EIGEN REIS-WIJSHEDEN P Wij zijn naar de Cöte d'Azur geweest V zomerzon met een van tips Aan de boorden van d el }ijn duet zee en tand, naai 't paiadgó behoeft men geen dorst te lijden DE LETDSE COURANT PAGINA 7 Zomaar opeens hadden we het te pakken! We werden wispelturig en hadden geen rust meer, ons werk kreeg niet de aandacht dat het verdiende en 's nachts konden we de slaap slecht vatten. En dat kwam allemaal door vier magische woorden op een affiche: „Vlieg er eens uit". Enfin, we hebben de krant er eens op nageslagen en alle lokkende aan biedingen, zoals „Vliegen is Goedkoper dan U denkt" tot aan „Welcome in Britain" doorgeworsteld. Ha, we zagen ons al zitten, bibberend op het topje van de Mont-Blanc mot een teleurstellende blik omdat we echt niet hóger meer konden. We droomden van een schip, dat zich slingerend en stampend een weg baande door woest rollende golven. Want óók dit zou voor ons al vacantie bete kenen. De keuze viel tenslotte op de Franse Rivièra. We hadden echter de tijd en daarom hebben we nu eens de meest gebrui kelijke manier om daar te komen laten schieten. In Rotterdam zijn we aan boord van een schip gestapt en waarom ook niet? Een prachtige manier om ergens te komen voor weinig geld „als je tenminste gedurende de vaart je handen een beetje laat wapperen", zoals de bootsman zei. De zeereis. We voeren de Waterweg af, namen de Noordzee „even", bewonderden de „White Cliffs of Dover", stoomden het Kanaal door, „pikten" te Golf van Biscaye en voor we het wisten keken we met verbazing naar het zo veel gefotografeerde vestings-schiereiland Gibraltar. De Middellandse Zee Was spiegelglad toen we er, samen met een school dolfijnen, ons entrée maakten. Hele „kudden" van deze prachtige, gestroomlijnde zoogdier- vissen zwommen met het schip mee. We stonden verbaasd over de snel heid die ze wisten te bereiken en ze REIZEN EN TREKKEN HET AANTAL BUITENLANDSE BEZOEKERS PER JAAR IN DE DIV. LANDEN Italië ca.11 miljoen1 WDuitslandcaflmiljoCT iffy //t| Ver. Stalen ca ^miljoen Frankrijk ca.Amiljoen Beloië ca. 3 miljoen Oosten rijk ca 3 mi Ijoe Nederland ca.hniljoen sprongen en dartelden soms méters- hoog boven het boegwater uit. Langs de Spaanse kust, die vanuit zee op een maanlandschap lijkt, bereikten we na een week de Balearen, de baai van Villefrance, een plaatsje 3 km. ten oosten van Nice. Hier gingen we voor anker. .naar de Azuren kust. Daar stonden wij. Zó maar aan de Rivièra waar de „Crème de la Crème" van de wereld samenkomt om naast andere genoegens óók nog een beetje te genieten van het milde klimaat en het natuurschoon. We zijn direct de wal opgestapt en na een kleine wandeling door het schilderachtige Villefrance waren we al meteen opgetogen. We liepen door smalle straatjes langs die echte ge zellige Franse winkeltjes waar ieder een je als vreemdeling onmiddellijk de hand schudt en waar de dames nietige gebeurtenissen weten op te blazen tot geweldig nieuws. We be zichtigden 't kleine kerkje dat er wat verweerd en stoffig uitzag van bin nen. We gingen langs het jachtha- vehtjé en moegelopen streken we neer op een caféterrasje waar „flar den" Edith Piaff zo nu en dan tot ons doordrongen. Na-een glaasje Cinzano en een be scheiden begin met landwijn, waren wij het er al spoedig over eens dat de Francaises wat natuurschoon be treft, prachtig aan de omgeving zijn Hermede willen we niet beweren dat wij geen „nuchtere Hollanders" meer zouden zijn, maar voor ons was, waar in een bekende operette wordt gezongen: „Ik heb mijn hart in Hei delberg verloren", één ding zeker: om het te verliezen kun je ook in Zuid-Frankrijk terecht. Natüürlijk zijn we naar Nice ge gaan en natüürlijk hebben we gewan deld op de Avenue de la Victoire, een 'schitterende winkelstraat waar je de meest uiteenlopende dingen kimt kopen. Ach, er valt in Nice ont zettend veel schoons te genieten. Al leen al een wandeling langs de kilo meterslange boulevard met zijn vele palmbomen is een belevenis op zich. Aan de zeekant is deze enorme pro menade bezaaid met duizenden ge makkelijke stoelen waar iedereen zich in neer kan zetten om te genieten j van de prachtige blauwe kleur van het water en de altijd stralende zon. Dit laatste vormt een geliefkoosde be zigheid van de Fransman, die, als de zon wat te fel brandt, met een krant zijn hoofd bedekt. Een foto van deze promenade gedurende het middaguur genomen vanuit de lucht zal de in druk wekken van één enorme kran tenkiosk. Nice, afgeleid van het Griekse woord Nicaea, betekent letterlijk: Stad der overwinning. Overwinning van de mens op het woeste bergland schap dat er ongetwijfeld op die plaats eens geweest moet zijn toen toen in de 5e eeuw voor Christus Griekse kolonisten er hun eerste ne derzetting bouwden. Een nederzetting die zich in de loop van 25 eeuwen uit gebreid heeft tot wat het nu is: Een stad met fraaie hotels, lanen, boule vards, promenade's, pleinen, parken en schitterende villa's en maar liefst 215.000 inwoners. Waar jaarlijks op de Place Massé- na het hoogtepunt van het beroemde Carnaval plaats vindt, een stad waar Och, waarde lezer, het zou te ver voeren en „vliegen is goedkoper dan U denkt". De stad zou beslist niet compleet zijn als het niet een .eigen vliegveld had, „La Californie" gehe ten. Gaat U zichzelf maar overtuigen, stap in zo'n zilveren KLM-vogel en men zal U op „La Californie" een warm welkom toeroepen. Nederlanders aan de Rivièra. Sinds jaar en dag wordt Europa doorkruist door vele touringscars. Bij de haven van Nice (Port de Limpia, gebouwd in 1751) kwamen we zo'n bus tegen, vol met puffende Nederlanders. Er was nog een plaatsje vrij voor ons en we hebben gezellig meegereden. De stemming binnen de begrenzing van dit rijden de „paleis" was echt „Hollands", com pleet met krakende zakjes en daar tussendoor de vele „Oooohhh's" en „Aaaahhh's bij het wisselende pano rama dat de Middellandse Zee biedt vanaf de bergwegen. Voort ging het, langs vele exoti sche bloementuinen en door schilder, achtige stadjes, in oostelijke richting, terwijl we af en toe ver beneden ons een trein zagen rijden over de spoor lijn welke langs de zee loopt en zich door vele tunnels een weg baant naar de Italiaanse rivièra. We reden door Juan les Pins over de uitlopers van de Franse Zegalpen naar het oude Antibes met zijn vele Romeinse Oud heden. Voor de parochiekerk van de ze plaats werd even gestopt. De reis leider kuchte eens, keek stiekum in zijn Baedeker en stak van wal: „Da mes en heren, U staat hier op de plaats waar zich vroeger de tempel van Diana bevond. U kunt even ver derop de stenen met inscriptie uit die tijd, nog bewonderen!" Tien minuten later ging het weer verder. De microfoon ven de bus werd ter hand genomen. „U rijdt hier op het ogenblik over een weg, die tweeduizend jaren ge leden door de Romeinen werd aange legd". Iedereen kwam overeind en staarde naar het wegdek. „De Romeinen waren toch behoor lijk pienter", merkte een jongeman op, „die lui wisten tenminste wat as falteren was, er zit geen gaatje in de weg!!" t De stemming ontlaadde zich in een klaterende lachbui. En dan worden plots alle Hollan ders in Monaco door de bos losgela ten. Het vorstendommetje waar men heerlijk onbezorgd-belastingvrij ademhaalt Waar de Monegasken op hun 150 ha. grond vrij van dienst plicht rondwandelen en waar hün Prins Rainier en hün Prinses Gracia wonen in dat mooie rose paleis op die uitstekende rotspunt van het 800 me ter vooruitspringende schiereiland de „Tête de Chien" (hondekop). Wilt U wel geloven, beste lezer, dat wij heden ten dage nog steeds jaloers zijn op de Monegasken. Aangezien we niet kapitaalkrachtig genoeg waren hebben we het Casino de Monte Carlo maar gemeden. Via Menton zijn we ook nog even naar La Turbie gere den, waar wij boven op een monu ment, gebouwd op last van Julius Caesar een onvergetelijk uitzicht had den op Monaco, dat daar 450 meter lager ligt. Het zou te ver voeren om over de Cöte d'Azur nog meer te schrijven. We zijn weer heelhuids in Nederland teruggekeerd met ons zondagse cos- tuuni dat nu nog riekt naar het snuf je van dat beroemde parfum waar mee we in een parfumerieënfabriek werden besprenkeld. Telkens als we deze voortreffelijke geur opsnuiven denken we aan dat paradijs' dat ,de Franse Rivièra" heet. TON KOCH. In zuideliike richting, achter de warm-trillende blauwe nevels tegen de bergmuren klinkt de verlokkende zang vanaf de Lorelei. VANUIT HET ZUIDEN komt hij aanstromen; Op de hoogvlakte ginds nog een smial, zilveren lint zon der grootse allure, maar meer naar het noorden zich waardig uitzettend tot een imposante breedte en een formaat waarvan wij, West europeanen, reeds zeggen dat het geweldig is. En inderdaad, al is va der Rijn niet te vergelij ken met reuzen als de Wol- ga, Mississippi, Amazone en nog enkele van die stroompjes, hij mag er zijn en aan schoonheid heeft hij zo veel te bieden, dat de Rijn in dat opzicht voor Igeen andere waterweg on derdoet. Een veelbezongen rivier, het meest in het Duits, en fel omstreden, het meest door Duitsers en Fransen, die allen voor zich de eer ste rechten opdisten; de Duitsers altijd als hun pri vé eigendom: der Deutsche Rhein, de Fransen waren al tevreden als de Rijn de natuurlijke grens van hun kwetsbare land vormde. Zij hebben zelfs eens .het zeer snode plan gekoesterd, po-- gingen in het werk te stel len om het Rrijnland, dat door zijn overwegend ka tholieke bevolking en be paalde belangen zo van het overige Duitsland verschilt, van het Rijk af te schei den. Dit was na de eerste wereldoorlog en de eigen- geaarde bevolking was in dertijd niet geheel afkerig van dit denkbeeld, maar het Duitse bloed kruipt waar het niet gaan kan en de Rijnlander bleef Duits als de Rijn, gelijk de Saar- lander altijd nog teveel aan het Germanendom ver knocht was om dit te kun nen verloochenen. Overi gens zullen de Rijnlander zowel als de bewoner van het Saargebied hoegénaamd niet treuren over hun huidige situatie, nu de economische toestand van de flessen wijn van aller lei aard „zum mitnehmen" langs de weg staan, mits men een redelijke prijs be taalt, helemaal Duits is, maar dan op een prettig aandoende wijze, zoals wij dat feitelijk niet gewend waren en dan ook niet ver wacht hadden. De mensen zijn er vrien delijk en gastvrij, alsof de zon het hele jaar door him deel is; ze lijken een tik keltje zorgeloos te leven, LAND VAN RIJN, wijn en levensvreugde de bondsrepubliek met zul ke forse schreden vooruit gaat en waarvan zij thans mede-profiteren kunnen. NEE, met opzijzetting van eventuele onvrien delijke bijgedachten, heb ben wij toch wel moeten constateren, en u zult dit ook zeker beamen, in dien u besloten hebt dit jaar uw vakantie in deze doorgaans zonnige con treien door te brengen dat dit wondermooie land met zijn groene wijnber gen, zijn paradijselijke da len en pittoreske stadjes, een land waar men geen dorst behoeft te lijden en wat ze met alle zuiderlin gen gemeen hebben, maar men neemt het leven van de zonnige kant op, zo veel als dat mogelijk is en de vreugde viert er hoogtij. De Rijnlander werkt hard èn doet daarin niets onder voor zijn mede-Duitsers. De zorgeloosheid is slechts schijn en slaat licht over naar bezorgdheid, maar elke gelegenheid om de bloemetjes eens flink bui ten te zetten en een of ander feest te organiseren wordt gretig aangegrepen. Dan worden de schutters bij elkaar getrommeld, want schieten hoort erbij, en de muziekinstrumenten worden eens extra opge poetst, de uniformen op geperst en bovenal de gla zen gevuld; alle energie slaat los, de kelen zijn reeds spoedig droog en dat is maar lastig; de dag is nog lang genoeg en de zon- gerijpte vruchten van de landstreek wordt alle eer aangedaan, terwijl de na tionale drank bij uitne mendheid, het bier, ook niet stiefmoederlijk beje gend wordt. \7O0RAL tegen de tijd, dat de druivenoogst binnengehaald wordt, kan men overal de aankondi gingen lezen van de „Win- zerfeste". Triomfpoorten worden opgericht en de hotelkamers zijn reeds we ken van tevoren bespro ken. En eind september is het zover, dan gaat het de hele dag en de lange avond door. De zoele nazomerse, donkerblauwe avondlucht trilt in de explosies van het vuurwerk, de heuvels en dalen lichten fel op in het schijnsel van de bomen en gouden regens. De zacht- geïllumineerde terrasjes langs de waterkant zijn overvol doch gezellig, of men zit op een stoel ge woon voor de deur van dit alles te genieten. De bron- nen zijn opengebroken en de romantiek heeft hfèr gestalte gekregen; de Rijn gaat eeuwig voort, donker en vredig Dit is Rijnland op zijn best.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 7