Katwijkse liaringlogger op de Noordzee vergaan
Vorstelijke vlootschouw op
het IJsselmeer
„OPVARENDEN GERED"
Na een brand - op sleeptouw -
onverwacht gezonken
De „Groene Draeck" aan
prinses Beatrix overdragen
Neomysten in Leidschendam
feestelijk ontvangen
500 Welpen uit het district Leiden
trokken te Oegstgeest de rimboe in
MAANDAG 17 JUNI 1957
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 6
In de nog koele vroegte van de zon- kapitein J. Steiger uit Delfzijl was,
dagmorgen zijn de vijf opvarenden
van de onfortuinlijke Katwijkse kot
ter „Prinses Beatrix" Katwijk 72 in
IJmuiden aan wal gezet door de
kustvaarder „Jokurma", die zater
dagavond omstreeks tien uur de log
ger, die met een lijn aan de kustvaar
der was verbonden, achter zich in de
Noordzee zag verdwijnen. Het was
het einde van een scheepvaartonge
luk dat geen slachtoffers heeft ge
ëist maar voor de betrokkenen wel
een paar spannende momenten heeft
opgeleverd.
Het was ook het einde van een
klein drama ter zee dat zaterdag
morgen omstreeks tien uur was be
gonnen met een kiein brandje in de
machinekamer van de KW 72, die
toen ter hoogte van de boei E T 16
bij Terschelling voer.
Kortsluiting.
Daar bevond de logger zich met een
vracht haring op weg naar de thuis
haven, toen de motordrijver bemerk
te, dat in.de voedingskabel van het
lichtnet kortsluiting was ontstaan. Er
deed zich rookontwikkeling voor in
de nabijheid van de oliebunker, waar
deze tegen de houten huid van
het schip aan lag. De motordrijver
maakte alarm. Men wist de brand af
te dempen door de motorkamer lucht
dicht af te sluiten. Inmiddels had
men reeds noodseinen uitgezonden,
maar men hield op met het uitzen
den van deze seinen toen de motor
kamer was afgesloten.
De met hout voor Zaandam gela
den kustvaarder „Jokurma", onder
in de nabijheid gekomen evenals de
Katwijkse logger „Stern", die beide
de noodseinen hadden opgevangen.
Hulp was nabij.
Hoe het zich allemaal daarna heeft
toegedragen herinneren de mannen
van de „Prinses Beatrix" zich niet
precies meer. Wel weten zij, dat de
KW 72, toen hij eenmaal achter de
„Jokurma" aan het sleeplijntje mee
opstoomde nadat de motor weer
op gang was gebracht plotseling
achterover in de diepte verdween. De
twee aan boord van de KW 72 ach
tergeblevenen konden maar op het
nippertje het veege lijf redden, blij
dat de „Jokurma" toch maar „stand
bij" had gehouden, al scheen het ge
vaar bezworen. De lijn, waarmede
de logger aan de kustvaarder was
vastgemaakt, moest in allerijl wor
den gekapt en het vletje van de KV7
72, dat naast de logger was uitge
bracht, raakte in het hetwerk van de
zinkende logger toen schipper A. van'
der Plas uit Katwijk en zijn plaats
genoot, de motordrijver A. van Kla
veren, probeerden van de zinkende
logger weg te komen. Het is de twee
mannen te elfder ure toch nog ge
lukt op de „Jokurma" te komen, zij
het met de schrik in de benen en
zonder dat zij al te veel persoonlijke
bezittingen hebben kunnen redden.
„Link werk".
Het schip moet water hebben ge
maakt, toen de brandhaard het pek
tussen de naden heeft doen smelten
en er een waterdicht schot bezweek.
De foto laat zien hoe de schipper
eigenaar, A. v. d. Plas, (rechts) in
IJmuiden verslag uitbracht aan de
mede-eigenaren van het vaartuig
De andere drie opvarenden, die zich
al aan boord van de kustvaarder be
vonden, stuurman J. de Beste, licht
matroos D. van Duivenbode en
IJmuidense kok D. Hoek, hebben de
logger zien zinken. Op het ogenblik
dat het hulkje-van-een-vlet, dat bij
aankomst in IJmuiden als een laat
ste overblijfsel van de verdwenen
logger met een enkel watertonnetje
er in achter de houtboot aan dobber
de, waren de mannen nog dolblij,
dat schipper en motordrijver zich
hadden kunnen redden. Maar ,,'t was
link werk", meende Jan de Beste.
,Ga nou zeilen"
Zaterdagmiddag heeft H.K.H. prin
ses Beatrix onder een stralende zo
merzon haar verjaarsgeschenk, het
jacht „De Groene Draeck" aanvaard
en haar dank geuit voor dit waarlijk
vorstelijke scheepje.
„De Groene Draeck aanvaard ik
met bijzonder grote vreugde. Dit
schip is inderdaad een droom en ik
weet werkelijk niet hoe ik mijn dank
onder woorden moet brengen aan
allen, die eraan hebben medege
werkt, in het bijzonder het comité
Varend Nederland. Toen ik hoorde
dat mij een jacht werd aangeboden
voor mijn achttiende verjaardag leek
dit te heerlijk om waar te zijn".
„Deze Lemster-aak kreeg voor mij
persoonlijk karakter daar ik zelf mee
heb mogen werken aan de inrichting
en versiering, het resultaat van een
bijzonder prettige onderlinge samen
werking. Ik ben ervan overtuigd,
dat ik mijn hele leven genieten zal
van dit grootse geschenk „De Groene
Draeck".
Vorstelijk feest.
Een waarlijk vorstelijk feest, èen
onvergetelijke vlootschouw, een ko
ninklijk schouwspel met niets dan
vreugde in de volle warme zon met
een verkoelend briesje op het IJsel-
meer, een feest zoals er hier bij Mui
den zelden of nooit ii geweest en dat
het hart van jong en oud, van rijk
en arm, verwarmde.
Het begon allemaal vormelijk en
officieel, maar toen de glazen cham
pagne op het bordes van het club
huis bij de jachthaven waren gele
digd, werd iedereen plotseling door
de ware zeilgeest gegrepen.
Prinses Beatrix, evenals haar moe
der en zusters, zomers gekleed, kon
nauwelijks wachten om aan boord
van haar eigen nieuwe jacht te gaan
en toen het zover was en ze nauwe
lijks haar opgewonden blijdschap op
koninklijke wijze kon beheersen, be
gonnen al die jachten de inwijding
met een loeiend gefluit en gebrul op
de scheepshoorns te vieren, terwijl
honderden zeilers van hun boten uit
alle macht op toeters meebliezen
terwijl een lid van de bemanning
trots de koninklijke standaard aan
de raast omhoog hees.
Toen volgde het statige vertrek:
voorop de gloednieuwe „Groene
„Draeck" met aan boord prinses
Beatrix in gezelschap van de heer
Ernst Crone en enkele anderen, op
20 a 30 meter gevolgd door het ko
ninklijk jacht „Piet Hein", waarop
koningin en prins, de prinsessen
Irene en Margriet en diverse leden
van de hofhouding zich hadden in
gescheept.
Eindeloze erehaag.
Prins Bernard trok al meteen zijn
colbertjasje uit en greep in opge
stroopte hemdsmouwen zijn camera
en filmtoestel. Langzaam voeren de
twee koninklijke jachten de haven
uit langs de werkelijk onafzienbare
rij van particuliere jachten en zeil
schepen, die zich vanuit de haven tot
bij het Pampus uitstrekte: een zeker
4 kilometer lange erehaag.
Eenmaal buiten op het IJselmeer,
nog steeds langs de rij voor anker
liggende boten varend, greep prins
Bernard een enorme glimmende
scheepsroeper, klom op het puntje
van de voorplecht van de „Piet
Hein" en brulde over het water naar
de „Groene Draeck": „Ga nou zei
len".
Het nut van scheepsroepers.
Die raad werd op de „Groene
Draeck" prompt opgevolgd,
machtige zeilen gingen omhoog, de
motor werd afgezet en geruisloos
gleed het jacht verder.
Prins Bernhard begon later op
nieuw met stentorstem de „Groene
Drack" door de megafoon iets toe te
roepen, en op het achterschip staande
gaf prinses Beatrix haar vader, even
eens door een scheepsroeper, ant
woord. Zij kon even later niet ver
staan wat hij riep en zette toen jo
lig de enorme scheepsroeper aan
haar oor. Daarop zette de prins zijn
scheepsroeper verkeerd om voor zijn
mond en op beide boten zag men
iedereen bijna dubbel slaan van het
lachen.
Op een gegeven moment werd op
„De Groene Draeck" een wit-blauwe
vlag gehesen en tegelijk een schot
gelost, het teken, dat die jachten die
geschikt zijn om het IJselmeer te be
varen het anker mochten lichten en
in de kïellinie van de koninklijke
jachten het IJselmeer mochten op
varen.
Overal werden eerst, geheel vol
gens de zeilreglementen, de pavoi-
seervlaggen gestreken en daarna
begon de werkelijke vlootschouw
met honderden grote en kleine jach
ten en zeilboten achter de statige
koninklijke vaartuigen aan.
Na geruime tijd liet prinses Bea
trix een rood en gele vlag hijsen en
twee schoten lossen. Dat sein bete
kende, zoals ieidereen wist: „Ik dank
u voor uw groet, ik ontbind de vloot,
een ieder kiest zijn eigen koers".
„RAPPORT DEP. ONDESKUNDI-
GEN" BASIS VAN VERKEERS-
VEILIGHEIDSONDERZOEK.
Tijdens de jaarlijkse wegverkeers-
dag van de KNAC zullen de resulta
ten van niet-deskundigen, die een on
derzoek gaan instellen naar vraag
stukken over de verkeersveiligheid
alsmede naar de weg, die moet wor
den ingeslagen om het grote publiek
hiervoor te interesseren, tot basis van
besprekingen worden genomen.
De KNAC poogt op deze manier de
goede weg om werkelijke belangstel
ling van het Nederlandse volk voor
de verkeersveiligheid op te wekken,
te hervinden.
Men zal, door steekproeven, trach
ten te achterhalen, in hoeverre bij de
weggebruikers kennis en inzicht om
trent het verkeer aanwezig zijn.
Voorts hoop men met psychologen,
geestelijken, reklamedeskundigen,
journalisten en deskundigen op orga-
natorisch gebied (tentoonstellingen
en bedrijven) en op het gebied van
de bedrijfsveiligheid, juristen, socio
logen, medische- en reclasseringsdes-
kundigen, verzekeringsdeskundigen
en andere niet-deskundigen op ver
keersgebied, centrale vragen te be
handelen.
Met grote luister hebben de ge
meentenaren van Leidschendam, en
de parochianen van de H.H. Petrus
en Pauluskerk, het feit gevierd, dat
twee parochiezonen neomyst warem
Toen zaterdagmiddag omstreeks'
zes uur de jonge priesters die des
morgens in de kathedrale kerk te
Rotterdam uit handen .van de bis
schop mgr M. A. Jansen de H. wij
dingen hadden ontvangen, bij het
raadhuis met hun familie waren ge
arriveerd, stonden de katholieke
jeugdverenigingen en de harmonie
St. Cecilia gereed om de beide
neomisten Han Banning en Frans
van Zeeland op hartelijke wijze te
verwelkomen.
Burgemeester Banning die als re
gel de nieuwe Leidschendamse pries
ters verwelkomt Ohij was nu zelf va-
Kralensnoer was
de leidraad
Zaterdagmiddag was het parochie
centrum en het Bos van Wijckersloot
te Oegstgeest veranderd in 'n Afri
kaanse wildernis, waar de verschil
lende stammen hun krachten maten
in een sportieve wedstrijd. Dit is al
les volgens richtlijnen van het natio
naal hoofdkwartier van de Nationale
Padvindersraad, die dit spel door alle
welpen van Nederland gelijkertijd
liet spelen in het kader van het
jubileumjaar, te weten het 50-jarig
bestaan van de padvindersbeweging
en de herdenking van de 100ste ge
boortedag van Baden Powell.
Ongeveer 500 welpen van het ge
hele district Leiden van de K.J.B.
komende uit alle parochies waar het
spel gespeeld wordt, waren daar ver
zameld en werden toegesproken dooi
de wnd. D.C., de heer A. Buis.
Vervolgens werden alle jongens in
eigen groepsverband verkleed en ge- w u
tooid als een negerstam: er waren 19 ^^el
stammen met de meest uiteenlopen
de namen.
Toen om ongeveer vier uur alle
stammen waren aangetreden, ver
scheen de St. Franciscusband, die zich
opstelde terzijde van de „kraal"
waaruit plotseling het grote opper
hoofd Dinizoeloe tevoorschijn trad,
om zich op een draagstoel te begeven
naar de verzamelde negermassa en
hen- daar op hun eigen manier toe
te spreken. Hij gaf aan alle stam
hoofden een snoer, waaraan die mid
dag kralen konden worden verdiend.
Dit snoer, welke Baden Powell in
stelde als een soort „insigne" voor de
leidsters en leiders en onder de
naam Gilwell-woodbadge in verken
nerskringen bekend staat was ver.
der het „leidsnoer" van de gehele
middag.
Zwervende door het bos van Wij
ckersloot en omgeving kwamen de
stammen steeds verschillende zwarte
spelleiders tegen, die met hen een
kort spel of oefening speelden, die
aan iedere blanke de idee zouden ge
ven werkelijk midden in Afrika ver
zeild te zijn geraakt. Zo werden er
jachten gehouden op sprinkhanen,
krokodillen, tijgers enz.,- zo moesten
ravijnen worden overgestoken en nog
andere moeilijkheden worden opge
lost. Bij elke „stunt" was er voor
de gehele stam een kraal voor het
snoer te verdienen, en uiteraard was
de vreugde groot en groeide deze
steeds aan met het verdienen en aan
groeien van de kralenkrans.
Tot slot werd onder laaiend
enthousiasme in de. laaiende hitte een
laaiend kampvuur gehouden met als
hoogtepunt het uitreiken van herin
neringsleertjes voor de totems door
het grote opperhoofd Dinizoeloe.
Vermoeide leidsters, vermoeide
welpen, maar allen uiterst voldaan,
zwermden na afloop (schoongewas-
Hulde aan allen (leiding, politie.
E.H.B.O. voortrekkers enz.) die deze
middag maakten tot een ware mani
festatie van eenheid en goede geest.
Opperhoofd Dinizoeloe temidden van
de stammen bij het welpenspel in
Oegstgeest.
der van een neomyst) had zijn taak
overgedragen aan wethouder P.
Groenewegen. Spr. Vond het een bij
zondere eer, thans niet één maar
twee nieuweLeidschendamse priesters
te mogen begroeten namens de gehele
gemeente. Dit voldoening geldt niet
zozeer de persoon, maar Uw priester
lijke waardigheid, te meer omdat in
ons vaderland de Kerk nog steeds
in het middelpunt staat. Het stemt
tot vreugde en dankbaarheid dat uit
het dorp nu reeds meer dan twintig
priesters zijn voortgekomen.
Ook voor de ouders van beide
neomysten had spr. hartelijke woor
den van gelukwens omdat zij thans
de eer genieten een priesterzoon aan
het altaar te hebben.
Onder de tonen van pittige St.
Cecilia-muziek zette de feeststoet
zich in beweging om een kleine toer
door de gemeente te maken. Vooral
de goed bevlagde Damlaan bood een
feestelijke aanblik.
Bij de pastorie aan de Sluiskant
werden de neomysten ontvangen door
pastoor Van der Kolk met zijn kape
laans. Tevens waren daabij tegen
woordig pastoor Buys en rector Raad-
Na een kort verblijf in de pastorie
werden de neomysten door een haag
van bruidjes naar het parochie-altaar
geleid. Pastoor Van der Kolk sprak
over de vreugde van de gehele pa
rochie over de uitverkiezing van bei
de priesters.
Beide neomysten beklommen daar
na het altaar en spraken hun zegen
over de parochie uit.
Plechtige Eerste H.H. Missen.
Zondag droeg neomyst Van Zee
land te 8.30 uur zijn plechtige eerste
H. Mis op na door een stoet bruidjes
naar het altaar te zijn geleid.
Hij werd geassisteerd door pastoor
Van der Kolk als presbyter-assistens,
door kapelaan C. de Boogert uit
Naaldwijk als diaken en als sub
diaken door de broer van de neomyst
frater H. van Zeeland S.J., die vol
gend jaar september de priesterwij
ding hoop te untvangen.
De feestpredikatie werd gehouden,
door kapelaan De Boogert die tot
tekst had gekozen: Ziet Ik ben dicht
bij U, altijd, tot aan het einde van
de wereld.
De parochianen zijn hier in het
kerkgebouw samengekomen niet
omdat de neomyst buitengewone
prestaties heeft geleverd na een
zorvuldige traning, maar omdat hij
door God zelf is uitverkoren. Het
is de wens van de neomyst, aldus
spr., dat de parochianen daarvoor
dank brengen aan God. Op zijn
beurt zal de neomyst zijn eerste H.
Mis opdragen voor geheel Leid
schendam en in het bijzonder voor
hen die bij dit Misoffer tegenwoor
dig zijn.
De weleerw. heer H. A. C. Ban
ning, die zaterdagavond het plechtig
Lof had gecelebreerd, droeg gisteren
zijn plechtig eerste Misoffer op om
10.30 uur. Ook nu weer was het gro
te kerkgebouw met belangstellende
parochianen gevuld. Deze neomyst
werd door een stoet bloemendragen-
de bruidjes naar het hoogaltaar ge
leid onder het gezamenlijk zingen
van een welkomstlied.
Assistentie verleenden weer pas
toor Van der Kolk als presbyter-
assistens, als diaken de vroegere ka
pelaan van Leidschendam B. Quand,
en J. Velthuys, kapelaan te Lisse als
De beide neomisten tussen familie,
belangstellenden en bruidjes, bij de
ontvangst te Leidschendam.
subdiaken. Ceremoniarius was de
broer van de neomyst, thans pries
terstudent.
Kapelaan Quand hield d? feestpre
dikatie, waarin hij als tekst ver
werkte:
Opdat bij hem mogen wonen de
kracht van Christus. Spr. bena-
durkte dat deze nieuwe priester
voortgekomen uit de bekende pa
rochie H.H. Petrus en Paulus een
door God opgelegde taak te ver
vullen heeft om als bemiddelaar
de mensen nader te brengen tot
God. De priester moet offeren, ze
genen, voorgaan, prediken en do
pen en al deze plichten leggen de
priester een grote verantwoorde
lijkheid op welke alleen door de
hulp en de genade van God gedra
gen kan worden. Spr. vroeg de
parochianen voor het welslagen van
deze priesterlijke arbeid te bidden
en te blijven bidden. Met een har
telijke gelukwens aan de ouders
besloot spr. zijn aandachtig gevolg
de predikatie.
Het plechtige Misoffer werd dan
voortgezet en de plechtigheid werd
verhoogd door het parochieel zang
koor dat onder beide H. Missen on
derleiding van de heer F. B. van
Raad op verdienstelijke wijze de Mis-
sa Pontificalis met het het jongens
koor uitvoerde van L. Perosi. Onder
de H. Communie werd gezongen het
„Ave Verum" van Mozart en na de
H. Missen de „Priesterglorie" van L.
A. Dobbelsteen.
Recepties.
Beide neomysten hielden des mid
dags receptie en ook hierbij bleek
overduidelijk dat geheel Leidschen
dam veel belangstelling toonde voor
de jonge priesters. De katholieke Ac
tie die de gehele feestviering namens
de parochie in handen had genomen,
bood als parochiegeschenken aan een
band-recorder aan neomyst Banning
en een schrijfmachine aan neomyst
Van Zeeland.