Minister weigert goedkeuring van premieregeling in de mijnen wilde dieren Loonniveau mag niet in beweging komen Ongevallen op bewaakte en onbewaakte overwegen Niemand sloeg acht op de hond DINSDAG 1 OKTOBER 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA 6 De minister van economische zaken heeft in overeenstemming met zijn ambtgenoot van sociale zaken en volksgezondheid een beschikking uitge vaardigd, waarbij hij de goedkeuring van de verordening van de mijnindus- trieraad tot wijziging van de verordening betreffende punten van gemeen schappelijke aard voor ondergrondse en bovengrondse mijnarbeiders en van de verordening betreffende de arbeidsvoorwaarden der adspirant- beambten, werkzaam in het mijnbedrijf, zoals deze op 31 juli 1957 ij vastgesteld, weigert wegens strijd met het algemeen belang. De regering heeft bovengenoemde verordening, mede aan de hand van adviezen, uitgebracht door de stich ting van den arbeid en het college van rijksbemiddelaars en mede op ba sis van de door deskundigen van de MIR en van de beide zojuist genoem de colleges verschafte cijfers, ge- toest aan de wet en het algemeen be lang. Diepgaand -eiaad van de rege ring heeft tot de conclusie geleid, dat tegen bepaalde elementen van deze verordening uit een oogpunt van al gemeen belang overwegende bezwa ren bestaan. De ministers van econo mische zaken en van sociale zaken en volksgezondheid hebben er dan ook toe moeten besluiten aan de on derhavige verordening in haar huidige vorm de vereiste goedkeuring te ont houden. Bij haar beslissing te dezer zake is de regering uitgegaan van de algeme ne overweging, dat in de huidige si tuatie, waarin ons land verkeert, al les dient te worden vermeden, het geen zou kunnen leiden tot het in be weging brengen van het loonniveau. Reeds kort na de beslissing van maart 1956 terzake van de 06 pet loons verhoging heeft het toenmalige kabi net als richtlijn voor het loonbeleid vastgesteld, dat van z.g. autonome loonsverhogingen in afzonderlijke be drijfstakken of delen daarvan slechts sprake zou kunnen zijn in geval van een evidente achterstand. Op grond van de sindsdien opgetreden verslech tering van de financieel-economische situatie moest deze maatstaf in het algemeen belang worden verscherpt in dier voege, dat een looncorrectie in enige bedrijfstak nog slechts in zeer bijzondere gevallen in overweging kan worden genomen. In de jongste troonrede is nog eens uitdrukkelijk gesteld, dat bedrijfsleven en overheid sich ten aanzien van de ontwikkeling van het loonpeil de grootst mogelijke beperking moeten opleggen, zolang de huidige toestand voortduurt. Loonverbetering voor ondergrondse werkers De regering is echter met de mijn- industrieraad wel van oordeel, dat er aanleiding bestaat voor een verbete ring in de beloning van ondergrond se mijnarbeiders. Zij onderschrijft de zienswijze van de MIR, dat de bijzon dere omstandigheden, waaronder de ondergrondse mijnarbeid wordt ver richt, zwaarder wegen en daardoor de aantrekking van werkkrachten ernstiger bemoeilijken, naarmate el ders in het Nederlandse bedrijfsle ven de arbeidsomstandigheden wor den verbeterd. De regering zou het op hoge prijs stellen, indien de MIR mede gelet op de inmiddels verkregen ervaringen ertoe zou kunnen besluiten intus sen de mogelijkheid te onderzoeken van een prestatiebeloning, die bin nen de termijn van ongeveer een jaar in de plaats zou moeten treden van het geheel of althans van een belang rijk gedeelte van de aanwezigheids premie. Waar de regering met de MIR van mening is, dat de invoering van een verbetering in de belo ning van de ondergrondse mijn- arbeid urgent is, is het voor de regering aanvaardbaar, indien de tijdsperiode, welke verloopt tus sen de onderhavige regeringsbe slissing en het eventueel vaststel len van een nieuwe verordening, op zodanige wijze wordt over brugd, dat het reëel effect van die nieuwe verordening niet ge ringer is dan wanneer de onder havige verordening, voor zover betrekking hebbend op onder grondse mijnarbeiders, zou zijn goedgekeurd. DE BOVENGRONDSE MIJN ARBEIDERS. De regering is er niet van kunnen worden overtuigd, dat de beloning van de bovengrondse mijnarbeiders over de gehele linie een zodanige evi dente achterstand vertoont, dat daar mede onder de huidige omstandighe den een algemene inkomensverbete ring, als voorzien in de voorgelegde verordening, kan worden gemoti veerd. Het desondanks toestaan van een algemene loonsverhoging voor de bovengrondse mijnarbeiders zou in de huidige situatie onvermijdelijk ern stige consequenties hebben voor an dere bedrijfstakken en is reeds op deze grond voor de regering onaan vaardbaar. Een en ander betekent inmiddels niet, dat enige inkomensverbetering op korte termijn voor bepaalde groe pen van het bovengrondse personeel niet aanvaardbaar zou zijn. Zulk een verbetering zou dan echter het loon beleid zoals hierboven werd weerge geven, niet mogen doorkruisen en de invoering van het stelsel van werk- classificatie zou daardoor niet mogen worden belemmerd. De regering erkent, dat er een ze kere samenhang bestaat tussen het ondergrondse en bovengrondse be drijf, en mede daardoor tussen de on dergrondse arbeid en de bovengrond se arbeid. Deze technische en bedrijfs economische samenhang gaan zonder enige twijfel gepaard met een zeke re verbondenheid in sociologisch op zicht tussen werknemers in boven grondse en werknemers in onder grondse arbeid. Deze verbondenheid mag echter niet noodzakelijkerwijze leiden tot het aanvaarden van de verordening zoals die aan de regering werd voor gelegd. Op dezelfde gronden als voor de ondergrondse mijnarbeiders acht de regering een verbetering ten behoeve van de ondergrondse mijnbeambten en aspirant-beambten aanvaardbaar. Dit is niet het geval voor wat betreft de bovengrondse technische en ad ministratieve beambten en aspirant beambten, aangezien voor deze groep van personeel de aanwezigheid van een achterstand in salariëring ten op zichte van het beambtenpersoneel in andere bedrijftakken naar de mening van de regering niet is aangetoond. De regering heeft zich uitgespro ken voor een krachtige bevordering van de publiekrechtelijke bedrijfsor ganisatie. In dit verband is zij zich ervan bewust, dat overeenstemming tussen de bedrijfsgenoten een factor vormt, die gewicht in de schaal legt bij de toetsing van verordeningen van bedrijfslichamen aan het algemeen belang. Het belang van de bedrijfs tak zélf is deel van het algemeen be lang en, zo ergens, dan is zulks het geval met betrekking tot onze mijn industrie. Maar er is meer. De regering heeft haar eigen verantwoordelijkheid voor het algemene belang, en het is op grond van die eigen verantwoorde lijkheid, dat de regering gemeend heeft in dit geval geen goedkeuring te kunnen verlenen aan de onderha vige verordening in haar geheel ge- gezien. Met name het in de moeilijke omstandigheden van dit ogenblik te voeren algemeen sociaal-economisch beleid stelt zulke dwingende eisen, dat naar het oordeel der regering het algemeen belang een goedkeuring van de voorgelegde verordening niet verdraagt. De kinderen be gonnen toen m'r|g man Stop! dacht ik en haalde een fles"' Abdijsiroop. Driemaal per dag een lepel en heus. het was meteen afgelopen met dat gehoest. Gelukkig.je weet maar nooit, wat er uit voort kan komen! De 23 genezende bestanddelen lossen het slijm op en verjagen ValKenburg F. F. (van onze verslaggever) „V*esar, Omar, Pasja!", klinkt een jonge vrouwenstem. Twee stokjes tikken tegen elkaar en twee geweldige tij gers en een grote leeuw verheffen zich van hun zitplaatsen. In spanning wachten we af. „Spring I" Met nadruk en kracht wordt het to verwoord gesproken, de beide armen omhoog gestrekt om het te onderstrepen. Katachtig en soepel springen de drie roofdieren tegelijk door drie brandende hoepels. Nauwelijks zijn ze neergekomen of weer klinkt de vrouwen stem: „En place!" En waarschuwend wanneer de grote leeuw weinig animo toont: „Omar En place I" Haar ogen recht op die van de leeuw gericht, de arm uitgestrekt naar de zit plaats, langzaam in zijn richting voortschrij dend, dwingt zij de koning der die ren op zijn plaats te gaan. Daarna klinkt het: „Braaf!" En hem over de manen strelend: „Braaf, Omar 1" WIJ MAKEN HIER een repetitie mee van het grootste roofdiernummer van West- Europa, gepresenteerd door miss Belita, dompteuse van Klant's dressuurschool te Valkenburg in Zuid-Limburg. Uit een zware leren tas, die aan een gor del om haar middel hangt, haalt zij een rauw stuk vlees, prikt het op een der stokjes en biedt het de leeuw aan. Na hem krijgen ook de twee tijgerartiesten Aan de andere zijde van de wagen is een grote kast aangericht, waarin zich een butagascilinder bevindt, waaraan een buis met gaatjes. Opent men de gaskraan en steekt men de vlammetjes aan, dan kan de metalen bak met vlees erop geplaatst worden. Na enige tijd is het voedsel handwarm en geschikt om verstrekt te worden. Maar dat is niet alles. Opzij en onder de wagens bevinden zich opvouwbare loop hekken, zodat men in staat is vele meters loopgang uit te zetten, waardoor de dieren van de ene plaats naar de andere kunnen worden overgebracht. Het is een perfect georganiseerd wereldje op zichzelf, dat op Katachtig soepel, springen de dieren zonder enige vrees door de brandende hoepels. Wie een leven tussen kiest moet er voor geboren zijn haar bepaalde wensen heeft. Zij voelt na melijk dadelijk aan of een bepaald dier haar sympathiek is of niet. Is het laatste het geval, dan weigert ze door dik 'en dun met het dier te werken." (bij klant op de cauberg) Op een onbewaakte overweg in de spoorlijn AssenRolde werd een per sonenauto, bestuurd door de land bouwer J. K. Taarloo door een loco motief met goederenwagon gegrepen en meer dan 60 meter meegesleurd. Hoewel de auto volkomen in elkaar gedrukt werd, kon de bestuurder nog levend uit de wagen worden gehaald. De locomotief werd zodanig bescha digd dat een rangeer-locomotief hem naar Assen terug moest slepen. Het lijntje werd al sinds jaren niet meer gebruikt voor personenvervoer. Er gaan slechts twee vrachttreinen per dag vice versa. Het uitzicht ter plaat se laat niets te wensen over. Eén dode op bewaakte overweg. Dat zich zelfs op bewaakte over wegen ernstige ongevallen kunnen voordoen bewijst het ongeluk dat gisteren te Vught gebeurde. Om om streeks 1 uur werd de 42-jarige me vrouw F. van Turnhout uit Helvoirt op de overweg aan de Helvoirtseweg door de locomotief van een posttrein gegrepen en op slag gedood. Even te voren was de personentrein Den BoschBoxtel gepasseerd, waarna de spoorwegwachter de bomen weer had opengedraaid. Van de andere kant J naderde echter de posttrein. Ondanks i signalen en krachtig remmen van de i wagenbestuurder kon deze niet voor-1 komen, dat mevrouw T. die zich met haar rijwiel op de overweg bevond, j meegesleurd werd. De politie heeft een onderzoek ingesteld. Deze post- trein passeert iedere werkdag op dit- i zelfde tijdstip. hun deel. Steeds pratend tegen de dieren, hen vermanend en prijzend, beweegt het" slanke figuurtje zich door de kooi, waarin vier forse leeuwen en vier geweldige tij gers om en op hun zetels zitten. De jonge, slanke, blonde vrouw beweegt zich met natuurlijke gratie door de kooi en heeft de dieren volkomen in haar machti dat is ons voldoende duidelijk, wanneer zij het presteert om de leeuwen en tijgers, die in de natuur elkaar niet goed verdragen, een liggende rij te laten vormen, waarbij leeuw en tijger om en om, zij aan zij met de flanken tegen el kaar liggen. Keurig correct als in het ge lid' gaan op bevel alle koppen naar de kant waar de dompteuse staat. Eigen wagens DE HEER KLANT, directeur van dit be drijf en zelf oud dompteur en dresseur, leidt ons rond door zijn park, daar boven op de Cauberg. Het is werkelijk een idea le plaats, zo hoog boven de wereld. Hier bevinden zich het dierenpark en de dres suurschool. Daar staan ook twee prachti ge wagens, waarin tien ijsberen, een num mer kant en klaar, dat de volgende week met de dompteur en twee verzorgers op reis gaat naar Frankrijk om daar op te treden. Maar met die twee wagens is men er niet. Er gaat ook nog een luxe, moderne woénwagen mee voor de mensen. In deze wagens, waarvan de opbouw in eigen bedrijf wordt vervaardigd, zijn alle jarenlange ervaringen verwerkt, die men heeft opgedaan. Aan de voorzijde van zo'n dierenwagen bevindt zich een grote koelkast, waarin het vlees voor de wilde dieren wordt bewaard. Is het etenstijd, dan opent de verzorger de kast, klapt een tafeltje uit en kan in een metalen bak het vlees klein snijden. Unieke dressuurschool KLANT'S dressuurschool leidt op voor dompteur. Men werkt er praktisch alleen met leeuwen, tijgers en beren, waarvan men een pracht collectie bezit. Er bestaan er slechts drie in Europa. „Bestaat er veel belangstelling voor Uw opleiding informeerden wij nieuwsgie rig. „Meer dan mij eigenlijk lief is," luidde het antwoord van onze gastheer. „Velen voelen zich geroepen, doch slechts weinigen zijn uitverkoren, hetgeen mag blijken uit het feit, dat ik in de tien jaar die onze school nu ongeveer bestaat, vele tientallen liefhebbers heb gekregen, doch er slechts acht het tenslotte tot dompteur brachten, waarvan er twee zijn, die eigen lijk nog niet geheel klaar zijn. Het is iets heel eigenaardigs, maar voor dompteur moet je geboren zijn, je hebt het of je hebt het niet. Tijdens de opleiding ba- merk je het al gauw. De mensen moeten van dieren houden en er geen angst voor hebben. Langzaam maar zeker moeten zij met de dieren vertrouwd r^ken om dan na lange tijd met ze te kunnen werken. Voor dit vak wordt veel liefde en een onuitputtelijk geduld gevraagd. Mens en dier moeten elkaar aanvoelen. Daar heb ik een prachtig bewijs van. Een dompteu se van ons werkt momenteel met een groep leeuwen in Engeland. Het is een klein vrouwtje, dat een heel behoorlijk nummer presenteert, doch alleen met leeu wen kan werken die zij persoonlijk uit zoekt en die zij kent. Wordt er een dier ziek en moet het naar huis komen voor behandeling en vervangen worden door een ander, dan is er een zeer grote moei lijkheid gerezen, omdat de dompteuse zo Geen angst „DE VERHOUDING tussen mens en dier is in ons beroep van buitengewoon veel belang. De mens moet zich onherroepe lijk de meerdere tonen van het dier, want slechts dan is het mogelijk het dier te dresseren. Nooit angst tonen, maar wel steeds goed zijn voor het dier. Dit moet het volste vertrouwen hebben in zijn meester, maar ook onder alle omstandig heden zijn overwicht erkennen. Men moet hiervoor een persoonlijkheid zijn en dat is het wat bij velen ontbreekt. Ik heb ze hier gehad, vol goede voorne mens en met de beste wil, maar die ten slotte het vak niet konden leren. Het slot was, dat zij gedesillusioneerd weg gingen. Het is tragisch, maar er is niets gevaar- lijkers voor de persoon in kwestie, wan neer hij voor de dieren komt te staan, wanneer hij of zij er niet voor geschikt is. Het nummer kan nooit op peil staan en de risico's zijn onverantwoord." „Wat hebben de mensen die momenteel bij U werken voordien gedaan „Van al les," is het antwoord. „Een van mijn dompteurs, die met alle soorten dieren werkt en momenteel in Engeland zit, was voor hij bij mij kwam, boekhouder. Een ander is een friese boerenarbeider ge weest. Voorts een zoon van een chirurg, een ander was in zijn jeugd afrijder in een circus. Dan een gevlucht meisje uit oost-Duitsland en last not least miss Be lita, de bekende roofdierendompteuse, die reeds als klein kind tussen de leeuwen en tijgers verkeerde, aangezien haar vader een dierentuin had." Schone schijn en schifting HET CIRCUSLEVEN heeft een aparte charme en men moet er in kunnen leven. Het is hard werken en zich veel ontzeg gen. Het is avontuurlijk, maar de schijn is mooier dan de werkelijkheid. Die schijn heeft velen gelokt, maar er ontstaat een natuurlijke schifting. Ten eerste vallen zij af, die niet geschikt zijn om met de dieren om te gaan en ten slotte zeeft de praktijk ook nog en ver dwijnen zij die niet in het milieu pas sen, dat bleek wel uit de woorden van de heer Klant. Dwalend langs de dierenverblijven ver maakten wij ons bij de stoeiende beertjes, die zulke goede vriendjes zijn en in de kooi zo prachtig kunnen walsen, kopje duikelen, ballen vangen en wat al niet meer. Dol zijn ze op snoepjes, die hun na een volbrachte prestatie worden verstrekt en eerlijk gezegd namen we met wee moed afscheid van de Cauberg, waar mens en dier zo dicht naast elkaar leven. (Nadruk verboden) Oltitió CLlexandex man ffietgië mextaai het ziehenhuh Op 10 september IJ. heelt Prins Alexander van België een iware operatie ondergaan In het Children's Medical Center te Boston, Verenigde Staten, en is thans zover hersteld, dat tlïj het zieken! s mot t verlaten. ZQn vader, Koning Leopold van België en Prinses Lili ane waren aanwezig om de 15-jarige piifiS al te halen. Brutale inbraak in Zeist In de villa van de familie Korstanje aan de Fransen van de Puttenlaan te Zeist, werd zondagavond op brutale wijze ingebroken, de dieven haalden voor een bedrag van 50.000 gulden effecten uit een bureaulade. Verder verdwenen er, twee bontmantels elk ter waarde van 7500 gulden. De effec ten zullen voor de inbrekeT(s) van geen enkele waarde zijn daar de di- videntsbewijzen zich elders bevon den en de Vereniging voor Effecten handel op de hoogte is welke nummers er gestolen zijn. De familie Korstanje zou die avond met het vliegtuig uit Nice van vacan- tie terugkeren en de zoon (die onder dienst is op Soesterberg) zou zijn ouders en zusje van Schiphol gaan afhalen. Om half acht heeft deze zoon de hond van de familie van een kennel gehaald en naar huis gebracht. Bu ren hebben deze hond in de loop van de avond luid heren blaffen, maar zij schonken er geen aandacht aan, om dat zij dachten dat de hond blij was weer thuis te zijn. De onbekende be- zoeker(s) hebben er de tijd voor ge nomen het huis grondig te doorzoe ken, vermoedelijk omdat ze uit een telegram dat op tafel lag konden op maken, dat de familie pas omstreeks elf uur thuis zou zijn. Het huis was herschapen in een grote chaos. Alle laden en kasten waren opengebro ken en de inhoud door elkaar ge gooid De dief (ven) zijn op een vrij een voudige manier het huis binnen ge drongen. Zij hebben de zeer sterke ruit van de tuindeur met een hard voorwerp met grote kracht ingesla gen. De stukken glas lagen tot in de voorkamer. De kast in de logeerka mer, waaruit de bontmantels ont vreemd werden was al heel gemakke lijk open te krijgen; de sleutel zat n.l. in het slot. De nieuwe voetgangersregeling KNIPPERBOLVOOR LICHTING VAN „VEILIG VERKEER" WêêJêêÊêêêêêBê Waar verkeerslichten zijn, wordt de beschermde voetgangersoversteekplaats aangeduid door de zebra en aan weerszijden een oranje bol, die op andere plaatsen wèl, maar hier geen knipperlicht uitstraalt. De bestuurder van de auto op de voorgrond mag bU groen licht afbuigen. In dit geval doet hij het naar rechts, waar de voetgangers mogen oversteken, om dat het rijverkeer daar stopt voor het rode licht. Het is bij zo'n afbuigende manoeuvre onvermijde lijk, dat de voetgangers gehinderd worden. Ze mo gen door het rijverkeer echter niet in gevaar wor den gebracht. Bij dat hinderen moet het rijverkeer de uiterste voorzichtigheid in acht nemen. Het is een samenspel. De voetganger moet rekening hou den met afbuigend verkeer en dit moet zich ook, zoveel mogelijk, richten op hém. (Wordt vervolgd) LET OP VOETGANGERS! VOETGANGERS, LET OP!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 6