Een fortuintje lag op straat
Een van Alphens
gaat verdwijnen
watertorens
Ernest Oppenheimer, hard
diamant voor zichzelf en anderen
als
Door modernisering bedrijf
overbodig geworden
Vruchteloze
pogingen
Vijftig gulden voor
een- „aardigheidje"
's Werelds rijkste man overleden
Wel charmes,
weinig romantiek
DINSDAG 26 NOVEMBER 1957
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 7
H
'et zal wellicht niet lang meer duren dat het dorpsbeeld van Alphen
aan den Rijn opnieuw een gedaanteverandering zal ondergaan door het
verdwijnen van een van zijn, het panoramisch beeld van de gemeente sterk
accentuerende objecten. Het is de meer dan 54 jaar oude watertoren in
de Hoorn, die zijn functie zal beëindigen en als overcompleet zal moeten
worden afgebroken.
Het is de toren waar iedereen mee te maken heeft gehad in zijn leven, zij
het misschien wel zo, dat de binding niet voor ieaereen even duidelijk
voor de geest heeft gestaan als men water gebruikte.
De voortschrijdende technische ontwikkeling van oeze eeuw heeft niet
nagelaten haar stempel ook op het gemeentelijk waterleidingbedrijf te
drukken»
Gestuwd door de groei der gemeente, de mtensieve toename van haar
'bebouwing, wat industrieën, bedrijven en woningen betreft, en gestimuleerd
door het inzicht dat leidingwater een onmisbare rol speelt voor de volks-
hygiëne, een inzicht dat gefundeerd is op de wetenschap en dat thans vrij
algemeen is ingeburgerd in verhouding tot de begrippen die 50 a 60 jaren
terug ten opzichte hiervan heersten, heeft de directie van het gemeentelijk
waterleidingbedrijf zich genoodzaakt gezien de waterwinningsmethode en
de distributie naar die afnemers, radikaal aan te passen aan het sterk
gestegen" verbruik voor huishoudelijke- en industriële doeleinden, en de
steeds zwaarder wegende eisen van bedrijfszekerheid.
Dit allemaal heeft ertoe geleid dat het pompstation in de Hoorn met al
zijn bijkomstige functies is herbouwd en uitgerust met de modernste appa-
raturen met het gevolg dat de watertoren nutteloos is geworden en spoe
dig aan sloepershanden ten offer zal vallen.
Van de wordingsgeschiedenis is het
interessant te weten, dat reeos in 1881
de eerste onderhandelingen werden
gevoerd met de Leidse Waterleiding
Maatschappij om in Alfen vóór
1918 heette onze gemeente zó te
komen tot de stichting van een eigen
waterleidingbedrijf. De onderhande
lingen duurden tien jaar en leverden
geen enkel resultaat op. In die tijd
zyn door andere personen en firma's
concessies gevraagd en verkregen.
De fa v. Valken burgh en Co, die
sinds 1898 al concessionaris werd van
de gasfabriek, vroeg en kreeg in
1883 concessie voor een waterleiding
voor tien jaar, mits binnen twee jaar
de waterleiding tot stand kwam. De
heer A. Hartog, ingenieur te Rotter
dam, vroeg in 1889 concessie voor
waterleiding. Een waterleidingscom
missie van drie raadsleden zou advies
uitbrengen. Het advies was blijkbaar
niet gunstig, wamt twee jaren later
vraagt dezelfde opnieuw een con
cessie aan, nu met als prise d'eau de
Spoorhaven. Naar aanleiding hier
van besloot de raad tot deskundig on
derzoek van het Rijnwater. Prof. dr.
EL Wefers Bettink te Utrecht en dr.
D. de Loos te Leiden brachten hier
over rapport uit, met als resultaat
dat de aanvrage van ir. De Hartog
werd geweigerd. Vruchteloos bleven
voorts ook de concessieaanvragen
(1892) van de fa. v. Dam en Bieze-
veld te 's-Gravenhage, voor de tijd
van 40 jaar en van A. Ph. v. d. Ploeg,
ingenieur te 's-Gravenhage (1894),
ofschoon de raad van Alfen in 1897
aan eerstgenoemde crediet verleent
voor grondboringen op het terrein
van de heer J. W. Clant, het terrein
waar het waterleidingbedrijf uitein
delijk toch is gekomen, echter in ge
meentelijk bezit. De gemeenten Alfen
Oudshoorn en Aarlanderveen gingen
samenwerken en een commissie uit
hun midden bepaalde in september
1901 o.m. dat Alfen, als plaats der
waterwinning, de exploitatie op zich
zou nemen, de directie der waterlei
ding op te dragen aan de directeur
der gasfabriek en dat aan de ingeze
tenen van Oudshoorn en Aarlander
veen drinkwater zou worden gele
verd tegen dezelfde prijs als in Al
fen.
In dezelfde maand besloot de raad
van Alfen het waterleidingbedrijf te
stichten op het terrein van de heer
Clant. In november werd een lening
aangegaan van een hoogste 100.000
en werd m.i.v. 30 december van het-
de heer C. W. C. T. Visser, aan wiens
ambtsperiode in deze gemeende ae
Alphenaar een statige herinnering
vindit in het mooie raadhuis, dot gro
tendeels kon women verwezenlijkt
door een legaat van deze magistraat.
Eerste wethouder was toen de heer
H. Overes, aan wie speciaal de katho.
lieken van de Sint Bonitaciusparochie
een sociale en charitatieve herinne
ring bewaren in de kunstzinnig uit
gevoerde kruiswegstaties van Philips
Loots, een broer van de toenmalige
pastoor, welke staties een geschenk
zijn van deze katholieke wethouder.
Voorts was wethouder de heer N. D.
Kemmink. Deze namen vermeldt een
gedenksteen, gedateerd 1 juli 1902,
de aanvangsdatum van de bouw, aan
geboden door de vereniging „Ge
meentebelang", aanvankelijk aange
bracht in de watertoren.
"Tot eerste machinist van het water-
win- en -leidingbedrijf werd aange
steld de heer C. P. Bakker, die te
voren machinist was bij de N.V. Ned.
Asphaltfabriek aan de Prins Hendrik
straat te Alphen aan den Rijn en die
in oktober 1924 werd gepensioneerd.
Eerste administrateur was de heer
J. Th. Hoogteijling, klerken de he
ren A. Verruyt en G. v. Klaveren,
fitter de heer J. Dekker en handlan
ger de heer B. v. d. IJssel.
Na het overlijden van de heer Va-
rossieau als directeur werd hij op
1 april 1910 opgevolgd door de heer
J. v. Lonkhorst. Op 1 januari 1918
ging de directie over aan de heer A.
H. Hildernisse, die tevens directeur
was van het gas- en electriciteitsbe-
drijf. Toen werd voor het eerst de
leiding van de gemeentelijke gas-,
water- en electriciteitsbedrijven in
één persoon verenigd.
Na het overlijden van de heer Hil
dernisse op 4 november 1927, trad
op 18 maart 1928 als zodanig in func
tie die heer M. v. Muiswinkel, die te
voren directeur was van het gas-,
water- en electriciteitsbedrijl te
Oudewater.
De heer Van Muiswinkel werd op
1 juli 1848 opgevolgd door de heer
F. H. Kempkers; op 6 sept. 1951
kwam de heer Ploeger tijdelijk, die
op zijn beurt op 1 sept. 1952 werd
opgevolgd door de heer J. L. v. d.
Vliet dir.van gemeentewerken, die
tevens de directie toevertrouwd kreeg
van de gemeentelijke G.E.W.-bedrij-
ven. Korte tijd later werd op 15 aug.
1953 tot directeur van de utiliteits-
bedrijven benoemd de heer A. J.
Heemskerk, die deze taak nog ver
vult.
De heer Hoogteijling, de eerste ad
ministrateur werd in 1918, toen het
bedrijf werd ondergebracht bij de
gem. dienst opgevolgd door de heer
de toename van het waterverbruik
heeft men een tweede watertoren
gestiaht met persleiding en electrische
waterstandaanwijzing.
De eerst gebouwde toren, die nu
wordt afgebroken, had een capaci
teit van 100 m3, de op 21 november
1911 ingebruikgenomen nieuwe to
ren, die aan de Prins Hendrikkade
werd gebouwd door de n.v. Amster
damse fabriek van cement-ijzerwer
ken (Sijsteem Monier), kreeg een re
servoir van 200 m3.
IN 1914 ARRLANDERVEJEN
In 1914 kwam de waterleiding tot
stand in het dorp Aarlanderveen (5,3
km. en tevens die vanaf begin Here-
weg tot einde Ridderbuurt (3,6 km.).
In 1915 werden twee nieuwe filters,
een nieuwe ontijzerings- en een nieu
we reinwaterkelder bijgebouwd. Ook
kwam in dat jaar gereed een 5,3 km
buisleiding vanaf Gouwsluis tot aan
het einde van de Groene weg (Bos
koop) In 1916 werden de stoompomp-
werktuigen, volgens plan van dr. Ge
vers te 's-Gravenhage. vervangen
door een electrische pompinitallatie
en werd hiervoor een nieuwe -m^cljj-
nekamer en hoogspanningsruimtê ge
bouwd. Op 21 december 1916 werd
voor het eerst proef gepompt met de
nieuwe automatische electrische
pompinstallatie bestaande
twee ruwwaterpompen van 70 m3
per uur en twee reiniwaterpompen
van 65 m3 per uur. De pompen kun
nen zowel automatisch als met de
hand in bedrijf worden gesteld
1921 werden drie nieuwe bronnen bii-
geslagen. In februari 1922 werd voor
het eerst water aan Woubrugge gele
verd. Opnieuw werd een nieuwe bron
bij-geslagen. De oude stoommachi
nes met ketels werden afgebroken en
vervangen door een dubbel pompag-
gre?aat. bestaande uit een lage druk-
Domp van 110 m3 oer uur en een hoee
drukpomo van 100 m3 per uur, ge
dreven door een gasmotor van 40 pk.
In 1926 werd voor meerdere reserve
een tweede verbinding met het bui
zennet der waterleiding te Bodegra
ven gemaakt in de Lindenhovestraat.
BUIZENNET VERACHTVOUDIGD.
Bij de ingebruikname van de nieu
we hoogdrukjbronwaterleiding in
de Hoorn waren in Alfen 348 perce
len aangesloten, te Oudshoorn 119
en in Aarlanderveen 34. Op 1 jauiu-
ari 1957 bedroeg het totaal aantal
aansluitingen van de op 1 januari
1918 tot één gemeente Alphen aan
den Rijn samengevoegde gemeenten
Alphen, Oudshoorn en Aarlander
veen: 5444.
Bedroeg volgens het dienstverslag
het hoofdelijk verbruik in 1905 per
dag 26,3 liter, in 1927 bedroeg dit
77.4 liter per hoofd per dag. Thans
bedraagt dit 71 liter. Het opgepompte
water bedroeg in 1906 63917 m3, in
1927 478.979 m3, per einde 1956 was
dit 821.130 m3. Het verkochte water
bedroeg in 1905. 63.917 m3, in 1927:
126.612 m3 (veel abonnementen!) en
nu 592.524 m3 (eveneens veel abon
nementen). De gemiddelde prijs van
het water bedroeg in 1905 0. 13M üng van 5.011.
per m3, in 1927 0.18 per m3 en nu
0.33J4
Het buizennet bestond op 31 de
cember 1905 uit 12.239 m.t op 31 dec.
1927 uit 51,558 m. en nu bedraagt de
totale lengte 90544 m.
De eerste voorzitter van de ge
meentelijke commissie van bijstand,
die in 1918 bij de samenvoeging werd
ingesteld, was weth. Joh. Vlasman.
Thans is dit weth. C. M. Deerenberg.
Om eer» klein zicht te geven van
de financiële consequenties van cüe
stichting van het waterleidingbedrijf
noemen wij hier enkele bedragen:
terrein 2815.80; gebouwen en water
torens 38.361,93; bronnen 3574.80;
machines 11.919,71; buizennet 46.099.18
gulden; watermeters f 1270; gereed
schappen 432 57; meulbilair 110.22;
De voornoemde oorspronkeliike be
dragen werden tot ultimo 1927, van
wege de in dit artikel vermelde uit
breiding, vermeerderd met 33.136.991^
gulden voor gebouwen en waterto
rens; f 6176, 29 voor bron-nen; 1722
voor machines: 10 604,20 voor elec
trische pomoinstallaties; ÏIR^OPS
voor gas-pompinstallatie; 177.347,25}^
gulden vnor buizennet: f 2310,57 voor
dienstleidingen; f 18.605,71 voor
watermeters; f 3361,10 voor gereed
schappen; f 846.76'^ voor meubilair.
De bo°kwaar4e van de totalen be
droeg per einde 1927 186.189,72'/^.
De 40-jarige Helderse arts J. U. is
vandaag door de Alkmaarse recht
bank tot 6000 gulden boete of twee
maanden hechtenis veroordeeld. Veer
tien dagen geleden heeft U. terecht
gestaan wegens onvolledige belas
tingaangifte. Tegen hem was 8000
gulden boete of drie maanden hechte
nis geëist. Hij zou over de jaren 1951
en 1952 zijn inkomsten-, vermogens-
en omzetbelasting te laag hebben
opgegeven en voorts 5248 te weinig
belasting hebben betaald.
De verdediger meende, dat geen
veroordeling kon volgen, omdat de
arts zélf aangifte had gedaan van
zijn onbewust gemaakte fout en had
gevraagd de straf gelijk te stellen aan
de door de fiscus reeds geëiste beta-
De officier van justitie bij de Haar
lemse rechtbank heeft maandagmid
dag tijdens de behandeling van een
zaak tegen een bedrijf uit Wormer-
veer een boete van vijftig gulden ge-
eist wegens overtreding van artikel
2 van de wet op beperking van het
cadeaustelsel.
De firma had tegen inlevering van
platen poppen cadeau gegeven. De
officier van justitie zeide, dat vol
gens de wet wel kleinigheden cadeau
gegeven mogen worden, doch dat de
poppen een winkelwaarde van onge
veer drie gulden hadden.
De verdediger, mr. H. K. Koster,
zeide dat er geen sprake was van een
groot geschenk, doch van een aardig
heid. Hij vroeg vrijspraak.
De uitspraak volgt op 2 december.
Eerlijkheid
toch beloond
In de Aert van Nesstraat te Rotter
dam werd gisteren Hollandse door
tastendheid met Indiase gratie be
loond.
De chef de reception van het grote
hotel „Atlanta" aldaar kreeg van een
voorname gast, een Indiase juwelen-
handelaar, de aanwijzing: „Ik ben
mijn portefeuille kwijt, misschien
vind ik hem op mijn kamer terug.
Voorlopig ben ik voor niemand te
spreken".
De vreemdeling was het hotel op
gewonden binnengekomen, nadat hij
het nog kort tevoren verlaten had.
Intussen liep aan de overzijde van
de straat 'n achttienjarig schoolmeis
je, dat een oude, onooglijke porte
feuille vond, die daar zomaar op
straat lag, kennelijk weggegooid.
„Het lijkt wel, of er tóch iets in
zit", meende het meiske en haalde er
5900 gulden aan bankpapier, een reis
biljet van de KLM en een kaartje van
hotel „Atlanta" met een heel vreem
de naam uit.
Aanstonds begaf de scholierster
zich naar het hotel om naar de even
tuele eigenaar te gaan informeren. De
enthousiaste chef de réception vergat
maar een ogenblik, dat de juwelen-
handelaar niet gestoord wilde wor
den en hij wist 'oor een enkele me
dedeling zijn geestdrift op de vreem
deling over te brengen.
Die kwam van zijn kamer om met
de vinder kennis te maken en was
hoogst verbaasd dat het eerlijke meis
je een geldelijke beloning voor het te
rugbezorgen van het fortuin resoluut
weigerde. Met een gratieus gebaar
bood hij haar toen een prachtige vul
pen en ballpoint aan in een duur
zelfde jaar de gemeente-architect J. J. Wolfers. In november 1924 werd
Hengeveld sr. tot technisch-directeur de heer W. H. G. Beek, als boekhou
der waterleiding benoemd.
In 1902 aanvaarden Oudshoorn en
Aarlanderveen de voorwaarden voor
levering van water door Alfen.
In overeenstemming met het advies
van prof. Wefer Bettink en prof.
Eijkman besluit men tot bronwater
en niet tot geozoniseerd Rijnwater.
NAMEN OP EEN GEDENKSTEEN.
20 mei 1902 verlenen Ged. Staten van
Z.-H. hun goedkeuring. In juni 1902
bedankt de heer Hengeveld en wordt
tot directeur benoemd de heer A. J.
H. Varossieau, ambtenaar ter secre
tarie.
Op 16 maart 1903 werd de nieuwe
ihoogdruk-bronwaterleiding door bur
gemeester en wethouders geopend
verklaard. Burgemeester was toen
der benoemd. Hij is op 1 nov. 1948 als
administrateur opgevolgd door de
heer J. Koumans, die deze functie nog
vervult.
De eeste machinist, de heer C. P.
Bakker werd 1 oktober 1924 opge
volgd door de heer K. Verboom, die
6 december 1920 reeds als hulp-ma
chinist in het bedrijf was gekomen.
De heer Verboom heeft nu bijna 40
jaar lang het wel en wee van de
Alphense drinkwatervoorziening mee
gemaakt. Hij bedient het pompsta
tion samen met de heer J. Dissel.
Bijna evenveel jaren hebben zij sa
men het bedrijf langzaam maar zeker
uit zijn jasje zien groeien.
Voor hun komst heeft de raad op
26 januari 1911 op advies van ir.
Biezieveld te 's-Gravenhage een be
langrijk besluit genomen. Wegens
De toren die afgebroken wordt (1957).
Te Johannesburg is gisteren, 77 jaar
oud, overleden de koning van de we
relddiamanthandel, Sir Ernest Op
penheimer.
Oppenheimer, van Joodse afkomst,
werd geboren in het Duitse markt
stadje Frieberg.
Alles wat men van hem geweten
heeft tijdens zijn leven is, dat hij be
scheiden was zowel van postuur als
van karakter. Hij was doorgaans ge
reserveerd tegen iedereen en verstond
uitstekend de kunst om charmant te
zijn, wanneer hem dat te pas kwam.
Maar overbekend was zijn nimmer
te blussen werkkracht, die hem het
vorig jaar nog deed verzuchten: „Ik
heb nog maar weinig jaren voor de
boeg en nog zoveel te doen". Zijn
ijver stoelde op een rotsvaste wil, die
hij zichzelf, evengoed als aan iedere
medemens oplegde.
Wanneer men hem bij gelegenheid
daarnaar vroeg antwoordde hij ga
lant: „Ik ben nooit arm geweest".
Maar hoewel zijn rijkdom de hele
wereld de wil oplegde, heeft bij zijn
leven nooit iemand geweten, hoe rijk
hij wel was. En zelfs na zijn dood
mag diezelfde wereld raden, over
welk een vermogen hij bij zijn le
ven heeft beschikt.
Oppenheimer was niet bijzonder
openhartig maar men kan niet van
hem zeggen, dat hij een gesloten boek
bleef.
Hij steunde van tijd tot tijd liefda
dige doelen en hij liet anderen in
zijn fortuin meegenieten, zodat men
hem ook geen gierigheid kan verwij
ten.
Niettemin heeft hij zich zijn le
ven lang voor ogen gesteld, dat hij
na zijn dood nooit wilde worden bij
gezet in de galerij der moderne
Croesussen. Eerst op het ogenblik
waarop hij in de aula van Oxford-
college benoemd werd tot ere-doctor'
en zijn promotor hem aansprak met
de wooiden: „De man, die een ring
gelegd", zagen zijn vrienden de im
mer onbewogene een ogenblik ont
roerd.
Dat zou een bevestiging kunnen he
ten van het geheim, dat hij een van
zijn intiemste vrienden eens toever
trouwde: diamanten waren zijn eerste
liefde en zouden ook zijn laatste lief
de zijn.
Toch hebben er twee vrouwen een
rol gespeeld in het leven van Ernest
Oppenheimer. In 1935 stierf zijn eer
ste vrouw waarna hij geruimp tijd la
ter trouwde met de weduwe van zijn
neef.
Ook over het leven van de vrij on
aanzienlijke man, die zich des mor
gens om negen uur naar zijn kantoor
liet rijden valt niet meer te -ertellen,
dan dat hij met de commissarissen
van zijn „corporations" het te volgen
beleid in grote lijnen besprak, om de
uitwerking ervan zonder veel omhaal
aan zijn ondergeschikten over te la
ten.
Vervolgens ontving hij dan zijn 47-
jarige zoon enige tijd in particuliere
audiëntie, waarna hij om een uur of
een aperitief je gebruikte en zich
huiswaarts begaf om er wat te lezen
of te studeren.
Een arbeider in een van zijn talrij
ke mijnen bejegende hij met even-
veel respect als een van zijn aandeel
houders. Hij was ook de man, die de
voor de inheemse arbeiders in zijn
„Zuidafrikaanse rijk" de stad „Wel
kom" bouwde, welke stad hij voorzag
van een comfort, waarover werklie
den gewoonlijk niet beschikken.
Men mag zich (ook hier) afvragen
of hij dit deed uit menslievendheid of
als een bewijs van dank voor het feit,
dat geen mijnwerker ooit één dia
mant heeft weggenomen, terwijl zij
voor het grijpen lagen. Maar dit laat
ste zou evengoed een symptoom kun
nen zijn van de ijzeren tucht, die in
zijn bedrijven heerst.
Door deze maatregel heeft hij zich
overigens duidelijk uitgesproken als
een tegenstander van de „apartneids-
politiek", die in Afrika het rassenpro
bleem tot zulk een schrijnende won
de heeft gemaakt.
Het was n;et alleen hierom, dat Op-
van diamanten rond de aardbol heeft i penheimer zijn gehele leven heeft
étui, die hij had gekocht om ze aan
zijn dochtertje te geven. Met een
blosjes van blijdschap heeft het eer
lijke schoolmeisje het geschenk aan
vaard. De handelaar uit India zal ze
ker een prettige herinnering meedra
gen aan zijn verblijf te Rotterdam.
Schip bij Bruinisse
aangevaren en
gezonken
Het 228 ton grote motorschip Elo-
die (schipper F. Praet), uit Nieuw
Namen is gisteravond omstreeks acht
uur midscheeps aangevaren door het
Belgische motorschip „Fluveale 53"
(kapitein Theoflle Engels). De Elodie
is naderhand in de haven van Zijpe
gezonken.
Schipper Praet, die de aanvaring
zag aankomen, kon zijn slapende
kinderen nog aan dek brengen, maar
door de schok van de aanvaring viel
het jongste kind uit zijn armen. Het
kon gelukkig nog worden gered.
Daar de „Elodie" samenvoer met
een ander schip, kon men de kinde
ren aan het andere schip overgeven
en kon men de „Elodie", die aan bak
boord een gat van 1 meter kreeg, drij
vende houden. Men wist het schip in
de vluchthaven te Zype binnen te
brengen, waar het is gezonken.
De „Elodie" was ledig en kwam
van Wemeldinge. De „Fluveale" was
geladen met ijzer op weg van Duis
burg naar Antwerpen.
Vader vermoordde
zijn dochter
Een 22-jarige Utrechts meisje is
gisteravond door haar vader met een
mes neergestoken en aan de gevol
gen overleden. Het meisje, IVL de K.,
uit de Knipstraat te Utrecht, kwam
tussenbeide, toen haar vader, de 60-
jarige G. de K. met zijn schoonzoon,
de 24-jarige A. van D. voor de wo
ning van de K. aan het vechten was.
Van D., die sinds kort met een
dochter van de K. is getrouwd wilde
enige kledingstukken van zijn vrouw
halen. Er ontstond tussen Van D. en
De K. een twistgesprek, dat ontaard
de in een vechtpartij op straat. De
K. trok daarbij een mes, waarmee
hij zijn schoonzoon verwondde. Toen
de 22-jarige dochter van De K. tus-
.r.oeten kampen met een sterke op- sen beide kwam, werd zij door hem
positie. Hij wist die echter steeds te1 QodelÜk aan de hals verwond. Zij
overleed tijdens het vervoer naar
het ziekenhuis. Ook Van D. liep ver
wondingen op en moest naar het zie
kenhuis worden vervoerd. De K. is
in verzekerde bewaring gesteld.
Vele anderen zullen hem voor al
tijd dankbaar blijven voor zijn des
kundig advies en voor zijn bescher
mende macht en het zal derhalve een
moeilijke opdracht zijr voor de bio-
giafen, die bij het schrijven van hun
„success-story" te maken krijgen met
de omstreden ondoorgrondelijkheid
van 's werelds rijkste man: Ernest
Oppenheimer.
Door het inslikken van een hou
ten kegeltje uit een gezelschapsspel
is te Gulpen gestikt het negenjarig
zoontje van de familie Olieslager.
Overbrenging naar het ziekenhuis
mocht niet meer baten.