Beschermheilige van Leidse St. Lodewijkskerk Koning Lodewijk IX van Frankrijk was veldheer en staatsman, maar bovenal: heilig q Autobotsing in Maastricht DONDERDAG lj JUNI 1957 DTC f.FTTW fOTTFANT PAGINA 7 HET BEELD VAN LODEWIJK DE HEILIGE in de kerk naar hem vernoemd, toont de koning als een grote, lange man en daarmede wordt zijn figuur recht gedaan. Jehan sire de Joinville, zijn vriend en levensbeschrijver, vertelt van hem in zijn relaas over de slag van Mansoura in Egypte: „Nooit zag ik een prachti ger ridder, want hij stak boven allen met de schouders uit". In een ander opzicht is het beeld echter wat bijgewerkt. Lodewijk was groot en statig, hij had edele kalme gelaatstrekken en een zachtmoedige oogopslag, maar hij was reeds lang vóór de middel bare leeftijd kaal-hoofdig. een niet alleen van lichaam maar ook van geest groot en begenadigd man niet met de gewone maatstaf mag worden gemeten. Dit geldt voor alle heiligen van de Kerk. „Ieder mens is net zo heilig als God hem genade geeft" en wanneer deze genade in buitengewone mate wordt geschon ken, drijft ze tot buitengewone daden. Internationale figuur Wij vermelden dit niet als critiek op het beeld de vroegste beelden laten hem zien met een volle haar dos doch met de vooropgezette be doeling de H. Lodewijk een men selijk aureool te geven dan een stralenkrans van hemelse heilig heid. Er is altijd neiging een heiligen-leven te idealiseren zodat het hopeloos wordt hem na te volgen. En dit vermenselijken is des te meer nodig, omdat Lodewijk de acht zaligheden in zich verenigde, ter wijl een gewoon mens al genoeg te doen heeft om één ervan in praktijk te brengen. Zijn opvallende karak tertrekken zijn de nederigheid en ondanks de gevoerde oorlogen de vredelievendheid. OP 25 april 1215 te Poissy geboren als zoon van Lodewijk VIII en Blanca van Castilië, noemde hij zich gaarne (en ondertekende hij ook soms) Lodewijk van Poissy, want in Poissy zeide hij de grootste eer van zijn leven ontvangen te hebben, om dat hij er gedoopt was een genade, die hij onvergelijkelijk hoger achtte dan alle wereldse eer en een vergan kelijke koningskroon. „Ik ben" zeide hij eens in een huiselijk gesprek „net als de boon-koning (van het Driekoningen-brood, schr.), die 's avonds zijn koningschap viert en de andere dag geen koning meer is". Hij moet van nature een opgewekt man zijn geweest; er staat van hem geschreven, dat hij kon schateren van het lachen in een twistgesprek, maar aan koninklijke pretjes als jagen en luisteren naar het gekweel der min strelen had hij geen behoefte. Als hij geen koning was geweest en dit werd hij al vóór zijn twaalfde jaar zou hij zeker kloosterling zijn ge worden. In het midden des levens ge komen, heeft hij getracht dat kloos terlijke ideaal toch nog te verwezen lijken, maar zijn echtgenote, Marga- retha van Provence, bewilligde niet in de scheiding. *713N enige behoefte was God te die- nen, en daarin heeft hij een ko ninklijk voorbeeld gegeven, al ging zijn neiging tot zelfkastijding en boe te naar onze tegenwoordige begrippen wel wat ver, terwijl ook zijn jaren lange afwezigheid uit het land om ter Kruistocht te gaan, ons vreemd aan doet en ook toenmaals critiek ont moette. Men moet daarbij echter re kening houden met de middeleeuwse geloofs-innigheid en bovenal moet men er rekening mede houden, dat LIET is echter volstrekt niet zo, dat Lodewijk IX door zijn tijdgeno ten als wel vrome, maar zonderlinge man werd beschouwd. Ofschoon hij vooral in zijn leven bij de gewone gang van zaken iedere pronk of praal vermeed, vertoonde hij zich bij officiële plechtig heden in koninklijke luis ter en ging het aan het hof ook royaal toe. De koning zelf leefde echter zeer, zéér sober, maar voor zijn gasten was hij vrijgevig, ook voor de honderden armen en be- hoeftigen, die hij dage lijks spijzigde, voor de zieken, die hij herhaalde lijk persoonlijk bezocht, al woonden zij in krotten en leden zij aan afzichte lijke kwalen. Hij heeft ook vele groots-opgezette ziekenhuizen gesticht, be halve tal van andere vro me instellingen als kloos ters en kerken, die van 's konings milddadigheid profiteerden. Bij de aanvang zijner re gering, hij was toen nog een kind, stond hij onder de leiding van zijn moe der Blanca, maar ook nog jaren na zijn meerderja righeid had Blanca een grote invloed op de rege ring en ook op de konink lijke familie, zodat Lodewijk mis schien niet ten onrechte meende, dat hij gerust ter Kruistocht kon gaan, het bewind veilig in handen van de koningin-moeder achterlatend. Hij en zijn gemalin Margaretha ver trokken op 28 augustus 1248 met een filnke troepenmacht, zeilden naar Egypte, veroverden met grote' moed Damiette, maar werden bij Mansoura verslagen en gevangen genomen. Als veldheer had hij reeds ervaring; in 1242 behaalde hij bij Taillebourg en Sarister overwinningen op Hendrik in van Engeland. Deze keer was zijn door epidemische ziekten uitgemer- felde en uitgedunde krijsschaar tegen e vijandelijke aanvallen op de duur niet bestand. De sultan liet koning Lodewijk en zijn leger tegen een enorm losgeld en de overgave van Damiette vrij. rvE houding van de koning, in zijn gevangenschap door ziekte ge schokt, maar ongeschokt in kalm Godsvertrouwen, was een steun voor alle andere krijgsgevangenen. Ook de koningin Margaretha, die in het veroverde doch nu bedreigde Damiette een prinsje ter wereld bracht (van de elf kinderen uit hun huwelijk werden er vier tijdens de Kruistocht geboren), verwierf de hoogste lof wegens haar kloek en vastberaden optreden. Terwijl zij ieder uur een kind kon verwachten, riep zij een oude ridder in 't geheim bij zich en liet hem zwe ren, dat hij haar zou doden als de De oude ridder antwoordde: Madame, De oude ridder onitwoordde: Madame, daar had ik ook reeds aan gedacht! Zij bemoedigde op haar kraambed de leger-oversten en liet levensmid delen inslaan en redde zo zonder het te weten de koning, want Da miette behoorde tot de los-prijs. Na zes maanden zagen de koning en de koningin elkaar terug in St. Jean d'Acre in Palestina. Zij beslo ten in het zwaar-bedreigde H. Land te blijven, bij welk besluit in overwe ging moet worden genomen, dat de koning als een van de voornaamste vorsten van de Christenheid zich daartoe verplicht achtte. INTUSSEN stierf in december 1252 te Parijs de koningin-moeder Blanca van Castilië de energieke vrouw, die met veel politiek inzicht en doortastendheid Frankrijk bij en in afwezigheid van haar zoon had be. stuurd. Eerst in september 1254 keerde ko ning Lodewijk in Parijs terug. Dan begint die rustige periode van zijn leven, van zijn 50ste tot zijn 56ste jaar, waarin hij door zijn volk als een heilige vereerd zich een uitne mend en vooruitziend bestuurder toonde. Standvastig in het leiden van een nederig en verstorven leven, gelou terd van alle aardse aspiraties door de vele tegenslagen op de Kruistocht, zette hij kalm en beslist belangrijke hervormingen door zowel op finan cieel als op sociaal en staatkundig gebied. Frankrijk, altijd rumoerig door binnenlandse tweedracht ge noot onder zijn vrede-lievende en vrede-stichtende koning een tijdperk van welvaart. Hij was ook de internationale VTe- de-rechter en raadsman, onkreukbaar eerlijk, zodat hij niet aarzelde de Paus (die toen ook als wereldlijk vorst aan politiek deed) in het onge lijk te stellen, wanneer daartoe ge gronde reden was. Wanneer het hemzelf of zijn eigen- CLtine friatik-öchaat in (Zm&teidam Koningin opent Internat. Gemeente-Congres Twee doden, één zwaargewonde Woensdagmorgen had in de Ridderzaal te 's-Gravenhage door HJVf. de Koningin de officiële opening plaats van het internationaal gemeenten congres, dat tot 18 juni wordt gehouden. Tijdens de openingszitting brachten 12 meisjes, gekleed in de klederdrachten der Nederlandse pro vincies de Iula-vlag binnen. dom Frankrijk betrof, dreef hij de vredelievendheid zo ver, dat hij zijn eigen belangen opofferde om een goe. de verstandhouding te krijgen, wat hem wel critiek van zijn raadgevers bezorgde. Het resultaat van zijn toe gevendheid was tijdens zijn leven bi zonder goed dank zij het persoon lijk geestelijk overwicht dat hij uit oefende op de gehele christenheid. Na zijn dood laaiden de vijandelijkhe den echter opnieuw op, daar zijn tweede zoon Philips de Stoutmoedige, (de kroonprins was op 16-jarige leef tijd gestorven) onder verkeerde in vloed kwam. Voltaire, die niemand zal beschul digen van eerbied van heiligheid, be oordeelde koning Lodewijk als een kundig staatsman en bestuurder. IN 1270 WERD opnieuw het gedeel- te van het H. Land, dat nog in het bezit der christenen was, door Sara- ceense invallen bedreigd. Konint Lo dewijk voelde zich geroepen om ten tweede male „het Kruis aan te ne men". Met een ridderleger stak hij over naar Tunis, in de mening ver kerend dat de bey van Tunis tot het christendom zou overgaan, indien hij door een Frans leger werd gerugge- steund (hetgeen een politieke leugen was van zijn broer, de koning van Napels). Geteisterd door de hitte en door de epidemische ziekten, werd het leger der kruisridders door de vijand van hinderlaag tot hinderlaag gelokt. Een maand na zijn aankomst werd ook koning Lodewijk zwaar ziek (zijn in Damiette op Afrikaan se bodem geboren zoon stierf intus sen, weer op Afrikaanse bodem). In ijlkoorts sprak hij telkens nog van een gaan naar Jerusalem, zijn onbe- reikt levensideaal, dat vervuld zou worden in het hemels Jerusalem. De laatste woorden van de uitge putte zieke waren de in het Latijn ge zegde psalmwoorden: „Ik zal Uw huis binnengaan Enige uren daarna, des middags te 3 uur van de 25ste augustus 1270 overleed hij, nadat op zijn voor schrift zijn stervend lichaam met uitgestrekte armen op de met as be strooide grond was neergelegd. Zijn dochter Isabella sloot hem de ogen. Na een uitgebreid onderzoek heeft Paus Bondfacius VIII koning Lode wijk in 1297 tot de eer der altaren verheven. IN DE ICONOGRAPHIE —ook op het beeld in de Leidse kerk wordt de H. Lodewijk voorgesteld met een kroon in de hand, de door nenkroon van Christus. Meestal wordt verondersteld, dat de koning deze doornenkroon heeft meegeno men als godsvruchtige herinru>r:r»g aan zijn kruistocht. Zij was echter reeds veel vroeger, namelijk in 1239, in z\jn bezit gekomen door de eigen aardige, maar in de middeleeuwen niet ongewone manier van aankoop! Boudewijn, de „Latijnse Keizer" van Constantinopel had de doornenkroon bewaard in de Aya Sophia te Con stantinopel in onderpand gegeven aan Venetiaanse woekeraars. Via hen kocht Lodewijk de kostbare reliek en liet.om haar te bevatten, de Heilige Kapel, de Sainte Chapelle, in Parijs bouwen. JCaninyin CaCCuna de vijftiende In de Nierstraat te Amsterdam heeft de Montessorischool de naam gekre gen van „Anne Franckschool". Nadat het naambord was onthult bood mr. Heldring aan de directrice van de school, mevr. H. A. M. Kuperus, een portret van het meisje aan dat een plaats zal krijgen in de hal. Op de Franciscus Romanusweg te Maastricht is gistermiddag om half drie een vrachtauto van een trans portbedrijf uit Sittard op een stil staande vrachtauto van een transport bedrijf uit Huisberg gebotst en na die botsing met volkomen in elkaar ge drukt voorfront enkele tientallen me ters over de weg geschoven tot op het trottoir aan de overzijde. De gevolgen waren verschrikkelijk. De chauffeur van de stilstaande wa gen, de 39-jarige J. van der Broeck uit Hulsberg, .die naast zijn auto stond, werd op slag gedood. De la ding houten balken van de stilstaan de auto drong bij de botsing voor een deel in de cabine. Hierin zaten vier kinderen. De balken schoten precies over hun hoofden heen. Twee van hen werden licht gewond. De chauffeur van de andere wagen bleef ongedeerd, maar de naast hem zittende J. Quick uit Sittard (50 jaar) werd zwaar gewond. De vierjarige Mia Reurs uit Sittard, die bij de heer Quik op schoot zat, kreeg even eens zeer ernstige verwondingen. Zij is tijdens het vervoer naar het zie kenhuis overleden. De verkeerspolitie heeft een onder zoek ingesteld, maar tast nog in het duister omtrent de oorzaak. Het is onbegrijpelijk, dat de bestuurder van de Sittardse vrachtauto niet tij dig is uitgeweken voor de stilstaande Hulsbergse vrachtauto, omdat deze op het rechter weggedeelte en volko men zichtbaar geparkeerd stond. Woensdagmiddag omstreeks half drie is de 78-jarige heer J. Brasser uit Middelburg op de automatisch be veiligde overweg KanaalwegOude Vlisingseweg in zijn woonplaats door de trein, die even voor half drie uit Vlissingen was vertrokken, gegrepen en op slag gedood. Het slachtoffer fietste rechts van de weg. Toen hij de halve boom naderde, zwenkte hij naar links om te proberen zo de overweg nog te passeren. Het achter wiel van de fiets werd door de trein geraakt. Het slachtoffer kwam en kele meters verder terecht. De be jaarde wielrijder is niet onder de trein terecht gekomen en kreeg geen uitwendige verwondingen. Hij moet op slag gedood zijn geweest. Het stof felijk overschot werd naar het zie kenhuis te Middelburg overgebracht. "'WVï 5et VVV 'e Taccini, heeft de benoeming J3" sJad wonende Nederlandse meisje, mej. Marian de Koning Ladenius,bekendgemaakt tot koningin Callnna XV. die de stad Florence on het heldefeest in augustus te Ede zal vertegenwoordigen. Op de foto ziet men de Nederlandse consul te Florence, de heer De Plaisant die mei De Koning Lademus het ereteken behorende bij haar konlnginneschap opspeldt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 9