De smid van Wassenaar
175 jaar geleden
Sombere
verkeerstoekomst
KLEINE HISTORIE UIT
HET DAGELIJKSE
DORPSLEVEN
Om de rijkdom van de Sahara
STADSCENTRA VERSTIKKEN
DE LEIDSE COURANT
HET is eigenlijk altijd maar
vreemd geweest met die geschie
denisles op school. Onverschillig of
we woonden in de beide Hollanden,
in Overijsel, Friesland of Lim
burg, we moesten allemaal de rij
tjes namen leren van de Hollands?
graven en gravinnen of er nimmer
iets anders geweest was dan die trits
vechtjassen van het waterrijke deel
van ons tegenwoordige vaderland.
Wat interesseerden ons eigenlijk de
Dirken en de Willem'en met daartus
sen voor de afwisseling nog een of
andere afwijkende naam. Geschie
denis in breed verband was eigenlijk
maar een rare geschiedenis op
school.
Iets anders was het wanneer de
historische kring werd verengd tot
de eigen pmgeving, de eigen stad
of het eigen dorp. Dan verdiepten
we ons gaarne in de kleine en klein
ste bijzonderheden van naam en toe
naam, van plaatsen en woningen.
Komende in de eigen beperkter om
geving kunnen we dikwijls de ge
schiedenis van het verleden nog aan
het heden toetsen, we komen namen
tegen die ons thans vertrouwd zijn,
soms zelfs namen uit de eigen paren-
tatie.
Dan wordt geschiedenis wèl inte
ressant en het is ons altijd min of
meer onbegrijpelijk geweest dat we op
de lagere school, naast de landsge
schiedenis niet méér de historie van
de eigen streek te verwerken kregen,
terwijl de volgorde bovendien eigen
lijk zou moeten zijn: dorp of stad
gewest land.
Het kennen van de geschiedenis
van de eigen plaats houdt in dat we
óók een inzicht krijgen in het leven
van alledag der bewoners van een
of meer eeuwen terug, vooral als we
kunnen gaan grasduinen in andere,
ogenschijnlijk minder belangrijke
bronnen dan de geijkte archivalia.
Deze bronnen kunnen zeer ver
scheiden zijn. Oude familiepapieren
b.v. kunnen ons veel leren van de
gangh des daegelyksen leevens onzer
voorvaderen, wie zij ook waren of
wat zij ook deden voor de vaderland
se kost.
Een smid in Wassenaar.
*70 leefde er tegen het einde van
de 18e eeuw in het dorp Wasse
naar een eerzaam handwerksman die
het veelzijdig beroep van meester
smid-wagenmaker-koperslager en
uurwerkmaker uitoefende.
Engel Pompe, zo heette onze man,
oefende zijn stiel uit in het (althans
tot voor kort) nog bestaande, nu wel
zeer vervallen huis in de Kerk
straat met een voor dergelijke pan
den zeldzame wijzerplaat boven in
de topgevel. Nog in 1885 werd het
smidswerk aldaar door een Pompe
beoefend; de laatste jaren was er een
loodgietersbedrijf in gevestigd, zij
't dan dat geen nakomeling van Engel
Pompe daarvoor verantwoordelijk
meer was.
Wij zouden dat alles niet weten
wanneer wij enkele jaren geleden
bij monde van een nu reeds ter ziele
zijnde bet-achterkleinzoon van En
gel Pompe niet opmerkzaam waren
gemaakt op het bestaan van een in
leer gebonden boek waarin bet-over
grootvader Engel nauwgezet aanteke
ning had gehouden van zijn handel
en wandel in de jaren 1785 tot 1789
met betrekking tot zijn ambacht
mét notities en afrekeningen met
knegten en meyden tot het jaar 1800.
Engel Pompe moet een voor die tijd
welvarend man zijn geweest, die
met meerdere knechten tegelijk
werkte en wiens huisvrouw zich ook
de weelde van een „meyd" kon ver
oorloven. De mogelijkheid is zelfs
niet uitgesloten dat hij ook nog vee
op stal had want qit het jaar 1789 da-"
teert men een aantekening: „Pleun
nigt van Bent aen melk of aerappe-
len gehad allis afgereekent van het
yaer 1789 komt mijn Arieaentje Pom
pe nog 8 g(ulden) 6 st(uivers)".
Het bewuste boek geeft een vrij
zuiver beeld van het dorpse leven in
Wassenaar rond den jare 1790. Men
kan in veel gevallen staat en stand»
beroep of bedrijf van de klant uit de
inhoud van de rekeningen distilleren
en het bevat tevens een schat van
gegevens over huishoudelijk en be-
drijfsgerief dier dagen. Zelfs kan men
er in enkele gevallen het sterfjaar van
een klant in aflezen wanneer op
een gegeven ogenblik de naam van
een rekening verandert in: „de erf-
genaemen" of „de boel van
Engel Pompe was geen geletterd
man. Zijn schrift is duidelijk lees
baar doch gezien de toenemende
veranderingen daarin moet hij al
niet jong meer zijn geweest. Hij han
teert een gemoedelijke dorpstermino
logie en schrijft nog wel eens phone-
tisch doch het feit dat hij er een
voor die jaren toch wel behoorlijke
„boekhouding" op na hield bewijst
dat hij wat je noemt „bij de tijd"
was.
Komisch doen sommige titels van
rekeningen aan die Engel onpersoon
lijk hield of waar hij alleen de po
sitie van de klant vermeldt zonder
diens naam te noemen zoals de heer
Baljue of De Sikkertaris. Behalve
de Graef van Wassenaer benaamt
hij zijn adellijke of „heer"lijke op
drachtgevers naar het huis dat deze
bewoonden, zoals het Huys te Duyve-
voore, de Plaes van Rust en Vruegt,
het Huys te Persyn, het Huis van de
Wennekove. Dat hij èn pastoor èn
dominee bediende bewijzen rekenin
gen. voor De Roomse Kerk, de Die-
jaekens Armekist, de heer Pastoor.
Passtoor Laesuyne, de Kerk van
Wassenaer, de Kerkkewooning. Ook
wereldlijke overheden en andere in
stellingen riepen regelmatig de vak
kennis van Engel Pompe te hulp,
zoals te zien is aan rekeningen die
genaamd zijn De Groote Klok van
Katwijk op Reyn, de Groote Klok
van Wassenaer, de Sluys van de Ko~-
te Waeler Ring, de Suyk Mole, de Brant
spuyt van Wasenaer, de Soosetijt, het
Ambagt van Wassenaer en het Kley-
ne School.
Tussen twee haakjes: in 1788 ves
tigde zich te Wassenaar een nieuwe
kleermaker, getuige een rekening uit
dat jaar die als debiteur vermeldt
„De nuwe Sneyer".
„Knegten en meyden".
EEN aardig beeld van de toenma
lige arbeids- en loonverhoudin-
gen geven ons de aantekeningen in
het boek over knegten en meyden.
We laten er hier enkele in chronolo
gische volgorde volgen, ten dele ver
kort doch in de oorspronkelijke stijl en
woordkeuze van Engel;
1787 Onse Gerit myn knegt aen
geit gehad voor de haegse kermis
2.12.0.
Onze Verdenant myn knegt aen
geit voor de soosetijt 2.10.0.
1789 Onse Gerit myn knegt
heeft op jaer 1789 ofgereekent op den
11 Juni.
Onze Kneelis Faephorst heeft aen
geit gehad bij malkaer 0. 8.0.
een nuet hemtrock 1.11.0
een paer kouyse 1. 8.0.
een paer schoen 2. 4.0.
Aegt de Kooning is aen mijn nog
schuldig van melkgelt 5.13.0.
1790 Gerrit Laserum myn knegt
voor een jaer huur soma 75 gl.
PLAN VOOR BINNENMEER IN DE SAHARA
Reusachtig
binnenmeer
moet verplaatsen als bij de
van het Suezkanaal nodig was. De
kosten zijn dan ook niet mis en wor
den geraamd op 1 miljard gulden.
Zou men het zeewater om willen
zetten in zoet water dan worden de
kosten nog veel groter, want er zijn
enorme hoeveelheden energie nodig
voor de z.g. ionenuitwisselaars, die
zout water veranderen in zoet.
Trouwens er zijn nog heel wat meer
moeilijkheden aan het project, want
zo kan men zich b.v. nauwelijks ver
oorloven om het zoutgehalte van de
grond nog meer te verhogen door de
invoering van zeewater.
Grote projecten brengen echter al
tijd grote problemen met zich en het
is juist voor deze problemen, dat men
de Artemis heeft opgericht, waarvan
men hoopt dat haar studiën tot de
conclusie zullen komen „het kan?,
Menk onze meyt aen sajet voor
kousen 1.8.0.
1791. den 1 Mey Menck onze
meyt voor een jaer gehuurt voor een
soma van 40 gulden.
Daevit mijn knegt gehuurt van
Alderheyligen tot Mey 1792 voor 12
gulden.
Ik Engel Pompe Gerrit Laserum
gehuurt voor een somme van 85.0.0.
1797 De knegt Gerit wint 95 gul
den.
1798 Meydag. De knegt Gert wint
95 gulden.
1800 Agie Hensbergen de meyd
wint 32 gulden.
De knegt woonde bij de baas in want
in de afrekeningen komen herhaalde
lijk posten voor als „Saey en bonibe-
syn, reygen en knoopen voor een
ruygerock" „Sajet voor kousen",
„Sevde voor een halsdoek" en der
gelijke persoonlijke uitgaven meer.
Het ging er dus wel gemoedelijk
toe in die goede ouwe tijd. En bo
vendien kom er nu eens om, om met
nog geen drie gulden Haegse kermis
te vieren?
W. PRINS.
Boekbespreking
Ayorama, door Raymond de
Coccola en Paul King.
Uitg. Het Spectrum, Utrecht.
Ayorama, d.w.z. zo is het leven, dat
is de karaktertrek, waarmee het le
ven der Eskimo's in al zijn hardheid
is getekend. Een verbijsterend op
recht verslag van het onmenselijk
harde leven voor het „dagelijks
brood", dat zich uitstrekt tot de
barre, vreselijk lange winter, waar
bij de bewoners tevens worden om
ringd door een angstwekkend witte
en stille eindeloosheid.
Daarmee is het leven der Eskimo's
nog maar ten dele getekend, want niet
alleen de harde strijd om het be
staan wordt hier op realistische wijze
beschreven, ook de harde zeden en
gewoonten zijn voor onze begrippen
onmenselijk, schokkend en rauw.
De auteur De Coccola heeft zelf
jarenlange ervaring bij de Eskimo's
opgedaan, heeft rondgezworven over
de onmetelijke ijsvelden en sneeuw
vlakten, heeft half verhongerd zit
ten wachten op het einde van de
sneeuwstormen, heeft daarbij meer
dan iemand anders kunnen kennis
nemen van al wat er leeft onder deze
mensen.
Zo is een uitzonderlijk boeiend
geheel verkregen met een schat van
gegevens over de zeden en gewoon
ten van dit primitieve volk, over
hun geestengeloof, over de barbaarse
behandeling van de vrouw, over al
les wat met leven en dood samen
hangt en waaruit tenslotte het „Ayo
rama" als het onverstoorbare nood
lot naar voren komt.
Het is een goed-verzorgde Spec
trum-uitgave met een uitstekende
vertaling van W. WielekBorg. Prijs
8.90.
Mecfianiöch tnanuAje man aCCe*
Een Amerikaanse firma, met de in dit verband veelzeggende naam „Sim
plicity Manufacturing Company" heeft een mechanische grasmaaier, de
„Wonder boy X-100", geconstrueerd welke vermoedelijk alles slaat wat er
tot nog toe op dit gebied aan de markt is gekomen. Het apparaat maait nl.
niet alleen, maar het sproeit het grasveld, zaait gras in, wiedt, harkt de
gevallen bladeren bijeen en kan in de winter als sneeuwploeg worden ge
bruikt. Als het dan te koud mocht zijn om er een ritje op mee te maken,
wel dan wordt de waterdichte plastiek koepel voor den dag gehaald....
De foto's tonen de „Wonder Boy" op twee verschillende terreinen in ge
bruik. Een kind kan het gras doen!!
rXE SAHARA is in veel opzichten
een schatkamer aan grondstoffen
en een gebied dat, vooral in de toe
komst, steeds belangrijker gaat wor
den. De rijkdom van de Sahara kan
reeds in cijfers tot uitdrukking ge
bracht worden, een jaarlijkse petro-
leumproduktie van 4 miljoen ton
moet mogelijk zijn, de ijzerertsreser
ves worden geschat op 2 miljard ton
en de voorraad steenkool op 100 mil
joen ton. Naast de rijkdom aan ertsen
en delfstoffen kan men grote delen
van de Sahara omtoveren tot een
vruchtbaar gebied want onder de
woestijn ligt een onderaards meer,
groter dan Duitsland. Als men dit
water naar de oppervlakte brengt kan
men er vruchtbare gebieden mee
scheppen. Het Franse ministerie van
Overzeese gebiedsdelen heeft dan
ook een zesjarenplan ontworpen
waardoor men 30.000 ha. woestijn tot
een vruchtbaar gebied zal omvormen.
In Frankrijk is thans opgericht de
„Association de recherches techniques
pour l'étude de la mer intérieure sa-
harienne". Een hele mondvol en dus
noemt men het geheel dan ook maar
Artemis. Dit instituut streeft, zoals
de naam reeds aangeeft, naar de vor
ming van een binnenmeer in de Sa
hara. De laagvlakten van de Sahara
liggen beneden de oppervlakte van
de Middellandse Zee, door nu een ka
naal te graven van de Golf van Ga-
bes naar het zoutmeer van Dcherid
zou men het hele gebied van de zout
meren onder water kunnen zetten
door a.h.w. de Middellandse Zee dit
gebied te laten „overstromen". Op de
ze manier zou men dan een binnen
meer verkrijgen groter dan de Bene
lux. (Zie kaart).
Het
snelverkeer
wordt nu in
vijf banen
i onder en
boven elkaar
in, door en
uit de stad
geleid.
Dit ziet
men in de
VJS.
Ook
toekomst
beeld voor
Nederland
De veiligheid vraagt om perfecte wegen, maar
de wegen vormen een probleem op zichzelf in ons land.
(van onze verslaggever)
DEN HAAG (P. P.) - Nederland tobt met een probleem dat ons aller aan
dacht vraagt omdat we er allen bij betrokken zijn, van klein kind tot grijs
aard en dat is: het verkeersprobleem. Het aantal personenauto's nam dit
jaar weer met 20% toe en het totaal aantal motorrijtuigen steeg dit jaar
tot een klein miljoen. De verkeersdicipline en kennis der voorschriften laat
echter veel te wensen over en voorts wordt ons wegennet te krap. Het is
niet meer berekend op het in intensiteit toenemende verkeer, om dan nog
maar over het parkeerprobleem in de grote steden te zwijgen. Waar moet
dat heen Er zal een oplossing moeten worden gevonden, want anders zou
de mens ten gronde gaan aan het verkeer.
Met het scheppen van dit binnen
meer beoogt men dan voornamelijk
een wijziging van het klimaat want
een dergelijk groot wateroppervlak
verhoogt de neerslag, maakt de tem
peratuurverschillen kleiner en voor
komt hevige stormen. Het gevormde
binnenmeer is natuurlijk zout watei
maar in de gebieden van het meer
zou men, in theorie, de aan het zout
gewende dadelpalm en de tegen het
zout bestendige olijven kunnen ver
bouwen. Door de gewijzigde klimato
logische omstandigheden voor een
groot deel van de Sahara, zou men er
toe over kunnen gaan agrarische her
vormingen in de woestijn door te voe
ren. Ook zou men in het kanaal en
het gevormde binnenmeer een uitste
kende waterweg verkrijgen voor het
vervoer van petroleum uit de oliege-
bieden ten zuiden van het binnen
meer. Bij voldoende werkkrachten
komen er ook mogelijkheden vrij
voor de industrie.
Wat het kanaal betreft zou dit in
alle opzichten een groot werk zijn
daar men meer dan 6 x zoveel grond
OM EEN BEELD te krijgen van de hui
dige toestand en de plannen voor de toe
komst van onze wegenbouw hebben wij
ons licht eens opgestoken bij personen en
instellingen hier en in het buitenland,
waar men ook met soortgelijke proble
men tobt.
Het blijkt dat men aan de toeneming van
het verkeer vrijwel niets kan doen. On
ze eeuw van technische vooruitgang
brengt dit euvel onherroepelijk met zich
mee. Wij mogen er zelfs blij om zijn,
want het is een teken van vooruitgang en
welvaart
Wot de verkeersdiscipline en kennis der
voorschriften betreffen, wordt er momen
teel aan gedokterd om hierin verbetering
te bbrengen, zowel door voorlichting als
door een onderzoek dat momenteel inge
steld wordt om te komen tot vereenvou
diging van de vele voorschriften. De
KNAC. de ANWB, alsmede de Bond voor
Veilig Verkeer doen op dit gebied alles
wat in hun vermogen ligt en vermoede
lijk zal er in de toekomst een grondige
verandering komen, want men is ver
keerstechnisch op dood spoor geraakt
Hierin moet verandering komen dat sta
vast en er wordt hard aan gewerkt.
Rondwegen knellen
blijkt, dat zelfs de recent gebouwde we
gen binnenkort niet meer zullen voldoen.
Het grote verkeersplein bij Utrecht doet
nu al geregeld opstoppingen ontstaan.
Voor enige jaren is men bij verschillen
de grote steden er toe over gegaan om
zogenaamde „rondwegen" aan te leggen,
die het verkeer door de stad ontlasten
en het om de stad leiden. Doch de snelle
uitbreiding van de grote steden heeft hier
en daar een gevaarlijke situatie gescha
pen, doordat aan de buitenzijde van de
rondweg hele wijken uit de grond verre
zen, die met het oude deel verbonden
werden via drukke gelijkvloerse kruis
punten, die de rondweg kruisen.
Al naar gelang de nieuwbouw zich uit-*
breidt neemt het verkeer op dergelijke
kruispunten toe, waardoor verschrikke
lijke gevaarlijke situaties ontstaan. Het ls
slechts een kwestie van jaren of derge
lijke kruisingen liggen als het ware mid
den ln de stad. Men heeft natuurlijk een
dergelijke snelle uitbouw der grote steden
niet voorzien en tevens niet verwacht,
dat de verkeersintensiviteit zo zou toe-
In verschillende grote steden bemerken
de winkeliere in het centrum een terug
gang in hun omzet, omdat het publiek de
auto daar niet meer kan parkeren. In
veel nauwe straten komt een parkeer-
stopverbod. Gevolg verplaatsing var
inkopen naar de buitenwijken, waar me-
In de V.S.
VIJFTIG JAAR geleden reden op de
amerikaanse wegen enkele duizenden au
to's, maar dertig jaar geleden waren het
er al twintig miljoen, vijftien Jaar geleden
dertig miljoen, in 1951 ongeveer 58.000.000
en men verwacht in 1965 niet minder dan
81.000.000 auto's op de wegen, waarbij
men met de schatting aan de lage kant is.
Zelfs het prachtige amerikaanse systeem
zonder kruisingen met wegen van zes,
acht en twaalf banen en gigantische via
ducten, blijkt niet meer te voldoen.
De nieuwe plannen, waarmee niet min
der dan 25.000.000.000 dollar gemoeid zijn,
voorzien in een net van hoofdverbindin
gen met hoge capaciteit, die 209 van de
237 amerikaanse staten met meer dan
50.000 inwoners onderling zullen verbin
den.
De Amerikanen staan kennelijk voor niets
want reeds zijn er wegen aangelegd bij
de ingang van grote steden, waar vijf
snelwegen elkaar in etages kruisen en
men dus een gigantisch bouwwerk kan
aanschouwen van viaducten, bruggen en
tunnels boven elkaar. In sommige geval
len heeft men dit net van expressways
verbonden met grote parkeerplaatsen op
de hoge gebouwen. Andere expressways
komen boven de spoorwegen de steden
binnen en hebben hun parkeerplaatsen
boven de stationsemplagemanten.
Onze buren bouwen reeds
BELGIE heeft dit inmiddels van de Ame
rikanen afgekeken en men is druk bezig
met de toegangen tot de stad Brussel in
verband met de wereldtentoonstelling
1958 in deze stad. Ook van de brusselse
boulevards zal het volgend jaar veel ge
vergd worden en derhalve heeft men er
onder en er boven nieuwe snelwegen
aangelegd, die soms één groot viaduct
vormen, vaak hoog op betonnen pilaren.
Op die manier heeft het verkeer op deze
weg geen last van zijwegen en wat dies
meer zij.
Vermoedelijk zal dus etagebouw en het
leggen van snelwegen onder of over de
stad inplaats van door de stad de oplos
sing moeten bieden. Dat ziet men ln Ne
derland ook onder ogen. Maar daar zullen
enorme kapitalen mee gemoeid zijn en
het is voor de verkeersveiligheid en ons
volk te hopen, dat de bestedingsbeperking
niet te lang zal duren, want anders ko
men we wat het verkeersprobleem be
treft heel diep in de put te zitten en het
zal dan een onmogelijke opdracht zijn
om er uit te komen en de achterstand in
te halen. Op betrekkelijk korte termijn
zal ona primaire wegennet grondige ver
anderingen moeten ondergaan. Gebeurt
dit niet, dan zal de narigheid niet te
overzien zijn.
(Nadruk verboden)