Een fortuintje lag op straat Een van Alphens gaat verdwijnen watertorens Ernest Oppenheimer, hard diamant voor zichzelf en anderen als Door modernisering bedrijf overbodig geworden Vruchteloze pogingen Vijftig gulden voor een- „aardigheidje" 's Werelds rijkste man overleden Wel charmes, weinig romantiek DINSDAG 26 NOVEMBER 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 H 'et zal wellicht niet lang meer duren dat het dorpsbeeld van Alphen aan den Rijn opnieuw een gedaanteverandering zal ondergaan door het verdwijnen van een van zijn, het panoramisch beeld van de gemeente sterk accentuerende objecten. Het is de meer dan 54 jaar oude watertoren in de Hoorn, die zijn functie zal beëindigen en als overcompleet zal moeten worden afgebroken. Het is de toren waar iedereen mee te maken heeft gehad in zijn leven, zij het misschien wel zo, dat de binding niet voor ieaereen even duidelijk voor de geest heeft gestaan als men water gebruikte. De voortschrijdende technische ontwikkeling van oeze eeuw heeft niet nagelaten haar stempel ook op het gemeentelijk waterleidingbedrijf te drukken» Gestuwd door de groei der gemeente, de mtensieve toename van haar 'bebouwing, wat industrieën, bedrijven en woningen betreft, en gestimuleerd door het inzicht dat leidingwater een onmisbare rol speelt voor de volks- hygiëne, een inzicht dat gefundeerd is op de wetenschap en dat thans vrij algemeen is ingeburgerd in verhouding tot de begrippen die 50 a 60 jaren terug ten opzichte hiervan heersten, heeft de directie van het gemeentelijk waterleidingbedrijf zich genoodzaakt gezien de waterwinningsmethode en de distributie naar die afnemers, radikaal aan te passen aan het sterk gestegen" verbruik voor huishoudelijke- en industriële doeleinden, en de steeds zwaarder wegende eisen van bedrijfszekerheid. Dit allemaal heeft ertoe geleid dat het pompstation in de Hoorn met al zijn bijkomstige functies is herbouwd en uitgerust met de modernste appa- raturen met het gevolg dat de watertoren nutteloos is geworden en spoe dig aan sloepershanden ten offer zal vallen. Van de wordingsgeschiedenis is het interessant te weten, dat reeos in 1881 de eerste onderhandelingen werden gevoerd met de Leidse Waterleiding Maatschappij om in Alfen vóór 1918 heette onze gemeente zó te komen tot de stichting van een eigen waterleidingbedrijf. De onderhande lingen duurden tien jaar en leverden geen enkel resultaat op. In die tijd zyn door andere personen en firma's concessies gevraagd en verkregen. De fa v. Valken burgh en Co, die sinds 1898 al concessionaris werd van de gasfabriek, vroeg en kreeg in 1883 concessie voor een waterleiding voor tien jaar, mits binnen twee jaar de waterleiding tot stand kwam. De heer A. Hartog, ingenieur te Rotter dam, vroeg in 1889 concessie voor waterleiding. Een waterleidingscom missie van drie raadsleden zou advies uitbrengen. Het advies was blijkbaar niet gunstig, wamt twee jaren later vraagt dezelfde opnieuw een con cessie aan, nu met als prise d'eau de Spoorhaven. Naar aanleiding hier van besloot de raad tot deskundig on derzoek van het Rijnwater. Prof. dr. EL Wefers Bettink te Utrecht en dr. D. de Loos te Leiden brachten hier over rapport uit, met als resultaat dat de aanvrage van ir. De Hartog werd geweigerd. Vruchteloos bleven voorts ook de concessieaanvragen (1892) van de fa. v. Dam en Bieze- veld te 's-Gravenhage, voor de tijd van 40 jaar en van A. Ph. v. d. Ploeg, ingenieur te 's-Gravenhage (1894), ofschoon de raad van Alfen in 1897 aan eerstgenoemde crediet verleent voor grondboringen op het terrein van de heer J. W. Clant, het terrein waar het waterleidingbedrijf uitein delijk toch is gekomen, echter in ge meentelijk bezit. De gemeenten Alfen Oudshoorn en Aarlanderveen gingen samenwerken en een commissie uit hun midden bepaalde in september 1901 o.m. dat Alfen, als plaats der waterwinning, de exploitatie op zich zou nemen, de directie der waterlei ding op te dragen aan de directeur der gasfabriek en dat aan de ingeze tenen van Oudshoorn en Aarlander veen drinkwater zou worden gele verd tegen dezelfde prijs als in Al fen. In dezelfde maand besloot de raad van Alfen het waterleidingbedrijf te stichten op het terrein van de heer Clant. In november werd een lening aangegaan van een hoogste 100.000 en werd m.i.v. 30 december van het- de heer C. W. C. T. Visser, aan wiens ambtsperiode in deze gemeende ae Alphenaar een statige herinnering vindit in het mooie raadhuis, dot gro tendeels kon women verwezenlijkt door een legaat van deze magistraat. Eerste wethouder was toen de heer H. Overes, aan wie speciaal de katho. lieken van de Sint Bonitaciusparochie een sociale en charitatieve herinne ring bewaren in de kunstzinnig uit gevoerde kruiswegstaties van Philips Loots, een broer van de toenmalige pastoor, welke staties een geschenk zijn van deze katholieke wethouder. Voorts was wethouder de heer N. D. Kemmink. Deze namen vermeldt een gedenksteen, gedateerd 1 juli 1902, de aanvangsdatum van de bouw, aan geboden door de vereniging „Ge meentebelang", aanvankelijk aange bracht in de watertoren. "Tot eerste machinist van het water- win- en -leidingbedrijf werd aange steld de heer C. P. Bakker, die te voren machinist was bij de N.V. Ned. Asphaltfabriek aan de Prins Hendrik straat te Alphen aan den Rijn en die in oktober 1924 werd gepensioneerd. Eerste administrateur was de heer J. Th. Hoogteijling, klerken de he ren A. Verruyt en G. v. Klaveren, fitter de heer J. Dekker en handlan ger de heer B. v. d. IJssel. Na het overlijden van de heer Va- rossieau als directeur werd hij op 1 april 1910 opgevolgd door de heer J. v. Lonkhorst. Op 1 januari 1918 ging de directie over aan de heer A. H. Hildernisse, die tevens directeur was van het gas- en electriciteitsbe- drijf. Toen werd voor het eerst de leiding van de gemeentelijke gas-, water- en electriciteitsbedrijven in één persoon verenigd. Na het overlijden van de heer Hil dernisse op 4 november 1927, trad op 18 maart 1928 als zodanig in func tie die heer M. v. Muiswinkel, die te voren directeur was van het gas-, water- en electriciteitsbedrijl te Oudewater. De heer Van Muiswinkel werd op 1 juli 1848 opgevolgd door de heer F. H. Kempkers; op 6 sept. 1951 kwam de heer Ploeger tijdelijk, die op zijn beurt op 1 sept. 1952 werd opgevolgd door de heer J. L. v. d. Vliet dir.van gemeentewerken, die tevens de directie toevertrouwd kreeg van de gemeentelijke G.E.W.-bedrij- ven. Korte tijd later werd op 15 aug. 1953 tot directeur van de utiliteits- bedrijven benoemd de heer A. J. Heemskerk, die deze taak nog ver vult. De heer Hoogteijling, de eerste ad ministrateur werd in 1918, toen het bedrijf werd ondergebracht bij de gem. dienst opgevolgd door de heer de toename van het waterverbruik heeft men een tweede watertoren gestiaht met persleiding en electrische waterstandaanwijzing. De eerst gebouwde toren, die nu wordt afgebroken, had een capaci teit van 100 m3, de op 21 november 1911 ingebruikgenomen nieuwe to ren, die aan de Prins Hendrikkade werd gebouwd door de n.v. Amster damse fabriek van cement-ijzerwer ken (Sijsteem Monier), kreeg een re servoir van 200 m3. IN 1914 ARRLANDERVEJEN In 1914 kwam de waterleiding tot stand in het dorp Aarlanderveen (5,3 km. en tevens die vanaf begin Here- weg tot einde Ridderbuurt (3,6 km.). In 1915 werden twee nieuwe filters, een nieuwe ontijzerings- en een nieu we reinwaterkelder bijgebouwd. Ook kwam in dat jaar gereed een 5,3 km buisleiding vanaf Gouwsluis tot aan het einde van de Groene weg (Bos koop) In 1916 werden de stoompomp- werktuigen, volgens plan van dr. Ge vers te 's-Gravenhage. vervangen door een electrische pompinitallatie en werd hiervoor een nieuwe -m^cljj- nekamer en hoogspanningsruimtê ge bouwd. Op 21 december 1916 werd voor het eerst proef gepompt met de nieuwe automatische electrische pompinstallatie bestaande twee ruwwaterpompen van 70 m3 per uur en twee reiniwaterpompen van 65 m3 per uur. De pompen kun nen zowel automatisch als met de hand in bedrijf worden gesteld 1921 werden drie nieuwe bronnen bii- geslagen. In februari 1922 werd voor het eerst water aan Woubrugge gele verd. Opnieuw werd een nieuwe bron bij-geslagen. De oude stoommachi nes met ketels werden afgebroken en vervangen door een dubbel pompag- gre?aat. bestaande uit een lage druk- Domp van 110 m3 oer uur en een hoee drukpomo van 100 m3 per uur, ge dreven door een gasmotor van 40 pk. In 1926 werd voor meerdere reserve een tweede verbinding met het bui zennet der waterleiding te Bodegra ven gemaakt in de Lindenhovestraat. BUIZENNET VERACHTVOUDIGD. Bij de ingebruikname van de nieu we hoogdrukjbronwaterleiding in de Hoorn waren in Alfen 348 perce len aangesloten, te Oudshoorn 119 en in Aarlanderveen 34. Op 1 jauiu- ari 1957 bedroeg het totaal aantal aansluitingen van de op 1 januari 1918 tot één gemeente Alphen aan den Rijn samengevoegde gemeenten Alphen, Oudshoorn en Aarlander veen: 5444. Bedroeg volgens het dienstverslag het hoofdelijk verbruik in 1905 per dag 26,3 liter, in 1927 bedroeg dit 77.4 liter per hoofd per dag. Thans bedraagt dit 71 liter. Het opgepompte water bedroeg in 1906 63917 m3, in 1927 478.979 m3, per einde 1956 was dit 821.130 m3. Het verkochte water bedroeg in 1905. 63.917 m3, in 1927: 126.612 m3 (veel abonnementen!) en nu 592.524 m3 (eveneens veel abon nementen). De gemiddelde prijs van het water bedroeg in 1905 0. 13M üng van 5.011. per m3, in 1927 0.18 per m3 en nu 0.33J4 Het buizennet bestond op 31 de cember 1905 uit 12.239 m.t op 31 dec. 1927 uit 51,558 m. en nu bedraagt de totale lengte 90544 m. De eerste voorzitter van de ge meentelijke commissie van bijstand, die in 1918 bij de samenvoeging werd ingesteld, was weth. Joh. Vlasman. Thans is dit weth. C. M. Deerenberg. Om eer» klein zicht te geven van de financiële consequenties van cüe stichting van het waterleidingbedrijf noemen wij hier enkele bedragen: terrein 2815.80; gebouwen en water torens 38.361,93; bronnen 3574.80; machines 11.919,71; buizennet 46.099.18 gulden; watermeters f 1270; gereed schappen 432 57; meulbilair 110.22; De voornoemde oorspronkeliike be dragen werden tot ultimo 1927, van wege de in dit artikel vermelde uit breiding, vermeerderd met 33.136.991^ gulden voor gebouwen en waterto rens; f 6176, 29 voor bron-nen; 1722 voor machines: 10 604,20 voor elec trische pomoinstallaties; ÏIR^OPS voor gas-pompinstallatie; 177.347,25}^ gulden vnor buizennet: f 2310,57 voor dienstleidingen; f 18.605,71 voor watermeters; f 3361,10 voor gereed schappen; f 846.76'^ voor meubilair. De bo°kwaar4e van de totalen be droeg per einde 1927 186.189,72'/^. De 40-jarige Helderse arts J. U. is vandaag door de Alkmaarse recht bank tot 6000 gulden boete of twee maanden hechtenis veroordeeld. Veer tien dagen geleden heeft U. terecht gestaan wegens onvolledige belas tingaangifte. Tegen hem was 8000 gulden boete of drie maanden hechte nis geëist. Hij zou over de jaren 1951 en 1952 zijn inkomsten-, vermogens- en omzetbelasting te laag hebben opgegeven en voorts 5248 te weinig belasting hebben betaald. De verdediger meende, dat geen veroordeling kon volgen, omdat de arts zélf aangifte had gedaan van zijn onbewust gemaakte fout en had gevraagd de straf gelijk te stellen aan de door de fiscus reeds geëiste beta- De officier van justitie bij de Haar lemse rechtbank heeft maandagmid dag tijdens de behandeling van een zaak tegen een bedrijf uit Wormer- veer een boete van vijftig gulden ge- eist wegens overtreding van artikel 2 van de wet op beperking van het cadeaustelsel. De firma had tegen inlevering van platen poppen cadeau gegeven. De officier van justitie zeide, dat vol gens de wet wel kleinigheden cadeau gegeven mogen worden, doch dat de poppen een winkelwaarde van onge veer drie gulden hadden. De verdediger, mr. H. K. Koster, zeide dat er geen sprake was van een groot geschenk, doch van een aardig heid. Hij vroeg vrijspraak. De uitspraak volgt op 2 december. Eerlijkheid toch beloond In de Aert van Nesstraat te Rotter dam werd gisteren Hollandse door tastendheid met Indiase gratie be loond. De chef de reception van het grote hotel „Atlanta" aldaar kreeg van een voorname gast, een Indiase juwelen- handelaar, de aanwijzing: „Ik ben mijn portefeuille kwijt, misschien vind ik hem op mijn kamer terug. Voorlopig ben ik voor niemand te spreken". De vreemdeling was het hotel op gewonden binnengekomen, nadat hij het nog kort tevoren verlaten had. Intussen liep aan de overzijde van de straat 'n achttienjarig schoolmeis je, dat een oude, onooglijke porte feuille vond, die daar zomaar op straat lag, kennelijk weggegooid. „Het lijkt wel, of er tóch iets in zit", meende het meiske en haalde er 5900 gulden aan bankpapier, een reis biljet van de KLM en een kaartje van hotel „Atlanta" met een heel vreem de naam uit. Aanstonds begaf de scholierster zich naar het hotel om naar de even tuele eigenaar te gaan informeren. De enthousiaste chef de réception vergat maar een ogenblik, dat de juwelen- handelaar niet gestoord wilde wor den en hij wist 'oor een enkele me dedeling zijn geestdrift op de vreem deling over te brengen. Die kwam van zijn kamer om met de vinder kennis te maken en was hoogst verbaasd dat het eerlijke meis je een geldelijke beloning voor het te rugbezorgen van het fortuin resoluut weigerde. Met een gratieus gebaar bood hij haar toen een prachtige vul pen en ballpoint aan in een duur zelfde jaar de gemeente-architect J. J. Wolfers. In november 1924 werd Hengeveld sr. tot technisch-directeur de heer W. H. G. Beek, als boekhou der waterleiding benoemd. In 1902 aanvaarden Oudshoorn en Aarlanderveen de voorwaarden voor levering van water door Alfen. In overeenstemming met het advies van prof. Wefer Bettink en prof. Eijkman besluit men tot bronwater en niet tot geozoniseerd Rijnwater. NAMEN OP EEN GEDENKSTEEN. 20 mei 1902 verlenen Ged. Staten van Z.-H. hun goedkeuring. In juni 1902 bedankt de heer Hengeveld en wordt tot directeur benoemd de heer A. J. H. Varossieau, ambtenaar ter secre tarie. Op 16 maart 1903 werd de nieuwe ihoogdruk-bronwaterleiding door bur gemeester en wethouders geopend verklaard. Burgemeester was toen der benoemd. Hij is op 1 nov. 1948 als administrateur opgevolgd door de heer J. Koumans, die deze functie nog vervult. De eeste machinist, de heer C. P. Bakker werd 1 oktober 1924 opge volgd door de heer K. Verboom, die 6 december 1920 reeds als hulp-ma chinist in het bedrijf was gekomen. De heer Verboom heeft nu bijna 40 jaar lang het wel en wee van de Alphense drinkwatervoorziening mee gemaakt. Hij bedient het pompsta tion samen met de heer J. Dissel. Bijna evenveel jaren hebben zij sa men het bedrijf langzaam maar zeker uit zijn jasje zien groeien. Voor hun komst heeft de raad op 26 januari 1911 op advies van ir. Biezieveld te 's-Gravenhage een be langrijk besluit genomen. Wegens De toren die afgebroken wordt (1957). Te Johannesburg is gisteren, 77 jaar oud, overleden de koning van de we relddiamanthandel, Sir Ernest Op penheimer. Oppenheimer, van Joodse afkomst, werd geboren in het Duitse markt stadje Frieberg. Alles wat men van hem geweten heeft tijdens zijn leven is, dat hij be scheiden was zowel van postuur als van karakter. Hij was doorgaans ge reserveerd tegen iedereen en verstond uitstekend de kunst om charmant te zijn, wanneer hem dat te pas kwam. Maar overbekend was zijn nimmer te blussen werkkracht, die hem het vorig jaar nog deed verzuchten: „Ik heb nog maar weinig jaren voor de boeg en nog zoveel te doen". Zijn ijver stoelde op een rotsvaste wil, die hij zichzelf, evengoed als aan iedere medemens oplegde. Wanneer men hem bij gelegenheid daarnaar vroeg antwoordde hij ga lant: „Ik ben nooit arm geweest". Maar hoewel zijn rijkdom de hele wereld de wil oplegde, heeft bij zijn leven nooit iemand geweten, hoe rijk hij wel was. En zelfs na zijn dood mag diezelfde wereld raden, over welk een vermogen hij bij zijn le ven heeft beschikt. Oppenheimer was niet bijzonder openhartig maar men kan niet van hem zeggen, dat hij een gesloten boek bleef. Hij steunde van tijd tot tijd liefda dige doelen en hij liet anderen in zijn fortuin meegenieten, zodat men hem ook geen gierigheid kan verwij ten. Niettemin heeft hij zich zijn le ven lang voor ogen gesteld, dat hij na zijn dood nooit wilde worden bij gezet in de galerij der moderne Croesussen. Eerst op het ogenblik waarop hij in de aula van Oxford- college benoemd werd tot ere-doctor' en zijn promotor hem aansprak met de wooiden: „De man, die een ring gelegd", zagen zijn vrienden de im mer onbewogene een ogenblik ont roerd. Dat zou een bevestiging kunnen he ten van het geheim, dat hij een van zijn intiemste vrienden eens toever trouwde: diamanten waren zijn eerste liefde en zouden ook zijn laatste lief de zijn. Toch hebben er twee vrouwen een rol gespeeld in het leven van Ernest Oppenheimer. In 1935 stierf zijn eer ste vrouw waarna hij geruimp tijd la ter trouwde met de weduwe van zijn neef. Ook over het leven van de vrij on aanzienlijke man, die zich des mor gens om negen uur naar zijn kantoor liet rijden valt niet meer te -ertellen, dan dat hij met de commissarissen van zijn „corporations" het te volgen beleid in grote lijnen besprak, om de uitwerking ervan zonder veel omhaal aan zijn ondergeschikten over te la ten. Vervolgens ontving hij dan zijn 47- jarige zoon enige tijd in particuliere audiëntie, waarna hij om een uur of een aperitief je gebruikte en zich huiswaarts begaf om er wat te lezen of te studeren. Een arbeider in een van zijn talrij ke mijnen bejegende hij met even- veel respect als een van zijn aandeel houders. Hij was ook de man, die de voor de inheemse arbeiders in zijn „Zuidafrikaanse rijk" de stad „Wel kom" bouwde, welke stad hij voorzag van een comfort, waarover werklie den gewoonlijk niet beschikken. Men mag zich (ook hier) afvragen of hij dit deed uit menslievendheid of als een bewijs van dank voor het feit, dat geen mijnwerker ooit één dia mant heeft weggenomen, terwijl zij voor het grijpen lagen. Maar dit laat ste zou evengoed een symptoom kun nen zijn van de ijzeren tucht, die in zijn bedrijven heerst. Door deze maatregel heeft hij zich overigens duidelijk uitgesproken als een tegenstander van de „apartneids- politiek", die in Afrika het rassenpro bleem tot zulk een schrijnende won de heeft gemaakt. Het was n;et alleen hierom, dat Op- van diamanten rond de aardbol heeft i penheimer zijn gehele leven heeft étui, die hij had gekocht om ze aan zijn dochtertje te geven. Met een blosjes van blijdschap heeft het eer lijke schoolmeisje het geschenk aan vaard. De handelaar uit India zal ze ker een prettige herinnering meedra gen aan zijn verblijf te Rotterdam. Schip bij Bruinisse aangevaren en gezonken Het 228 ton grote motorschip Elo- die (schipper F. Praet), uit Nieuw Namen is gisteravond omstreeks acht uur midscheeps aangevaren door het Belgische motorschip „Fluveale 53" (kapitein Theoflle Engels). De Elodie is naderhand in de haven van Zijpe gezonken. Schipper Praet, die de aanvaring zag aankomen, kon zijn slapende kinderen nog aan dek brengen, maar door de schok van de aanvaring viel het jongste kind uit zijn armen. Het kon gelukkig nog worden gered. Daar de „Elodie" samenvoer met een ander schip, kon men de kinde ren aan het andere schip overgeven en kon men de „Elodie", die aan bak boord een gat van 1 meter kreeg, drij vende houden. Men wist het schip in de vluchthaven te Zype binnen te brengen, waar het is gezonken. De „Elodie" was ledig en kwam van Wemeldinge. De „Fluveale" was geladen met ijzer op weg van Duis burg naar Antwerpen. Vader vermoordde zijn dochter Een 22-jarige Utrechts meisje is gisteravond door haar vader met een mes neergestoken en aan de gevol gen overleden. Het meisje, IVL de K., uit de Knipstraat te Utrecht, kwam tussenbeide, toen haar vader, de 60- jarige G. de K. met zijn schoonzoon, de 24-jarige A. van D. voor de wo ning van de K. aan het vechten was. Van D., die sinds kort met een dochter van de K. is getrouwd wilde enige kledingstukken van zijn vrouw halen. Er ontstond tussen Van D. en De K. een twistgesprek, dat ontaard de in een vechtpartij op straat. De K. trok daarbij een mes, waarmee hij zijn schoonzoon verwondde. Toen de 22-jarige dochter van De K. tus- .r.oeten kampen met een sterke op- sen beide kwam, werd zij door hem positie. Hij wist die echter steeds te1 QodelÜk aan de hals verwond. Zij overleed tijdens het vervoer naar het ziekenhuis. Ook Van D. liep ver wondingen op en moest naar het zie kenhuis worden vervoerd. De K. is in verzekerde bewaring gesteld. Vele anderen zullen hem voor al tijd dankbaar blijven voor zijn des kundig advies en voor zijn bescher mende macht en het zal derhalve een moeilijke opdracht zijr voor de bio- giafen, die bij het schrijven van hun „success-story" te maken krijgen met de omstreden ondoorgrondelijkheid van 's werelds rijkste man: Ernest Oppenheimer. Door het inslikken van een hou ten kegeltje uit een gezelschapsspel is te Gulpen gestikt het negenjarig zoontje van de familie Olieslager. Overbrenging naar het ziekenhuis mocht niet meer baten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 7