te breiden. Uiteraard gaat hierbij in de eerste plaats de gedachte uit naar de Verenigde Naties. Het is de Kamer bekend, dat het stelsel van overeenkomsten en regelingen, welke de souvereiniteitsoverdracht van In donesië begeleidden, zijn tot stand gekomen met medewerking en onder auspiciën van een commissie van de Verenigde Naties. Het is voor de rege ring dan ook een ernstige teleurstel ling, dat bij de stelselmatige en moed willige afbraak van dit stelsel de Ver enigde Naties lijdelijk hebben toege zien. Toch acht de regering het van het grootste belang om de Verenigde Na ties formeel in kennis te stellen van wat zich in Indonesië afspeelt. Minister Luns heeft dan ook reeds aan de permanente vertegenwoordi ger te New York opdracht gegeven om in een gemotiveerde nota de aan dacht van de secretaris-generaal en de leden van de organisatie te vesti gen op de vijandelijke acties der In donesische regering en de schendin gen van internationaal recht en vol kenrechtelijke normen. ANNEXATIE ZEEGEBIED. De Indonesische regering heeft de zer dagen haar voornemen aange kondigd om een enorme uitbreiding te geven aan wat zij als de Indonesi sche territoriale wateren beschouwt. Zij wil daarbij blijkbaar grote stuk ken zeegebied annexeren en daarmee de internationale scheepvaart in de zo belangrijke zeeverbindingen in de wateren tussen Azië en Australië on der haar souverein toezicht plaatsen. Zulk een unilaterale maatregel is uiteraard voor ons, evenals voor an dere zeevarende mogendheden, niet aanvaardbaar en de regering zal niet nalaten op geëigende wijze haar standpunt in deze officieel te doen kennen en zich haar rechten voor behouden. Dat de Britse regering zich bij deze voornemens neerlegt, zal de Kamer uit de pers gebleken zijn. I DE EVACUATIE. I Omtrent de maatregelen, welke de Nederlandse regering heeft genomen in het belang van deze beproefde landgenoten in Indonesië zegt de re geringsverklaring, dat er grote moei- I lijkheden zijn te overwinnen. Door de sluiting van de Nederland se consulaire vertegenwoordigingen worden het behandelen van aanvra gen van buiten Djakarta en de voor bereiding voor de boekingen in an dere havenplaatsen ten zeerste ver zwaard. De Indonesische regering is niet be reid gebleken van haar beslissing te rug te komen. Het ingediende protest is afgewezen met de onhoudbare mo tivering, dat voortzetting van de werkzaamheden van de consulaten „geen nut" heeft. Niettegenstaande alle moeilijkheden hoopt de regering in staat te zijn de Nederlanders, die Indonesië wensen te verlaten, ook binnen zo kort mo gelijke termijn daartoe in staat te stellen. FINANCIëLE BIJSTAND. De regering is ten volle bereid alle Nederlanders, die in moeilijke omstandigheden verkeren, zo veel mogelijk de helpende hand te bie den. Dit houdt echter niet in, dat zij de overtochtkosten zou moeten betalen van hen, die over voldoende middelen beschikken om zichzelf te helpen of wier werkgever, die in In donesië over hun werkkacht heeft beschikt, over zulke middelen be schikt en de wettelijke of morele plicht heeft hun die middelen te ver schaffen. Ook hier te lande zal de aankomst van een zo groot aantal landgenoten vele moeilijkheden met zich brengen. De repatriëring en opvang in Ne derland zullen belangrijke kosten voor de schatkist medebrengen, ter wijl ook de Nederlandse deviezenpo- sitie belast zal worden met belang rijke uitgaven. Het is onmogelijk in het huidige stadium nu nog niet bekend is welke omvang deze repa triëring zal aannemen een schat ting te geven van de bedragen, die hiermede voor budget en betalingsba lans gemoeid zullen zijn. EEN FRAAIE BALANS. De regering wenst deze verklaring niet te eindigen zonder de huidige ge beurtenissen in Indonesië te plaatsen in het perspectief van wat zich sinds de souvereiniteitsoverdracht in dat land heeft afgespeeld. Zo hebben wij dan successievelijk zien gebeuren het onwettig te niet doen der federale structuur van de republiek, waarbij het recht der deelstaten om een spe ciale status in of buiten Indonesië te verkrijgen verdween, het sabote ren van de zo vele andere afspra ken van de unie. De schandprocessen tegen onschuldige Nederlanders, het niet ratificeren van het protocol in 1954, de eenzijdige opzegging van alle met Nederland gesloten accoor- den en het annuleren van alle finan ciële verplichtingen en tenslotte het geen thans geschiedt. Men doet het nu voorkomen, als of de thans genomen maatregelen het gevolg zijn van de weigeringen van de Verenigde Naties om de Indonesi sche aanspraken op Nieuw-Guinea te onderschrijven, doch dit is naar het oordeel van de regering in het licht van wat zich sinds 1949 heeft afge speeld niet anders dan een voorwend sel. Zelfs uit uitlatingen van officiële In donesische zijde blijkt de juistheid van dit oordeel. Nog eergisteren heeft de Indonesische minister-president in een radiorede verklaard, dat de hui dige actie niet alleen haar oorzaak vindt in het Nieuw-Guinea-geschil, doch dat deze vooral gezien moet worden in het kader van de Indone sische wens de gehele nationale eco nomie van Indonesië op een nieuwe basis te schoeien, en daarmee een zelfstandiger buitenlandse politiek mogelijk te maken. Gedurende de afgelopen jaren heeft de Nederlandse regering grote be reidheid getoond over tal van aange legenheden met de Indonesische re gering te spreken, ondanks de voort durende eenzijdige verdragsbreuk van de zijde van Indonesië en tal van ander tegen Nederland of Nederlan ders genomen maatregelen. Hoewel in principe dezelfde ge- Koningin Juliana leest de Kerstboodschap H. M. de koningin gefotografeerd tijdens het lezen van de Kerstboodschap gedurende de kerstsamenkomst van het koninklijk gezin met de leden van de hofhouding op Soestdijk neigdheid ook thans nog bestaat, moet in alle duidelijkheid worden ge zegd, dat in de schaduw van de on gehoorde maatregelen, welke thans in Indonesië worden genomen, de basis van een eventueel gesprek wel uiter mate smal is geworden. De koninklijke familie heeft gistel-middag op de gebruikelijke wijze het kerstfeest gevierd, tezamen met de gezinnen van het paleispersoneel. De kring was niet beperkt tot het paleispersoneel in engere zin, doch ook an deren, die door hun werk vaak in aanraking komen met koningin, prins en prinsessen, waren ertoe genodigd. Zo waren er ook de postambtenaren van het tegenover het paleis gelegen postkantoortje, de militairen van de staf van de inspecteur-generaal van de koninklijke landmacht, een depu tatie van het vliegveld Soesterberg en de bemanning van het koninklijke jacht „Piet Hein". Alles bijeen waren deze middag niet minder dan vijfhonderd mannen, vrouwen en kinderen bij de koninklijke familie te gast. Het was de achtste keer, dat een dergelijke kerstviering werd gehouden. In 1950 kwam voor het eerst de grote gemeenschap van de „paleiswerkers", van hofdame tot tuinman, tegen Kerstmis bijeen. Daarna werd jaarlijks een kerstsamenkomst gehouden, afwisselend in Amsterdam, het Loo, Den Haag en Soestdijk. kerstboom, die op het kleine toneeltje was opgesteld, was met kaarsen ver sierd. Onstoffelijke kerstgaven De vijfhonderd gasten vulden de grote garage van de bij het paleis gelegen kazerne der koninklijke ma rechaussee geheel. De hal was door trokken van de geur van fris denne- groen. dat wanden en zoldering be dekte. Zij was met honderden flak kerende kaarsen verlicht. Ook de Op de foto v.l.n.r.: Z.E. de heer Jac. G. Suurhoff, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, mr Luns, premier dr W. Drees en de minister van Maatschappelijk Werk, mej. dr M. A. M. Klompé. Traditie Toen de koningin, de prins en de prinsessen Beatrix, Irene en Mar griet onopvallend waren binnenge komen en hun plaatsen op de eerste rij hadden ingenomen, heette prins Bernhard alle gasten welkom, daar bij opmerkend dat dit jaarlijkse feest al een zekere traditie heeft gekre gen. Het progrmama viel in drie delen uiteen. Het eerste deel was een be zinning op de kerstboodschap, waar bij koningin en prins voorgingen. j Daarna werd een kerstspel opgevoerd door de kinderen van de grote Soest- dijkse gemeenschap. Ook prinses Ma rijke nam daaraan deel. Tenslotte werden in een ongedwongen samen zijn verversingen aangeboden. Ko ningin Juliana heeft, zoals de traditie van het feest wil, zelf de kerstbood schap uitgesproken. Zij las, terwijl er een plechtige stilte in de grote hal hing, het kerstverhaal uit het Evan gelie van Lucas voor. De diepere betekenis Daarna heeft prins Bernhard een toespraak gehouden, naar aanleiding van het Evangelie van Mattheus. De prins ging dieper in op de betekenis van het in goede christelijke gëest gegeven kerstgeschenk. „Waar men ook in het Evangelie leest, overal is het doordrongen van het grote gebod, dat ons zegt onze naaste lief te heb ben, en een van de meest eenvou dige manieren om deze liefde te to nen is voor ons het geven van een cadeau. Hiertegen bestaat mijns in ziens ook niet het minste bezwaar, mits de schenking die wij doen. wer kelijk de uiting is van een waarach tig gevoel van naastenliefde; als de drijfveer onze wens is door dit ge schenk de ander te laten merken, dat wij aan hem denken, dat wij hem een plezier willen doen, dat wij hem gelukkig willen maken", zo zei- de prins. Hij wees erop dat er ook nog onstoffelijke geschenken zijn, die veel meer vragen dan een financieel offer, namelijk een overwinning op onszelf: een vriendelijkheid, verge vingsgezindheid. Het heerlijke van deze gaven noemde hij, „dat ieder een ,arm en rijk, jong en oud, en zelfs de meest hulpeloze zieken, op deze wijze in staat zijn het kerstfeest daadwerkelijk mede te vieren en dat niemand met lege handen aan de kribbe behoeft te staan". Marijke, een engeltje De tonen van kerstliederen, beur telings gezongen door alle gasten en door het paleiskoor onder leiding van de heer A. Oudhof, hadden deze plechtigheid ingeleid. Mevrouw W. A. Repelaer van Driel, dame du pa lais. mevrouw A. M. de RanitzDe Brauw, echtgenote van de burge meester van Utrecht, en mr J. C. ba. ron Baud, kamerheer i.b.d., voerden de sonate voor twee violen en piano van Handel uit. De kinderen van het paleisperso neel gaven daarna een kerstspel van R. Winkel ten beste. Vijf en dertig kinderen zongen in het koor. Een van de vijftien engelen was prinses Marijke, die ook nog even naar voren mocht komen om met heldere stem haar kleine solorolletje te vervullen. De opvoering van het spel, ontroe rend door zijn eenvoud, stond onder leiding van de heer A. Oudhof, die Een 58-jarige landloper, C. Z. uit Amsterdam, wilde de kerstdagen niet in de kou doorbrengen, dus zon hij op een middel om ergens onderdak te komen. Hij oordeelde het het bes te, om zich maar te laten arresteren. Daarom ging hij in de buurt van het politiebureau Spaarndammerstraat lopen flaneren, waar er ras een die naar van St Hermandad hem in de kraag pakte en meenam naar het bureau. Op het bureau werd er procesver baal tegen de man opgemaakt. Het is nu eenmaal verboden, zonder mid del van bestaan langs de openbare weg te zwerven. Enige tijd later werd hij voor de officier van justitie geleid. Z. behoeft zich nu voorlopig niet meer om logies te bekommeren. Hij zal enkele dagen in het huis van be waring moeten doorbrengen, waar vandaan het transport volgt naar Veenhuizen. Gisteren heeft aartsbisschop mgr. dr. B. J, Alfrink, als vicaris castrensis der Nederlandse strijdkrachten, te Den Helder het Katholiek Militair Tehuis „Stella Maris" te Den Helder a een bezoek aan Hr Ms kruiser „De Ruyter" werd mgr. Alfrink op het huis ontvangen door de comman dant-zeemacht Nederland, schout bij nacht G. B. Fortuyn, waarbij tevens aanwezig waren de vlag-officier per soneel L. Brouwer en de hoofd vlootaalmoezenier mgr. J. de Sain. Bij de plechtige inzegening en offi ciële opening van het tehuis waien eveneens tegenwoordig vele geeste lijke-, militaire- en burgerlijke auto riteiten o.a. de burgemeester van Den Helder, de heer G. D. Rehorst en drs. W. A. van der Donk namens het provinciaal bestuur. Mgr. de Sain memoreerde het be zoek van de aartsbisschop aan de Koninklijke Marine als een historisch feit en bood hem een tegeltableau aan, voorstellende het vlaggeschip „De Zeven Provinciën" van Michiel Adriaenszoon de Ruyter. Behalve vele gelukwensen werden tal van geschenken aangeboden, o.a. twee biljarts, twee piano's en een tafeltennisspel. Tot lector in de perswetenschap aan de Vrije Universiteit is benoemd, dr. E. Diemer te Rotterdam, hoofd redacteur van het dagblad „De Rot terdammer". kazerne. Daar kwamen de gasten in groepen van honderd, omdat de plaatsruimte beperkt was, om teza men met de koninklijke familie cho colademelk en krentenbollen te ge bruiken. Er heerste een prettige, wel haast huiselijke sfeer. Koningin, prins en prinsessen had den tenslotte hun handen vol werk niet het uitdelen van de gebruike lijke geschenken aan hun gasten. Ta fels vol lekkernijen en stapels prin- sessenkalenders werden met vrien- aan het einde allen opriep om de ju- I delijke opmerkingen rondgedeeld en belende slotzang mee te zingen. men kon zien, dat de gevers der ge- Het laatste deel van het kerstfeest I schenken er evenveel veugde van werd gegeven in de kantine van de hadden als de ontvangers.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 5