De Ringeling sch
Het meisje
Kaderblad van K.A.B. over 't mijnconflict
Doodgewaande keerde - na
dertien jaar - huiswaarts
Wilt U even mijn auto warm houden?
Man zonder rijbewijs reed
als bezeten door Tilburg
MAANDAG 8 APRIL 1957
DE LETDSE COURANT
PAGINA 5
Men had een andere weg kunnen vinden
„De mijnstreek is geen eiland, den door machtsmiddelen zeker het
maar een belangrijk deel van onze
nationale economie. Dat geeft aan de
mijnindustrie rechten, doch schept
uit dien hoofde ook verplichtingen",
aldus het kaderblad van de Neder
landse katholieke arbeidersbeweging.
„Ruim Zicht" van 8 april, dat onder
de verplichtingen voor de mijnindus-
strie met name ook gerangschikt de
noodzaak om bij al het doen en laten
rekening te houden met 's lands be
lang".
Het is om deze reden vooral dat het
in Nederland niet werd begrepen, dat
katholieke organisaties juist in de
critieke toestand van thans, waarin
grote voorzichtgheid geboden is, zo'n
gevaarlijke actie durfde te ontkete
nen. Over de vraag of de geuite grie
ven en verlangens al of niet ge
grond zijn, heeft men zich nog niet
uitgesproken. Het behoort allereerst
tot de bevoegdheid van de hierbij
betrokken mijndirecties en bonden
van mijnwerkers om zulks met in
achtneming van wat in het algemeen
in Nederland mogelijk en geldend is
in goed overleg te beoordelen".
„Ruim Zicht" spreekt vervolgens
als zijn mening uit, dat men met
name in de mijnindustrie een andere
weg had kunnen vinden om het con
flict op te lossen. Het blad doelt
hierbij op het Bedrijfschap voor de
mijnindustrie, dat verordenende be
voegdheden bezit ten aanzien van lo
nen en arbeidsvoorwaarden. .Onder
een dergelijke figuur is het tot oplos
sing brengen van problemen rond de
lonen en andere arbeidsvoorwaar-
Aetherklanken
Televisieprogramma's.
NTS: 14.45—15.45 Brits Kon. be
zoek aan Parijs. 20.30 Journaal en
weeroverzicht. 20.4522.30 Film
programma.
HILVERSUM I, 402 M.
7.00—24.00 KRO.
KRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.45
Morgengebed en lit. kalender. 8.00
Nieuws en weerber. 8.15 Gram. 8.50
Voor de huisvrouw. 9.35 Waterstan
den. 9.40 Lichtbaken, caus. 10.00
Voor de kinderen. 10.15 Gram. 10.30
Schoolradio. 10.55 Gram. 11.00 Voor
de vrouw. 11.30 Gram. 11.50 Angelus.
12.03 Gram. 12.30 Land- en tuin.
bouwmed. 12.33 Gram. 12.40 Zonne
wijzer. 13.00 Nieuws. 13.20 Lichte
muz. 13.50 Gram. 14.00 Schoolradio.
14.20 Gram. 14.30 Voor de platte
landsvrouwen. 14.40 Promenadeork.
en solist. 15.30 Lichte muz. 16.00
Voor de zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00
Voor de jeugd. 17.40 Beursber. 17.45
Regeringsuitz.: Rijksdelen Overzee:
ir. W. Spoon: Nieuw-Guinea 's econo
mische ontwikkeling en het Konink
lijk Instituut voor de Tropen. 18.00
Lichte muz. 18.20 Sportpraatje. 18.30
Metropole orkest en solist. 19.00
Nieuws. 19.10 Uit het Boek der Boe
ken. 19.20 Harprecital. 19.45 Act
20.00 Lijdensmeditatie. 21.00 Piano
recital. 21.30 Een Hollands binnen
huis, caus. 21.45 La Finta semplice,
opera buffa. 23.00 Nieuws. 23.15
24.00 Nieuwe gram.
HILVERSUM II, 29P M.
8.00—24.00
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gym. 7.20
Gram. VPRO: 7.50 Dagopening.
AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00
Gym. voor de vtouw. 9.10 Voor de
vrouw. 9.15 Gram. 9.40 Morgenwij
ding. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleu
ters. 11.00 Lichte muz. 11.30 Piano
recital. 12.00 Amus. muz. 12.30 Land
en tuinbouwmed. 12.33 Orkestconc.
13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram.
13.20 Metropelorkest. 13.55 Beurs
berichten. 14.00 Gram. 14.40 School
radio. 15.00 Voor de vrouw. 15.30
Viool en piano. 16.05 Blaaskwintet.
16.30 Voor de jeugd- 17.20 De dieren
wereld en wij, caus. 17.30 Lichte muz.
18.00 Nieuws. 18.15 Pianospel. 18.30
Dansmuz. 18.55 Paris vous parle.
19.00 Voor de kinderen. 19.05 Koor
concert. 19.45 Filmpraatje. 20.00
Nieuws. 20.05 Gevar. programma.
22.15 De Antwoordman. 22.30 Tenor
en piano. 22.55 Ik geloof, dat......
23.00 Nieuws. 23.15 Koersen van New-
York. 23.16 Journ. en New York cal
ling. 23.55—23.55 Gram.
allerlaatste middel. Nog daargelaten
de vraag of er in P.B.O.-verband op
zich nog wel plaats is voor de toepas
sing van machtsmiddelen. Hoe het
ook zij, duidelijk is zonder meer, dat
deze actie in brede kringen voor
al in katholieke ontsteltenis en
verbazing moest wekken".
K.A.B. NIET ACHTER DE ACTIE.
Het kaderblad zegt het uiterst pijn
lijk te achten, dat het verbondsbe-
stuur der K.A.B. zich niet achter
een actie van een eigen bond kon
plaatsen, en zulks wordt nog pijn
lijker, wanneer het verbondsbestuur
er niet aan voorbij kan gaan zich
hierover zij het dan in zo voor
zichtig mogelijke bewoordingen
openlijk uit te spreken. „In het be
lang echter van de positie, die de
K.A.B. inneemt en waarmede de be
langen van alle leden gemoeid zijn,
mocht er geen twijfel worden gela
ten aan de vraag, of het verbondsbe
stuur deze actie goedkeurde of be
treurde. Het betreurt deze actie en
hoopt van ganser harte, vooral in
het belang van de mijnwerkers, dat
intern door vertrouwvol beraad de
gerezen moeilijkheden een goede op
lossing zullen vinden."
Mgr Roncken verdedigt
langzaam-aan actie
Mgr. K. Roncken heeft zondagmor-
gen in Brunssum tijdens een KAB-
vergadering de door de katholiek
federatie in het mijnbedrijf gevoerde
langzaam-aan-actie nader gemoti
veerd.
„De onrust in het mijnbedrijf was
zo groot geworden", zeide hij, „dat
er op een bepaald moment naar de
overtuiging van alle hoofdbestuurs
leden van de Katholieke mijnwer-
kersbond en de Katholieke vereni
ging van mijnbeambten allen men
sen, die in het bedrijf werken
maar één keuze was: zelf ingrijpen
en tot actie overgaan of het laten
aankomen op een wilde staking, die
overgelaten aan onverantwoordelijke
elementen zou leiden tot een onover
zienbare ramp voor het bedrijf,
voor de katholieke mijnstreek en
voor het land, en welke tot gevolg
zou hebben gehad, dat de katholieke
organisaties onafzienbare tijd van de
kaart geweest zouden zijn."
„De leiders van de katholieke fe
deratie", aldus bondsadviseur mgr.
Roncken, „hebben de moed gehad
hun keuze te bepalen en hun besluit
te nemen in de wetenschap, dat zij verder op te voeren.
De eerste bolienzondag
Helft der bezoekers
uit het buitenland
Op de eerste echte nog niet al te
warme maar wel droge bolienzondag
was de trek naar de bollenstreek bij
zonder groot.
Opmerkelijk was reeds het grote
aantal buitenlanders dat hier een
kijkje kwam nemen. Het merendeel
van hen kwam uit Duitsland per
auto, het bus-toerverkeer uit dit land
was nog niet opmerkelijk groot.
Een zeer groot deel van het bezoek
concentreerde zich in Lisse waar de
Keukenhof de grote trekpleister
bleek. Rond 25.000 bezoekers passeer
den de loketten en op het parkeer
terrein werden 4500 personenauto's
en 120 bussen geteld.
Hoewel bepaalde kringen het druk
ke verkeer als „bijzonder vlot" schet
sen. waren de busdiensten zodanig
in de war, dat een vertraging van
een uur niet zeldziaam was. Vooral op
de lijn HaarlemDen Haag met de
half-uursdienst, was dat het geval,
doch juist door die „half-uursdienst"
leek men toch „op tijd" te zijn.
Goedkopere koffie
in de restaurants
De prijs van het kopje koffie, dat
men in café's en restaurants geniet,
zal verlaagd worden. In het alge
meen genomen, wordt ze herleid tot
het peil van 1 januari 1957.
Deze prijsverlaging is het gevolg
van een afspraak, die vertegenwoor
digers van de vrije organisaties op
het gebied van café-restaurant- en
pensionbedrijven vrijdag met de mi
nister van Economische Zaken heb
ben gemaakt. De organisaties zullen
zich er verder in eigen kring over
beraden. Hoe groot de prijsverlaging
zal zijn, is niet precies te zeggen
door het grote aantal prijsklassen.
De datum, waarop de prijsverlaging
ingang vindt, is nog niet vastgesteld.
Sinds kort heeft Nationaal Katho
liek Thuisfront zowel een nieuwe di
recteur als een nieuwe geestelijk ad
viseur, onderscheidenlijk in de per
soon van mr. J. F. M. Homulle en
rector J. Doesburg. Thans is ook in
de Raad van Toezicht enige wijzi
ging gekomen door de benoeming
van generaal Warringa tot voorzitter
ad int., wegens het bedanken van de
heer J. Koops uit Venlo.
Het ledental is intussen opgelopen
tot meer dan 75000. Er worden voort
durend activiteiten ondernomen om
dat ledental, en tevens de financiën
zich daarmede de critiek
vijandschap van velen op de hals
zouden halen, maar ook van vrien
den en bevriende instanties in den
lande".
Actie was noodzakelijk.
Maar de Katholieke federatie kon
niet anders, om de werking van de
P.B.O. weer veilig te stellen, on. de
prioriteit van de mijnarbeid, ook in
's lands belang, weer veilig te stellen
en eveneens de solidariteit tussen on
der- en bovengrondse arbeiders en
tussen mijnwerkefrs en de mijnbe
ambten. Zij moest tevens in actie ko
men tegen een ontwikkeling, welke
voor het sociale, culturele en katho
lieke karakter van Limburg funest
moest worden genoemd.
„Wij hebben niets tegen vreemde
lingen ei tegen niet-katholieken",
verklaarde mgr Roncken. „Limburg
is verdraagzaam en loyaal. Dat heeft
een vooraanstaande protestant, drs
Kraaieveld, eens verklaard in de
Provinciale Staten van Limburg en
onlangs schreef de socialistische be-
drijfsbond in de mijnindustrie nog in
zijn vakblad over de loyale houding
der katholieke meerderheid bij de
verdeling van de zetels voor de nieu
we ondernemingsraden in de mijnin
dustrie. Maar wij hebben wel be
zwaar tegen een politiek, welke be
wust of onbewust steeds meer sp n-
ningen en problemen oproept, die
voor de toekomst van het katholieke
Limburg naar onze overtuiging inder
daad funest moet worden genoemd.
Van bepaalde niet-katholieke zijde
schijnt men ons verzet tegen die po
litiek getuige de heftige woede van
die kant beter begrepen te hebben
dan vele katholieken in den lande,
die voor dit aspect geen begrip of
belangstelling hebben.
Van de vele gevoerde bijzondere
acties kan worden genoemd de ver
zending van kerstpakketten tezamen
met PIT, het protestants thuisfront.
De laatste keer werden aan militai
ren overzee niet minder dan 3500
pakketten verzonden.
Weerzien verkeerde
door zijn verdwijnen -
in wrede desillusie
Dezer dagen bezorgde de post te
Denekamp een brief, waarvan de on
opvallende inhoud een codebericht
verborgen hield, dat, na ontcijfering,
te Denekamp en te Breda grote be
roering heeft gewekt.
De brief, die onder zeer bevreem
dende omstandigheden te Breda re-
post moet zijn, meldde aan de rond
Denekamp zeer veeltallige familie
Eyslnk, de behouden terugkeer van
de sinds het begin van dit jaar offi
cieel doodverklaarde Anton Eyslnk.
e man had in 1941 vrijwillig
dienst genomen in het Duitse leger
en was in 1944 te Roemenië als ver
mist opgegeven.
Sceptisch gestemd maar met een
vonkje hoop in het hart, ging de fa
milie vrijdag op onderzoek naar Bre
da. Er was namelijk een tijd afge
sproken, waarop de familie de ver
miste zou ontmoeten. Wie echter
kwam, niet Anton Eysink. Op aan
wijzingen is men toen naar het café
gegaan, waar hij meermalen ge
weest moet zijn. Ook daar leverden
naspeuringen geen resultaat op.
Volhardend.
De teleurstelling van de familie
groeide voortdurend maar de af
zendster van de brief, mevrouw Vos,
een zuster van de doodgewaande,
hield bij hoog en bij laag vol, dat ze
hem driemaal in haar huis heeft
ontvangen. Ze gaf een beschrijving,
die door de twee dochters uit haar
eerste huwelijk bevestigd werd.
Opvallend waren volgens de be
schrijvingen van mevrouw Vos, de
gejaagde gedragingen van haar broer.
Het was alsof hij achtervolgd werd
en in grote nood was komen te ver
keren.
Anton Eysink zou bij een transport
Duitsers behoord hebben, die als
kleine toegeeflijkheid van Boelganin
jegens Adenauer, naar hun land
werden teruggestuurd.
Het schijnt juist te zijn, dat Eysink,
die de grens nabij Denekamp precies
kende, het vorig jaar illegaal het
vaderland binnenkwam.
Raadselachtig.
Waarom hij niet eerst bij zijn be
jaarde moeder, die in de buurt bij
een zoon inwoont, is aangelopen,
mag een raadsel heten. Hy nam de
wijk naar Breda, waar hij met zijn
zuster in contact kwam.
Even plotseling als de doodge
waande weer kwam opdagen, is zijn
nieuwe verdwijning. De politie van
Breda en Denekamp hebben de my-
sterieuse verdwijning in onderzoek.
Het geval heeft natuurlijk niet na
gelaten de familie in een zenuwslo
pende stemming te dompelen. Het
zwaarst lijdt hieronder wel de echt
genote van de Welirmachtssoldaat,
die na dertien jaar vergeefs wach
ten, juist in januari van dit jaar her
trouwd is.
Prof. mr. W. C. L. van der Grin
ten wordt hoogleraar in het burger
lijk recht aan de juridische faculteit
van de universiteit van Nijmegen. Hij
volgt daar prof. mr. Ch. Petit op.
Prof. Van der Grinten was van 1948
tot 1951 staatssecretaris van Econo
mische Zaken en is thans hoogleraar
aan de katholieke economische hoge
school te Tilburg.
DEFILE KONINGINNEDAG
GAAT NIET DOOR
Het jaarlijkse défilé der Neder
landse strijdkrachten op Koninginne
dag, dat dit jaar in Utrecht zou wor
den gehouden, gaat niet door. De mi
nister van Defensie vindt het défilé
niet verantwoord in verband met oe
noodzakelijk beperking der beste
dingen.
ARBEIDERS ESPERANTISTEN
BEPLEITEN INVOERING
VAN HUN TAAL
Dit weekeinde is er in IJmuiden
een jaarvergadering gehouden van
het district Noord-Holland van de
Bond van arbeidersesperantisten. Aan
het eind van de vergadering is gis
teren een resolutie aangenomen van
de volgende inhoud: „Het district
Noord-Holland van de Bond van ar
beidersesperantisten is van mening,
dat, gezien het werk van de Ver
enigde Naties en de N<ato, gezien het
streven voor een verenigd Europa en
een wereldfederatie en gezien de
Euromarkt cn Euratoom, het abso
luut noodzakelijk is te komen tot de
invoering van de gemeenschappelijke
taal Esperanto, besluit met nog meer
energie dan tevoren te werken voor
de invoering van Esperanto als leer
vak op de scholen zowel in binnen-
als buitenland".
Op deze vergadering was onder
meer aanwezig de Hongaarse vluch
teling J. Paar uit Masonmagyarovav,
die thans in Haarlem woonachtig is.
Deze esperantist voelde zich temidden
van zijn medestanders geheel thuis.
Diefstal van byouterieën
te Arnhem
Uit het modemagazijn „Au Petit
Paris" in Arnhem zijn enige duizen
den bijouterieën ontvreemd. Van de
daders ontbreekt tot dusver nog elk
spoor. Een aanzienlijk bedrag is uit
geloofd voor aanwijzingen, die kun
nen leiden tot opsporing van het ge-
stolene. In de nanijheid van dit mode
magazijn werd twee jaar geleden in
gebroken bij een juwelier. Deze in
braak, die de daders ongeveer dertig
mille opleverden, is nooit opgehel
derd.
Een achttienjarige fabrieksarbeider
T. H. uit Tilburg heeft zaterdagavond
in enige drukke straten te Tilburg
een dollemansrit volvoerd die won
der boven wonder slechts een ern
stig gewonde heeft gevergd.
Een bestuurder van een personen
auto had In de Hoefstraat met een
defect aan zijn wagen te kampen. Hij
riep de in overall geklede T.H. te
hulp, in de veronderstelling met een
automonteur te doen te hebben. Het
gelukte hen de auto weer op gang
te helpen, doch de vrees voor een
hernieuwd afslaan van de motor,
deed de bestuurder aan T. H. ver
zoeken even een blokje om te rijden,
terwijl hij zelf een boodschap deed.
Zonder zich te bedenken kroop T.
H. die geen auto-monteur is en geen
rijbewijs bezit, achter het stuur en
begon aan zijn „blokje om".
Van de Hoefstrata door de Molen
straat naar de Bisschop Soniusstraat
nam hij een bocht zo slecht dat hij
een hem tegemoet komende wielrij
der omver reed. Zonder zich te be
kommeren om zijn gelukkig onge-
(72)
kwetst slachtoffer en diens vernielde
rijwiel reed hij met een hoge snel
heid (het gaspedaal bleef, verklaar
de hij later, vastzitten) naar het Pa-
duaplein, waar hy op het trottoir
enige kinderen schepte, die echter
door de botsing geen letsel opliepen.
Weer bekommerde de man zich niet
om zijn slachtoffertjes en belandde
hij in de Hoefstraat op het trottoir,
waar nu de 48-jarige voetganger A.
de L. zijn volgende prooi werd. De
man liep bij deze aanrijding een ge
compliceerde beenbreuk en een her
senschudding op. De botsing kwam
zo hard aan dat een schoen van het
slachtoffer door een bovenraam van
een school vloog, en een lamp ver
nielde. Maar weer trok T. H. zich van
zijn slachtoffer niets aan. Bij zfjn
poging de Hoefstraat over te steken
kwam hij met de auto links van de
weg tegen een boom aan, waardoor
de wagen aan een zijde werd open
gereten. Dit betekende het einde van
de dollemansrit, want hij werd on
middellijk door de politie gearres
teerd. Het bleek toen dat T. H. in de
loop van de middag acht glazen bier
had gedronken. Zelf had hij bij al
zijn escapades slechts zeer lichte ver
wondingen opgelopen.
Vakant'e-oord
totaal afgebrand
Zondagmorgen, tegen 12 uur werd
brand ontdekt in het vakantie- en
conferentie-oord „Het Meenthuls" op
de grens van Hulzen en Blaricum.
Ofschoon de onmiddellijk gewaar
schuwde brandweren van Blaricum
en Huizen onverwijld toesnelden,
kon .men het gebouw niet behouden.
Een uur later was het totaal uitge
brand. Persoonlijke ongelukken kwa
men niet voor.
Tachtig kinderen en hun leiders,
die in het Meenthuis logeerden, kon
den hun bagage redden. Zij zijn in
een nabij gelegen kampeercentrum
ondergebracht en zullen in de loop
van de dag naar huis terugkeren.
„Het Meenthuis", voor de oorlog
reeds een geliefd centrum van de
AJC telde 250 bedden. Het was een
gebouw van één verdieping, gedekt
door een rieten dak. Onder of in dit
dak is door tot dusver onbekende
oorzaak de brand ontstaan. Het
brandende, op het eind van een Gooi.
se heuvelrug liggende gebouw, dat
uitkeek over de Meent en het T.Tssel-
meer, leverde gevaar voor het om
liggende bos op. De brandweren kon
den dit gevaar keren. Bij het blus-
singswerk had men aanvankelijk te
weinig waterdruk. Van de Larense
watertoren af. was dit euvel door
extra pomnen vrii snel verholpen.
Ofschoon een klein deel van de in
ventaris van het "ohouw kon wor
den gered, wordt dn hrandsnhnde
voorlopig op 1^ tot 2 ton geraamd.
1 IN HET BLAUW 1
door FRANK PERKY
35).
„Bent u vanavond alweer uitge
weest?", riep ze verontwaardigd. Het
was zuster Coffey. „Als dokter Lan-
caster dat wist, werd u weggestuurd".
„Hé, toe nou, Rose, verklik me
niet", smeekte Ogden. Hij behoorde
tot het soort, die alle verpleegsters
en dienstmeisjes bij de voornaam
noemde. „Ik zal je een grote doos
bonbons meebrengen als je niets
verteld. Een mens kan toch niet al
tijd in deze gevangenis opgesloten
zitten, dan kun je evengoed dood zijn.
Of heb je liever een paar zijden kou
sen?"
Zuster Coffey glimlachte onwille
keurig. Het was blijkbaar niet de
eerste maal, dat Ogden haar had om
gepraat en omgekocht en de dege
lijke. onknappe vrouw was gevleid
door deze gedwongen attenties. Doch
nu onderdrukte ze haastig de glim
lach en keek zeer afkeurend.
„Heb je al die tijd buiten gewacht
nadat je uit het raam gesprongen
was?", vroeg Greer hem.
„Welk venster?", informeerde Og
den.
De rechercheur kon hem niet ertoe
brengen te bekennen, dat hij een half
uur tevoren in het kantoor geweest
was. Hij hield vol, dat hij juist uit de
stad terugkwam.
Maar als het Ogden was, die hij
de eerste keer in het kantoor aantrof,
overwoog Greer, dan zocht hij geen
morfine voor eigen gebruik. Deze
jongen met zijn frisse gelaatskleur
en kalme zenuwen vertoonde geen
sporen van verslaafdheid aan ver
dovende middelen.
„Toen ik vanmorgen voor de deur
wachtte om dokter Lancaster te spre
ken, hoorde ik jullie gesprek over de
kaartenkasten", bekende Ogden. „Ik
heb altijd verlangd om mijn krach
ten eens te kunnen beproeven als
amateur-detective, maar ik kreeg
nooit de kans".
„Vanaf de avond dat ik de trap
afkwarm en dokter Nichols aan de
voet ervan zag liggen, voel ik een
brandend verlangen om te ontdek
ken, wie hem vermoord heeft. Ik
weet, dat ik heb rondgesnuffeld en
aan de deuren geluisterd en massa's
dingen gedaan, die men niet behoort
te doen".
„Maar u moet toegeven, dat ik
althans een ding heb ontdekt, het
welk de politie over het hoofd heeft
gezien, dat dokter Lancaster op de
morgen van de moord een mes uit
de operatiekamer heeft genomen en
niet teruggebracht".
„Dat is waar", zei zuster Coffey,
ietwat ontdaan. „Ik was erbij. Ik
weet niet, waar dat mes gebleven is.
Ik bracht de instrumenten terug
naar de operatiekamer om ze te
steriliseren en het mes was er niet
bij".
„Wie was de patiënt?", vroeg
Greer.
„Een zekere Hunter", antwoordde
zuster Coffey „Een van de bed-pa-
tiënten, hij kan onmogelijk het mes
hebben weggenomen. Ik geloof zeifis
niet, dat hij dokter Nichols ooit ge
zien heeft. Ik ben een tijd later nog
zijn kamer geweest om naar het mes
te zoeken, maar het lag er niet en
hij wist er niets van".
„Hebt u het nog tegen dr Lancas
ter gezegd?"
„Neen; ik vond het toen te onbe
langrijk".
„Hebt u er na de moord nog met
dr. Lancaster over gesproken?"
„Nee, stel je voor!", zei zuster Cof
fey ontdaan. „Ik zou er niet aan den
ken, dokter Lancaster te ondervra
gen".
Een auto hield voor het sanatorium
stil. De buitendeur ging open en
dicht. Zuster Coffey spoedde zich de
gang in. Greer en Ogden, die in het
kantoor wachtten, hoorden hoe ze
een kreet smoorde.
„Dokter Lancaster! Bent u ge
wond?"
Hierop klonk dr Lancaster's stem,
ietwat geforceerd: „Nee, nee, het
heeft niets te beduiden, het is niets".
Daarop liet zich een andere stem
horen, die zij als dr. Neal's stem
herkenden. „Alleen een lichte flauw
te", zei dr. Neal met geveinsde luch
tigheid. „Een kleine duizeling. Dat
is zo weer beter".
Dr. Neal hielp dr. Lancaster de
trap op.
„Zal ik niet met u meegaan?",
vroeg de verpleegster.
„Nee, dank u", antwoordde dr. Lan
caster haastig. „Ik kan mezelf best
nelpen".
„Hij is al weer beter", zei dr. Neal.
„Ik zal wel zorgen, dat hij niet valt..
Een paar dagen in bed en hij te weer
de oude. Het is niets ernstigs, teveel
gegeten, denk ik".
Hij vatte het wel erg van de vro
lijke kant op, dokter NeaL Greer
luisterde, hoe ze langzaam de twee
trappen beklommen.
„Lancaster heeft iets uitgehaald",
fluisterde Ogden.
Toen Greer in de gang kwam, stond
zuster Coffey met een verwonderd
gezicht onder aan de trap.
„Dr. Lancaster zag vreselijk bleek','
deelde ze Greer mede, en hij had zijn
overjas als een cape om zijn schou
ders geknoopt".
„Misschien heeft hij een ongeluk
gehad", mopperde Greer. Rijdt hij
auto?"
Zuster Coffey schudde het hoofd.
„Neen. Hij heeft zeker aan dr. Neal
gevraagd om hem te komen halen.
Maar het was niet zijn stem door de
telefoon, een ander belde op".
„Hij kan niet ver weg zijn ge
weest", meende Greer. „Dr. Neal is
niet meer dan een kwartier wegge
weest".
Toen ontdekte zijn speurdersoog
een donkere vlek op een der trap
treden. Hij streek er met de vinger
langs en zijn vinger kleurde zich
rood.
„Een bloeddruppel!*', riep hij uit!
..Dr. Lancaster is gewond!"
„Waarom heeft hij dat niet ge
zegd?", vroeg zuster Coffey.
„Waarom wilde ze niet, dat ik
hielp?..
„Die man weet méér dan goed voor
hem is", zei Lonnie Ogden met over
tuiging.
HOOFDSTUK XXIV.
DE GEVAARLIJKE BENDE.
Een half uur later werd Greer on
der protest tot dr. Lancaster toege
laten. „Kunt u niet tot morgen wach
ten?", verzette dr. Neal zich. „Dr.
Lancaster is ziek".
„Gewond, bedoelt u", zei Greer. Hij
zag de dikte yan een verband om dr.
Lancaster's linkerschouder. „Is het
niet beter om deze kwestie meteen
op te helderen?"
„Er zal wel niets anders opzitten".
Dr. Lancaster kreunde. „Ik heb ge
poogd om de zaak geheim te houden,
terwille van het sanatorium en
dokter Nichols".
„Hoezo dr. Nichols?" vroeg Greer
Lancaster aarzelde nog steeds.
„Kom er liever mee voor de dag",
drong Neal aan. „Als je naar myn
raad geluisterd had. had je jezelf al
deze narigheid en pijn bespaard. Je
mag van geluk spreken dat je nog
leeft Ta hebt genoeg gedaan voor dr.
Nichols".
(Wordt vervolgd)