Wat iedere emigrant die naar Australië gaat moet weten Aansprakelijkheid van ouders voor hun kinderen KRUIDENIER, een zeer oud beroep Electronische breinen rekenen onze sommen uit Dit jaar: DE KUNSTMAAN DE LEIDSE COURANT Kinderen lopen niet aan een leiband Degene, die zich aan een onrecht matige daad heeft schuldig gemaakt, is verplicht de daardoor ontstane schade te vergoeden, zo schrijft ons Burgerlijk Wetboek voor. Ook de schade, welke voortgevloeid is udt onvoorzichtigheid of nalatigheid, moet worden vergoed. Wij zijn niet alleen verantwoordelijk voor onze eigen daden, maar ook voor die van onze minderjarige kinderen, die bij ons inwonen en over wie wij de ouderlijke macht of voogdij uit oefenen. De?e verantwoordelijkheid is niet gering. Wij kunnen onze kinderen niet altijd aan een leiband houden. Een volledige aansprakelijkheid voor jhiun kinderen zou tot gevolg kunnen hebben, dat de ouders verantwoor delijk worden gesteld zonder zelf enige schuld te hebben. Dit zou in sommige gevallen onbevredigend kunnen werken. Met het oog hierop heeft de wetgever de aansprakelijk heid der ouders in dier voege be perkt, dat de verantwoordelijkheid ophoudt, indien de ouders kunnen bewijzen, dat zij de daad, voor welke zij aansprakelijk zouden zijn, niet hebben kunnen beletten. Hoe mooi deze regeling in theorie Een geheel ander geval kreeg de rechtbank te Rotterdam te behande len. Op een vakantiedag schoot een jongetje van tien jaar met een bui tenshuis zelf vervaardigde boog een takje af, dat in het oog van een voor- ook moge zijn, haar~toepassing is in Jij rijdende automobilist terecht de praktijk niet altijd even elnvou- j kwam. waardoor deze het stuur ver- dig Wanneer kan men zeggen, dat l«or- D* automobilist eiste vergoe dt? ouders een verkeersfout of een dln/ van d? geleden schade van de te geven links af zou slaan. De schuld van het meisje stond dus vast. Maar de vader aohtte zich niet aan sprakelijk voor de schade, daar hij de botsing niet zou hebben kunnen beletten. De kantonrechter was even wel van oordeel, dat het meisje blijk had gegeven de meest elementaire verkeersregels niet te kennen. Bo vendien reed het meisje op een fiets, waarop door de vader zelf zgn. pe- daalblokken waren aangebracht. Hieruit trok de kantonrechter de conclusie, dat het meisje niet reed op een kinderfiets, welke geschikt was voor haar leeftijd, maar op een geïmproviseerde normale fiets met het gevolg, dat het meisje werd of althans kon worden afgeleid door haar gebrekkige fiets en niet vol doende aandacht schonk aan het ver keer. Nu de vader zijn dochtertje blijk baar niet voldoende begrip en ken nis van de verkeersvoorsohriften had bijgebracht en haar daarenboven liet rijden op een fiets, welke voor haar in verband met haar leeftijd niet deugde, kon niet worden gezegd, dat hij alles had gedaan om de aanrijding te beletten. De vader moest dus be talen. Schieten met pijl en boog baldadige handeling van hun kind niet hebben kunnen beletten? Welke maatstaven moeten hier worden ge hanteerd? De oplossing van deze problemen is aan de rechter overge laten. Wij laten hier enkele uitspra ken volgen. Twee kinderen op één fiets Op de drukke Zuiderzeestraatweg tussen Nijkerk en Putten reed een personenauto. Toen de auto een lin kerzijweg naderde, kwam daaruit plotseling een dertienjarige jongen op de fiets tevoorschijn. Deze jongen had zijn tienjarig broertje achterop de fiets. De jongen zag de auto pas, toen hij midden op de rijweg" was gekomen en de auto zich ongeveer 10 a 16 meter rechts van hem be vond. Was de jongen nu maar vlot doorgereden, dan zou er geen onge luk gebeurd zijn. Maar de jongen schrok zo hevig, dat hij gelijk een teruglopende kip onmiddellijk linksomkeerd maakte naar de weg zijde, vanwaar hij gekomen was. Op deze onverwachte manoeuvre had de automobilist niet gerekend. Toen hij de jongens plotseling voor zijn auto zag verschijnen, trachtte hij door naar links te wijken achter de fiets langs te rijden. Daar de jongen ech ter ook naar links uitweek, volgde er een aanrijding. vader van het jongetje. Het schieten met pijl en boog aldus overwoog de rechtbank is voor een tienjarige jongen een nor male levensuiting. Jongens van die leeftijd maken veelal bogen, die geen grote spankracht plegen te hebben. Pijlen van takjes en twijgjes zijn meestal licht en niet z-uiver recht. Het schieten met dergelijke pijlen is over het algemeen niet gevaarlijk, doch kan slechts onder bijzondere omstandigheden gevaar opleveren. Maatschappelijk bezien kan van de vader en de moeder in redelijkheid niet worden gevergd, dat zij een tien jarige zoon, wiens karakter geen moeilijkheden vertoont, beletten op een vakantiedag alleen op straat te spelen. De vader en moeder hebben evenmin kunnen beletten, dat hun zoon, die de ouderlijke woning zonder boog verlaten had, zich pijl en boog verschafte en daarmede schopt, aldus de rechtbank. Geen kinderspeelgoed In dezelfde geest besliste het ge rechtshof te 's-Gravenhage. In Je ge meente Schoonhoven stond op een kwade dag een machine, welke zon der enige belemmering van de open bare weg af bereikbaar was. De ma chine stond er zonder enig toezicht en zonder waarschuwingsteken. De machine stond er zonder enig toe zicht en zonder waarschuwingsteken. De machine was aangesloten op een stoomleiding. Door op een pedaal te trappen kon men uit een buis stoom laten ontsnappen. Een jongen van twaalf jaar verzocht een bijna tien jarig meisje haar oog voor de buis te brengen. Toen zij dat deed, trapte de jongen op het pedaal, waardoor het meisje stoom tegen haar oog kreeg, dat dientengevolge ernstig werd beschadigd. De vader van het meisje eiste schadevergoeding van de vader van de jongen. In hoger beroep besliste het gerechtshof, dat de vader van de jongen niet in gebreke was gebleven. Het zonder toezicht op de openbare weg laten verblijven van een twaalf jarige jongen, die vanzelfsprekend alsdan in aanraking komt met an dere kinderen, levert gelet op de eisen van het dagelijkse leven geen nalatigheid van de vader op, nu niet is gebleken, dat de aard van de jongen een bijzondere zorg nodig maakte, aldus het gerechtshof. Mr. C. A. BARON BENTINCK Vroeger ook apotheker WANNEER DE HDISVROUW haar wekelijkse boodschappenlijst bij de kruidenier afwerkt, staat zij er veelal versteld van wat zij in deze winkel kan krijgen. Zo'n kruidenierszaak van tegenwoordig lijkt wel een klein warenhuis. Het Is een teken des tijds, een vorm van modernisatie, die de De automobilist was ..all risk" ver- j vroegere specialisatie te niet doet. En zekerd. De verzekeringsmaatschappij betaalde hem een bedrag van 925 uit. Hiermede trad de verzekerings maatschappij in de rechten van de automobilist en vorderde nu genoemd bedrag terug van de moeder van de jongens. De verzekeringsmaatschappij gaf de jongens de schuld van het ongeval en betoogde, dat de moeder I aansprakelijk was voor de schade, omdat zij onvoorzichtig had gehan deld door de jongens samen op één fiets over een gevaarlijke verkeers weg als de Zuiderzeestraatweg naar school te laten gaan. De rechtbank te Zutphen, die deze zaak te beoordelen kreeg, stelde vast, dat de schuld van de aanrijding bij de jongen lag, omdat hij de straat weg over was gestoken zonder zich voldoende rekenschap, te geven van het verkeer. De rechtbank rverwoog voorts, dat de wettelijke aansprakelijkheid van de moeder op een vermoeden van nalatigheid in de opvoeding berustte. Zij zou daarom slechts vrijuit gaan, indien zij de daad slechts had kun nen beletten door onredelijke maat regelen. Naar het oordeel van de rechtbank moest een verbod aan haar kinderen van dertien en tien jaar om samen op één fiets naar school te gaan onder de huidige tijdsom standigheden inderdaad als een on redelijke maatregel beschouwd wor den. De gevaren van een drukke ver keersweg als de Zuiderzeestraatweg deden hieraan niets af, omdat deze kinderen met die gevaren dagelijks in aanraking kwamen en daarmede dus bekend waren. Op deze gronden wees de rechtbank de vordering van de verzekeringsmaatschappij af. Geen kinderfiets Voor de vader van een tienjarig meisje liep het minder fortuinlijk af. Dit kind fietste te Helmond over de Molenstraat, de grote verkeersweg tussen Helmond en Venlo. Plotseling sloeg het kind zonder richting aan te geven en zonder op het verkeer te letten links af met de bedoeling juist aan deze specialisatie dankt de kruidenier zijn naam. Vroeger was dit anders, want in de vroege middeleeuwen, zo omstreeks 1100 kende men de kruidenier nog niet. Toen bestond een groot deel der handelslieden uit kramers, mensen die hun waren op de middeleeuwse markten aanboden. Zo'n kramer was niet gespec'aliseerd. Hij handelde in alles wat van zijn gading was. Zo kon men bij hem de meest verschillende waren aantreffen, waaronder ook le vensmiddelen en zaken die men te genwoordig Lij de kruidenier vindt. Maar het duurde niet lang of er kwam verandering in. _)e ene han delsman na de andere ging zich spe cialiseren en beperkte zijn handel tot bepaalde artikelen. Zo zien we de „crudenier" opkomen. Deze naam vin den we reeds in de helft van dé veer tiende eeuw in enkele verordeningen. Er ontstaat tenslotte ook er „crude- niersgilde". In de gegevens die ons hiervan ter beschikking staan, be merken we, dat er nog weinig een heid in zit. De artikelenlijsten lopen nog wel uiteen, doch eigenaardig is wel, dat bij de opgesomde handels waar ook steeds kruiden voorkomen, alsook veel artikelen, die wi.* nu nog bij de kruide.iier vinden, als zeep. kaarsen, vijgen, rozijnen, azijn, mos terd, saffraan enzovoort. Apotheker. OMDAT DE CRUDENIER de man was, die kruiden verkocht, deed hij ook zo'n beetje dienst als apotheker in die oude tijden. Men ging dikwijls met zijn doktersrecept naar de crude nier om daar de medicijnen te halen of te laten bereiden. De zaken lagen in die tijden trou wens toch heel anders drn tegen woordig, wanneer we weten dat de barbier zich tevens chirurgijn noem de en vele doktershandelingen ver een doodlopend zijstraatje in te rij- richtte van zeer ingrijpende aard, die den. Op dat ogenblik naderde echter heden ten dag«- door een chirurg ge- cver de Molenstraat uit de tegen overgestelde richting een scooter. Het resultaat was een botsing tussen fiets en scooter. De verzekeringsmaat schappij vergoedde de schade aan de bestuurder van de scooter en vor derde op haar beurt schadevergoe ding van de vader van het meisje. De kantonrechter te Helmond over woog, dat de bestuurder van de scooter niet kon verwachten, dat het meisje, dat als tegenligger naderde, onverwachts en zonder richting aan daan worden; vandaar ook zijn be roepsnaam. Zeer belangrijke wijzigingen on derging het kruideniersvak door de ontdekking van Amerika en de har. del met het verre oosten. Langzaam maar zeker kwamen verschillende nieuwe vreemde waren liet assorti ment van de crudenier verrijken, ter wijl andere artikelen afvielen. Zo kwamen na verlcop van tijd de kof fie, de thee, de cacao, de verschillen de specerijen bij de kruidenier te recht. Grutten kwamei. later. EEN OUDERWETSE BENAMING van de kruidenier heet nog „grutter", dat wil zeggen handelaar in gort, meel, bonen, erwten enzovoort. Het is ty pisch, maar deze waren, waardoor die naam is ontstaan, kramen pas be trekkelijk 'aai in de kruidenierszaak terecht. Voordien waren zij als han delswaar voorbehouden aan de han del in granen en gruttei swaren, waardoor de kruidenier er zich van moest onthouden. Zoals tenslotte na verloop van tijd de koffie, thee, cacao en specerijen bij de kruidenier terecht kwamen, zo ging het ook met de gruttei swaren En tegenwoordig zijn dit juis de ty pische vaste artikelen van de kruide nier. Om u een duidelijk beeld te geven van de zeer grote belangrijkheid van de kruideniersbedrijven in onze tijd, mogen we u toch niet onthou den te vei .nelden, hoeveel geld de Nederlandse huisvrouwen per jaar ongeveer aan kruideniersartikelen besteden. Wat denkt u van een be drag van ongeveer 1800 miljoen gul den? Ja, de rudeniers zijn een zeer belangrijkste steunpilaren van de derlandse economie en ee- van de belangrijkse steunp laren van de huisvrouw. Neemt uw radio, stofzuiger, strijkijzer en scheerapparaat mee (Van onze correspondent in I Men verkoopt „thuis" z'n hebben Australië). en houden voor weinig of niets, om Er zijn heel wat dingen waarover ervaren, dat vijf weken later in de emigrant, wanneer hij eenmaal In ^it land tegen goed geld veel daar liet andere land is, zich beklaagt; van weer moet worden aangeschaft, meestal ten onrechte. Men geeft bijv. een strijkijzer weg Want hij maakte zichzelf voorstel- <>m dan in Australië zich daarover lingen, welke niet met de werkelijk heid bleken te kloppen, doch waar van hij niemand dan zichzelf een verwijt kan maken. Doch er zijn ook vele twijfelvra gen, die geen klaar antwoord ont vangen of soms tot verkeerde con clusies leiden. Daaronder behoren die inzake het „have en goed" van de emigrant. Er zijn daaromtrent vele klachten bij de pas gearriveerde emigranten. Ze zitten In de kampen, zouden graag iets extra willen koken, doch de potten en pannen, primus of petro leumstel hebben ze in de grote kis ten gepakt indien ze dat alles niet in Nederland aan buren en kennis sen cadeau hebben gegeven. „Wat stom dat ik die dingen niet heb meegenomen", is een vaak ge hoord zelfverwijt van dt emigrant. Men doet maar al te gemakkelijk afstand van veel, dat men hier bitter nodig heeft of nieuw aan moet schaf fen. Neem alles mee. Nu ja, het is mogelijk wat over dreven. indien ik adviseer om alles mee te nemen naar Australië, doch in het algemeen is er weinig hetwelk een immigrant niet kan gebruiken. te beklagen. Hetzelfde doet zich voor met brood roosters,elektrische scheerapparaten en radiotoestellen Men neemt zo vaak het standpunt in: „In Australië kopen we wel nieuw", vergetend, dat het de eerste tijden financieel meestal akelig ge steld is en iedere pound meeteld, afge zien van het gemis dadelijk reeds in de kampen. Wat men al zo nodig heeft. Uiteraard is het voor iemand die nog geen kennis heeft gemaakt met het kampleven, moeilik uit te ma ken wat men daar beslist nodig heeft. Hier zijn dan enkele aanwijzingen aan de hand van veler praktijk. Behalve het reeds besproken strijkijzer en het broodrooster, kan men er heus wel wat serviesgoed ge bruiken; kookgerei etc. Hoewel in het algemeen Australië een mild klimaat bezit, is het ge wenst om flink wat wollen, en win- terkleding naar de kampen mee te nemen. Hetzelfde geldt voor enkele wollen dekens, die niet alleen vaak een wel kome aanvulling vormen voor de kampdekens, doch vooral prettig zijn gedurende dikwijls nachtelijke en langdurige treinreizen. Vlug en vaardig VELEN VAN ONS zijn wel eens in aanraking gekomen met een dood gewone rekenmachine, zo'n bekend klein apparaatje met een soort kas register en enkele raampjes met ge tallen en een slinger er aan. Voor hen, die van getalletjes houden, is het een verbazend aardig speelgoed, waarmee je na enige oefening won derlijk precies grote vermenigvuldi gingen en delingen kunt maken. De rekenmachientjes zijn tegenwoordig gemeengoed geworden en men ziet ze op de meeste boekhoudingen en andere bureaus waar met getallen gegoocheld moet worden. Reeds voor ruim honderd jaar ont wikkelden mannen van de weten schap rekenmachines, zoals Charles Babbage, maar de stand van de tech niek was toen nog niet zover, dat dergelijke machines konden worden gerealiseerd. Pas in onze tijd heeft men dergelijke machines kunnen ver wezenlijken en toen ging het in snel tempo. Kan men met de simpele reken machientjes slechts eenvoudige re kenkundige bewerkingen verrichten, met de grote uitgebreide electroni sche machines is men tot veel meer in staat. Daarmee kan men inge wikkelde wiskundige opgaven ver werken en vrijwel alle bewerkingen toepassen. Bij dergelijke ingewikkel de opgaven is het noodzakelijk, dat de machine in staat is bepaalde ge tallen te onthouden, die later in de berekening weer nodig zijn. 13.000 radiolampen. WAT ER voor de constructie van zo'n electronisch brein komt kijken, begrijpen we misschien wanneer we weten, dat de eerste electronische re kenmachine de Eniac, die in 1944 gereed kwam bestaat uit niet min der dan dértienduizend electronen- buizen, driehonderd kilometer elec- trische leiding en ruim vijfhonderd duizend gesoldeerde verbindingen. Dit was nog maar de constructie van de eerste, men kan zich oorstellen hoe buitengewoon ingewikkeld de modernste superelectronenmachine in elkaar zit, machines die in staat zijn binnen enige tientallen uren wiskundige problemen op te lossen, waarover een wiskundige ongeveer honderd jaar zou moeten doen, dus meer dan een gemiddelde mensen leeftijd dag in dag uit zou moeten zwoegen. Deze grote en ingewikkelde machi nes worden gebruikt voor belangrijke onderzoekingen door de mannen van de wetenschap, wanneer men te ma ken krijgt met formidabele bereke ningen, zoals bij de astronomie, het atoomonderzoek, zuivere trigonome trie en dergelijke. Eenvoudiger ma chines, doch wel werkend op onge veer gelijke basis, worden gebruikt bij instellingen voor technisch onder zoek, universiteiten, verzekerings maatschappijen, vliegtuigfabrieken en diverse andere instellingen. Dat kan, dank zij het feit, dat de vervaardi ging van electronische rekenmachi nes in de laatste jaren een branche is geworden. Eenvoudige typen van deze machines worden in fabrieken in serie gefabriceerd, of. wanneer de afnemer speciale wensen heeft, apart vervaardigd. Zo begint het electro nisch brein langzaam gemeengoed te worden. De tijd is vermoedelijk niet meer ver, dat op alle kantoren, instellin gen enzovoort het rekenkundig- en wiskundig werk gedaan zal worden door dergelijke machines en waar schijnlijk zal dat een even ingrijpen de verandering betekenen als inder tijd de invoering van de machine die het handwerk verving. Nu worden dat dan machines die het denkwerk vervangen, met alle gevolgen van dien. EEN GOEDE HALVE METER DOORSNEE r\E VERENIGDE STATEN zijn van zins het geofysische jaar met een „kunstmaan" te starten. Niet minder dan 40 miljoen dollar is hiermee ge moeid, waarbij het gaat om een aan tal bollen, niet groter dan een goede halve meter buiten de atmosfeer te schieten, die dan met een snelheid van eventjes 29.000 km. per uur rond de aarde gaan draaien. Hier komt nog heel wat voor kij ken. In de eerste plaats dient de nodige energie te worden opgebracht, energie in de vorm van sterke raket motoren, die de projectielen tot op een hoogte van een honderd kilo meter voeren, om ze daar van zich af te stoten. Vandaar kan dan hun waarnemingswerk beginnen, waar van de geleerden hopen, dat ze in teressante gegevens zullen opleveren. Volgens het plan zal een tiental van deze kunstmanen het luchtruim kiezen, die door even zoveel raket ten buiten de dampkring worden ge schotenMen kiest hiervoor uiter aard afgelegen gebieden voor het ge val de start van een enkel projectiel zou mislukken, aldus het brokken maken zoveel mogelijk voorkomend. De Glenn Martin Company heeft zidh met het vervaardigen van deze ra ketten belast. Ze zullen een lengte van 22 meter hebben en een start gewicht van pLm. 10.000 kg. Vele geheimen ontraadseld WANNEER DEZE RAKETTEN op een hoogte zullen draaien, die momenteel voor de mens nog onbe reikbaar is, zullen zij in staat zijn gegevens van onschatbare waarde te verzamelen. In de eerste plaats denkt men hier aan de metingen van de intensiteit van de zonnestraling, de eigenschappen en verspreiding van meteorieten en het ontstaan van het noorder .Cht. Het toestel, dat met dit „wonder - oog" is uitgerust, zal bestaan uit een zgn. drietraps-raket, een projectiel, waarvan elk deel apart met een mo tor is uitgerust. Zodra nummer 1 is uitgeput, neemt de volgende automa tisch de voortstuwende taak over, terwijl zijn uitgeschakelde voorgan ger wordt afgeworpen. De motor van de eerste trap is gebaseerd op de Viking, met dit verschil, dat deze vervangen is door een krachtbron met een stuwvermogen van 12.000 kg., terwijl de brandstof bestaat uit benzine en vloeibare zuurstof met een brandduur van 141 seconden! Het gevaarte zal worden bestuurd door een verstelbare verbrandings- komer en laat op een hoogte van 60 km. zijn eerste trap los. De snelheid bedraagt dan 6500 km. per uur. De richting verschuift dan 4*5 graden, waarna de tweede motor in werking treedt. Deze loopt hoofdzakelijk op brandstof, bestaande uit salpeterzuur en hydrazine. De snelheid wordt nu opgevoerd tot 17.000 km. per uur, waarbij een hoogte van 225 ki.>. zal worden bereikt. Is die weer uitge- afgeworpen en komt de derde trap in actie. De snelheid dient dan nog te worden opgevoerd tot 29.000 km. per uur, nodig om een projectiel zon der aandrijving rond de aarde te laten cirkelen. In de kop van deze trap bevindt zich nu de kunstmaan, die dan op een gegeven ogenblik moet worden uitgestoten, waarna de delen achter elkaar in het heelal zullen blijven zweven. Korte vreugd? r\E VRAAG IS NU of deze kunst- maan een lang leven zal zijn beschoren. Immers op haar weg door de wereldruimte zal zij vele obsta kels, zoals meteorieten, ontmoeten, terwijl sterke temperatuurswisselin gen optreden. Bovendien besta it de mogelijkheid, dat zij door de weer stand, die zij by het benaderen van het dichtstbijzijnde punt van de aar de ondervindt, uit haar baan zal wor den geslingerd. Maar met dat al kan zij inmiddels vele waarnemingen hebben gedaan en daar is het in de eerste plaats om begonnen. Tenslotte nog de vraag: zal dit satellietje van de aarde af te zien zijn? Zeer zeker, maar dan alleen in de streken rondom de evenaar. Indien het van een glanzend gepo lijste substantie is. hoopt men het daar waar te nemen gedurende de morgen en de schemering. Overdag en 's nachts natuurlijk niet, omdat het zich dan in de schaduwzijde van de aarde be/indt. Men zal het kunnen volgen op zijn „eeuwigdurende" reis door het heelal, totdat het versmol ten is. Maar het heeft dan zijn pioniers werk verricht en een nieuwe fase volbracht in de strijd voor de ver brand, dan vliegt de raket zonder, voortstuwing door tot een hoogte van volmaking van de ruimtevaart. 480 km. Daarna pas wordt deel 2 (Nadruk verboden). In kampen zijn ook rubberlaarzen en in elk geval zeer stevige schoenen voor alle voeten in het gezin nood» zakelijk, waarbij aansluitend vol doende regenkleding. Dit alles wat betreft de „eerst# levensbehoeften", goederen dus wel ke men neeft mee te nemen in de handbagage, omdat de kisten meestal ergens in opslagplaatsen zijn en ra#n deze niet kan bereiken. Het is slechts in uitzonderingsge vallen dat kan worden toegestaan be. paalde artikeien uit een kist t. halen, zolang deze in de opslagplaat* is. Niet alleen vanwege onbereikbaarheid en andere moeilijkheden, doch ook de douanen kunnen daarin niet erg toe schietelijk zijn. En wat men „thuis" laat. Het is lastiger te vertellen wat men „thuis" moet laten; per slot van re kening kan men hier alles gebruiken wat men ook in Nederland nodig heeft. Doch er zijn goederen, die het den immigrant lastig kunnen maken, zo als bijvoorbeeld met ai .eublementen het geval is. In de meeste gevallen bezorgen de meegenomen ameuble menten heel wat narigheden en soms hoge opslagkosten, om niet te spre ken van schade. Bovendien, in het algemeen heeft men in Australië minder ameuble menten todig, dan men in Nederland gewend is. Het is iets anders, indien men te voren weet dat een huis beschikbaar is, doch gewoonlijk zwerven de im migranten van kamp tot kamp of naar garages of andere tijdelijke woonruimten, waar men met d# ruimte hard heeft te woekeren. Indien men iets achter wil laten in Nederland, dan is dat zeker wel het ameublement. Verhuizen en bedstro. Een uitzondering zou men kunnen maken voor bed en beddegoed, waar. bij evenwel volledige ameublementen eveneens veelal uit den boze zijn. Men moet er rekening mee hou den, dat invoeren van stromatrassen in Australië absoluut verboden is, vanwege ziektegevaren in het stro verborgen. Alle andere soorten bedden en ma trassen mogen worden meegebracht. Een goed advies is, om inplaata van gewone ledikanten, opklapbed- den te benutten, die in ruimtenood uitkomst kunnen brengen. Dergelijke bedden zijn in Austra lië heel moeilijk te bekomen; men ge bruikt veel de zgn. „slaapbanken" die echter zeer kostbaar zijn. Omtrent de elektrische apparaten moge nog worden vermeld, dat in Australië een 240 Volt-svsteem geldt, dat echter voor onze Nederlandse 220 Volt-apparaten geen bezwaren oplevert. Voor immigranten uit plaatsen, waar 120 Volt wordt gebruikt, is het echter noodzakelijk nun elektrische apparaten te laten ombouwen. Wie een radiotoestel bezit, brenge dat mee; in de kampen is dat vaak reeds een troost voor de immigranten. En een elektrisch kacheltje is in de wintertijd in een kamp eer aange naam bezit. En denk om het diploma! Tenslotte nog iets omtren. diplo ma's en getuigschriften. Vanwege de Nederlandse emigra- tiedienst in Australië werd mij me degedeeld, dat heel vaak ernstige moeilijkheden worden ondervonden, doordat emigranten niet voldoende zorg hebben besteed aan bedoelde papieren. Ja, men bezit wel de nodige verta lingen, doch daarmee is niet voldaan aan de Australische eisen. Voor vaklieden is t noodzakelijk zeer duidelijk te vermelden, hoeveel leerjaren men heeft doorgemaakt, teneinde te voorkomen, dat men ten onrechte nog als leerling hier wordt aangemerkt, met grote financiële na delen daarvan. Ambachtschool-jaren mogen wor den meegeteld; zo men weet gelden in het algemeen vijf leerjaren in Australië. Het gebéurde nog dezer dagen, dat een jong vakman hier met een ge tuigschrift kwam aandragen, waarin z'n Nederlandse werkgever zeer hulpvaardig had vermeld, dat hij vier jaar „tot volle tevredenheid" bij hen. had gewerkt. Doch er was niet medegedeeld hoe veel leerjaren de man had vol ge maakt, als gevolg waarvan de Vak bond hier weigerde de vereiste vak- verklaring te geven, hetgeei de man financieel ernstig dupeerde. Merk waardig is het hoe sterk onvoorbe reid nog vele emigranten in dit land arriveren, ondanks het feit dat de arbeidsbureaux en mogelijke ande re instanties beter inlichtingen ge ven of zouden .kunnen geven. Doch het is vooral de praktijk hier, welke de fouten en verzuimen welke nog steeds gemaakt worden, in het licht stelt. Men hoort hier nog allerlei vra gen stellen of dit en dat te verkrij gen is; practisch is er niets dat in Australië ontbreekt; geen Smyrna- wol of Scheveningse haring. Maar het is begrijpelijk, dat de adspirant-emigrant zich geen indruk kan vormen van hetgeen hij aan de ze zijde van de wereldbol zal aan treffen, zodat hij onder „betweterij" daaromtrent zijn informaties moet hebben. Welke hierbij aan de hand van de praktijk in Australië, bescheiden- lijk zij verschaft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 11