Feestelijke viering van honderd jaar
„blauwe zusters" te Leiden
Bruckners „Grosse Messe"
door Con Amore
IVOROL: Tanden rein - Adem Iris
„Der Apfel ist ab", een rotte
vrucht in de fümmand
Haags politie-officier promoveert
te Leiden
Franse P.T.T. eert buitenlandse groten
WOENSDAG 16 OKTOBER 1957
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 6
Herdenking in Huize „De Voorzienigheid
Leidse Universiteit
Geslaagd voor het Cand.ex A Wis-
en Natuurkunde de heer W. Touten-
hoofd te Leiden; voor het Doet. ex.
Natuurkunde de heer A. R. Miedema
te Leiden; voor het Doet. ex. Biologie
mej. T. W. Sohrader te Leiden en de
heer H. J. de Jongh te Leiden (cum
laude)
Op dinsdag 22 oktober a.s. ojn 4.15
uur hoopt de heer W. Storm van
Leeuwen, benoemd tot lector in de
faculteit der geneeskunde, zijn ambt
openlijk te aanvaarden door het uit
spreken van een rede in het Klein
Auditorium van de Rijksuniversiteit.
Gemengde Zangvereniging „Con
Amore" het jubileum van haar vijf en
veertig jarig bestaan vieren en giste
renavond genoot een goed bezette
maar niet uitverkochte gehoorzaal
van een uitnemend concert onder lei
ding van Simon Jansen. Met de uit
voering van Bruckner's „Grosse Mes-
se in f kl. t", (een van diens moeilijk
ste werken), heeft de dirigent met
zijn goed geschoold koor een artistie
ke daad gedaan; in elk opzicht ver
antwoord. Als men zich de ontwikke
lingsgang van dit koorensemble in
Advertentie.
Misplaatste humor
Vanmorgen om elf uur werd In kleine kring een gedenkwaardig feit ge-1 De zusters van de Congregatie zijn
vierd in „Huize De Voorzienigheid" aan de Hogewoerd. Het is n.l. precies zojuist binnengekomen. De heer J.
honderd jaar geleden dat de „blauwe" zusters van de Voorzienigheid, die Lijten wenst de Algemeen Overste,
ook werkzaam zijn in het St. Lidwinahuis hun eerste schreden in Leiden moeder Jacobi, geluk,
plaatsten. Wij hebben deze komst, die zo zegenrijk voor Leiden is geweest,
reeds in een artikel gememoreerd.
De herdenking vond plaats in de refter van het huis waar de belangstel- kinderen uitgeleide, toen zij hun
ling groter bleek dan het getal stoelen, dat men had opgesteld. Geen .grappige spel voltooid hadden,
nood, vele bereidwillige handen droegen stoelen aan, zodat bijna ieder- I De heer A. A. T. van Schie voerde
de leiding, de heer H. A. Rijnbeek
begeleidde aan de piano.
Het gezochte en gevonden middel,
een nog een plaatsje kon vinden.
Doorzetting en
offervaardigheid
Onder de genodigden waren na
mens b. en w. van Leiden de wet
houders S. Menken en J. van Schaik,
tal van geesfelijken uit Leiden en
omgeving, onder wie de oud-pastoor
mgr Th. M. Beukers, zusters van an
dere in Leiden werkende congrega
ties, de algemeen overste van de
congregatie van de Arme Zusters van
het Goddelijk Kind, moeder Jacobi,
de vicares van de congregatie, zus
ter Michaëla, vele vertegenwoordi
gers van verenigingen en organisa
ties in Leiden, het bestuur van het
Liefdewerk van de H. Cunera, dat
dit feest aanbood en de zusters van
de Voorzienigheid te Leiden.
De heer O. Hettinga. hoofd van de
St. Pancratius-school aan de Bree-
straat, die optrad als leider der cere
monieën, wees in een welkomst- en
openingswoord op het feit, dat dit
feest een op zichzelf staande ge
beurtenis is, na de herdenking van
het 100-jarig bestaan van de Cunera-
stichting. Hij maakte melding van
een gelukwens van de burgemeester,
die niet persoonlijk aanwezig kon
zijn. De deken van Leiden, is reeds
's morgens in Huize „De Voorzienig
heid" geweest; hij heeft de H. Mis
was de oprichting van een eerste
school: de burger-bewaarschool.
Hieruit is de verdere uitbreiding van
het onderwijs gevolgd.
Spr. wees er op, dat de congregatie
steeds heeft opengestaan voor de
nieuwere inzichten in de opvoeding.
Steeds hebben de zusters nieuwere
wetenschappelijke inzichten en tech
nische hulpmiddelen aangegrepen
om het opvoedingswerk, aangepast
aan de eisen van de tijd zo goed mo
gelijk te verrichten. Zelfs het zeer
moeilijke werk voor het minder-be-
gaafde kind hebben zij ter hand dur
ven nemen. Spr. zei, dat men nu
van dankbaarheid wilde getuigen.
Dezelfde geest van offerbereidheid,
waar het gaat om het belang van de
jeugd, is de zusters nog steeds eigen.
Zij stellen hun gehele persoon in
dienst van de jeugd uit echte liefde
tot God en de evenmens.
Spr. voegde daar aan toe, dat de
belangstelling der zusters niet be
perkt is gebleven tot de haar toever
trouwde jeugd; waar nood was, waar
hulp en medewerking werd gevraagd
stonden de zusters van de Voorzie
nigheid klaar. Daarom is het ook niet
te verwonderen, dat de zusters zo'n
grote populariteit in Leiden en ver
daarbuiten bij velen genieten.
Na gewezen te hebben op de aller-
danlcbaarheid. die werd bij ge- prettigste en vruchtbare samenwer-
woond door de zusters en het be
stuur, in de kapel van het tehuis aan
de Hogewoerd, opgedragen. Daarna
heeft hij tijdens het ontbijt een woord
van gelukwens gesproken.
Herdenkingsrede.
Na deze gezellige beweeglijke in
leiding men ontmoette elkaar
weer eens, groeten werden gewisseld,
gemeenschappelijke herinneringen
opgehaald, plaatst de heer J. Lijten,
voorzitter van het bestuur van het
Liefdewerk van de H. Cunera, zich
achter de „spreeklessenaar" om een
herdenkingsrede uit te spreken. De
eerste volzinnen van zijn speech wa
ren gewijd aan een historisch ver
antwoorde terugblik over het werk
van de Zusters van de Voorzienigheid
in Leiden. Hij herinnerde aan, dat
hij bij het honderdjarig be§taan van
het Liefdewerk van de H. Cunera, al
een overzicht had gegeven van al
hetgeen de zusters in Leiden tot
stand hebben gebracht.
Hij memoreerde de komst van de
drie eerste zusters in Leiden op 16
oktober 1857, onder geleide van de
Algemeen Overste Moeder Theresia.
Spreker zeide, dat de 19e eeuw ge
kenmerkt werd door schrijnende
kinderexploitatie, maar er was toch
een kentering omtrent de kinderen,
die om welke reden dan ook onver
zorgd waren. Het particulier initia
tief heeft hierin een brede activiteit
ontplooid. Zo was destijds de familie
Vollebregt te Leiden begaan met de
ongelukkige toestand van enige kin
deren die „zonder opvoeding", zon
der onderwijs ledig rondliepen of in
fabrieken der stad leerden het heil
harer zielen te vergeten". Uit dit ini
tiatief is het contact ontstaan met de
Congregatie van de Arme Zusters
van het Goddelijk Kind, nog maar
enige jaren door pastoor P. J. Hes-
seveld opgericht.
Zeer moeilijk was dit werk en er
was grote moed, durf en doorzet
tingsvermogen voor nodig. Zonder
de offervaardigheid van de zusters
was dit werk onmogelijk geweest.
.Daar in die tijd eerder het gezag
over kinderen werd gezien als een
recht der ouders, dan als een plicht
tegenover kinderen, bleef het moge
lijk, dat de ouders de kinderen weer
ontijdig opeisten, zodat alles wat an
deren in hun voordeel hadden be
reikt, weer teniet werd gedaan. On
danks deze ontmoedigingen zochten
de zusters met bewonderenswaardige
ijver naar wegen om een sterkere
Dankwoorden.
Na deze pauze sprak namens het
ministerie van O., K. en W. de inspec
teur voor het bijzonder onderwijs de
heer J. Goudt, die Augustinus aan
halend „in blijheid dienen" de blij
heid omschreef, waarin de zusters
van de Hogewoerd en Lidwinaschool
werken.
De heer N. B. M. Vreeburg sprak
gelukwensen uit namens de R.K. on
derwijzersvereniging ,St. Augusti
nus", de samenwerking leek-religieus
is steeds prettig geweest. De heer
Elderhorst, voorzitter van het ouder
comité van de Ulo-school, sprak na
mens de scholen en bood aan de alge
meen overste een envelop met in
houd aan.
Tenslotte dankte de Algemeen
Overste, zuster Jacobi, in welgekozen
en -gemeende woorden. De congr -
gatie heeft in Leiden kunnen steunen
op de prettige medewerking van ve
len.
Onder de vele telegrammen was
een gelukstelegram van mgr. M. A.
Jansen.
De Filmstudiekring van K O
beoogt de films, welke om haar
strekking of anderszins niet in aan
merking komen om in Nederland pu
bliekelijk vertoond te worden, in be
sloten kring aan haar leden voor te
zetten. Dat hierbij respectabele pro
ducten onder de aandacht worden ge
bracht kan niet anders dan toe te
juichen zijn; niet alle „geblokkeerde"
filmwerken behoeven per se zedelijk
stuitend te zijn. Hetgeen gisteren
echter op het witte doek van de film
zaal der Universiteit verscheen was
op z'n zachtst uitgedrukt een smake
loze vertoning. Deze smakeloosheid
slaat dan geheel op de negatieve
strekking van het vertoonde verhaal;
de aankleding en technische verzor
ging waren, zoals we dat de laatste
tijd van meer Duitse films van bete
kenis gewend zijn, goed verzorgd.
De inhoud van de film „Der Apfel
ist ab" doet eigenlijk weinig ter zake.
Het is een reeds ontelbare malen be
speeld thema: een man, deze keer
een onbenullige, oppervlakkige fa
brikant, die met twee vrouwen in
zijn maag zit en dan maar besluit om
ze alle twee af te danken. Een droom,
een parodie op het Scheppingsver
haal en hier gaat het in deze film
om, geeft hem de „oplossing". Aan
deze twijfelachtige oplossing wordt
meer dan een uur alle mogelijke nut
teloze moeite besteed. Het resultaat
is dan uiteindelijk, dat met mede
werking van „hemelse" machten een
nieuw leven wordt begonnen met een
eindproduct van de twee vrouwen,
die de fabrikant al had: een derde
vrouw.
Het Scheppingsverhaal, zonder
spoor van God er in verweven, is op
alle plekken aangetast zodat er niets
is heel gebleven en er een geweldige
persiflage van is gemaakt. Het ver
haal is van Helmuth Kautner, die
ook de regie in handen had. Wij ach
ten deze figuur tot heel wat beters
in staat en het valt alleen maar te
betreuren, dat hij zijn gaven aan de
ze mislukking heeft verspeeld. Zoals
'J de outillage en technische af-
de heer Lijten de wens uit dat de
zusters het werk onder de zichtbare
zegen van God zouden mogen voort
zetten tot in lengte van jaren.
Groei
Wethouder Van Schaik stelde in
een toespraak de twee data: 1857 en Aan fle Rykslmiversjteit te Leiden
1957 naast elkaar. Hij kwam tot de js gistermiddag tot doctor in de
conclusie dat er opvallende verschil- 1 rechtsgeleerdheid gepromoveerd mr
len zijn. Het werk onder de jeugd Peijster, inspecteur van politie
heeft een enorme groei doorgemaakt, te 's-Gravenhage en secretaris van
de zusters van de Voorzienigheid de hoofdcommissaris aldaar, de heer
zullen niet voorzien hebben, dat die j. H. A. K. Gualtherie van Weezel.
ontwikkeling zo snel zou kunnen
zijn.
„De onbekende misdaad.''
Warenhuisdiefstal
in schril licht
Zij hebben gedaan wat hun han
den te doén vonden. Als wethouder
heeft hij bij bezoeken aan de scho
len kunnen vaststellen hoe veelom
vattend dit werk geweest is, hoe goéd
het wordt gedaan. Het was „tot de
grond" (zie de glimmende vloeren!)
verzorgd. Ook in geestelijk opzicht.
De heer Van Schaik sprak de wens
uit, dat de zusters deze vruchtdra
gende arbeid vele jaren zullen voort
zetten in het belang van de Leidse
jeugd.
Geschenk
Namens het lekenpersoneel van de
scholen sprak mej. C. A. E. Tonus,
die niet alleen gewaagde van de
moed, die de zusters moesten op
brengen om het moeilijke werk te
volbrengen, maar ook haar erkente
lijkheid betuigde voor de goede sa
menwerking die er tussen de zusters
en het lekenpersoneel is. Zij over
handigde namens het onderwijzend
personeel als geschenk een kruis
beeld dat in de kapel aan de Hoge
woerd een plaats zal vinden.
Kinderen
Een vrolijk intermezzo hield ver
volgens de aandacht van de belang
stellenden gevangen. Kinderen van
de scholen voerden in ontwapenende
eenvoud een vrolijk spelletje op, i
waarin de geschiedenis van honderd
jaar „blauwe zusters" te Leiden ver
haald werd. Drie zustertjes van nau
welijks één meter hoog, bewezen, dat
IIde congregatie in Leiden inderdaad
'wel klein begonnen is.
Opgewekte zang met geestige tekst
onderbrak het gesproken woord. Een
hoogtepunt werd bereikt toen de
kinderen als symbool van het werk,
Het proefschrift waarop mr Peijs
ter de doctorstitel behaalde is geti
teld: ,De onbekende misdaad". (Cri
minologische onderzoekingen en ana
lytische litteratuurbeschouwingen
met betrekking tot het criminaliteits-
quotiënt, in het bijzonder toegelicht
bij de warenhuisdiefstal).
Over het ..dark number" of „dun-
kelziffer" met betrekking tot dit
laatste onderwerp, brengt mr Peijs
ter in zijn dissertatie enkele interes
sante gegevens aan het licht. (Het
„dark number" heeft hij aangegeven
door het werkelijke aantal strafbare
feiten te noemen, dat op ieder be
kend terrein wordt gepleegd!.
Zonder motief.
Over het algemeen blijken waren
huisdiefstallen gelegenheidsdelicten.
In het algemeen worden ze meer
gepleegd door vrouwen (in verhou
ding tot mannen 5:1) die geen rede
lijk motief voor hun daad schijnen
te hebben. Velen pleegden nog nim
mer een ander strafbaar feit en kun
nen het gestolene gemakkelijk beta
len of hebben er geen behoefte aan.
Sommigen ook worden door een
dwangmatige impuls tot de diefstal
gebracht, bij anderen is de oorzaak
meer negatief:: het (tijdelijk) ont
breken van voldoende remmen om
weerstand te bieden aan de geboden
verleidingen. Het aantal „kleptoma
nen" blykt op dit terrein groter dan
algemeen wordt aangenomen.
Jeugdmisdaad.
Minderjarige jongens maken zich
vaker aan deze diefstallen schuldig
dan minderjarige meisjes.
Bij het beschouwen van de leeftij
den der warenhuisdieven ziet men
dat de door de zusters is gedaan
een scholenplein in miniatuur op- zowel bij de mannelijke als bij de
binding"met* de~kindëren'te "krijgen, bouwden. Ritmisch geklap deed de vrouwelijke verdachten topaantallen
in de leeftijdsgroep beneden 21 jaar.
Vergeleken met de daders van alle
misdrijven blijken zich 19 van het
totaal aantal méér personen uit an
dere gemeenten, in het bijzonder
van het platteland, aan warenhuis-
diefstallen schuldig te maken.
Slechts één van elke vier gevallen
wordt ontdekt maar mr Peijster
raamt het aantal niet-bemerkte wa
renhuisdiefstallen naar zéér ma
tige taxatie ten minste even groot I man; A. M. Betram,
als de bemerkteI J. A. v. d. Reijden.
werking waren knap en ook de hu
mor kwam ruimschoots aan haar
trekken. Maar deze „humor" was
uitermate wrang en stotend en ook
misplaatst, dat men als verant
woordelijk mens zich er slechts aan
heeft kunnen ergeren. Door de hele
geschiedenis heen liep een draad, een
dikke nog wel, van pessimisme en
apathie. Alles in de Schepping van
deze film was onvolmaakt en triest,
tot de Hemel toe. En waarom de fa
brikant aan het einde, na uit zijn
inspirerende droom te zijn ontwaakt,
nog lust had, een nieuw leven zonder
uitzicht te beginnen is ons werkelijk
een raadsel gebleven. In het kader
van de Godloze bespiegelingen van
dit filmprodukt paste o.i. wonderwel
de oplossing bij het begin van het
verhaal, toen de man op het punt
stond van de leuning van een brug
in het water beneden hem te sprin
gen. Hij had dit beter wél kunnen
doen; hij was dan consequenter ge
weest en had beter beantwoord aan
de opvattingen welke in de film ge
propageerd werden. Verschijnt er
hier en daar in de film een licht
puntje voor de mens, bestaat er nog
enig uitzicht op een gelukkiger leven,
enkele ogenblikken erna wordt la
chend en geraffineerd een eind aan
elke illusie gemaakt; de lichtpunten
blijken dan steeds op vergissingen te
berusten. De film eindigde zoals hij
begon: somber en vreugdeloos,
een grauwe ochtendnevel, midden
tussen de ruïnen van een na-oorlog-
se stad, de puinhopen van het men
selijk leven. Een nieuw leven be
gon
Vooraf vertoonde K. O. een
filmpje van twintig minuten, dat
naar onze smaak wel vijf keer zo
lang had mogen duren. Het was een
Tsjechische poppenfilm, „De duivels-
molen" getiteld. Hier hebben wij
echte kunst kunnen bewonderen van
een filmgenre, dat slechts weinig nog
wordt vertoond, of het zou Joop Gee-
sink moeten zijn, die dikwijls ook
met verrassende resultaten uit de
bus komt. Een sprookje in kleuren,
een hartverwarmend verhaaltje van
menselijkheid en romantiek, waaraan
een amusante spookhistorie vast zat.
De Tsjechen hebben op dit gebied
een naam hoog te houden.
Burgerlijke Stand
Geboren: Catharina Maria Elisa
beth, dr v. M. W. Brugman en J. P.
A. Hoekstra; Cornelia Geertruida dr
van C. L. v. d. Poel en J. C. de Jong;
Dirk, zn v. F. Bronsgeest en S. E. v.
d. Waals; Amanda, dr v. E. Brons
geest en S. E. van der Waals; Rudolf
Jacob, zn v. D. P. de Jong en A. M.
Arnold; Johanna Gijsbertha, dr v. G.
van Muiswinkel en J. Graper; Ronald
zn van C. van Elleswijk en M. H. van
der Linden; Petronella, dr v. J. Z. v.
d. Kruk en E. Mos.
Getrouwd: F. T. M. Zilvertant en
H. Hartmann; P. N. J. van Rijn en E.
G. van der Ploeg.
Overleden: D. Schoneveld, 82 jr,
jr, weduwe v.
herinnering brengt, moet men erken
nen, dat het een hoge vlucht geno
men heeft. De keuze van dit speciale
wenk gaat buiten het gewone pro
gramma om.
Bruckner schreef muziek in nauw
verband met de tekst, intens diep be
wogen, onderworpen, devoot-knie-
lend, lovend aanbiddend en extatisch;
reflecterend op de gedachte en het
gevoel van de liturgische tekst. In
alle pracht va., de Bai okkunstenaar,
passend bij de wij vise domkerken en
de volksaard van Oosténrijk. Het vol
ledig symphonie-orkest, dat begeleidt,
heeft een onmisbare plaats in de
grootse Missa; het heeft een sterk
stuwende invloed op het koor en de
daarin verwerkte solo-partijen, of
schoon het werk toch allereerst voor
de zangstemmen is gedacht en ge
schreven. Twaalf maten thematische
inleiding en dan zet de Kyrie in, de
ware smeekbede om erbarming.
Vooral in Gloria en Credo is de or
kestpartij machtig impulsief en over
brugt de verscheidenheid van gedach
ten en tegenstellingen. De kernge
dachten van de muziek liggen in de
gezongen delen, tekstmuziek van gro
te waarde. Innige wisselwerking is er
tussen koor en orkest. Zinrijk is de
Sanctus. Monumentaal de fuga waar
mede de Gloria eindigt. Dan de Cre
do met haar Kyrie-slot.
WAT IS ER VOORTREFFELIJK
gestudeerd, de moeilijke intona
ties waren tot in de perfectie afge
werkt. Vonden ,vij de koorbezetting
aanvankelijk voldoende, toch was 't
of de koren meer en meer expansief
werden. Simon Jansen zeer critisch
wat betreft de koorklank, overschat
deze niet en handhaaft de verhouding
tussen de stemgroepen en ten slotte
tussen de stemmen en het orkest Een
fraai staal van muziek paedogogische
arbeid. Het stuwend en toch zeer be
heerst enthousiasme van de dirigent
bezielt de koorzangers en het orkest;
in casu het voortreffelijk spelend
Kunstmaandorkest. Het solistenkwar
tet heeft een moeilijke maar niet zeer
lonende taak. Een taak waartegen
Erna Sporenberg, Aafje Heynis, Ar
jan Blanken en Herman Scheij waren
opgewassen.
Na de rustpoze Cantate 56. „Ich will
den Kreuzstab gerne tragen" van J.
S. Bach, voor bassolo met slotkoraal,
strijkers, hobo en fagot, obligaatcello.
Een wondermooie gedachtenontwik-
ling! Herman Scheij was de bassolist.
In hem waarderen wij het juiste mu
zikale gevoel, de voortreffelijke voor
dracht' eri dictie, welke zeer raak is,
maar steeds door een smaakvol ge
voel voor evenwicht wordt beheerst.
Verder hoorden wij een kunstzinnig
obligaat hobo van Wim Knip, een
obligate violoncello van Dijkje Koster
en Hans Philips aan het clavecimbel.
Bach's Cantate 56, heeft een voorna
me polyfone opgang. Zij is niet zwaar
wichtig niet lang, met momenten van
oplichting en een slotchoral „Komm
o Tod, du Schlafes Bruder", dat Si
mon Jansen door het 1 oor ontroerend
liet zingen. Een waardevol concert!
J. Kortmann.
Wilt U iets weten?
Vraag J. V. te A.: Hoeveel geld
mag ik op de spaarbank hebben
voordat ik er inkomstenbelasting over
moet betalen?
Antwoord: Geld op de spaarbank
is op zichzelf geen inkomsten, alleen
de rente vormt inkomsten. Indien u
loonbelasting betaalt, mag u 300,
aan rente trekken, vordat u in de
inkomstenbelasting valt. Indien u niet
in dienstbetrekking bent, moet u een
gezamenlijk inkomen van pl.m. 2.000
per jaar hebben (gehuwden tarief)
alvorens u inkomstenbelasting be
hoeft te betalen. U dient het wel op
uw aangiftebiljet aan te geven.
Vraag P. K: Als eigenaar van
de door mij bewoonde woning heb
ik een etage verhuurd. Moet ik deze
opgeven voor blokkering?
Antwoord: Neen. Dit is geen zelf
standige woning. (Bevat een gebouw
meer dan één zelfstandige woning,
dan moet elke woning worden aange
meld). Dit is hier echter niet het ge
val.
In de loop van november en december zullen bij de Franse P.T.T. een serie postzegels verschijnen gewijd
-an buitenlandse personen uit de cultuur-geschiedenis. V.l-n.r. boven: Copernic (donker b »in), Mi"' 1-Ange
(groen), Cervantes (donkei ui-per) en Newton (donker blauw). Onder: Rembrandt (bruin), Goethe (blauw),
Mozart (purper-bruin) en L. J. Thenard.