STILSTAANDE MOLEN GRAAFT EIGEN GRAF
Overheid en verenigingen moeten
ingrijpen voor dat het te laat is
Polderbesturen weinig toeschietelijk omdat de
bedrijfszekerheid vóórop staat
Bezwaren van minister tegen
verhoging van kinderbijslag
Russische ambassadeur
hieid receptie
Slagersknecht droeg geïnde
gelden niet at
„Siamese tweeling"
wordt v.er ,aar
VRIJDAG 8 NOVEMBER 1957
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
Toeristisch belang van eerste orde
De windmolens, in het bijzonder de oude wipmolens, die ons vlakke land
schap zo'n aantrekkelijk cachet geven, worden met een langzame maar ze
kere ondergang bedreigd. Dit geldt niet in de laatste plaats voor de molens
in de Rijnstreek. Het wordt hoog tijd, dat provincie, rijk, gemeenten en de
instanties en bedrijven die bij het toeristenbezoek zijn betrokken, de Ipnden
ineenslaan om ons molenbezit te redden. Het moet ook in deze tijd van
mechanisatie mogelijk zijn het nuttige van de molens (dus de bemaling)
en het aangename (dé opluistering van ons landschap) te verenigen en zo
doende de molens te behouden.
De molen in de Bos- en Gast
huispolder, 150 jaar oud, is een
ruïne
te zeer aan den lijve ondervindt,
weinig toeschietelijk is als het gaat
om de bescherming van de molens,
die op hun wieken drijvend, uitslui
tend op de natuur zijn aangewezen.
Dit is te verklaren. Niet alleen de
overlast van het water, maar ook de
onderhoudskosten van molens, boe
zems en kaden gaan enorme bedra
gen vormen, die te zijnen laste komen.
Alleen al voor verbetering van de
boezem-kaden moeten ontzaglijke be
dragen worden besteed.
En dan is men vlug geneigd een te
genstander te worden. Vooral als men
zich realiseert, dat een groot deel
van de boezemkaden kan vervallen,
als men centraal zou gaan malen.
Mede hierdoor dreigt het gevaar te
ernstiger, dat onze windmolens wer
keloos worden. Een stilstaande mo
len graaft zijn eigen graf. Het is
hierom, dat in kringen van liefheb
bers van de Hollandse molen ernstige
ongerustheid heerst. Het is overigens
niet de eerste keer, dat de noodklok
wordt geluid voor het behoud van de
windmolens en dat men met aandrang
een beroep doet op het Nederlandse
volk om de nog bestaande molens
over te nemen en ze desnoods dienst
baar te maken voor het opwekken
van elektriciteit.
Men zal voor de aankoop geen
grote kapitalen nodig hebben als
men ziet hoe graag de boeren b.v. in
het gebied van Zevenhuizen hun drie
molens voor een grijpstuiver naar
wij vernemen voor slechts 1,per
molen, inclusief erf en tuinen heb
ben overgedragen aan de Vereniging
De Hollandse Molen.
Wij beogen geen kritiek, maar de
opmerkingen zijn bedoeld als een ap
pèl om te handelen voor het te laat is.
Doodceel.
De heer K. Dekker, een verdien
stelijk werker op het gebied van de
bescherming van historische waarden,
bij wie wij te rade zijn gegaan voor
dit artikel, heeft ons de volgende
opsomming verstrekt met betrekking
tot de situatie, waarin vele molens
verkeren.
De molen in de Bos- en Gasthuis
polder (Leiden) is een ruïne, evenals
de molen van de Huis ter Doespol
der (Leiderdorp). In dezelfde ge
meente bevindt zich de molen van de
Zeillaan en Meyepolder in verval. De
Vrouwe-Vennepolder (Alkemade)
kent eveneens een molen in verval.
De Vlietpolder in Hoogmade heeft
een wiekenloze molen.
De molen in de Boschpolder in deze
gemeente verkeert in staat van ver
val. Hazerswoude ontbreekt even
min op de lijst. Deze gemeente is o.a.
een molen rijk, die in verval is en
één die in zeer slechte staat ver
keert, namelijk die in de Oostbuurt-
se polder en de polder Oost- en
Westgeer. De molen in de Hondsdijk-
sepolder te Koudekrk aan den Rijn
is zeer slecht, evenals de molen in de
Steekterpolder te Alphen aan den
Rijn. Dit zijn slechts enkele grepen
uit een groot aantal met ondergang
bedreigde Rijnlandse molens.
Wanneer men nu weet, dat het met
de waterhuishouding in de onder
scheiden polders slecht tot zeer slecht
is gesteld, dan watrd duidelijk, dat de
boeren zo spoedig mogelijk van de
windmolen, die uitsluitend op wind
kracht zijn aangewezen,, willen wor
den verlost. Maar dan zal daartegen
over een daad moeten worden gesteld,
waarmee men zowel het belang van
de waterhuishouding in de polders,
als het behoud van de windmtjlens
beoogt.
Dit is de molen van de Steekterpolder
te Alphen aan den Rijn, uiterlijk nog
in fraaie staat. Hoelang nog? Het pol
derbestuur heeft namelijk besloten,
over te gaan tot machinaal bemalen
van de polder. Dit heeft tot gevolg,
dat de molen buiten dienst wordt
gesteld. Insiders weten, dat dit be
sluit gelijk staat met het uitspreken
van een doodvonnis over de mooie
windmolen, die een sieraad is voor de
verre omgeving.
Voor een aantal molens is deze mo
gelijkheid zeker aanwezig, inzonder
heid bij de zogenaamde vijzelmolens.
Helaas vallen de mooiste molens, de
wipmolens, die veelal van schepwerk
zijn voorzien, nu reeds buiten de mo
gelijkheid van mechanisering, omdat
zij door het in de loop der jaren ver
laagde grondpeil hun doelmatigheid
hebben verloren. Juist deze fraaie
monumenten worden door hun on
bruikbaarheid voor het doel waar
voor zij zijn gebouwd, nu met onder
gang bedreigd.
Een heel belangrijk argument pleit
voor mechanisering van de bemaling
en wel de factor bedrijfszekerheid.
Een windmolen is namelijk altijd aan
gewezen op natuurkracht met alle na
delen van dien. Dit ondervond men
ook bij de Googermolen te Alke
made.
De aanvankelijk geannuleerde ma
chinale hulpaandrijving heeft het pol
derbestuur naderhand toch in de
molen laten aanbrengen, maar niet
alvorens de polder volkomen onder
water was komen te staan. Niet door
dat de molen het water niet aan kon,
maar doordat de wind grotendeels
verstek liet gaan.
Structuurverval:
grootste dreiging.
Dit verschijnsel deed zich niet al
leen voor in de Googerpolder; alle
polders die alleen op windbemaling
aangewezen waren ondergingen
eenzelfde lot. De schade door over
last van het water veroorzaakt, is
veel groter dan menigeen denkt.
Structuurverval van de grond is wel
het ergste wat een boerenbedrijf
kan overkomen.
Welke kapitalen kost het de boer
niet als het vee vanwege de drassige
weide voortijdig naar de stallen moet
en het daaropvolgend jaar langer in
de stal moet blijven, omdat zulk land
in het voorjaar, zoals de boeren het
noemen, „koud blijft" en de groei van
het malse voorjaarsgras veel langer
op zich laat wachten.
Volledigheidhalve moet hier wel
worden opgemerkt, dat er ook polders
zijn met mechanische bemaling, die
hetzelfde lot hebben ondergaan of
nog zullen ondergaan. Maar hieraan
zijn andere factoren debet, zoals ver
keerde plaatsing der gemalen en ver
waarlozing der sloven.
Al met al staan thans vele molens
te wachten op het einde, doordat ze in
feite niet meer nodig zijn, althans niet
meer voor de bemaling. Dit betekent
een ontluistering van ons landschap-1
pelijk schoon. Talloze gegevens staan
ter beschikking die in die richting]
wijzen, vooral ten aanzien van de i
Rijnlandse molens. I
De medewerking van ingelanden!
-oor het behoud van een molen laat
veel te wensen over als overheids-
mensen op vergaderingen zich met
hand en tand inzetten voor het be
houd van de molen. Polderbesturen
nemen spaarzaam en traag maatrege
len tot herstel van een molen in zijn
oorspronkelijke luister, zoodra de mo
len zijn functie om de één of andere
reden mocht staken.
Liever stichten zij een hulpbema
ling tot de definitieve machinale be
maling er is, die de taak van de mo
len overneemt (bijvoorbeeld de Vliet-
poldermolen)
Hoge kosten.
Er zijn voorbeelden bekend, dat ook
de boer, die de gevolgen van het
overtollige polderwater vaak maar al
Wat de stadsuitbreiding niet ver
mocht, bereikten apachen bij een wa
termolentje onder de rook van Leiden
Met betrekking tot de financiering
van een eventuele verhoging van de
kindérbijslag wijst de minister van
Financiën er in de memorie van ant
woord op de algemene financiële be
schouwingen van de Tweede Kamer
op dat van een uitkering ten laste
van de reserves van het kinderbij
slagfonds het bezwaar verbonden is,
dat deze uitkering tenzij elders in
onze volkshuishouding compenseren
de maatregelen worden getroffen
een bestedingsverruiming betekent.
Hetzelfde geldt voor een eventuele
vergroting van de uitgaven van de
overheid.
Van het prijsstabili.satiebeleid mag
geen strikte stabilisatie van het prijs
peil worden verwacht, aldus de mi
nister. De positie van een grondstof-
arm land leidt er immers toe, dat de
prijswijzigingen op dt wereldmarkt
van grond- en hulpstoffen en vrach
ten onvermijdelijk het binnenlands
prijsniveau beïnvloeden. Brengt deze
afhankelijkheid met zich mede, dat
doorberekening in de prijzen van be
langrijke in het buitenland ontstane
kostenstijgingen moet worden geac
cepteerd, tevens vloeit daaruit voort,
dat het prijsstabilisatiebeleid dient te
waarborgen, dat prijsdalingen van
grond- en hulpstoffen en vrachten
leiden tot dienovereenkomstige prijs
verlagingen in het binnenland.
De regering vertrouwt erop, dat
zulke prijsverlagingen vrijwillig door
het bedrijfsleven fot stand zullen
worden gebracht. In geval zulks ach
terwege zou blijven, zal de regering
niet aarzelen in te grijpen. Daarnaast
zal echter het beleid in versterkte
mate worden gericht op stimulering
van de concurrentie.
Overheidsbedrijven.
Ten aanzien van de prijspolitiek
voor haar eigen bedrijven handelt de
overheid in het algemeen zoals zij in
het raam van de prijsstabilisatiepoli-
tiek van de particuliere ondernemers
vraagt. De tariefsverhogingen van de
overheidsbedrijven, zo schrijft de mi
nister, waren noodzakelijk om situa
ties van negatief of onvoldoende ren
dement op te heffen.
De stijging in de kosten van levens
onderhoud sinds april 1957 is vooral
een gevolg van maatregelen welke in
overleg tussen Staten-Generaal en
regering zijn genomen en daarnaast
van de prijsstijgingen van de agrari
sche produkten als gevolg van de
slechte oogst. De opgetreden stijging
van de kosten van levensonderhoud
vormt derhalve geen aanleiding tot
scepticisme ten aanzien van de prijs-
stabilisatiepolitiek, aldus de minister
van Financiën.
Prijs f 2.-
Verkrijgbaar bij elke drogist!
Ter gelegenheid van de veertigste
verjaardag van de Russische Oktober
revolutie heeft de ambassadeur der
Sovjet-Unie, de heer S. P. Kirsanow,
donderdagavond in het gebouw der
ambassade aan de Schouwweg te Was-
gsenaar een ontvangst gegeven. Vrij
wel het gehele diplomatieke korps
gaf van zijn belangstelling blijk.
Onder de vertegenwoordigers van
het departement van buitenlandse
zaken, die bij de zeer talrijke bezoe
kers werden opgemerkt, was de zo
juist benoemde nieuwe Nederlandse
ambasadeur in Moskou, dr. J. G. de
Beus, die in december aanstaande
naar zijn nieuwe standplaats zal gaan
vertrekken.
In een der salons was een koud buf
fet met specialiteiten der Russische
keuken aangericht.
In het Staatsblad zijn gepubliceerd
het eerste wijzigingsbesluit salarisbe-
sluit TNO/MNO 1955 en het konink
lijk besluit, houdende bepalingen ten
aanzien van de salarëring van perso
neel bij het nijverheidsonderwijs.
Beide besluiten houden een aan
passing in van de desbetreffende re
gelingen voor de rijksambtenaren.
Deze aanpassing betreft o.m. een ver
hoging van de kindertoelage en een
wijziging van de uitkering bij overlij
den (smartegeld) van 12 pet. in 25
pet. van de jaarwedde.
De in deze besluiten vastgestelde
salarisverhogingen zijn inmiddels
reeds bij wijze van voorschot uitge
keerd, zo deelt men van de zijde van
het departement van onderwijs, kun
sten en wetenschappen mede.
Voortdurende
bedreiging
De officier van justitie bij de recht
bank te 's-Gravenhage heeft gister
morgen een gevangenisstraf van één
jaar, waarvan vier maanden voor
waardelijk, gevorderd tegen een 42-
jarige slagersknecht uit Voorburg,
die volgens de tenlastelegging van
september 1955 tot oktober 1957 geld,
dat hij van klanten had ontvangen,
niet afdroeg aan zijn werkgever.
Hij zei dan tegen zijn patroon, dat
de klanten niet hadden betaald. Vol
gens schatting van de werkgever zou
de knecht in totaal ongeveer 5000,
hebben verduisterd. De knecht zelf
beweert, dat hij zich maar ongeveer
120,over de maanden april tot
oktober van dit jaar heeft toege-
eigend.
De slager vertelde als getuige, dat
hij (zijn knecht steeds weer had be
trapt op verduisteringen, maar dat hij
steeds weer zijn knecht de schuld had
kwijtgescholden. „Ik was bang voor
mijn knecht", aldus de slager. „Hij
was veel dronken, soms rook hij
's ochtends vroeg al naar de drank.
Hij bedreigde mijn vrouw dikwijls en
vaak durfde ik niets te zeggen, om
dat er altijd messen bij de hand la
gen. Ik heb twee jaar op een vulcaan
geleefd."
De slagersknecht verklaarde, dat
een andere knecht van de slager zich
ook geld had toegeëigend. Volgens de
slager zou deze dat hebben gedaan on
der druk van verdachte. De andere
knecht had ongeveer f 4Ö0,ver
duisterd.
De officier van justitie zeide in zijn
requisitoir, dat verdachte geen be
rouw toont. Hij heeft zich schaamte
loos, brutaal en hebzuchtig gedragen
als een parasiet die zijn werkgever
uitzoog. Spr. meende dat als voor
waarden aan de knecht o.m. moesten
worden gesteld dat deze een alcohol-
wenningskuur zal ondergaan en ge
durende de proeftijd van drie jaar de
benadeelde patroon niet zal bezoe
ken of lastigvallen.
De verdediger zeide in zijn plei
dooi dat er geen bewijs was voor de
gehele tenlaste gelegde verduiste
ring. Bewezen kan zyn wat verdach
te zelf toegeeft: verduistering van on
geveer 125,— over de maanden
april tot oktober.
Pleiter vroeg zo mogelijk een ge
heel voorwaardelijke straf of herope
ning van het onderzoek ter nadere
opheldering van de verduisteringen.
Vonnis 21 november a.s.
Tien procent
loonsverhoging
voor personeel
produkt schappen
In samenwerking met de vakbon
den zijn de produktschappen tot het
besluit gekomen, de salarissen van
het bij hen werkend middelbaar en
lager personeel aanzienlijk te verho
gen.
De salarisverhoging zal gemiddeld
ongeveer tien procent bedragen, welk
percentage bereikt wordt door een
percentuele verhoging zowel als door
een prestatietoeslag.
Door dit besluit komen de produkt
schappen gedeeltelijk tegemoet de
wensen van de Sociaal Economische
Raad in deze kwestie koesterde. Ook
wordt hierdoor afgeweken van de ge
dragslijn, het loonbeleid volledig aan
te passen bij hetgeen de rijksover
heid voor zijn ambtenaren doet.
Reeds geruime tijd overleggen de
produktschapsbesturen over een ge
zamenlijke veroidening, die de lonen
moet regelen voor het bij hen werk
zame personeel.
Tot nu toe was de salarieëring vrij
wel gelijk aan die van het rijk en
ook in het beginstadium van de on
derhandelingen werd deze gedachte
gehandhaafo. Dit zou tot gevolg heb
ben, dat evenals bij het rijk de
topsalarissen zouden worden ver
hoogd en lagere en middelbare sala
rissen onveranderd zouden blijven.
De SER heeft geweigerd zijn goed
keuring te geven c.an dergelijke voor
stellen. De raad achtte de salarissen
van de hogere ambtenaren te hoog,
die van het lagere en middc'bare
personeel te laag en de omschrijving,
van de functie: te vaag.
Door het nieuwe besluit zijn de
produktschappen op de laatste twee
punten aan de veria igens van de
SER tegemoetgekomen, en men denkt
waarschijnlijk, dat de verhoging van
de topsalarissen op grond daarvan
ook wel de goedkeuring van de raad
zullen ontvangen.
Het bestuur van elk produktschap
moet deze voor alle produktschappen
gelijkluidende loonsverhoging goed
keuren, waarna de ontwerpen nog de
goedkeuring «an Ie SER moeten ver
krijgen om rechtskracht te krijgen.
De voormalige „Siamese tweeling",
Folkje en Tjitske de Vries, te Bergum,
zal op vrijdag 8 november vier jaar
worden. Het zal voor de kinderen een
dubbel relangrijke dag zijn,, want na
hun verjaardag zullen ze de kleuter
school gaan jezoeken.
Of Folkje en Tjitske dit schoolgaan
ook zo belangrijk vinden? Ze doen
er het zwijgen toe wanneer het hun
wordt gevraagd. De eerste tijd op
school zal voor beide ongetwijfeld een
moeilijke worden. Folkje geeft blijk
van een echte zwerversnatuur 2n is
veel weg. Tjitske is graag bij moe
der thuis.
Het verjaarsfeest zelf zal in hui
selijke kring werden gevierd.
De tweeling groeit voorspoedig op
en is gezond. Hoewel een lichte A-
griep de kinderen een da;; of tien in
bed heeft gehouden, is hun licha
melijke en geestelijke gesteldheid niet
minder goed dan die van de andere
kinderen van het gezin. De familie
De Vries, die afkomstig is van No
lenend, woont nu al twee jaar in
Bergum en ze voelt er zich thuis.