Als vanouds: goede 3 oktober ER WAS EENS Feestdag, die vele ex-Leidenaars naar hun oude liefde terugvoert Taptoe duurde twee en half uur Militaire parade trok veel belangstelling een sprookje voor jong en oud Leiden Vele vorstelijke personen en hofhoudingen reden drie en een half uur door een feestende stad Regen liet op enkele druppeltjes na verstek gaan VRIJDAG 4 OKTOBER 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA II Minder druk dan andere jaren Gisteren hebben wij de indruk gekregen, dat 3 oktober vooral een feest is voor de oud-Leidenaars. Zoveel banden worden op deze dag gelegd. Het hart van de Leidenaars blijft steeds naar dit feest trekken. Op het station werden in de morgenuren weer duizenden aan de Sleutelstad afgeleverd; er waren weer hartroerende begroetingsscenes, en de gesprekken werden in de café's die top-omzetten maakten, voortgezet. De geur was weer die van de penen en uien in de hutspot; de kleur was weer: rood-wit. Het is jammer, dat de zon niet vaker zijn oranje stralen aan deze kleuren heeft toegevoegd; we mogen niet klagen, maar enthou siast zal toch niemand over het weer geweest zijn. Er woei een vrij gure wind en zo nu en dan stroomden uit de dikke wolken een paar handen vol regendruppels omlaag. Het begin van de optocht bijvoorbeeld, om één uur 's middags verloor iets van zijn feestelijkheid onder regendreiging. Maar het bleef bij dreigen, de deelnemers, waarvan er velen in dunne gelegen heidskleedjes gestoken waren, zijn vrijwel droog overgekomen. Leiden was op deze 3 oktober min der druk dan andere jaren, men merkte het aan de belangstelling bij de optocht. Zelfs lieden die door de natuur niet met lengte zijn gezegend, konden meestal op een van de dunne plekken in de belangstelling wel iets van de optocht zien; men merkte de geringe drukte ook bij de windhon- grote stromen naar het Levendaal den-rennen op het Levendaal, bij de waar sinds half negen een spectacu- tober-vereniging uitgezwermd om de diverse activiteiten op verschillende punten in de stad tot een goed einde te brengen. Windhonden. Na de parade trok het publiek in militaire mars en op het feestterrein. Het vermoeden is gerechtvaardigd, dat de A-griep een spaak in de wie len heeft gestoken, misschien waren er velen die hun haring en witte brood op bed naar binnen hebben gewrongen, het is ook mogelijk, dat sommigen zich onder de dreiging van de A-griep niet op straat hebben ge waagd. Reveille. Hoe het ook zij, het is toch weer een goede 3 oktober geworden. Als vanouds werden de feestelijkheden op deze dag ingezet met de reveille, de wekroep tot de burgerij om de slaap uit de ogen te wrijven en zich met hart en ziel in het feestgewoel te werpen. Velen stapten in schoenen, die hen naar de uitdeling van haring en wittebrood moest voeren. Niet alle tien duizend belangstellenden heb ben van het voorrecht tot de rijk bedeelden te mogen horen, gebruik gemaakt. De „morgenstemming" heeft het van de traditie gewonnen, maar toch hebben in de loop van twee uur velen hun rantsoen zee banket en brood in ontvangst geno men. Natuurlijk was onder hen de eerste burger van Leiden, die ten gerieve van de fotografen het visje in zyn keel liet glijden, ook al wordt gefluisterd, dat haring niet tot zijn lievelings gerechten behoort. In ieder geval heeft niemand daarvan iets kunnen merken. Intussen waren de commissieleden van onze goede 3 ok- SCHUTTERSVELD GEEN MODDERPOEL De verspreide buitjes konden het feestvuur op het Schuttersveld met geen mogelijkheid doven. De regen viel als kleine druppeltjes op een reusachtige groeiende plaat. We dan sten en zongen tot diep in de nacht, we keken naar het vuurwerk en lach ten om de „groentjes" die, hand in hand, als een reusachtige slang tus sen de kraampjes en amusements tenten kronkelden. Voor één avond dachten we niet wat onze buren er van zouden zeggen. Leiden was ont zet en Leiden vierde feest Dit jaar waren de kaplaarzen waarmede vele feestgangers hun on derdanen gesierd hadden bijna over bodig. Het terrein was wel niet direct zo vlak als een arfaltweg maar zelfs achteraan nog zeer goed begaanbaar. De modderpoelen uit vorige jaren waren zo goed als verdwenen zodat zelfs de meest verstokte „hosser" geen vuile schoenen behoefde te ha- len. Na sluitingstijd van de café's ein digde het feest op de luidruchtige manier die de nacht na 3 oktober Leiden's straten kenmerkt, maar die gelukkig bewees dat de extra be schuttingen van de winkelruiten dit keer overbodig waren. laire demonstratie in het rennen van windhonden werd gegeven. De Zuid- Hollandse Vereniging van houders van windhonden organiseerde dit evenement. Bij de start was het een drukte van belang. De honden lieten een zenuwachtig gekef horen, zij waren kennelijk door de wedstrijdkoorts be vangen, tot zij op de „haas" een lap, die aan een touw door een lier werd voortgetrokken afvlogen. Nu bleek wel hoe groot de snelheid van deze race-machines is. Snelheden, die de negentig kilometer per uur over treffen. In de wedstrijd van de Greyhounds werd in de B.-klasse nummer een: Nornton, 2. Shaddy v. d. Grey Manor, 3 Butterfly en 4 Amber of Birthday. De prijzen in de Whippets A-klasse waren voor 1 Mosquito, 2 Bellatrix, 3 Memory. Na de windhondenrennen hield Swift een wielerwedstrijd voor as piranten. Er werden enige serie's in de sprint van 300 meter gereden. Nummer 1 werd R. Riethoven, 2 B. Zoet en 3 J. Riethoven. De 15-jarige R. Riethoven sleepte hiermede zijn 16e overwinning in de wacht. Tijdens de wedstrijden was er een klein incident. In de sprint reed Ko len tegen Kasteel op. Beide renners vielen, tot schrik van de omstanders. De „schade" bleek gering te zijn, al duurde het enige tijd vóór de renner Kolen overeind kwam. Hij had geen letsel opgelopen en in een volgende sprint reed hij weer mee. Meer dan twee en een half uur heeft het centrum van de Sleutelstad op de vooravond van haar grootste feest in de ban gelegen van een hart en oorverwarmende klatering, van feestelijke muziek en het roeren der trommen. Reeds ver voor zevenen kwamen van heinde en verre, en niet alleen van binnen de stad, de groepen aanmarcheren, hun komst luide aankoitöigend met tromgeroffel en trompetgeschal, op weg naar het Kaas- marktterrein. En inmiddels vulden de trottoirs langs de route zich met toeschouwers, rijen dik. Hier en daar zag men tussen de zwarte haag mensen een lampionnetje lichten, maar men kon nog lang niet van een verlichte straatgarnering spreken; misschien dat volgend jaar wat dit be treft beter bijgedragen zal worden aan de feestvreugde. Hoewel de tem peratuur niet bepaald hoog genoemd mocht worden, heeft het weer zich buitengewoon goed gehouden. De over het algemeen snel voorbijtrekkende wolken gaven de sterren voldoende kans om van het schouwspel beneden mee te genieten. Om half acht zette de stoet zich in beweging, de taptoe was begonnen. Spraken wij vorig jaar van een gro tere taptoe dan tevoren, woensdag avond was de manifestatie zo mo gelijk nog groter, lichter en verzorg der, met deze restrictie, dat de griep veel roet in het eten reeft gegooid, anders was de toeloop veel groter ge. weest. Een schier eindeloze slang kron kelde zich door straten, brede en smalle, en langs grachten. Ontbraken veelal de fakkels en lampions langs de weg en in de vensters, de taptoe- jeugd was in ruime mate van deze attributen voorzien en de grote groe pen deinende lichtpunten in de verte waren een lust om te zien. Ook nu weer was het massale deelname van jongeren: alle denkbare sport verenigingen uit Leiden en daarbui ten waren vertegenwoordigd, som mige met een eigen trommel- of pijperkorps. Van de speeltuinvereni gingen zagen wij wederom kleurig uitgedoste groepen en ook de pad vinderij en de gidsen zetten hun beste beentjes voor. Even werden wij nog aan de Zondvloed herinnerd toen wij de door vrolijke meisjes gedragen mededeling lazen: De schoonste die ren mochten mee in de ark van Noë, en deze „schone dieren" liepen dan ook parmantig mee in de stoet. Bij zonder aardig ook was een heuse gouden koets, gedragen, niet getrok ken, door „palfreniers". De inzitten den kwamen helaas niet aan de rust toe welke men over het algemeen toch kan genieten in een koets. Het koninklijk voertuig had geen bodem en de arme prins en prinses moesten lopen; wij menen zelfs gezien te heb ben, dat de prins, bij het torsen van de vracht, van binnen een handje hielp Verkenners van de Jan van Hoof- groep voerden een miniatuur Waal brug met zich mee, welke brug bij Nijmegen tijdens de bevrijding van deze stad door het heldhaftig optre den van Jan van Hoof gespaard bleef voor vernietiging. Dat de hutspot Duizenden stonden langs de route Nauwkeurig op tijd, precies om half tien trok de militaire parade langs het stadhuis. De paradecom mandant, majoor Evers, die, geëscor teerd door motorrijders de Konink lijke Marechaussee, rechtop in zijn jeep staande de colonne voorafging bracht fier de eregroet aan Jbr. mr. F. H. van Kinschot, Brigade-generaal van Dijke en Brigade-generaal Schef- fer die voor het stadhuis de parade afnamen. Vlag achter de commandant trok de kapel der Grenediers voorbij en hierna volgde enkele peletons van de kokschool uit de Doelenkazerne, een peloton „Van Heutz" en een peloton der Nationale Reserven. Van de Na tionale Resedve was ook de muziek corps vertegenwoordigd. De mar cherende pelotons konden ondanks hun stoere paradepas geen diepe in druk achterlaten. En der oorzaken hiervan was dat in de polotons van de kokschool een afvaardiging van bijna alle onderdelen der Koninklijke Landmacht ondergebracht was wat de eenheid van tenue niet direct be vordert. De nieuwe rubberschoenen droegen er ook niet toe bij de stram me parades uit vroeger jaren te doen vergeten. De pelotons studenten staken on danks hun „voorwereldlijke" unifor men gunstig hierbij Indrukwek kender echter waren de batterijen luchtdoelartillerie die met keurig op gepoetste 4-T.L.'s en vierlingmitrail leurs voorbijrolden. Zes toestellen van de vliegbasis Valkenburg gaven het geheel een „all-round" militair tintje. De duizenden Leidenaars, die over al langs de route vier-vijf- rijen dik opgesteld stonden, zullen met vol gende 3-oktoherfeest de militaire pa rade niet willen missen. deze dagen weer bij de Leidenaren in trek is bewezen een aantal sportlie den, die ons op een spandoek de ver zekering gaven, dat alle atleten huts pot eten. Volgens ons zijn er maar weinig Sleutelstadbewoners die zo'n opwekkend advies op 3 oktober in de wind slaan en dit eten vergeten. En zo ging de lange, lange optocht van deelnemers voorbij aan de ogen van de vele duizenden. Het Van der Werffpark was herschapen in een feeërieke sprookjestuin, badend in een zee van zacht licht waarmee de gloed van de brandende fakkels fel contrasteerde. Naast dit paradijselijke plekje grond, waar burgemeester Van der Werf boven alles en allen ver heven de hem gebrachte hulde in ontvangst nam, verhief zich de rag fijne, sierlijke toren van de Lode- wijkskerk, als een lichtend monu ment van de beste Hollandse cultuur zich afstekend tegen een diepdonkere hemel. An de voet van het standbeeld van de Leidse held werd namens de 3 October Vereniging een krans ge legd waarna voor bestuur der ver eniging en andere autoriteiten werd gedefileerd. Ditzelfde herhaalde zich bij het monument van Jan van Hout bij het Plantsoen: kranslegging en défilé. De kóp van de stoet had allang dit eind punt bereikt toen de R. K. „Leidse Harmonie Kapel", welke de staart vormde, de Breestraat nog niet was opgemarcheerd. Opstoppingen van enige betekenis hebben zich niet voorgedaan, alles was voortreffelijk geregeld en ook het publiek heeft veel tot deze goede gang van zaken meegewerkt, dat mag ook wel eens gezegd worden. Zo is deze herden king van Leidens ontzet met een klinkende en feestelijke inzet ge-^ opend. De muziekkorpsen, bands en verenigingen trokken, compleet met fakkels en lampionnen, met vliegend vaandel en slaande trom af. De dui zenden toeschouwers verspreidden zich langzaam en bevolkten het cen trum op een manier zoals Leiden maar zelden meemaakt. Velen repten Lakenhal had niet te klagen Ook de Lakenhal heeft giste- middag zijn aandeel in de 3 ok toberfeestviering gehad, al ging het hier minder rumoerig toe dan op de Haarlemmerstraat of op het lunapark. Van tien tot twaalf uur 's morgens was het museum gratis opengesteld voor wie er maar binnen wilde gaan. Dat de Hutspot op de witte con- sol er «liet voor niets stond is wel aangetoond door het grote aantal bezoekers, dat van de ge legenheid heeft gebruik gemaakt, dit vijandelijke voorwerp uit de Lammenschans dat in handen viel van de uitgehongerde Leide naren nog eens aandachtig te beschouwen en zich te wijden aan diepgaande bespiegelingen aangaande de barre dagen om trent Leiden's beleg en ontzet. Waren er vorig jaar altijd nog 1721 personen, standgenoten en vreemdelingen, die van tienen tot twaalven de hutspot, Lucas van Leyden, Jan Steen en ande re grootheden met een bezoek vereerden, dit jaar was de toe loop groter en dwaalden er 1778 minnaars van onze vaderlandse cultuur door het gebouw. Dit was wel een hoogtepunt te noe men op de feestdag. Liep het aantal bezoekers bij andere eve nementen ten gevolge van de hordnekkige griep terug, bij de Lakenhal was sprake van het tegendeel en dit kan niet anders dan toe te juichen zijn 0/J7P9 Met "AKKERTJES" VRIfc» bent li zó betert De twee maal tweelingen van Paridon, twee en drie jaar oud, gingen gistermorgen ook met hun wittebrood naar huis II II Het was een zonnige drukte gistermiddag tegen een uur op de Burggra- venlaan waar de opstelling van de sprookjesoptocht plaats vond, welke een kleurrijk hoogtepunt in Leidens feestviering zou worden. Precies op tijd stak de leider van de stoet, de heer N. A. Commandeur, zijn rijzweep omhoog en zetten de eerste ruiters zich in beweging. De belangstelling van de tienduizenden langs de weg was groot te noemen, maar toch heeft de A-griep ook bij dit 3 oktoberfeest een aardig woordje meegesproken. Enkele minuten over enen begonnen er een paar regendruppeltjes te val len, doch deze vermochten niet de belangstelling te verflauwen. De jon gens en meisjes van het Jeugdorkest „De Burcht" sloegen hun plastic schoudermanteltjes om en het ongemak was al weer de wereld uit. Er zijn deze middag nog wel meer druppeltjes gevallen en af en toe keek men zorgelijk naar de hemel, maar we mogen zeggen, dat de weergoden Leiden gunstig gezind zijn geweest, afgezien van de gure wind. der. Maar eenmaal in de stoet had zij aller belangstelling en op de wa gen ervóór, bij de kabouters, was het reuze gezellig. De boze koningin liep er achter terwijl ondeugende kinde ren haar aan de haren of kleren trok ken en haar met takkenbossen onder de neus kietelden. Honi soit qui mal y pense Kleurrijk patroon. En dan de Optocht. „Er was eens...", inderdaad een sprookjes verhaal op wielen en te paard. Maar het moet ons van het hart, dat aan sommige onderdelen iets meer aandacht be steed had kunnen worden. De af werking van de meeste praalwagens was over het algemeen prima, doch bij een enkele koninklijke koets lag de verf er wat té dik boven op. Voor al de kinderen zullen van de ettelijke taferelen genoten hebben, welke men uit de overbekende sprookjes van de gebroeders Grimm en van Hans An dersen gekozen had. De Sprookjes wagen had zó uit een bloemencorso weggereden kunnen zijn, bedolven als hij was onder een kleurig patroon van frisgetinte bloemen. De goede fee er boven op deed de sfeer alle eer aan en las uit Sprookjes van Moeder de Gans. Sneeuwwitje was eigenlijk een zielig figuurtje. Op de Bruggra- venlaan lag zij moederziel alleen er gens op straat in haar glazen kistje en niemand schonk enige aandacht aan zich naar het Schuttersveld, waar het Lunapark in al zijn aantrekkelijk- j heid lag te wachten. De feeststem- haar omdat men het te druk had met ming is woensdagavond geen ogen- opstellen; een enkeling schudde mee- blik verdwenen. warig het hoofd en liep dan weer ver- De schamele resten zijn voor de ge meentereiniging. Het sprookje van de Nachtegaal viel bij alle toeschouwers ook zeer in de smaak. Hier was grote zorg aan besteed en de gehele groep was met smaak opgezet. De eerste wagen, wat men noemt een Praalwagen van Chi nese pracht, werd bezet door de kei zer van China, die met zijn hofhou ding van de zang van zijn geliefde vogel zat te genieten. De nachtegaal vlood echter henen en de keizer werd ernstig ziek. Dit zagen wij voor gesteld op de volgende wagen een doodzieke keizer, die er gelukkig nog niet zó erg aan toe was, dat hij het volk langs de straten niet kon toe wuiven. Angstaanjagend was de Dood bij zijn bed, maar zijne ma jesteit was hierdoor niet in het minst geïmponeerd. In het gevolg liepen zijn lijfartsen; een dezer lieden had zijn vak nog eens extra laten uitko men door met een plakkaat „lijfjes arts" op de borst te lopen. Assepoester zagen we in al haar ellende neergedoken zitten bij de va- tenwas; haar familie nam het er maar van. In een imitatie-gouden koets volgden haar a.s. schoonouders, die op zoek waren naar een geschik te vrouw voor hun zoon. Hoe het sprookje afliep zag men in de echte Gouden Koets, getrokken door vier gevlekte schimmels met het rode tuig, werkelijk een magnifieke wa gen, in goud en dieprood en vier oranje pluimen boven op de koets. Achter de ramen ontwaarde men het prinselijk paar, dat de menigte vriendelijk toeknikte. Op de portie ren stond in het wapen geschreven, wellicht ten overvloede: Honi soit qui mal y pense, maar dat zullen slechts weinigen gezien hebben. Suikerzoete dakpannen. Hans en Grietje waren in de han den gevallen van de boze toverheks en Hans zat al achter de tralies van een klein hokje. Het was een heerlijk pannekoekenhuisje daar op die praalwagen met suikerzoete dakpan nen. Achter de heks en de arme kinderen liepen de dieren van het bos om Hans en Grietje te verlossen. In een fraaie karos olijfgroen van kleur en opgestoken met herfstbloe men, kwamen vervolgens de ouders van Doornroosje, een koning en een koningin, met de pas geboren Doorn roosje bij zich. Op de wagen welke volgde zag men de weefspoel. Ook deze praalwagen zag er keurig uit. Een echt ouderwetse mailcoach bracht ons in latere jaren, zo begin vorige eeuw. Hierop zaten de twaalf maanden van het jaar met Vader Tijd op de bok. Het merendeel van deze maanden had van de straffe, frisse wind geen last. Wij menen, dat alleen juli en augustus iets luchti ger gekleed waren; een niet geheel gerechtvaardigd optimisme derhalve in deze koude contreien. Oudejaars vierders en -sters liepen vrolijk kou tend voor en achter de twaalf met de post. Slapend door de stad. Van de groep De Prinses op de erwt vonden wij het gevolg te paard buitengewoon goed: kloeke ruiters en edelvrouwen in mooie renaissance kledij, werkelijk rijke costuums. De prinses zelf lag op een droom van een wagen, maar sliep toch niet. Zij en de zieke Chinese keizer zullen wel het minst vermoeid van allen bij do finish zijn aangekomen. Als origineel slot van het sprookjesfeest kwam een kunstig gecomponeerde wagen met een indrukwekkende olifant, die met zijn lange snuit het sprookje uit blies, maar niet de indrukken welke de duizenden en tienduizenden langs de kant gedurende wel twintig mi nuten met kennelijk genoegen onder gingen. Zo'n paard toch Het zou een wonder zijn geweest indien alles zonder storingen verlo pen zou zijn, doch deze bestonden gisteren alleen uit een paar strem mingen; een enkele maal dreigde het gevaar, dat de kop van de optocht zou stoten op de staart en dat zou een rare situatie zijn geweest, maar bij een stoet van zulk een lengte mag men alles verwachten. Iedereen heeft zijn best gedaan om dit evene ment in de 3 oktoberviering tot een welslagen te brengen en in deze opzet is men volkomen geslaagd. Ook de paarden hebben zich goed gehouden al heeft een der dieren zich bij de aanvang' enigszins misdragen door een lid van de 3 October Vereniging, die in een der rijtuigen gezeten was, in diens nek te snuiven, maar het paard maakte later zijn excuus en het incident was weer vergeten. „Er was eens...." is naar onze mening een goede greep geweest na de jaren van historische optochten. De oneffenhe den hier en daar hebben aan het ge heel geen afbreuk kunnen doen. Behalve verschillende landelijke rij- verenigingen, een afvaardiging van de Leidse studenten en andere ver enigingen werd aan de optocht deel genomen door 8 muziekkorpsen n.l. Harmonikapel „Werkmans Wils kracht", de R.K. Leidse Harmonieka pel, het Juniorenkorps van „Kunst en Genoegen", de harmoniekapel „Trouw en Durf', „Nieuw Leven", Eerste Leidsè Jeugdorkest en Drum band „De Burcht", „Concordia" *n de tamboers en pijpers van „Kunst en Genoegen",

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 14