DE LASTGEVING BLEEK GEVAARLIJK DOKUMENT Nederland weigert geen gesprek met Indonesië Gemeenteambtenaar mag neventunctie hebben Emigrant werd priester Woenselse treinramp voor Ongevallenraad Ulo-leerlingen in Leiderdorps Raad DE HEER Twee Hollandse meisjes zingend de wereld rond ZATERDAG 21 DECEMBER 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA 4 Basis echter wel heel smal In antwoord op een vraag of Ne derland bereid is tot een gesprek met Indonesië, heeft minister Luns gister avond na zijn terugkeer in ons land uit Parijs, verklaard, dat basis voor zo'n gesprek zeer smal is. De minister zei in de eerste plaats te doelen op de confiscatie van Ne derlandse eigendommen in Indonesië en de schendingen van het interna tionale recht. „Daarbij is er onzeker heid, wie het in Indonesië voor het zeggen heeft en onzekerheid, wat het onderwerp van een dergelijk gespiek zal moeten zijn". Minister Luns vervolgde: ..Voorts wordt een dergelijk gesprek heel moeilijk gemaakt door de schandalige wijze, waarop in Indonesië tegen on ze landgenoten wordt opgetreden en het internationale recht met de voe ten wordt getreden". „Men kan zich voorstellen, dat JAAR-EXPORT PLUIMVEEHOUDERIJ OVER 500 MILJOEN GULDEN De dag van vandaag zal in de an nalen van de Nederlandse pluimvee houderij als een uiterst belangrijke geboekstraafd blijven. De uitvoer waarde aan pluimveehouderijproduk- ten bereikte n.l. vandaag een hoogte als nog nimmer tevoren in een jaar werd bereikt. Ze overschreed dit jaar voor het eerst een bedrag van 500.000.000. Hoofdzakelijk werd dit bereikt door de uitvoer van circa 2,7 miljard eieren en circa 40.000 ton slachtgevo- gelte, voorts droegen hiertoe o.a. bij eendagskuikens, eiprodiukten en pluim veeconserven. Het prodiuktschap voor pluimvee en eieren heeft het bereiken van deze mijlpaal telegrafisch ter kennis ge bracht van de minister-president en van de ministers van landbouw vis serij en voedselvoorziening en van economische zaken. In 1956 kwam 14,76 procent van de totale export van alle agrarische pro- dukten voor rekening van de pluim veehouderij, van de veehouderijpro- dukten was het percentage nog meer en wel 26.04. De pluimveehouderij, die wordt uitgeoefend door ongeveer tweehon derdduizend pluimveehouders op de kleinere gemengde bedrijven in het centrum, oosten en zuidoosten van ons land, heeft deze resultaten we ten te bereiken zonder enige subsi die van overheidswege aan bedrijf of produkt. Centrale Raad van Beroep: De centrale raad van beroep te Utrecht heeft gisteren beslist, dat een gemeente-ambtenaar als nevenfunctie een agentschap van een verzekerings maatschappij mag houden. Daarmee bevestigde de raad de uitspraak van het ambtenarengerecht in Den Bosch. Het proces was het gevolg van een geschil tussen b. en w. van Loon op Zand (Noord-Brabant) en de secre taris-ambtenaar L. W. M. van Ho ven, tevens gemeenteontvanger in die gemeente, die de nevenfunctie had. B. en w. achtten het samengaan van beide functies onverenigbaar en verzocht aan de heer Van Hoven met ingang van 1 januari 1958 een keus te maken. De ambtenaar ging daar niet op in en bracht de kwestie voor het amb tenarengerecht. deze kwesties nooit onderwerp van besprekingen met Indonesië kunnen zijn", zeide minister Luns, eraan toe voegend: „Dat schijnt in Indonesië wel eens te worden gedacht". „Het is de plicht van Indonesië de Nederlandse belangen te beschermen als die van zichzelf en van andere mogendheden", aldus mr. Luns. „De basis voor een gesprek met Indonesië was al smal, maar zij is nog smaller geworden". In antwoord op een opmerking, dat geruchten uit Djakarta komen, dat de huidige Indonesische regering binnen afzienbare tijd zou aftreden, zei mi nister Luns: „Dat bevestigt, hoe moei lijk het is vast te stellen, met wie en moet gaan praten". Met grote nadruk zei mr. Luns hierna: ..Ik zeg zeker geen neen", wat betreft een gesprek met Indo nesië. „Ik noem slechts enkele feiten, waarop een antwoord dient te wor den gegeven. De Nederlandse rege ring is door de jaren heen bereid ge weest met Indonesië te praten". In antwoord op een vraag, of een derde land wellicht kan bemiddelen in de huidige sitoiatie, zeide mr. Luns: „Er zijn weinig gelegenheden ge weest waaitoij internationaal zo dui delijk een mening is uitgesproken over hetgeen zich in Indonesië voor. doet". r. Luns besloot: ..In Indonesië wordt gezegd, dat de Nederlanders kunnen blijven. Maar hoe moet dit, indien de middelen van bestaan van de Nederlandse gemeenschap worden afgesneden? Dis is ook een wijze om de Nederlanders kwijt te raken". „Wij zijn tevreden over de resul taten van de Navo-conf eren tie, die aan onze verwachtingen heeft vol daan", aldus minister Luns. Op 23 februari 1951 vertrok de heer J. Janssen uit Blerick als emi grant naar Australië. Hij vestigde zich in Melbourne, waar hij o.a. werkte in een zuivelfabriek. Later stond hij aan een machine, die nylon kousen produceerde. Ruim een jaar na zijn vertrek kre gen zijn ouders onverwacht bericht, dat hij in een dominicanenklooster was ingetreden. Na volbrachte studie zal hij eind 1958 zijn priesterwijding ontvangen. Te Blerick heeft men het initiatief genomen, father J. Janssen zo mo gelijk te midden van ouders en familieleden in Blerick zijn eerste H. Mis te doen opdragen. Toestemming hiervoor werd door de kerkelijke overheid verleend. Het geld voor de retourreis MelbourneSchiphol is reeds voor de helft door gulle gevers bijeengebracht. Een actie onder de inwoners van Blerick is nog gaande. Pastoor De Wit na auto-ongeluk overleden Patoor J. de Wit van Middenmeer (Wieringermeerpolder) is woensdag middag het slachtoffer geworden van een verkeersongeval. Toen hij in zijn auto, rijdend in de richting van Me- demblik, ter hoogte van de Hoorn- se brug de bocht nam, reed hij tegen een tegenligger. Ten gevolge hier van kreeg hij ernstige kwetsuren. De pastoor brak een arm en een heen en ook liep hij een ernstige hoofd wonde op. Hij werd naar het Elisa- bethziekenhuis te Alkmaar vervoerd, waar men aanvankelijk zijn toe stand niet levensgevaarlijk achtte. In de loop van donderdag verslechterde de toestand van de patient achter en in de loop van de avond is hij over- 1 leden. Rusland accepteert ontwapeningsgesprek Rusland heeft heden (zaterdag) voorgesteld een speciale zitting van de V.N. of een internationale confe rentie te houden om het ontwape- ningsvraagstuk te bespreken. Het voorstel werd gedaan door de Russische minister van buitenlandse zaken, Andrei Gromyko, die eep rede hield op de bijeenkomst van de Op perste Sow jet in Moskou. De Sow jet-Unie kan het voorstel van de Navo betreffende besprekin gen tussen de ministers van de vijf mogendheden niet aanvaarden, aldus Gromyko. Dit voorstel voldoet de Sow jet-Russische regering niet. (Tass meldt, aldus A.F.P., dat vol gens Gromyko de Sowj et-Russische regering voorstelt ófwel een bijzon dere zitting van de Verenigde Naties ófwel een conferentie over de ont wapening te houden). KERSTREDE KONINGIN Koningin Juliana zal op eerste Kerstdag 's middags om 1 uur een kersttoespraak tot het Nederlandse volk richten. Deze toespraak zal over beide radiozenders worden uit gezonden. De Nederlandse Televisie-Stichting heeft bericht ontvangen, dat deze rede niet per televisie kan worden uitgezonden. Ned. Rundveestamboek had bevredigend jaar Het aantal leden van het Neder landse Rundvee Stamboek N.R.S., is in 1957 met 3777 gestegen tot boven de vijftigduizend. Dit bedroeg op 30 november jL 51353. Dit werd op de gisteren in Utrecht gehouden jaarvergadering medege deeld door de voorzitter prof. dr. W. de Jong uit Wageningen. Deze noemde de ontwikkeling van het N.R.S. in 1957 zeer bevredigend al was dit niet zo spectaculair als in het recordjaar 1956. Het aantal bij het N.R.S. ingeschre ven kalveren, dat eind 1956 121.841 bedroeg, is evenwel in 1957 nog tóe genomen met 12% tot 15.841. Tegen over een stijging met 23 van het aantal ingeschreven stieren in 1957 staat een daling met 5% van het aantal ingeschreven koeien. De export van de ingeschreven die ren in de eerste elf maanden van 1957 (4.969) vertoont een teruggang van 24% tegenover dezelfde periode in 1956 6.577). De vermindering is ongeveer gelijk aan de vermindering van de totale rundvee-export. Hoe de uitvoer in 1958 zal zijn, kon de voorzitter moeilijk voorspellen. Enige landen hebben hun invoereisen ver hoogd, doch andere tonen meer be langstelling voor het Nederlands stamboekvee. Het vee dat in ons land aanwezig is, geeft het N.R.S. reden voor een gematigd optimisme, aldus de voorzitter. Nog werd medegedeeld, dat de bei de Nederlandse stamboeken in 1958 propaganda op de wereldtentoon stelling te Brussel zullen maken door de inzending van 24 koeien. Op de helft van de tentoonstelling, n.l. in juli, zal de collectie worden verwisseld door een nieuwe. Voorts werd besloten de vijfjaar lijkse tentoonstelling van het rund veestamboek in 1958 wederom in 's-Hertogenbosch te houden en wel op 3 en 4 september 1959. De vergadering benoemde de heer G. Remmeling uit Steenderen (Gld) die per 1 januari a.s. uit het bestuur van het N.R.S. zal treden, tot lid van verdienste. De heer Reirvmelink is 38 jaar bestuurslid geweest, waarvan 19 jaar lid van het dagelijks bestuur. Verantwoordelijkheid niet genoeg begrensd Zeven doden en verscheidene zwaargewonden. Dat was de droeve oogst van het treinongeval, dat op 12 augustus j.l. plaats vond bij Woen- sel. Die treinramp kwam gisteren voor de Spoorwegongevallenraad, die zitting hield in het Bossche Gerechts hof. Het onderzoek had uitgewezen, dat het ongeval veroorzaakt was door een misverstand omtrent de lastgeving „Verkeerd spoor rijden". Op de strek king van deze lastgeving lag derhalve het accent van de zitting. De gewraakte lastgeving was op de morgen van het ongeval afgege ven door de perronopzichter M., op last van de treindienstgeleider R. te Eindhoven aan de bestuurder van de personentrein, die om kwart over ze ven uit de Lichtstad naar Utrecht vertrok. k Er was op het baanvak naar Woen- sel een railbreuk ontstaan, met het gevolg, dat zonder voorkennis van de dienstdoend adjunct-stationschef, de bewuste trein over het derde spoor naar Woensel werd geleid en van daar over „verkeerd", dus links spoor naar Best werd gedirigeerd. Volgens de voorschriften. Daarbij is de bestuurder door het rode, dus onveilige seinlicht gereden met het bovenvermelde rampzalige gevolg. Getuigen-deskundigen waren het er unaniem over eens, dat de wagen- voerder geen verwijt trof omdat hij handelend naar de lastgeving het onveilige signaal passeerde. De strijdvraag werd dus of de lastgeving niet verkeerd - was ge- De vierde klas van de Christelijke Ulo-school te Leider dorp heeft gisteren een bezoek gebracht aan de raads zitting. De publieke tribune was te klein en daarom schikten de raadsleden wat op om aan de belangstellen den ruimte te geven. De burgemeester hield tot de be grotingsbehandeling een inleiding die speciaal voor de leerlingen was bedoeld en hun bevattingsvermogen niet te boven ging. HOOFDDIRECTEUR RIJKSDIENST MONUMENTENZORG Bij K. B. is met ingang van 1 jan. benoemd tot hoofddirecteur van de rijksdienst voor de monumentenzorg: mr. R. Hotke hoofd van de onder afdeling monumentenzorg van de afdeling oudheidkunde en natuur bescherming van het ministerie van onderwijs, kunsten en wetenschap pen. Mr. R. Hotke werd geboren op 17 september 1919 te 's-Gravenhage. Na een gymnasiale opleiding sloot hij ii 1945 zijn studie aan de rijksuniversi teit te Leiden af met het behalen van het doctoraal examen rechten. weest. Hoewel de Raad zich er voor hoedde, direct uitspraken te doen en conclusies tetrekken, bleek meerma len overduidelijk, dat men van me ning was, dat de order niet verder had mogen gaan dan tot aan de post Woensel. De voorzitter legde er bijzonder de nadruk op, dat in de spaarzame geval len, waarin tot het rijden over „ver keerd" spoor wordt besloten, de groootst mogelijke veiligheidsmaatre gelen moeten worden genomen. Kwalijk was, dat de dienstdoend stationschef van Eindhoven, die lang durig ondervraagd werd geen kennis had genomen van de lastgeving die doch dat is een onbelangrijk détail op een veronderd formulier was aangegeven. Tragische interpretatie. Deskundigen en getuigen werden door de Raad gepolst naar hun uitleg van het woord „door" dat op <4e lastgeving voorkwam. Helaas weid dat door allen zo geïnterpreteerd, ads zou de opdracht zich tot voorbij Woensel uitstrekken. Men had liever gezien, dat er twee opdrachten waren afgegeven, waardoor de wagenvoer der zich te Woensel nader van de si tuatie op de hoogte gesteld zou heb ben. De treindienstleider te Woensel had bij het naderen van de Amsterdamse trein met de armen een gebaar ge maakt om de bestuurder te waarschu wen, langzaam te rijden. De bestuurder bleef zich beroepen op zijn lastgeving: het armsignaal was immers niet officieel. Hij werd als door een wonder gespaard maar lijdt sinds het ongeval aan geheugen stoornis. Van het ongeval wist hij zich alleen te herinneren dat hij on verwacht twee lichten zag opdoemen en dat hij toen naar achteren was ge lopen. De inspecteur van de N.S. erkende, dat een lastgeving in Woensel had moeten liggen maar uit practisch oog punt was het beter, dat de formulie ren in Eindhoven lagen. Hoewel de centrale inspectie te Breda aanwij zingen geeft voor de veiligheid was het aan Eindhoven, de veiligheid te waarborgen. Niettemin achtte de Raad het verwonderlijk, dat perron opzichters met zulke belangrijke formulieren als lastgevingen op zak liepen, maar men kon geen duidelijke begrenzing van de verantwoordelijk heid van het kader vaststellen. De tragische man. De hoofdstationschef, die geen dienst had op de dag van het ongeval, ver klaarde dat de bewuste lastgevingen over de perronopzichters waren ge distribueerd. De raad zag hier derhal- Tijdens de zitting van de Spoorwegon gevallenraad: Boven de hoofden van de leden van de raad vijf in getal waren vergrote formulieren van tweeërlei soort lastgevingen aange bracht, die met hun cijfers en lijnen een veelzeggend beeld vormen achter de groene tafel. ve een verantwoordelijkheid, die op het plan van de perronopzichters lag. De man, die de lastgeving had af gegeven, had dit nog nooit eerder ge daan. Hij handelde echter in op dracht van treingeleider R., die zich- zelve zoals uit zijn opmerkingen bleek als de tragische man be schouwt in dit drama. Met nadruk zei mr. De Zaayer ech ter tot hem: „U staat hier niet als beschuldigde maar als getuige". De raad zei bij monde van de voor zitter, dat hij de zaken op het perso- neeelsbureau te Eindhoven enigerma te slordig geregeld vond. De raad zal het verslag van zijn bevindingen uitbrengen aan de mi nister van Verkeer en Waterstaat. WIJ VERWACHTEN Jos de Lange Wendels en Robby van der Wal zijn twee Amsterdamse meisjes die acht jaar geleden zin kre gen de wijde wereld in te trekken. Ze zijn er nog niet van thuis geko men. En zij hebben nog helemaal geen plannen om naar huis te gaan, want hoewel zij in de acht jaren dat zij nu over de aardbol rondgaan heel wat avonturen hebben beleefd, waar bij er ook wel waren, die niet tot de gezelligste herinneringen behoren, is er toch nog altijd genoeg aantrek kingskracht in het onbekende om Jos en Robby voort te laten gaan. „Wij hebben de tijd" is hun motto en zij houden zich daaraan, wat de gelegenheid biedt rustig mensen en landen te leren kennen. Zij zijn nu op Curasao aangekomen, na bijna twee jaar geleden van Dakar uit de boot te hebben genomen naar Rio de Janeiro. Juist bijtijds om midden in het woeste Braziliaanse land in Pipa- pora, een paar liedjes te zingen bij de viering van het 25-jarig priesterfeest van een daar werkende Hollandse pa ter. Want met het zingen van lied jes en het spelen op de guitaar halen Robby en Jos hun bescheiden kostje op. In clubs en bioscopen, voor mi litairen bij de mariniers op Cura- gaao hadden zij een uitbundig succes Nederlandse verenigingen enz., treden zij op en verdienen zo het geld, dat hun in staat stelt te leven en verder te gaan. Negen en veer tig landen en landjes zijn er in die acht jaren bezocht. En dit getal zal nog wel aanzienlijk stijgen, want na een tweejarige zwerftocht over het vaste land van Zuid-Amerika is nu het Caribisch gebied en Midden- Amerika aan de beurt. Namens prinses Irene heeft de par ticuliere secretaresse van de prinses, mejuffrouw mr. M. Meurs, gistermid dag een electrische schrijfmachine aangeboden aan de stichting Bavo te Baarn, die een opvangcentrum heeft voor ontheemden en uit Indonesië ge- repatrieerden. Zondag 22 december. O Koning der volkeren, naar wien zij verlangen, Gij hoeksteen, die alles tot één geheel verbindt; kom, en red den mens, dien Gij uit aarde ge maakt hebt." Eeuwen vóór Christus profeteerde Isaias: .Daarom zegt Jahweh, de Heer: Zie, in Sion heb Ik een steen, een stevige steen, een kostbare hoeksteen, als grondslag gelegd; wie er op steunt, zal niet wanke len." (28, 16). Ook de psalmist zong reeds van: „De steen, die de bouwlieden hadden verworpen, is hoeksteen geworden" (Ps 118, 22), en Jesus paste deze woorden op Zichzelf toe (Math 21, 42). Hoe men zich nu die hoeksteen ook moge denken, als een grondsteen, die twee muren verbindt en zo de vast heid aan een gebouw geeft, of als een sluitsteen, die een boog of gewelf af sluit en zo het gebouw bijeenhoudt, in beide gevallen gaat het om de ze kerheid en de samenbindende kracht welke deze steen geeft. Het gebed van deze dag zinspeelt op de hier genoemde teksten. De Kerk is immers „gebouwd op de grondslag der apostelen en profeten, waarvan Christus Jesus de hoeksteen is", zoals'Sint Paulus ons leert. (Ef 2, 20). Bovendien is de Kerk internatio naal, alle volken kunnen erin wonen, want de Heer heef* de scheidsmuur tussen joden en heidenen weggebro ken: zijn Rijk is voor alle mensen en daarom wordt Hij hier dan ook aan gesproken met de titel „Koning der volkeren". Al komt het heil uit de joden, ge lijk Jesus het uitdrukkelijk zeide tot de samaritaanse vrouw (Jo 4, 22), toch is het voor alle mensen bestemd, want „allen hebben gezondigd en zijn beroofd van de heerlijkheid Gods" (Rom 3, 21). Daarom doet het gebed dan ook een beroep op het feit, dat wij allemaal toch maar kinderen van Adam zijn, dat wij zwak en broos zijn als lemen vatqn en zonder Gods hulp niet verder kunnen komen. De O-an tifoon zegt het Isaias na: „Toch blijft Gij, Jahweh, onze Va der! Wij zijn het leem, Gij onze boetseerder; wij allen zijn het werk uwer han den! Ach, Jahweh, wees toch niet al te vergramd, niet altijd onze misdaad indachtig. Ach, zie op ons neer; Wij blijven toch allen uw volk!" (63, 8—9). Dr J. A. E. VAN DODE WAARD, pr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 12