Vanmorgen werd de St. Lodewjjkskerk
door mgr. Jansen geconsecreerd
Zinvolle plechtigheden in
historierijke kerk
Einduitvoering Mij. v. Toonkunst
Hoge onderscheiding voor
burgemeester van Leiden
t
DINSDAG 18 JUNI 1957
DE LEIDSE COURANT
De Indrukwekkende plechtigheden rond de consecratie van de St. Lode-
wijkskerk te Leiden zijn feitelijk gisteravond al begonnen, nadat mgr Jan
sen door de parochianen van de St. Lodewijk was ingehaald.
De relieken van de martelaren worden in een verzegeld kistje bewaard,
waarbij een oorkonde is gevoegd, die vermeldt, dat allen die de kerk be
zoeken op de gedenkdag van de wijding een aflaat van 50 dagen wordt
verleend.
Bij deze relieken zongen enige priesters gisteravond de metten en lauden.
telijke handleiding, die aan de in
gang van de kerk werd overhan
digd, werden verdeeld in verschil
lende hoofdstukken. Na het zalven
van de hoofddeur der kerk: „deur,
wees een ingang van heil en vrede",
was het de gelovigen toegestaan de
kerk binnen te treden. De draagbaar
met relieken werd op het altaar ge
plaatst en omgeven door kaarsen.
Mgr Jansen zegende het altaargraf,
waarin de relieken werden onderge
bracht, met het heilig Chrisma. Het
graf werd gesloten en de sluitsteen
aan de bovenzijde gezalfd met het
Chrisma. Hierna volgde de symbo
lenrijke zegening en wijding van het
gehele altaar. De bisschop zalfde de
altaarsteen met het H. Olie Op vijf
plaatsen in de vorm van een kruis.
Onder het zingen van de psalm
herhaalde de bisschop deze zalving
enige malen;
geheiligd en gewijd worde
deze steen. In de naam van de Va
der en de Zoon en de Heilige
Geest.
Gemeentebestuur
onder de genodigden
Het eerste gedeelte van de plech
tigheden hedenmorgen mocht niet
door de gelovigen worden bijge
woond. Zij betroffen plechtgheden
buiten het kerkgebouw en de plech
tige intrede in het kerkgebouw door
bisschop en geestelijkheid. De geno
digden maakten eerst met deze plech
tigheden kennis omstreeks negen uur
op het moment, dat zij verzameld op
het binnenplein, de processie aan
schouwden naar de plaats waar de
relieken worden bewaard.
Van het altaar dat zo juist door de
bisschop voor de eerste maal gewijd
was, trok de stoet van priesters over
de binnenplaats naar de pastorie.
Wijdingen.
De genodigden werden hierna de
kerk binnen geleid, waar zij getuigen
konden zijn van een zinvolle schone
plechtigheid.
Mgr Jansen werd bij deze plech
tigheden binnen de kerk door rector
H. Sondaal en rector L. P. M. Vester
geassisteerd, terwijl zijn secretaris
E. E. F. Gul jé, ceremoniarius was.
Ook deken P. A. Juffermans, deken
van Zoeterwoude assisteerde.
De psalmen en andere Gregoriaan.
se gezangen werden op voortreffe
lijke wijze gezongen door een Schola
onder leiding van kapelaan P. H. L.
van Ingen.
De ceremonieën, die door de ge
nodigden in de kerk zeer goed te
volgen waren, dank zij een cverzich-
Kerkmuren.
Indrukwekkend was ook het mo
ment, waarop de bisschop vergezeld
van zijn assistenten de kerk rond
ging om de kerkmuren te zalven. Op
de binnenmuren van de kerk zijn
twaalf kruisjes aangebracht in een
ingemetselde steen, welke door de
consecrator gezalfd werden. Kanun
nik W. P. M. Haring, de pastoor van
Tijdens de altaarwijding.
Relieken van de martelaren worden
opgehaald.
deze nieuw-gewijde kerk, die op het
priesterkoor mede een aandeel had
in de goede gang van de plechtighe
den, hing over de kandelaar, bij elke
steen, waarin de kaars ontstoken
was, een krans van laurierbladen.
Vervolgens vond op het altaar het
wierookoffer plaats; de bisschop ze
gende de wierookkorrels die vervol
gens op het altaar verbrand werden.
Tenslotte geschiedde de laatste zal
ving van het altaar en de wijding
van de benodigdheden voor de al
taardienst.
Pontificale H. Mis
Terwijl deze plechtigheden nog
voortgang vonden, traden tegen half
elf genodigden van het gemeente
bestuur de kerk binnen: de burge
meester van Leiden, jhr. mr. F. H.
van Kinschot, die deze middag nog
een Pauselijke onderscheiding zou
ontvangen, zijn echtgenote, alle wei
houders en de gemeente-secretaris
mr. J. Bool.
Op het priesterkoor hadden intus
sen plaatsgenomen: de vicaris-gene
raal mgr. A. C. Sohaaper, mgr. Th.
M. Beukers en mgr. Th. 3VL P. Bek
kers. Voorts waren er raadsleden,
vertegenwoordigers van katholieke
besturen en parochianen.
Het prachtig altaar met de mag
nifieke zuilen, welk de troonhemel
dragen, werd ter inleiding van de
ponticale hoogmis geheel gereedge
maakt. Nieuwe lopers sierden de al-
taartreden, de zilveren kandelaars
werden op hun plaats gezet, bloemen,
rood en geel, fleurden achter en op
zij van het tabernakel, de lichten
werden ontstoken.
Zinvol waren in deze mooie her
boren kerk de woorden uit het epis
tel „Alles maak Ik nieuw".
Tegen kwart voor elf betrad mgr.
Jansen, voorafgegaan door de assis
terende geestelijken en de acolythen,
opnieuw de kerk. Hij ging door de
rijen banken in de kerk en ving aan
met de gebeden aan de voet van het
altaar.
Zoals dit met een pontificale mis
gebruikelijk is, waren er vier diakens.
Troondiakens waren pastoor G.
M. J. Lohuis o.f.m., pastoor J. A. van
Kleef, diaken waren pastoor W. E.
Blok en pastoor Auxentius Van
Schalen o.f.m. Ceremoniarius was de
weleerwaarde heer E. E. F. Gul jé,
secretaris van de bisschop Presbijter-
assistens was deken P. A. Juffermans
van Zoeterwoude.
Preek mgr. Jansen
Na het evangelie dat tot Onder
werp had het bezoek van Christus
aan het huis van Zacheus (Lucas 19,
110) sprak mgr. Jansen de gelo
vigen toe.
Mgr. Jansen herinnerde aan de op
dracht tot restauratie en vergroting
van deze kerk, die hij op 5 april '53
ontvangen had. Hij had toen niet
kunnen denken, dat hij dit werk zelf
niet als pastoor zou mogen voltooien
en minder nog dat hij toch zelf de
kroon op het werk van voorbereiding
mocht zetten vandaag bij deze kerk
wijding.
Hij sprak van de vreugde die hij
voelt bij elke inwijding van een kerk
in het bisdom, maar nu was er reden
voor een bijzondere blijdschap, omdat
in deze kerk een groot gedeelte van
zijn hart berust.
Ondanks het feit dat zijn „handen
haast verkeerd stonden" na 22 jaar
professor geweest te zijn, had het
hem toch weinig moeite gekost in
deze kerk, in deze stad, onder deze
parochianen gelukkig te zijn en er
van te gaan houden.
Het was zeker niet moeilijk van
deze kerk, die in- en uitwendig
architectonisch schoon is te gaan
houden, al was hij destijds wel ge-
schokken bij de ontdekking, dat de
tand des tijds danig aan dit gebouw
geknaagd had.
Mgr. Jansen richtte zich vervol
gens tot de parochianen, zeggende,
dat de parochie in minder dan geen
tijd een eenheid was geworden.
i „Alles wat hier word geprobeerd,
gelukte, dank zij de medewerking
van de parochianen".
Nu eerst had spr. het gevoel de taak,
die hij vier jaar geleden op zich had
genomen voltooid te hebben. De pa
rochie heeft nu haar eigen kerk, een
juweel, niet alleen als stuk architec
tuur, maar ook als bedehuis.
Dit gebouw kreeg weer de bestem
ming, die het oorspronkelijk was ge
geven.
De predikant sprak vervolgens
over de betekenis van het kerkge
bouw als woontent van God. Christus'
offer moest voortduren in het offer
van de H. Mis. Het is hetzelfde of
fer op mystieke maar zeer rele
wijze op het altaar gebracht.
Het is een teken vai Gods liefde,
dat hij onder de mensen wil wonen.
De mensen bieden Hem een huis aan,
om Hem te kunnen bezoeken.
Hij wekte de parochianen op hun
liefde voor deze kerk te blijven to
nen. Er is nog een schuld, die gedelgd
moet worden, maar als gij op dezelf
de weg voortgaat zult ge zeker in
staat zijn de schuld af te lossen. Spr.
eindigde met een heilwens.
Aan het slot van de pontificale H.
Mis gaf mgr. Jansen de apostolische
zegen, die hij na toestemming van
de Paus, bij zijn bezoek aan Rome
mag geven.
Onder het zingen van de laudes, 't
„Muitos mnos" door de gelovigen,
verliet de bisschop de kerk.
DE FOYER van de Stadsgehoorzaal
was niettegenstaande de
gloeiend hete avond ruimschoots
bezet. Helaas moesten de balcon-
deuren wegens het straatrumoer ge
sloten worden. Niemand was door de
(voor ons land) abnormale hitte ge
handicapt, noch de toehoorders noch
(waar het op aankomt) de executan
ten. De aanblik was zomers, dames in
luchtige japonnen en de heren hadden
hun overjasjes uitgetrokken; zelfs de
heren van het Toonkunstorkest even
als de dirigent Henk Geirnaert prijk
ten in hagelwitte overhemden.
Van Carl Philipp Emmanuel Bach,
de belangrijkste componist van de
galante stijl, werd de 3e van zijn zes
symphonieën voor strijkorkest ge
speeld. De drie delen vloeien in
elkaar, zijn mooi en zangerig van ge
dachte met fraaie uitwerking van de
gegevens en opvallende tegenstellin
gen. Dirigent Geirnaert leidde zijn
strijkersensemble met vaste hand, en
absoluut zeker werden zijn intenties
ingewilligd.
Vervolgens kregen wij enkele zang
leerlingen van mevrouw Annie Woud
te horen. Laat ons zeggen, dat de ver
tolking van de twee liederen van
Schumann zeer sympathiek aandeed.
De zuivere sopraanstem van mevrouw
Blok-Back is zeer geschikt voor lied-
vertolking. Schubert's „Auf dem
Wasser zu singen" slaagde wat minder.
NA DE PLECHTIGHEDEN:
Commandeur in de
orde St. Gregorius
Na de plechtige consecratie heden
morgen van de gerestaureerde St
Lodewijkskerk te Leiden heeft mgr.
M. A. Jansen, bisschop van Rotter
dam aan de burgemeester van Leiden,
jhr. mr. F. H. van Kinschot, mede
deling gedaan van diens benoeming
tot commandeur in de orde van St.
Gregorius de Grote.
De burgemeester van Leiden ont
ving deze onderscheiding in verband
met zijn aandeel in de restauratie
van de historische St. Lodewijkskerk
te Leiden.
Deze onderscheiding wordt slechts
zelden uitgereikt.
Na koffie met sandwiches in de
pastorie verzamelden de genodigden
zich in de zaal waar om kwart voor
een mgr Jansen arriveerde en de bur
gemeester van Leiden toesprak. Hij
wilde een laatste woord van dank
richten aan allen, die op een of
anderé wijze iets voor de hernieu
wing van de St Lodewijkskerk heb
ben gedaan.
Dankbaar herdacht hij nog eens het
werk van de parochianen. In het bij
zonder wilde hij zich echter op dit
moment richten tot het gemeentebe
stuur, dat ook zijn stenen heeft bij
gedragen aan deze restauratie en uit
breiding. In het bijzonder richtte hij
zich tot de burgemeester, voorzitter
van de raad en voorzitter van het
college van b. en w. Mgr. Jansen
sprak over de zeer goede herinnerin
gen, die hij heeft aan de eerste ont
moeting met de burgervader van
Leiden. Spoedig had men elkaar ge
vonden niet alleen zakelijk maar ook
persoonlijk. Zijn medewerking, de
medewerking van alle gemeentelijke
instanties en niet in het minst ook
van de wethouders heeft het werk
aan de kerk aanzienlijk verlicht.
Spr. prees zich dan ook gelukkig in
de persoon van de burgemeester een
bewijs van dankbaarheid te kunnen
geven aan allen, die dank zij daad
werkelijke medewerking de restaura
tie en uitbreiding van de St. Lode
wijkskerk mogelijk hebben gemaakt.
Hij deed mededeling van het feit,
dat de Paus aan de burgemeester de
onderscheiding verleende van Com
mandeur in de Orde van St. Gre
gorius. Een luid applaus begroette
deze mededeling.
De heer De Hosson hing vervolgens
de burgemeester het kruis, dat bij
deze onderscheiding behoort, om.
De burgemeester zei in zijn dank
woord, dat vlaggen deze feestelijke
dag voor geheel Leiden begroetten.
Het is vandaag „Waterloodag", de dag
waarop volgens de traditie de vlag
van het stadhuis wordt uitgestoken,
maar ook de St. Lodewijkskerk eist
een deel van dit feestelijk vertoon op.
Een stuk oud-Leiden immers is
weer tot volle glorie gekomen. De
stad is dankbaar voor deze verrijking
met een gebouw, dat eeuwen kan
blijven bestaan.
Dankbaar toonde de burgemeester
zich voor de hoge onderscheiding, die
was verleend. Tenslotte citeerde hij
uit het evangelie, dat tijdens de pon
tificale Mis was voorgelezen: „Er was
zegen gekomen over dit huis
Moge over deze kerk de zegen ook in
lengte van jaren blijven rusten.
Vele genodigden, kerkelijke en bur
gerlijke autoriteiten, onder wie hoof
den van dienst der gemeente o.m.
mej. mr. A. Versprille, de gemeente
archivaris, die ook de plechtigheid in
de kerk had bijgewoond, wensten de
burgemeester vervolgens geluk.
Koninklijke onderscheiding
voor de heer E. Bavelaar
De heer G. Bavelaar, ambachtsman
eerste klasse der N.Z.H.V.M. te Lei
den en werkzaam in de werkplaats
te Rijnsburg herdacht heden de dag,
dat hij veertig jaar bij de N.Z.H. in
dienst is.
In de koffiekamer van het stadhuis
werd hij in de morgenuren met zijn
gezin ontvangen. Burgemeester jhr
mr F. H. van Kinschot deelde hem
hier mede, dat het H. M. de Koningin
had behaagd de heer Bavelaar te on
derscheiden met de eremedaille in
brons, verbonden aa.n de Orde van
Oranje-Nassau, welke onderscheiding
de burgemeester hem op de borst
spelde. In het woonhuis van de ju
bilaris aan de Kortenaerstraat had
het andere gedeelte van de hudiging
plaats. De heer Bavelaar werd toe
gesproken door de chef van de tech
nische dienst der N.Z.H.V.M., de heer
H. J. Kapteyn en door de heer J.
van Kempen, chef van de werkplaats:
beiden hadden grote waardering
voor de werklust en de ijver van de
jubilaris. De heer Kapteyn die hem
met de bij de onderscheiding beho
rende draagmedaille had verrast,
overhandigde de jubilaris de gouden
medaille met vererend getuigschrift
van de Maatschappij voor Nijverheid
en Handel. Van de directie ontving
de heer Bavelaar een enveloppe met
inhoud en een bijbehorende oorkon
de, en namens het jubileumfonds
eveneens een geschenk onder couvert.
De echtgenote van de jubilaris mocht
bloemen in ontvangst nemen.
De heer F. de Hosson, lid van de
Leidse gemeenteraad, secretaris van
het kerkbestuur van de St. Lode-
wijksparochie hangt de burgemeester
het lint met het Pauselijk onder-
v 1 r*en om de hals.
In de inzet: mgr. Jansen wenst de
burgemeester geluk.
De fluitleraa», de heer Geraeds, had
twee van zijn élèves, Juliana
Boeke en Gerard de Groot, meester
lijk getraind tot het spelen van de
2 fluit obligaat partijen van de 5e
Symphonie in d voor kamerorkest
van Alessandro Scarlatti. Het werd
voor de beide jeugdige fluitsolisten
en het Toonkunstorkest met hun
nijvere dirigent een waar succes. De
eerste van de gebroeders Hoogenberk
(Steven) speelde zeer muzikaal en
innerlijk bewogen het Kamerconcert
in Es met orkestbegeleiding van
Mozart. De muzikaliteit, vaardigheid
en inzicht van deze jongeman is ver
heugend. In aansluiting hierop deed
zich weer een zangleerlinge van mevr.
Woud horen m.n. mevrouw Kool-Van
der Koog en wel met het bek ode
Alleluia van Mozart. Geen gemakke
lijke opgaaf! Mozart met zijn vele
figuurtjes en coloraturen. Men be
loonde haar met vee] applaus en rode
rozen, waarna zij het prachtige „Höre
Israël" van Mendelssohn zong. De
tweede broeder Hoogenberk zette
terecht aller harten in lichter laaie
door het spelen van Tartini's viool
concert in d kl t met zo'n voortreffe
lijke toon, zo'n schakering en vaar
digheid. Zijn leermeester, Adolphe
Poth, blijkbaar zeer ingenomen met
deze begaafde discipel, nam de leiding
van het orkest persoonlijk ter hand,
zodat een voortreffelijk geheel werd
verkregen.
De heer De Jong gaf een alleszins
aanvaardbare vertolking van Brahms'
„Vier Ernste Gesange", een soort
solocantate, een intiem persoonlijk
Requiem. Met genoegen valt te con
stateren, dat de heer De Jong in het
hanteren van zijn sonoor basgeluid
enorm vooruit gegaan is. De diverse
zangsoli werden met de grootste toe
wijding slagvaardig begeleid. Last but
not least: vier Préludes van Debussy
door de heer Van Neerbos, leerling
van mevrouw Gris-Ritsema, die hier
mede een intellectuele instelling ten
aanzien van het instrument heeft ge
demonstreerd. De korte schilderingen
bevatten allerlei onderwerpen en zijn
virtuoos gecomponeerd niet alleen, zij
vragen een interpretatie hieraan ge
lijk. Met dit kostbaar viertal Préludes
eindigde de bijzonder geslaagde eind
uitvoering van dit jaar.
J. KORTMANN.
„Oui de Doorbraak"
- vijf jaar -
ontving geschenken
Het eerste lustrum van de Leidse
Speeltuinvereniging „Om de Door
braak'' werd zaterdagavond op fees
telijke wijze herdacht in de Stadsge
hoorzaal. Er waren deputaties en af
gevaardigden van de Leidse Bond van
Speeltuinorg^nisaties en van tal van
zusterverenigingen.
Voorzitter Coret, die dit feest van
klank en kleur met een kort woord
inleidde, sprak er zijn voldoe
ning over uit, dat de speeltuin
thans in het middelpunt van de be
langstelling van de ouders en kin
deren staat. Dit in tegenstelling met
de ledenvergaderingen, waarvoor
spreker gaarne grotere belangstelling
had. Eveneens vroeg hij aandacht
voor het clubblad, dat z.i. nog te wei
nig wordt gelezen. Bijzondere waar
dering had de heer Coret voor de
activiteiten van het Damescomité.
Een comité, dat een onmisbare scha
kel vormt in het speeltuinwerk.
Nog maar nauwelijks waren deze
woorden van hulde en waardering
gesproken, of het damescomité be
wees, dat het deze lof volkomen had
verdiend. Bij monde van enkele le
den van het comité werden het be
stuur twee hobbelpaarden, een klim-
rek, een volledige uitrusting korfbal
materiaal en een verenigingsvlag
aangeboden. Ook voor het bestuur en
de heer Neuteboom, die zich sterk
voor het speeltuinwerk interesseert,
had dit comité nog een verrassing, in
de vorm van een rokertje, in petto.
Geschenken, welke onder groot
enthousiasme werden aanvaard en
waarvoor voorzitter Coret hartelijk
dankte.
Na dit geschenkenrijke intermezzo
werd onder het motto „Humor is
troef" een gevarieerd cabaretpro
gramma afgewerkt. Met „Mans uut
Twenthe" als conferencier zetten de
ze avond o.a. de Spelbrekers, het
Kalmar-trio en het orkest van Mar
tin Erich hun best beentje voor. In
derdaad was in dit programma hu
mor troef, zodat iedereen zich koste
lijk amuseerde. De feestelijk viering
werd besloten met een geanimeerd
bal o.l.v. de heer Van Wijk.
r