De Ringeling sch Het meisje Kaderblad van K.A.B. over 't mijnconflict Doodgewaande keerde - na dertien jaar - huiswaarts Wilt U even mijn auto warm houden? Man zonder rijbewijs reed als bezeten door Tilburg MAANDAG 8 APRIL 1957 DE LETDSE COURANT PAGINA 5 Men had een andere weg kunnen vinden „De mijnstreek is geen eiland, den door machtsmiddelen zeker het maar een belangrijk deel van onze nationale economie. Dat geeft aan de mijnindustrie rechten, doch schept uit dien hoofde ook verplichtingen", aldus het kaderblad van de Neder landse katholieke arbeidersbeweging. „Ruim Zicht" van 8 april, dat onder de verplichtingen voor de mijnindus- strie met name ook gerangschikt de noodzaak om bij al het doen en laten rekening te houden met 's lands be lang". Het is om deze reden vooral dat het in Nederland niet werd begrepen, dat katholieke organisaties juist in de critieke toestand van thans, waarin grote voorzichtgheid geboden is, zo'n gevaarlijke actie durfde te ontkete nen. Over de vraag of de geuite grie ven en verlangens al of niet ge grond zijn, heeft men zich nog niet uitgesproken. Het behoort allereerst tot de bevoegdheid van de hierbij betrokken mijndirecties en bonden van mijnwerkers om zulks met in achtneming van wat in het algemeen in Nederland mogelijk en geldend is in goed overleg te beoordelen". „Ruim Zicht" spreekt vervolgens als zijn mening uit, dat men met name in de mijnindustrie een andere weg had kunnen vinden om het con flict op te lossen. Het blad doelt hierbij op het Bedrijfschap voor de mijnindustrie, dat verordenende be voegdheden bezit ten aanzien van lo nen en arbeidsvoorwaarden. .Onder een dergelijke figuur is het tot oplos sing brengen van problemen rond de lonen en andere arbeidsvoorwaar- Aetherklanken Televisieprogramma's. NTS: 14.45—15.45 Brits Kon. be zoek aan Parijs. 20.30 Journaal en weeroverzicht. 20.4522.30 Film programma. HILVERSUM I, 402 M. 7.00—24.00 KRO. KRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.45 Morgengebed en lit. kalender. 8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Gram. 8.50 Voor de huisvrouw. 9.35 Waterstan den. 9.40 Lichtbaken, caus. 10.00 Voor de kinderen. 10.15 Gram. 10.30 Schoolradio. 10.55 Gram. 11.00 Voor de vrouw. 11.30 Gram. 11.50 Angelus. 12.03 Gram. 12.30 Land- en tuin. bouwmed. 12.33 Gram. 12.40 Zonne wijzer. 13.00 Nieuws. 13.20 Lichte muz. 13.50 Gram. 14.00 Schoolradio. 14.20 Gram. 14.30 Voor de platte landsvrouwen. 14.40 Promenadeork. en solist. 15.30 Lichte muz. 16.00 Voor de zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 Voor de jeugd. 17.40 Beursber. 17.45 Regeringsuitz.: Rijksdelen Overzee: ir. W. Spoon: Nieuw-Guinea 's econo mische ontwikkeling en het Konink lijk Instituut voor de Tropen. 18.00 Lichte muz. 18.20 Sportpraatje. 18.30 Metropole orkest en solist. 19.00 Nieuws. 19.10 Uit het Boek der Boe ken. 19.20 Harprecital. 19.45 Act 20.00 Lijdensmeditatie. 21.00 Piano recital. 21.30 Een Hollands binnen huis, caus. 21.45 La Finta semplice, opera buffa. 23.00 Nieuws. 23.15 24.00 Nieuwe gram. HILVERSUM II, 29P M. 8.00—24.00 AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Gym. voor de vtouw. 9.10 Voor de vrouw. 9.15 Gram. 9.40 Morgenwij ding. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleu ters. 11.00 Lichte muz. 11.30 Piano recital. 12.00 Amus. muz. 12.30 Land en tuinbouwmed. 12.33 Orkestconc. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Metropelorkest. 13.55 Beurs berichten. 14.00 Gram. 14.40 School radio. 15.00 Voor de vrouw. 15.30 Viool en piano. 16.05 Blaaskwintet. 16.30 Voor de jeugd- 17.20 De dieren wereld en wij, caus. 17.30 Lichte muz. 18.00 Nieuws. 18.15 Pianospel. 18.30 Dansmuz. 18.55 Paris vous parle. 19.00 Voor de kinderen. 19.05 Koor concert. 19.45 Filmpraatje. 20.00 Nieuws. 20.05 Gevar. programma. 22.15 De Antwoordman. 22.30 Tenor en piano. 22.55 Ik geloof, dat...... 23.00 Nieuws. 23.15 Koersen van New- York. 23.16 Journ. en New York cal ling. 23.55—23.55 Gram. allerlaatste middel. Nog daargelaten de vraag of er in P.B.O.-verband op zich nog wel plaats is voor de toepas sing van machtsmiddelen. Hoe het ook zij, duidelijk is zonder meer, dat deze actie in brede kringen voor al in katholieke ontsteltenis en verbazing moest wekken". K.A.B. NIET ACHTER DE ACTIE. Het kaderblad zegt het uiterst pijn lijk te achten, dat het verbondsbe- stuur der K.A.B. zich niet achter een actie van een eigen bond kon plaatsen, en zulks wordt nog pijn lijker, wanneer het verbondsbestuur er niet aan voorbij kan gaan zich hierover zij het dan in zo voor zichtig mogelijke bewoordingen openlijk uit te spreken. „In het be lang echter van de positie, die de K.A.B. inneemt en waarmede de be langen van alle leden gemoeid zijn, mocht er geen twijfel worden gela ten aan de vraag, of het verbondsbe stuur deze actie goedkeurde of be treurde. Het betreurt deze actie en hoopt van ganser harte, vooral in het belang van de mijnwerkers, dat intern door vertrouwvol beraad de gerezen moeilijkheden een goede op lossing zullen vinden." Mgr Roncken verdedigt langzaam-aan actie Mgr. K. Roncken heeft zondagmor- gen in Brunssum tijdens een KAB- vergadering de door de katholiek federatie in het mijnbedrijf gevoerde langzaam-aan-actie nader gemoti veerd. „De onrust in het mijnbedrijf was zo groot geworden", zeide hij, „dat er op een bepaald moment naar de overtuiging van alle hoofdbestuurs leden van de Katholieke mijnwer- kersbond en de Katholieke vereni ging van mijnbeambten allen men sen, die in het bedrijf werken maar één keuze was: zelf ingrijpen en tot actie overgaan of het laten aankomen op een wilde staking, die overgelaten aan onverantwoordelijke elementen zou leiden tot een onover zienbare ramp voor het bedrijf, voor de katholieke mijnstreek en voor het land, en welke tot gevolg zou hebben gehad, dat de katholieke organisaties onafzienbare tijd van de kaart geweest zouden zijn." „De leiders van de katholieke fe deratie", aldus bondsadviseur mgr. Roncken, „hebben de moed gehad hun keuze te bepalen en hun besluit te nemen in de wetenschap, dat zij verder op te voeren. De eerste bolienzondag Helft der bezoekers uit het buitenland Op de eerste echte nog niet al te warme maar wel droge bolienzondag was de trek naar de bollenstreek bij zonder groot. Opmerkelijk was reeds het grote aantal buitenlanders dat hier een kijkje kwam nemen. Het merendeel van hen kwam uit Duitsland per auto, het bus-toerverkeer uit dit land was nog niet opmerkelijk groot. Een zeer groot deel van het bezoek concentreerde zich in Lisse waar de Keukenhof de grote trekpleister bleek. Rond 25.000 bezoekers passeer den de loketten en op het parkeer terrein werden 4500 personenauto's en 120 bussen geteld. Hoewel bepaalde kringen het druk ke verkeer als „bijzonder vlot" schet sen. waren de busdiensten zodanig in de war, dat een vertraging van een uur niet zeldziaam was. Vooral op de lijn HaarlemDen Haag met de half-uursdienst, was dat het geval, doch juist door die „half-uursdienst" leek men toch „op tijd" te zijn. Goedkopere koffie in de restaurants De prijs van het kopje koffie, dat men in café's en restaurants geniet, zal verlaagd worden. In het alge meen genomen, wordt ze herleid tot het peil van 1 januari 1957. Deze prijsverlaging is het gevolg van een afspraak, die vertegenwoor digers van de vrije organisaties op het gebied van café-restaurant- en pensionbedrijven vrijdag met de mi nister van Economische Zaken heb ben gemaakt. De organisaties zullen zich er verder in eigen kring over beraden. Hoe groot de prijsverlaging zal zijn, is niet precies te zeggen door het grote aantal prijsklassen. De datum, waarop de prijsverlaging ingang vindt, is nog niet vastgesteld. Sinds kort heeft Nationaal Katho liek Thuisfront zowel een nieuwe di recteur als een nieuwe geestelijk ad viseur, onderscheidenlijk in de per soon van mr. J. F. M. Homulle en rector J. Doesburg. Thans is ook in de Raad van Toezicht enige wijzi ging gekomen door de benoeming van generaal Warringa tot voorzitter ad int., wegens het bedanken van de heer J. Koops uit Venlo. Het ledental is intussen opgelopen tot meer dan 75000. Er worden voort durend activiteiten ondernomen om dat ledental, en tevens de financiën zich daarmede de critiek vijandschap van velen op de hals zouden halen, maar ook van vrien den en bevriende instanties in den lande". Actie was noodzakelijk. Maar de Katholieke federatie kon niet anders, om de werking van de P.B.O. weer veilig te stellen, on. de prioriteit van de mijnarbeid, ook in 's lands belang, weer veilig te stellen en eveneens de solidariteit tussen on der- en bovengrondse arbeiders en tussen mijnwerkefrs en de mijnbe ambten. Zij moest tevens in actie ko men tegen een ontwikkeling, welke voor het sociale, culturele en katho lieke karakter van Limburg funest moest worden genoemd. „Wij hebben niets tegen vreemde lingen ei tegen niet-katholieken", verklaarde mgr Roncken. „Limburg is verdraagzaam en loyaal. Dat heeft een vooraanstaande protestant, drs Kraaieveld, eens verklaard in de Provinciale Staten van Limburg en onlangs schreef de socialistische be- drijfsbond in de mijnindustrie nog in zijn vakblad over de loyale houding der katholieke meerderheid bij de verdeling van de zetels voor de nieu we ondernemingsraden in de mijnin dustrie. Maar wij hebben wel be zwaar tegen een politiek, welke be wust of onbewust steeds meer sp n- ningen en problemen oproept, die voor de toekomst van het katholieke Limburg naar onze overtuiging inder daad funest moet worden genoemd. Van bepaalde niet-katholieke zijde schijnt men ons verzet tegen die po litiek getuige de heftige woede van die kant beter begrepen te hebben dan vele katholieken in den lande, die voor dit aspect geen begrip of belangstelling hebben. Van de vele gevoerde bijzondere acties kan worden genoemd de ver zending van kerstpakketten tezamen met PIT, het protestants thuisfront. De laatste keer werden aan militai ren overzee niet minder dan 3500 pakketten verzonden. Weerzien verkeerde door zijn verdwijnen - in wrede desillusie Dezer dagen bezorgde de post te Denekamp een brief, waarvan de on opvallende inhoud een codebericht verborgen hield, dat, na ontcijfering, te Denekamp en te Breda grote be roering heeft gewekt. De brief, die onder zeer bevreem dende omstandigheden te Breda re- post moet zijn, meldde aan de rond Denekamp zeer veeltallige familie Eyslnk, de behouden terugkeer van de sinds het begin van dit jaar offi cieel doodverklaarde Anton Eyslnk. e man had in 1941 vrijwillig dienst genomen in het Duitse leger en was in 1944 te Roemenië als ver mist opgegeven. Sceptisch gestemd maar met een vonkje hoop in het hart, ging de fa milie vrijdag op onderzoek naar Bre da. Er was namelijk een tijd afge sproken, waarop de familie de ver miste zou ontmoeten. Wie echter kwam, niet Anton Eysink. Op aan wijzingen is men toen naar het café gegaan, waar hij meermalen ge weest moet zijn. Ook daar leverden naspeuringen geen resultaat op. Volhardend. De teleurstelling van de familie groeide voortdurend maar de af zendster van de brief, mevrouw Vos, een zuster van de doodgewaande, hield bij hoog en bij laag vol, dat ze hem driemaal in haar huis heeft ontvangen. Ze gaf een beschrijving, die door de twee dochters uit haar eerste huwelijk bevestigd werd. Opvallend waren volgens de be schrijvingen van mevrouw Vos, de gejaagde gedragingen van haar broer. Het was alsof hij achtervolgd werd en in grote nood was komen te ver keren. Anton Eysink zou bij een transport Duitsers behoord hebben, die als kleine toegeeflijkheid van Boelganin jegens Adenauer, naar hun land werden teruggestuurd. Het schijnt juist te zijn, dat Eysink, die de grens nabij Denekamp precies kende, het vorig jaar illegaal het vaderland binnenkwam. Raadselachtig. Waarom hij niet eerst bij zijn be jaarde moeder, die in de buurt bij een zoon inwoont, is aangelopen, mag een raadsel heten. Hy nam de wijk naar Breda, waar hij met zijn zuster in contact kwam. Even plotseling als de doodge waande weer kwam opdagen, is zijn nieuwe verdwijning. De politie van Breda en Denekamp hebben de my- sterieuse verdwijning in onderzoek. Het geval heeft natuurlijk niet na gelaten de familie in een zenuwslo pende stemming te dompelen. Het zwaarst lijdt hieronder wel de echt genote van de Welirmachtssoldaat, die na dertien jaar vergeefs wach ten, juist in januari van dit jaar her trouwd is. Prof. mr. W. C. L. van der Grin ten wordt hoogleraar in het burger lijk recht aan de juridische faculteit van de universiteit van Nijmegen. Hij volgt daar prof. mr. Ch. Petit op. Prof. Van der Grinten was van 1948 tot 1951 staatssecretaris van Econo mische Zaken en is thans hoogleraar aan de katholieke economische hoge school te Tilburg. DEFILE KONINGINNEDAG GAAT NIET DOOR Het jaarlijkse défilé der Neder landse strijdkrachten op Koninginne dag, dat dit jaar in Utrecht zou wor den gehouden, gaat niet door. De mi nister van Defensie vindt het défilé niet verantwoord in verband met oe noodzakelijk beperking der beste dingen. ARBEIDERS ESPERANTISTEN BEPLEITEN INVOERING VAN HUN TAAL Dit weekeinde is er in IJmuiden een jaarvergadering gehouden van het district Noord-Holland van de Bond van arbeidersesperantisten. Aan het eind van de vergadering is gis teren een resolutie aangenomen van de volgende inhoud: „Het district Noord-Holland van de Bond van ar beidersesperantisten is van mening, dat, gezien het werk van de Ver enigde Naties en de N<ato, gezien het streven voor een verenigd Europa en een wereldfederatie en gezien de Euromarkt cn Euratoom, het abso luut noodzakelijk is te komen tot de invoering van de gemeenschappelijke taal Esperanto, besluit met nog meer energie dan tevoren te werken voor de invoering van Esperanto als leer vak op de scholen zowel in binnen- als buitenland". Op deze vergadering was onder meer aanwezig de Hongaarse vluch teling J. Paar uit Masonmagyarovav, die thans in Haarlem woonachtig is. Deze esperantist voelde zich temidden van zijn medestanders geheel thuis. Diefstal van byouterieën te Arnhem Uit het modemagazijn „Au Petit Paris" in Arnhem zijn enige duizen den bijouterieën ontvreemd. Van de daders ontbreekt tot dusver nog elk spoor. Een aanzienlijk bedrag is uit geloofd voor aanwijzingen, die kun nen leiden tot opsporing van het ge- stolene. In de nanijheid van dit mode magazijn werd twee jaar geleden in gebroken bij een juwelier. Deze in braak, die de daders ongeveer dertig mille opleverden, is nooit opgehel derd. Een achttienjarige fabrieksarbeider T. H. uit Tilburg heeft zaterdagavond in enige drukke straten te Tilburg een dollemansrit volvoerd die won der boven wonder slechts een ern stig gewonde heeft gevergd. Een bestuurder van een personen auto had In de Hoefstraat met een defect aan zijn wagen te kampen. Hij riep de in overall geklede T.H. te hulp, in de veronderstelling met een automonteur te doen te hebben. Het gelukte hen de auto weer op gang te helpen, doch de vrees voor een hernieuwd afslaan van de motor, deed de bestuurder aan T. H. ver zoeken even een blokje om te rijden, terwijl hij zelf een boodschap deed. Zonder zich te bedenken kroop T. H. die geen auto-monteur is en geen rijbewijs bezit, achter het stuur en begon aan zijn „blokje om". Van de Hoefstrata door de Molen straat naar de Bisschop Soniusstraat nam hij een bocht zo slecht dat hij een hem tegemoet komende wielrij der omver reed. Zonder zich te be kommeren om zijn gelukkig onge- (72) kwetst slachtoffer en diens vernielde rijwiel reed hij met een hoge snel heid (het gaspedaal bleef, verklaar de hij later, vastzitten) naar het Pa- duaplein, waar hy op het trottoir enige kinderen schepte, die echter door de botsing geen letsel opliepen. Weer bekommerde de man zich niet om zijn slachtoffertjes en belandde hij in de Hoefstraat op het trottoir, waar nu de 48-jarige voetganger A. de L. zijn volgende prooi werd. De man liep bij deze aanrijding een ge compliceerde beenbreuk en een her senschudding op. De botsing kwam zo hard aan dat een schoen van het slachtoffer door een bovenraam van een school vloog, en een lamp ver nielde. Maar weer trok T. H. zich van zijn slachtoffer niets aan. Bij zfjn poging de Hoefstraat over te steken kwam hij met de auto links van de weg tegen een boom aan, waardoor de wagen aan een zijde werd open gereten. Dit betekende het einde van de dollemansrit, want hij werd on middellijk door de politie gearres teerd. Het bleek toen dat T. H. in de loop van de middag acht glazen bier had gedronken. Zelf had hij bij al zijn escapades slechts zeer lichte ver wondingen opgelopen. Vakant'e-oord totaal afgebrand Zondagmorgen, tegen 12 uur werd brand ontdekt in het vakantie- en conferentie-oord „Het Meenthuls" op de grens van Hulzen en Blaricum. Ofschoon de onmiddellijk gewaar schuwde brandweren van Blaricum en Huizen onverwijld toesnelden, kon .men het gebouw niet behouden. Een uur later was het totaal uitge brand. Persoonlijke ongelukken kwa men niet voor. Tachtig kinderen en hun leiders, die in het Meenthuis logeerden, kon den hun bagage redden. Zij zijn in een nabij gelegen kampeercentrum ondergebracht en zullen in de loop van de dag naar huis terugkeren. „Het Meenthuis", voor de oorlog reeds een geliefd centrum van de AJC telde 250 bedden. Het was een gebouw van één verdieping, gedekt door een rieten dak. Onder of in dit dak is door tot dusver onbekende oorzaak de brand ontstaan. Het brandende, op het eind van een Gooi. se heuvelrug liggende gebouw, dat uitkeek over de Meent en het T.Tssel- meer, leverde gevaar voor het om liggende bos op. De brandweren kon den dit gevaar keren. Bij het blus- singswerk had men aanvankelijk te weinig waterdruk. Van de Larense watertoren af. was dit euvel door extra pomnen vrii snel verholpen. Ofschoon een klein deel van de in ventaris van het "ohouw kon wor den gered, wordt dn hrandsnhnde voorlopig op 1^ tot 2 ton geraamd. 1 IN HET BLAUW 1 door FRANK PERKY 35). „Bent u vanavond alweer uitge weest?", riep ze verontwaardigd. Het was zuster Coffey. „Als dokter Lan- caster dat wist, werd u weggestuurd". „Hé, toe nou, Rose, verklik me niet", smeekte Ogden. Hij behoorde tot het soort, die alle verpleegsters en dienstmeisjes bij de voornaam noemde. „Ik zal je een grote doos bonbons meebrengen als je niets verteld. Een mens kan toch niet al tijd in deze gevangenis opgesloten zitten, dan kun je evengoed dood zijn. Of heb je liever een paar zijden kou sen?" Zuster Coffey glimlachte onwille keurig. Het was blijkbaar niet de eerste maal, dat Ogden haar had om gepraat en omgekocht en de dege lijke. onknappe vrouw was gevleid door deze gedwongen attenties. Doch nu onderdrukte ze haastig de glim lach en keek zeer afkeurend. „Heb je al die tijd buiten gewacht nadat je uit het raam gesprongen was?", vroeg Greer hem. „Welk venster?", informeerde Og den. De rechercheur kon hem niet ertoe brengen te bekennen, dat hij een half uur tevoren in het kantoor geweest was. Hij hield vol, dat hij juist uit de stad terugkwam. Maar als het Ogden was, die hij de eerste keer in het kantoor aantrof, overwoog Greer, dan zocht hij geen morfine voor eigen gebruik. Deze jongen met zijn frisse gelaatskleur en kalme zenuwen vertoonde geen sporen van verslaafdheid aan ver dovende middelen. „Toen ik vanmorgen voor de deur wachtte om dokter Lancaster te spre ken, hoorde ik jullie gesprek over de kaartenkasten", bekende Ogden. „Ik heb altijd verlangd om mijn krach ten eens te kunnen beproeven als amateur-detective, maar ik kreeg nooit de kans". „Vanaf de avond dat ik de trap afkwarm en dokter Nichols aan de voet ervan zag liggen, voel ik een brandend verlangen om te ontdek ken, wie hem vermoord heeft. Ik weet, dat ik heb rondgesnuffeld en aan de deuren geluisterd en massa's dingen gedaan, die men niet behoort te doen". „Maar u moet toegeven, dat ik althans een ding heb ontdekt, het welk de politie over het hoofd heeft gezien, dat dokter Lancaster op de morgen van de moord een mes uit de operatiekamer heeft genomen en niet teruggebracht". „Dat is waar", zei zuster Coffey, ietwat ontdaan. „Ik was erbij. Ik weet niet, waar dat mes gebleven is. Ik bracht de instrumenten terug naar de operatiekamer om ze te steriliseren en het mes was er niet bij". „Wie was de patiënt?", vroeg Greer. „Een zekere Hunter", antwoordde zuster Coffey „Een van de bed-pa- tiënten, hij kan onmogelijk het mes hebben weggenomen. Ik geloof zeifis niet, dat hij dokter Nichols ooit ge zien heeft. Ik ben een tijd later nog zijn kamer geweest om naar het mes te zoeken, maar het lag er niet en hij wist er niets van". „Hebt u het nog tegen dr Lancas ter gezegd?" „Neen; ik vond het toen te onbe langrijk". „Hebt u er na de moord nog met dr. Lancaster over gesproken?" „Nee, stel je voor!", zei zuster Cof fey ontdaan. „Ik zou er niet aan den ken, dokter Lancaster te ondervra gen". Een auto hield voor het sanatorium stil. De buitendeur ging open en dicht. Zuster Coffey spoedde zich de gang in. Greer en Ogden, die in het kantoor wachtten, hoorden hoe ze een kreet smoorde. „Dokter Lancaster! Bent u ge wond?" Hierop klonk dr Lancaster's stem, ietwat geforceerd: „Nee, nee, het heeft niets te beduiden, het is niets". Daarop liet zich een andere stem horen, die zij als dr. Neal's stem herkenden. „Alleen een lichte flauw te", zei dr. Neal met geveinsde luch tigheid. „Een kleine duizeling. Dat is zo weer beter". Dr. Neal hielp dr. Lancaster de trap op. „Zal ik niet met u meegaan?", vroeg de verpleegster. „Nee, dank u", antwoordde dr. Lan caster haastig. „Ik kan mezelf best nelpen". „Hij is al weer beter", zei dr. Neal. „Ik zal wel zorgen, dat hij niet valt.. Een paar dagen in bed en hij te weer de oude. Het is niets ernstigs, teveel gegeten, denk ik". Hij vatte het wel erg van de vro lijke kant op, dokter NeaL Greer luisterde, hoe ze langzaam de twee trappen beklommen. „Lancaster heeft iets uitgehaald", fluisterde Ogden. Toen Greer in de gang kwam, stond zuster Coffey met een verwonderd gezicht onder aan de trap. „Dr. Lancaster zag vreselijk bleek',' deelde ze Greer mede, en hij had zijn overjas als een cape om zijn schou ders geknoopt". „Misschien heeft hij een ongeluk gehad", mopperde Greer. Rijdt hij auto?" Zuster Coffey schudde het hoofd. „Neen. Hij heeft zeker aan dr. Neal gevraagd om hem te komen halen. Maar het was niet zijn stem door de telefoon, een ander belde op". „Hij kan niet ver weg zijn ge weest", meende Greer. „Dr. Neal is niet meer dan een kwartier wegge weest". Toen ontdekte zijn speurdersoog een donkere vlek op een der trap treden. Hij streek er met de vinger langs en zijn vinger kleurde zich rood. „Een bloeddruppel!*', riep hij uit! ..Dr. Lancaster is gewond!" „Waarom heeft hij dat niet ge zegd?", vroeg zuster Coffey. „Waarom wilde ze niet, dat ik hielp?.. „Die man weet méér dan goed voor hem is", zei Lonnie Ogden met over tuiging. HOOFDSTUK XXIV. DE GEVAARLIJKE BENDE. Een half uur later werd Greer on der protest tot dr. Lancaster toege laten. „Kunt u niet tot morgen wach ten?", verzette dr. Neal zich. „Dr. Lancaster is ziek". „Gewond, bedoelt u", zei Greer. Hij zag de dikte yan een verband om dr. Lancaster's linkerschouder. „Is het niet beter om deze kwestie meteen op te helderen?" „Er zal wel niets anders opzitten". Dr. Lancaster kreunde. „Ik heb ge poogd om de zaak geheim te houden, terwille van het sanatorium en dokter Nichols". „Hoezo dr. Nichols?" vroeg Greer Lancaster aarzelde nog steeds. „Kom er liever mee voor de dag", drong Neal aan. „Als je naar myn raad geluisterd had. had je jezelf al deze narigheid en pijn bespaard. Je mag van geluk spreken dat je nog leeft Ta hebt genoeg gedaan voor dr. Nichols". (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 5