De menselijke verhoudingen in de landbouw De Ringelingsch §POOK=KANO Veel werd reeds bereikt doch er blijven nog wensen MAANDAG 6 MEI 1957 DE LEIDSE COURANT HAliliN.V 3 Bondsraadsvergadering „St Deusdedit" te Arnhem Voorzitter C. J. v. d. Ploeg over: „Van ons wordt verwacht dat wij ons verdiepen in de economische pro blemen en onze medewerking geven aan de oplossing daarvan. Wanneer hetgeen op dit terrein verlangd wordt redelijk is en strookt met het belang van het bedrijf, dan aarzelen wij niet om hiervoor de verantwoordelijkheid te aanvaarden, ook al ondervinden wij daarvan elders wel eens moeilijk heden. Dit brengt het medewerken aan de bedrijfsorganisaties nu eenmaal met zich mee en daarvoor hebben wij bewust gekozen. Maar dan kunnen wij niet berusten in een trage gang van zaken, zoals wij die nu bij de hoofdafdeling Sociale Zaken constateren. De bundeling van krachten in de landbouw in een publiekrechtelijk or gaan is een groot goed; dat is reeds duidelijk gebleken. Er zou hiervan ech ter veel verloren gaan, indien de sociale belangen er niet voldoende in wor den behartigd. In het Landbouwschap moet de geest weer waardig worden, die heerste in de Stichting van de Landbouw, toen wij in betrekkelijk korte tijd veel tot stand brachten. Aldus de heer C. J. v. d. Ploeg, voorzitter van de Ned. Kath. Landarbei- dersbond „St. Deusdedit" in zijn inleiding op de heden te Arnhem gehouden bondsraadvergadering. Onze plaats in het Landbouwschap agrarische problemen noemde. Dat is uitdrukkelijk gesteld, dat de otters, een juiste toepassing. Vooral het stel- het inderdaad. De onderwerpen, die die tijdelijk van het Nederlandse volksel van vergunningen voor cumulatie- spr. noemde, horen daaronder. Hier i gevraagd moeten worden, rechtvaar- arbeid zal onze aandacht moeten heb- ligt een taak voor de overheid, voor [dig over de verschillende groepen ben. De regeling van arbcids- en het Landbouwschap, en voor de vrije van de bevolking worden verdeeld, organisaties. Wat deze laatste betreft i Dit houdt in, dat er voor gezorgd zeker niet alleen centraal, doch voor- j moet worden, dat de minstdraag- al ook plaatselijk. De stimulering J krachtigen ook het minst en in be- van woningbouw, zo mogelijk de «paalde gevallen in het geheel niet De heer v. d. Ploeg begon zijn in leiding met aandacht te schenken aan de resultaten van de aktie in het ka der van het Landbouwschap voor verbetering van de lonen en de se cundaire arbeidsvoorwaarden in de akkerbouw en de veehouderij, dat na de uitwerking van de regeringsbeslis sing van 19 maart 1956, waarvan in de landbouw slechts gedeeltelijk ge bruik kon worden gemaakt, de ach terstand van de landbouw op het so ciale terrein nader bezien zou moe ten worden bij de bestudering van de grondslagen van de landbouwpolitiek. Het Landbouwschap heeft deze ge dragslijn willen volgen, en daaruit zijn na veel voorbereidend werk en langdurig overleg de bekende vier voorstellen geboren, die in de volks mond de naam van „de ruk aan de bel" hebben gekregen. In het raam van de huidige omstan digheden meen ik echter, aldus de heer v. d. Ploeg, dat er terecht vol doening is uitgesproken over de be slising der regering, al zal aan de eigenaarslasten en aan dewijze waarop de regering in de tpekomst de belo ning van ie ondernemers wenst te berekenen, nader aandacht geschon- Jcen moeten worden. Ik kan mij zeer wel voorstellen, dat er in verband met allerlei om standigheden verschillen optreden in de beloning, die niet als een we zenlijke achterstand beschouwd mo gen worden. Ook tussen onze eigen bedrijfstakken bestaan die verschil len; verschillen die voortvloeien uit de aard van het bedrijf en van het werk. Het zou een verarming bete kenen, wanneer dit niet meer moge lijk zou zijn en de arbeiders zouden er zeker niet beter van worden. Bij de akkerbouw en de veehoude rij en ook bij sommige andere igra- rische bedrijfstakken gaat het echter om geheel andere verschillen. Zo heeft de toepassing van de loonrichtlijnen in de praktijk tot een achterstand geleid in de landbouw; het verlenen van toeslagen van ve lerlei aard biedt in verschillende be drijfstakken belangrijk meer moge lijkheden dan in de landbouw; voor het overgrote deel van de land bouw wordt bij de vaststelling van het loon nog steeds uitgegaan van de vijfde gemeenteklasse; dit in tegen stelling met het overige bedrijfsle ven, waar de vijfde gemeenteklasse niet of nauwelijks toepassing vindt en tenslotte zijn in een groot gedeel te van het bedrijfsleven de lonen mede gebaseerd op het systeem van de werkclassificatie genormaliseerde methode, hetgeen in de landbouw nog steeds niet het geval is. Vooral dit laatste is van veel be. lang voor de loonvorming. Positief standpiint van de regering gevraagd. Ik meen, aldus de heer v. d. Ploeg, dat de regering zich positiever tegen over de werkclassificatie had dienen op te stellen. Het ontbreken van de werkclassificatie is het belangrijkste element van de achterstand in de be loning der landarbeiders. De een De heer C. J. v. d. Ploeg, voorzitter van „St. Deusdedit". voudige methode van een vergelijking met 'n aantal andere bedr^fstakken, welke in het verleden bij de beloning van de landarbeiders werd toegepast, is onder de huidige omstandigheden niet meer houdbaar. Dit is duidelijk gebleken uit een studie, die is voor afgegaan aan de indiening van de voorstellen door het Landbouwschap. Eén dezer voorstellen betrof de belo ning der landarbeiders en daarin werd allereerst gevraagd, dat de re gering zich ten principale zou uitspre ken over de beloning van de landar beiders, mede op basis van de werk classificatie. Bij de behandeling van de begro ting van Sociale Zaken in de Eerste Kamer heeft de minister verklaard er nog niet zo zeker van te zijn, d°t er een achterstand bestaat in de be loning der landarbeiders. Dit alles klinkt weinig positief en afgaande op deze uitlatingen is het gevaar niet denkbeeldig, dat deze aangelegen heid op de lange baan wordt gescho ven. Maar dit is geenszins in overeen stemming met onze opvattingen. Ik kan mij wel voorstellen, dat er op een of ander onderdeel van het werkclassificatierapport bezwaren be staan, doch met die naar voren te brengen, lost men het probleem van de achterstand in de beloning van de landarbeiders niet op. En deze ach terstand is zeer reëel. De heer v. d. PPloeg merkte voorts over de vorderingen, die in het Land bouwschap zijn gemaakt met dit vraagstuk, het volgende op: In zijn jongste vergadering heeft het bestuur het loonadvies voor het contract jaar 19571958 vastgesteld. In dit advies komt de volgende passage voor: „Hoewel de hoofdafdeling Sociale Zaken voornemens was om voor net contractjaar 1 mei 195730 april 19a» te adviseren tot een loonbeieid op basis van de werkclassificatie en hierop verschillende bepalingen van de zogenaamde mantel af te stemmen, zijn de hiervoor noodzakelijke voor bereidingen dermate tijdrovend ge bleken, dat zulks niet valt te verwe zenlijken. Niettemb acht de hoofdaf deling het van groot gewicht, dat zo spoedig mogelijk een .oonbeleid op basis van werkclassicificatie voor de landbouw wordt geïntroduceerd; zij zal hiernaar onverkort blijven stre ven en stelt zich dan ook voor om in de loop van het thans aanvangen de contractjaar alsnog hiertoe te ad viseren". Wanneer men deze passage ziet te gen de achtergrond van de tegen woordige werkwijze van de hoofdaf deling Sociale Zaken, dan kan men niet ontkomen aan de indruk, dat het uitstel van de invoering van de werk classificatie niet uitsluitend het ge volg is van technische moeilijkheden. Wij zijn er ons ten volle van be wust, dat ook wy deel uitmaken van de hoofdafdeling Sociale Zaken en dat aan onze medewerking ook fouten kleven, zo vervolgde spr. Ook de ver houding tussen de drie landarbeiders bonden, die zoals u weet na de ver breking van de samenwerking door de A.N.A.B. geen overleg meer met elkaar plegen, werkt soms belemme rend. Wij hebben nu ook zo langza merhand geleerd, wat de A.N.A.B. Van ons wordt terecht verwacht, dat wij ons verdiepen in de econo mische problemen en onze mede werking geven aan de oplossing daarvan. Wanneer hetgeen op dit terrein verlangt wordt redelijk is en strookt met het belang van het bedrijf, dan aarzelen wij niet om hiervoor de verantwoordelijkheid te aanvaarden, ook al ondervinden wij daarvan elders wel eens moei lijk'heden. Dit brengt het mede werken aan de bedrijfsorganisatie nu eenmaal met zich mee en daar voor hebben wij bewust gekozen. Maar dan kunnen wij niet berus ten in een trage gang van zaken, zoals wij die nu bij de hoofdafde ling Sociale Zaken constateren en die zich niet beperkt tot de paar onderwerpen, die ik noemde, bundeling van krachten in landbouw in een publiekrechtelijk orgaan is een groot goed; da reeds duidelijk gebleken. Er hiervan echter veel verloren gaan, indien de sociale belangen er niet voldoende in worden behartigd. In het Landbouwschap moet de geest weer vaardig worden, heerste in de Stichting voor Landbouw, toen wij in betrekke lijk korte tijd tot stand brachten een mantelcontract, het pensioen fonds voor de land- en tuinbouw en het vakantiefonds. Landarbeiders-vraagstuk centraal probleem. Met grote belangstelling en met in stemming lazen wij in de memorie van antwoord op de landbouwbegro ting, dat minister Mansholt het land- arbeidersvraagstuk een der centrale eigen woning, het comfort op het be drijf, de bevordering van goede ver houdingen tussen werkgevers en ar beiders en het vakonderwijs zijn pro blemen, die op de eerste in de peri ferie aangepakt dienen te worden. De problemen, die ik noemde, aldus pr,, en die zijn samen te vatten on der de term „menselijke verhoudin gen" behoren stellig ook door de ver antwoordelijke plaatselijke besturen te worden aangepakt. De voorzitter zeide voorts in zijn rede dat alle agrarische arbeiders ten nauwste bij de vraagstukken betrok ken zijn en stond vervolgens stil bij de loonvorming sche bedrijfstak Wat bereikt werd. Aansluitend op wat over de loon vorming is opgemerkt, maakte de heer v. d. Ploeg nog melding van en kele andere verbeteringen, die in de laatste weken tot stand zijn gekomen. Dit betreft onder meer het zuivelbe drijf, waar door een gewijzigde bere kening een verbetering aan de vakan tietoeslag werd verkregen. In de/elf de bedrijftak werd overeenstemming bereikt over een verdubbeling van de weduwe-uitkering. Deze is nu ge bracht op 14,per week: Van groot belang is voorts de aan merkelijke verbetering van de uitke ring bij ziekte, welke onlangs door de Bedrijfsvereniging voor het Agra risch Bedrijf is ingevoerd en dit geldt voor een zeer groot gedeelte van on- leden. In het Landbouwschap is ook overeenstemming bereikt over een verhoging van 150 pet. van het weduwenpensioen en over de uit breiding van de vakantie met een dag. Wanneer het College van Rijksoe- middelaars zijn goedkeuring hecht aan deze twee wijzigingen, die voor lopig zullen gelden tot het tijdstip, waarop een algemene voorziening voor de weduwen tot stand is geko men, dan is daarmede ook de nog ontbrekende 1 pet. van de secundaire arbeidsvoorwaarden opgevuld en de zogenaamde nieuwe achterstand ge- door de beperking worden getroffen. Hierin vonden en vinden wij de vrij heid om op te komen voor de belan gen van de landarbeiders, die nog al tijd tot de laagst betaalden behoren en zoals ik reeds zei hierbij kre gen wij de volle steun van de K.A.B. Ook komen wij op voor de gezin nen met niet-verdienende kinderen. Minister Suurhoff moge dan al voor gerekend hebben, dat de grotere ge zinnen er in het program van beste dingsbeperking niet slechter afkomen dan het gemiddelde gezin, leder die met de omstandigheden van de grote gezinnen op de hoogte is, weet dat er ln deze gezinnen van welvaart nog geen sprake is geweest. Dit is overi gens ook te lezen uit de cijfers, die de minister produceerde ter staving van zijn standpunt, want uit deze cijfers blijkt duidelijk, dat bijvoorbeeld het gebruik van melk en suiker (per ge zinslid gerekend) lager is naarmate bet gezin groter is. Wij vinden de basis, die de minis ter koos voor zijn bewering dan ook een zeer wankele, waartegen behalve het zojuist genoemde nog meer be zwaren aangevoerd kur nen worden Naar onze mening, zal het nodig zijn, dat als over einge tijd de kinder bijslag aan de orde komt in verbond met de huurverhoging, tegelijkertijd de gehele positie van het grote go: in in de bestedingsbeperking nader wordt bezien. Bedrijfssanering. Bestedingsbeperking en de grote gezinnen. Sprekende over de bestedingsbe perking, zeide de voorzitter o.m.: Wij hebben ons destijds geheel ge schaard achter het standpunt van de K.A.B.hetwelk inhield dat de be stedingsbeperking als een tijdelijke maatregel aanvaard dient te worden, om nationaal gezien het evenwicht tussen inkomsten en uitgaven te her stellen. Met even de pas in te hou den kan erger voorkomen worden en kan de welvaart,, die door de geza menlijke inspanning van het Neder landse volk is opgebouwd, veilig ge steld worden. Bij de oepaling van dit standpunt door de K.A.B. is echter rusttijden is ingevolge de wet, in eerste instantie overgelaten aan het Landbouwschap en het Bosschap. In het Landbouwschap is het over leg hierover al vergevorderd. Aan het slot van zijn rede deed de heer v. d. Ploeg een beroep op het ka der van de bond, zeggende dat h.j nieVuitvoerig behoefde uiteen te zet ten waarom juist nu wordt aange drongen op een grote activiteit. „Wn hebben op grond van onze ka tholieke levensovertuiging vele jaren gestreefd naar betere verhoudingen in het bedrijf. De publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie leek ons daartoe onder de gegeven omstandigheden het juiste middel. Ondanks een kleine teleurstelling hier en daar menen wij dat vandaag nog. Maar dan is het noodzakelijk, dat wy de P.B.O.-orga nen in constructieve zin blijven voe den met onze eigen opvattingen; dan moeten wij ook de verantwoordelijk heid, die het meewerken aan de JBO met zich brengt, blijven dragen. Daarmede worden naar onze vaste overtuiging op de best mogelijke wij ze de belangen van onze arbeiders en hun gezinnen gediend. Maar die taak, die veel omvattende taak, kan slechts vervuld worden, als wij daarbij mo gen rekenen op de duizenden katho lieke arbeiders in onze bedreven" De voorzitter zeide voofts in zijn in leiding dat alle agrarische arbeiders ten nauwste bij de vraagstukken be trokken zijn en stond stil bij de loonvorming in de overige agrarische bedrijfstakken. Aetherklanken DINSDAG. TELEVISIEPROGRAMMA'S Sprekende over de bedrijfssanering stelde de heer v. d. Ploeg als alge meen uitgangspunt, dat bij de sane ring in elk geval de vrijwilligheid voorop zal dienen te staan, terwijl het ook mogelijk moet blijven om met een klein bedrijf te beginnen en langs die weg geleidelijk geheel zelfstan dig te worden. Geheel eens ben ik het met de opvatting, zo ging de voorzitter voort, dat in het agrarisch bedrijf de pro- duktiviteit nog verder moet worden bevorderd. Daarvan mogen echter geen wonderen worden verwacht, want onze land- en tuinbouw staan reeds op een zeer hoog peil. Het is de zieIe luisteri. 12 0o Middagklok - ^lklO12.2Ó2^anEl2e3n0HL^T™*- NTS: 20.30 Journ. en weeroverz. 20.4522.30 Welkom Irnsum, en Filmprogr. HILVERSUM I, 402 m. 7.00—A.OO KRO. KRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.45 Morgengebed en lit. kal. 8 00 Nieuws en weerber. 8.15 Gram. 8.50 Voor de huisvrouw. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. 10.00 Voor de kleuters. 10.15 Gram. 10.30 Schoolradio. 10.50 Gram. 1100 Voor de vrouw. 11.30 Gram. 11.50 Als bij te houden, ook in verband met de Epropese integratie. Eveneens een punt van bespreking vormde de toepassing van de Arbeids wet in de land- en tuinbouw. De be palingen over de kinderarbeid en de zogenaamde cumulatiebepalingen zijn vorig jaar reeds in werking getreden. Of hieraan aanstonds reeds de hand is gehouden, wordt betwijfeld. Het tijd stip, waarop de bepalingen in wer king traden, begin juni, was daartoe ook niet erg geschikt. Al geruime tijd wordt overleg gepleegd tussen de Arbeidsinspectie en het Land bouwschap over de mogelijkheid van (93) (kenmod.Biektned! tiet moer* \ymmnm hoe meer Lhm buk mama, hoe arm Q/mw? vie oph/eo m hoor Bobrrd. hoort Ihmbiek HULP0ER0EP EHfHElT TER HULP, KR BEMERKT OEOEMOS- KEROE HiET.m/NEEMHIHDERLHHO UOT tuinb.meded. 12.33 Musette-ork. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en kath. nieuws. 13.20 Dansmuz. 13.45 Gram. 14.00 Schoolradio. 14.20 Gram. 14.30 Wij vrouwen van het land. 14.40 Gram 16.00 Voor de zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 Voor de jeugd. 17.40 Beursber. 17.45 Regeringsuitz.: Ne derland en de wereld. De Nederland se koopvaardij op de internationale vrachtenmarkt, door F. van IJssel- dijk. 18.00 Lichte muz. 18 20 Sport- praatje. 18.30 Metropole-ork. en so liste. 19.00 Nieuws. 19 00 Comm. 19.15 Uit het Boek der Boeken. 19.30 Ron de v. Nederland. 19.40 Gram. 20.30 Act. 20.45 De gewone man. 20.50 En Gij zult het aanschijn der aarde ver nieuwen, klankb. 22.45 Avondgebed en lit. kal. 23.00 Nieuws. 23.1524.00 Nouveauté's. HILVERSUM II, 298 m.. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gym. 7.30 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. VARA: 8.00 Nieuws. 8.15 TulpenraL Iye. 8.25 Gram. 9.00 Gym. voor de vrouw. 9.10 De groenteman. 9.15 Gram. 9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00 Lichte muz. 11.30 Sopr. en orgel. 11.50 Gram. 12.00 Lichte muz. 12.30 Land en tuinb.meded. 12.33 Grom. 12.B0 Tulpenrallye. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Metropole-ork. 13.55 Beursber. 14.00 Gram. 14.40 Schoolradio. 15.00 Voor de vrouw 15.30 Fluit en clavecimbel. 16.00 Omr.ork. en radiokoor. 16.30 Voor de jeugd. 17.20 De dierenwereld en wij, caus. 17.30 Dansmuz. 18 00 Nieuws 18.15 Pianospel. 18.30 Fototips. 18.40 Spaanse melodieën. 18.55 Paris vous parle. 19.00 Voor de kleuters. 19.05 Koorzang met comm. 19.45 Filmpraat je. 20.00 Nieuws. 20.05 Gevar. progr. 22.15. De Antwoordman. 22.30 Strijkkwart. 22.55 Ik geloof dat caus. 23.00 Nieuws. 23.15 Beurder van New-York. 23.16 Tul 23.25 Journ. en New-York calling. 23.35—24.00 Gram. DE DOOR WILLIAM BYRON MOWERY 4). Norman beantwoordde die vraag niet. „Slim van je, om naar Lac L'Outre te komen. De laatste plek, waar ze je zouden verwachten. Maar je had dat geweer niet moeten mee brengen". „Welk geweer?". „Die Mannlicher-Schoenauer in het geweerfoudraal. Het interesseert je misschien, te horen dat ik de kogel heb thuisgebracht, die Seth Grind- ley doodde". Bij dat woord „doodde" deed een kil gevoel Alans hart samenkrim pen vrees. Flauw besefte hij, dat er een moord gepleegd was en dat men hem van die moord verdacht. Nu eerst zag hij, dat Eric Norman een paar handboeien vasthield. „Maar ik heb geen Mannlicher- Schoenauer!", ontkende hij verwil derd. „Er zit een oude 303 Ross in mijn foudraal. Ga maar kijken!" „Ik heb gekeken!", snauwde Nor man en liet er spottend op volgen: „die raadselachtige onbekende heeft je zeker ook zijn geweer gegeven!" Onder de omstanders ging een dreigend gemompel op - een onheil spellend voorteken van volkswoede. Joan Hastings, achter de toonbank, was verbleekt bij de onthullingen over het geweer en het bont; met lange korporaal naar de nog lange re en jongere student. „Eric!", zei ze. „Ik weet zeker, dat hij iemand ontmoet heeft, zoals hij met verschrikte ogen keek ze van de zegt". „Hoe weet je dat, Joan?" „Omdat omdat ik het wèèt! Ik wèèt het eenvoudig. Die man, wie het ook geweest mag zijn, heeft meneer Laramie niet alleen beroofd, maar hem ook het bont gegeven en het geweer in zijn foudraal gestopt. Be grijp je dat niet? Zie je niet, dat me neer Laramie tot de zondebok ge maakt is? Norman schudde somber 't hoofd. „Nee, Joan, je vergist je. Dat ge merkte pelswerk, het moordgeweer en nu dit dwaze verhaal over 'n on bekende Ik zou hem liever niet schuldig achten, maar ik moet wel". Stomverbaasd keek Alan van Joan naar Norman, niets van hun gesprek begrijpend. Wie was die Grindley? Wat voor gemerkt pelswerk? En wat hadden die grommende Crees en nestiezen? Een forsche halfbloed barstte los: „Allons! Wij hebben de man, die Seth vermoordde! Hang hem op, de hond! Schiet hem dood, zoals hij.." Norman draaide zich om. „Zwijg, jij daar! Dit is mijn werk. Laat ik geen woord meer horen over ophangen, van jou of van wie ook, of ik gooi je onderstboven in het cachot!" Hij wendde zich weer tot Alan. „Je bent mijn arrestant. Geen tegenstand, alsjeblieft". En hij ra telde de formule af: „Ik waarschuw je, dat al wat je zegt als bewijs te gen je gebruikt zal worden". Ware het niet om de dreigende stemming van de opdringende man nen, dan zou Alan gelachen hebben. Gearresteerd wegens moord, voor 't doden van iemand van wie hij nooit gehoord had dat was te dwaas. „Vlieg op!", voegde hij Norman toe. „Je hebt de verkeerde voor, man. Heb je wel eens van een „on rechtmatige arrestatie" gehoord? Daarvoor zal ik jou vervolgen als je me oppakt; daar kun je op rekenen. Ik waarschuw jou". Norman hield de handboeien op. „Praatjes baten niet, vrind. Kom mee". „Ik heb niets gedaan", hield Alan vol. „Jullie zijn gek. allemaal me zo te overvallen. Laat ik je vertellen wie ik ben. Ik zal je uitleggen van die man, van die pelzen „Dat vertel je maar aan de be voegde autoriteiten", zei Norman koel. Hij greep Alans pols en tracht te de boeien vast te maken. Het metaalgerinkel joeg Alan een angst aan, zoals hij nog nooit in zijn leven gevoeld had. Hij begreep maar één ding dat hij als moordenaar gevangen genomen werd. Hij duwde Normans hand weg en toen de politie hem opnieuw vast greep, rukte Alan zich los en in zijn angst gaf hij hem met de door arbeid gestaalde vuist een kaakslag, die de korporaal duizelig sloeg. Terwijl Norman wankelend tegen de toonbank viel, wierpen de andere mannen een stuk of vijftien zich als 'n vloedgolf op Alan, schop pend en stompend, en poogden hem van de been te werpen. Alan verde digde zich, de rug tegen de toonbank. Hij was groot en fors en had op 't voetbal- en hockeyveld geleerd hoe hij zich in een melée moest gedra gen. Zich losrukkend uit de grijpen de armen, sloeg hij een roodgebaard trapper knockout; een halfbloed ging languit tegen de vloer; een gedron gen Cree pakte hij op en wierp hem de halve kamer door, een vent, die hem trapte, kreeg een por en sloeg met het hoofd tegen de toonbank. „Alan!" Luid en helder klonk Joan Hastings stem boven het ge vloek, gegrom en gekreun uit. „Maak dat je hiervandaan komt! Vlucht! Ze hebben je erin laten lopen! Maak je uit de voeten!" Met een sprong wierp Alan zich op de mannen tussen hen en de deur Drie vielen er onder zijn 6lagen. De rest wierp zich opnieuw op hem, maar ze slaagden er niet in, hem vast te grijpen of omver te werpen. Een ogenblik leek het of hij de hele verzameling zou neerslaan en ont snappen. Maar Eric Norman had zich intus sen hersteld; een forse halfbloed greep de strijdbijl van een Indaan en schoot naar voren om een dodelijke slag toe te brengen; vier anderen wierpen de deur dicht schoven de balk ervoor en versperden Alan de weg. Norman ontrukte de halfbloed de bijl en wierp 't gevaarlijke wapen achter de toonbank: maar de mesties wierp zich in de strijd, greep Alan van achteren aan en wierp hem op do knieën. Meteen viel de rest over hem heen, hem onder hun gewicht ver pletterend. Tweemaal kwam hij overeind, maar hij had geen ruimte om toe te slaan, ze hingen aan zyn armen en benen, en zo werd hij eindelijk overmeesterd. Nog duizelig van de slag, draaide Norman de jonge student de armen op de rug en boeide hem. HOOFDSTUK 2 Door de traliedeur van de gevan genis kondigde Eric Norman aan: „Hier is iemand om je te spreken. Laramie". In de cel, op de brits, waar hij de vreselijkste uren van zijn leven had doorgebracht, hief Alan het hoofd op. Zijn jas en hemd waren ge scheurd, zijn knokkels geschaafd en bebloed, zijn gezicht gezwollen door de mishandeling in de factorij, maar hij voelde geen lirhéamsoiin d- geestelijke ellende deed hem die ver geten. 'Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 5