Bij de Adamskinderen
der schepping
VOOR HET MODERNE KANTOOR....
Nu de benzineprijs stijgt
U hebt geen recht op voorrang
Nederland wordt zwaarder
DE LEIDSE COURANT
In ongerepte wouden van_ Borneo
Reeks van snelle
ontdekkingen
LIET WAS INDERDAAD een unieke
ervaring om als een tweede Ha-
bacuc plotseling te worden opgeno
men en uit het hoog ontwikkelde Ne
derland te worden geroepen naar de
wellicht meest primitieve streken
onzer aarde. Het missiewerk bracht
mij in de ongerepte wouden van
midden Borneo, waar ik als enige
Europeaan jarenlang het lot deelde
met ik mag wel zeggen de
Adamskinderen der schepping. Maar
het contrast werd nog verre overtrof
fen, toen ik in een uitgeholde boom
stam met een zestal gebronsde roeiers
de wildernis introk. Voor ons rezen
de schuimbekkende koppen van de
wilde bergstromen op met haar wa
tervallen en ijzingwekkende draaik
ken. Bij zulke gigantische machten
wordt ons gammele schelpje een be
lachelijk speelballetje.
Het holle boompje valt geheel weg,
ware het niet bezield en gedreven
door 't vernuft en de vindingrijkheid
van de menselijke geest, die de razer
nij der wateren meesterlijk over
won, de sterkste vensnellingen pas
seerde en de meest huiveringwekken
de draaikolken zegepralend versloeg.
De mens en hij alleen is uitgeroepen
tot koning der schepping! Zo is het
ook in het nog meer uitgesproken
contrast tussen het maagdelijke woud
en ons. Staande temidden van die
onafzienbare wildernissen, waar God
als het ware een overdaad van plan-
tenzaad heeft uitgestrooid, dat tot
volle wasdom uitgegroeid, vóór u
statat in al haar grandioze majesteit,
macht en rijkdom, krimpt een men
senkind ineen. Ook daar heeft Gods
machtige vinger hem op en stelt de
mens als koning en heerser over het
oerwoud! Dezelfde vermorzeling en
bekroning was ongetwijfeld ook het
lot van het eerste mensenpaar, daj
juist uit de weelderige lusthof ver
jaagd, in onbeschrijfelijke ellende
moet hebben gestaan temidden van
die nog onbegaanbare chaos. Wij
vragen ons af, waar ze hebben ge
woond, waarmee ze hun honger stil
den.
Mijmeringen.
Uit eigen ervaring kan ik mij niet
anders indenken, dan dat ook zij de
eenste tijd niet meer betrokken dan
een rotskloof langs het voortjagende
water, terwijl hun voedsel rauwkost
moet zijn geweest, zoals wilde sago,
een visje, een bosschildpad, wat jonge
bladscheutjes, en een dronk water.
En in onze fantasie zien we Adam 'het
woud verkennen om de schatten van
Gods natuur te ontdekken. Op zekere
dag, terwijl Eva treurig neerzit langs
de oever van een snelle vliet, duikt
plotseling Adam uit het bos, beladen
met een pak kleurige lappen van
enorme grootte. Hij was gestoken in
een lang afhangend kleed. Het bleek
de met een houten knots uitgeslagen
bast te zijn van de „Ipohboom". Een
variant hiervan is een donkere lap,
dc bast van de „Tekalongboom". En
hiermee was het kledingsraadsel op
gelost, de vijgenblaadjes werden los
gerukt en daar zaten de eerste men
sen in een voor die streken onberis-
kerende reeks ontdekkingen, zo snel
en opzienbarend, dat zelfs een Edi
son er van zou hebben genoten. Rotan
en bamboe: Hier noem ik ongetwij
feld de twee meest waardevolle pro-
dukten, die de hoekstenen vormen
van het dagelijks leven der primitie
ven en zelfs van de ontwikkelde
westerlingen. Rotan, ook wel rotting
of Spaans riet genaamd, is een slin
gerplant, die als een plantaardige
slang, in eindeloze dikten en kleuren
door het oerwoud kruipt en het orde
loze geboomte vastsnoert tot een on
ontwarbare kluwen van weelderige
wanorde. De Adamskinderen strui
kelden vaak over die dikke wirwar
van lussen en strikken. Deze schijn
bare vijanden waren een bron van
zegen. Maar bij langdurige droogte
vatten de bamboestengels door frictie
vanwege de wind vlam en veroor
zaakten soms een gevaarlijk maar
prachtig bosvuurwerk. Dit aanschou
welijk onderwijs van Moeder Natuur
was misschien wel oorzaak van he'
ontstaan van de eerste lucifer. Een
kort stukje rotan, stevig tussen de
handen gewreven, in de holte van een
plankje, doet droge plantten vezels
spoedig gloeien en zo ontstaat het
vuur. Eva moet wel verrukt zijn ge
weest, want naast de rauwkost geurde
nu een heerlijk reebokje boven het
vlammende braadspit! Rotan vormt
nog steeds het touwwerk en het al
gemeen gebruikte bindmiddel voor
alle dagelijkse benodigheden. De rots
spelonk werd ontruimd en men
bouwde een fraai huis, geheel opge
trokken uit bamiboe, dat stevig werd
samengesnoerd met rotan. Vloeren
maakte men van gespleten bamboe,
terwijl het gespleten rotan een keur
van duurzame matten schonk voor
de moderne meubilering.
Voedselproblemen.
Het voedselprobleem was bij tover
slag opgelost, toen men met dikke of
dunlne rotanlussen de dieren ver
schalkte en de provisiekast van Eva
gevuld werd met wilde zwijnen, reeën
en gevogelte naar ieders smaak. Bam
boe groeit in allerlei dikten zelfs tot
twee decimeter middellijn. De dikke
holle bamboe wordt gebezigd als pot
om water of etenswaren boven een
vuur te koken. Rijst, in bamboe toe
bereid, smaakt inderdaad veel beter
dan onze in ijzeren of stenen pot
ten bereide rijst. Het nut van bam
boe en rotan is praktisch eindeloos!
Behalve waardevol keukengerei vor
men ook de jonge spruiten van bam
boe een zeer smakelijk gerecht. Zo
als bij ons de asperge-spruiten, zo
prijken op de Oosterse tafel de ge
kookte jonge loten van de bamboe-
plant.
Rotan en bamboe beheersen het
Oosters leven. Hoeden, buikriemen,
bustehouders, 'bretels en andere
mode-artikelen maakt men hier uit
slingerplanten en bamiboe.
Sierlijk gegraveerde doosjes en ko
kers voor tabak of snuiterijen, nemen
de plaats in van onze kastjes en berg
plaatsen, terwijl 'het werkvolk in de
rimboe voor sleep- en hijswerk, voor
vlotten en boten, kortom voor hon
derd en één karweitjes zijn toevlucht
neemt tot deze boeprodukten.
Kauwgom.
En dam nog de eindeloze reeks van
andere voortbrengselen! Scheepsla
dingen van het kostbaarste timmer
hout helpen een paleizenwereld bou
wen in alie landen' Jaarlijks worden
diuizendien balen hans verscheept naar
pelijk costuuim. De rijke schuimende de vernisflalbrieken, en grote hoe-
veelheden kamfer uit de „Kamferbo
schil van de zeepvrucht, nu Boea
Langgir genaamd, verfraaide even
eens het voorkomen onzer voor
ouders.
Ontdekkingen.
Er volgde een bijna dagelij' terug-
tieve jeugd het gestolde sap kauwt
van de „Djeloetongboom", dat groot
scheeps naar Amerika verhuist
door de slimme heer Wrigley in de
handel wordt gebracht als „Wrigley's
kauwgom". Ik deed slechts een greep
in de rimboedoos van Pandora. Ook
wij, moderne Nederlanders, grabbe
len in de rimboe to verton! Mogelijk
leest ge dit blad gedoken in uw luch-
tige rieten tuinstoel van rotan. Vóór
u staat in de serre het luxe bamboe-
tai tje. Uw huismeubelen en deuren
glimmen van de verf of vernis uit de
tropische oerwouden. Mama strooit
wat kamferballen in haar linnenkast.
Grote broer stemt zijn viool en be
strijkt de strijkstok met een la:
hars. Pa gaat wandelen met een echte
rotan wandelstok, en Jantje pakt de
bamboe hengelstok om te gaan vis
sen.
Enfin, u ziet wel, dat naast onze
hypermoderne schatten van radio, te.
levisie, film en zo meer, wij nog nauw
zijn verbonden met de primitieve tij
den van Adam en ook met onze voor
vaderen nog hecht zijn vastgesnoerd
vooral door bamboe en rotan met de
onmetelijke schatten, die wij als hulp
middelen kregen uit dit schijnbaar
waardeloze ballingsoord.
TOENG SIENG FOE.
AUeumóte mufje
Het verplaatsbare elektroni
sche Brein „baby-brain" E-101,
afgebeeld op deze foto, zal
vermoedelijk de grote trek
pleister worden van de ten
toonstelling van kantoorbe
hoeften, welke in Parijs zal
worden gehouden, ^et „Baby-
Brain", dat in elke kantoor
ruimte ge- en verplaatst kan
worden, kan in 65 minuten
tijd de oplossing leveren van
wiskundige vergelijkingen,
waaraan een bekwaam inge
nieur 26 uur zou moeten wer
ken. Het indrukwekkende ap
paraat, dat de oplossingen le
vert met een snelheid van 24
cijfers per sekonde, verricht
20 optellingen of aftrekkingen
per sekonde en berekent 4
vermenigvuldigingen of de
lingen in dezelfde onwaar
schijnlijk korte tijd.
LET OP DE KLEINIGHEDEN
gestegen is, wordt het autorijden
duurder dan ooit en zal menig auto
mobilist op zijn rij kosten willen be
zuinigen.
Het zijn vaak juist de kleinigheden
die bij het economisch gebruik van
een auto belangrijk zijn. Kleinighe
den, waarbij men meestal in het ge
heel niet stil staat, omdat ze zo onbe
langrijk schijnen dat het lijkt of ze
in het geheel niet van invloed zijn
op de levensduur van de auto en van
sommige onderdelen daarvan.
Vooral waar het de banden betreft,
kan men met een klein beetje extra
zorg geld besparen. Men heeft n.l.
als automobilist voor een groot deel
in eigen hand de levensduur van het
autoschoeisel te verlengen.
We zullen het hier niet hebben
over de verschillende factoren, zoals
b.v. het regelmatig verwisselen van
de banden, de mechanisatie conditie
van de wagen e.d. doch slechts over
één ogenschijnlijk minder belangrijke
factor, de spanning en de daar nauw
verwante kwestie van de belasting en
de snelheid.
Houdt ze in spanning.
Elke bandenfabrikant verstrekt
van alle producten, die zijn fabriek
verlaten, nauwkeurige gegevens om
trent de maximaal toelaatbare be
lasting en de spanning. Men doet dit
niet om het de automobilist moeilijk
te maken en evenmin om op een ge
makkelijke manier een handvat te
hebben om zich, in geval van een
garantieclaim gemakkelijk te distan-
ciëren, Neen, dit geschiedt omdat al
leen indien de gebruiker deze voor
schriften precies naleeft, het volle
rendement uit de banden kan wor
den gehaald.
Het gaat er in deze tijd werkelijk
niet meer om koste wat het kost zo
veel mogelijk banden te verkopen;
men" vinden hrun weg naar de lin- een tevreden gebruiker is ^primair
nenkasten der Europese huisvrouw.
De Ellipe of Engkabangnoten vul
len de fabrieken van plantenvet, dat
de rimboe onbewust bij u op de ont
bijttafel tovert.
En is het u bekend, dat onze spor
endeze tevreden gebruikers
kweekt men alleen door ze zo lang
mogelijk van hun hoge uitgave te
laten profiteren.
Veel automobilisten hebben de nei
ging de banden van hun wagen in
Schepen aan dfiwichilt'a &iya%en(ïiótjeö
BENZINEPRIJZEN
t
prijsstijgingI
onvoldoende mate op te pompen. Een
dergelijke onderspanning kan zeer
ernstige en kostbare gevolgen heb
ben. De band zakt n.l. te ver door en
het slijtagebeeld van het loopvlak
vertoont duidelijk sporen waaruit
blijkt, dat de band aan de zijkant „ge
dragen" heeft.
Water en vuur.
Het rendement wordt aanzienlijk
minder, want de band moet reeds
worden vervangen voordat het gehele
rubberlaag is versleten. Bovendien
buigen de zijflanken overdreven
door, hetgeen een overmatige warm-
te-omwikkeling tot gevolg heeft en
warmte en rubber zijn evengrote vij
anden als water en vuur.
Gemiddeld kan men om het bo
venstaande met enkele cijfers te illu
streren rekenen cp een verlies aan
rendement van 5% bij een onderspan
ning van 10%. Bij 20% onderspan
ning is dit verlies reeds gestegen tot
ca. 16% en bij 30% onderspanning
zijn de banden Tjinnen 2/3 van de nor
male levensduur geheel versleten.
Deze verliespercentages nemen naar
mate men de spanning lager kiest,
steeds in omvang toe. Rijdt men b.v.
op het heJft van de voorgeschreven
spanning, dan bedraagt het nuttig
rendement nog slechts 22%.
Een soortgelijk beeld krijgen we,
wanneer het gewicht dat op elk van
de banden drukt te hoog wordt, Bij
overbelasting dus en ook hier geeft
elke afwijking verlies aan rendement.
Sneller versleten.
Zeer belangrijk tenslotte voor het
sparen van de banden is de rijsnel
heid. Ook dit zullen we met enkele
voorbeelden illustreren.
Langzaam rijden spaart banden.
Stellen we dat de banden bü een snel
heid van 50 km. per uur een rende
ment leveren van 100%, waarbij van
zelfsprekend de spanning en de be
lasting niet afwijken van de voor
schriften, dan blijkt dat bij een ver
hoging van de rijsnelheid tot 60 km
per uur reeds 12% van de totale le
vensduur verloren gaat. Bij 70 km
per uur rest nog slechts 78% van de
levensduur, terwijl een snelheid van
75 km per uur het rendement be
perkt tot 67%. Naarmate de snelheid
toeneemt daalt het rendement en
bü snelheden boven de 75 km per
uur is dit nog slechts bedenkelijk
klein. Wie dus zuinig wil rijden, moet
dus in de eerste plaats zorgen voor
niet te hoge snelheden.
Daarbij komt nog dat een lage
snelheid een aanzienlijke besparing
van het benzineverbruik met zich
brengt. Al met al zyn het hier dus
juist kleinigheden die zeker de moei
te waard zijn.
De heer George Fallowfield te South- twee hobby's, te weten het bezoeken spel voorziet, en het bouwen van
wick in het Engelse graafschap Sus- van alle thuiswedstrijden van de
sex, werd tijdens de eerste wereld- voetbalclub Brighton Albion, waar
oorlog gewond en is sindsdien blind bij zijn vrouw hem op snelle en ver
en doof. Hij kent thans nog maar nuftige wijze van commentaar op het
|?R WORDT WEL EENS geklaagd
dat het theoretische gedeelte van
het examen voor het verkrijgen van
een rijbewijs te zwaar is. Wij geven
direct toe, dat hetgeen de a^. automo
bilist of motorrijder op dit gebied be
hoort te weten verre van eenvoudig
is, doch aan de andere kant menen
wij dat de stof, die men zich eigen
moet maken, zeker niet te hoog gaat
en slechts een basis vormt om de
automobilistenloopbaan te beginnen.
U hebt geen recht!
Vaak ziet men er tegen op om ,.de
bordjes" uit het hoofd te leren en
wat dieper in te gaan op de proble
men van de voorrangs- en waaht-
regelingen en wat er nog meer voor
de moderne verkeersdeelnemer nodig
is. In tijdschriften en kranten, voor
de radio en op alle mogelijke andere
manieren worden de Nederlandse
aiutomobilisten en motorrijders steeds
weer voorgelicht met betrekking tot
de verschillende verkeersproblemen
en verkeersregelingen.
Twee punten zijn er echter, waar
aan o.i. wel eens te weinig aandacht
wordt besteed. In de eerste plaats het
p»unt met betrekking tot de voor
rangsregeling. Telkens weer horen
wij automobilisten en motorrijders
de mening verkondigen „ik had voor
rang" en hierin schuilt een groot ge
vaar.
I"\E NEDERLANDSE wetgeving n.L
erkent geen recht van voorrang,
doch uitsluitend de pliaht om onder
bepaalde omstandigheden voorrang
te verlenen. Het „ik had voorrang"
gaat onder geen enkele omstandig
heid op en geen enkele wegge/brui
ker kan zich op dit recht beroepen.
Wel kan de rechter de tegenpartij
aanspreken, omdat deze geen voor-
scheepsmodellen waarvoor sir Wins- rang verleende, doch dit is uw zaak
ton Churchill hem lege sigarenkistjes niet. Het is daarom een kwestie van
stuurt. Hier ziet men hem met z'n het allergrootste belang om deze
zoon bij een van de scheepsmodellen, voorrangsregeling met extra zorg en
Voorzichtigheid te hanteren en men
doet er ongetwijfeld beter aan een
mede-weggebruiker, die zoals ons
dagelijks overkomt blijkbaar nog
nimmer van deze voorrangsplicht
heeft vernomen, voor te laten gaan.
Het tweede punt, waarop wij hier
nog eens de aandacht willen vesti
gen, heeft betrekking op het inhalen
op de buitenweg. Tientallen malen
per dag kan men zien, dat een voor
rijdende auto, die een andere wagen
gaat inhalen, de richtingaanwijzer
uitsteekt alvorens deze manoeuvre
te beginnen. Een dergelijke handel
wijze geeft ons altijd een enigszins
onzeker gevoel inzake de rijkwali-
teiten van de man achter het stuur.
Een inh aal-manoeuvre immers, heeft
in het geheel niets te maken met het
veranderen van richting, waarbij
zoals wettelijk is bepaald duidelijk
een teken moet worden gegeven.
Wanneer men een voorliggende
auto inhaalt, dient men zich tevoren
te overtuigen dat hierbij de overige
verkeersdeelnemers niet worden be
lemmerd en het is dus noodzakelijk,
behalve te letten op tegenliggers, in
niet mindere mate aandacht te schen
ken aan het achterop komend ver
keer!
Dan móógt ge niet inhalen.
\I7ANNEER HET nu werkelijk nodig
is om met het uitsteken van een
richtingaanwijzer aan het achterop
komend verkeer kenbaar te maken,
dat men gaat inhalen, dan is het be
wijs geleverd dat de inhaalmanoeuvre
eigenlijk een groot gevaar inhoudt.
Wanneer men zonder gevaar kan in
halen en er dus geen achteropkomend
verkeer in de buurt is, welnu, waar
toe dan het uitsteken van de pijl?
Deze handeling, welke vooral bij
avond en bij regenachtig weer uiter
mate verwarrend kan werken, wordt
door alle automobilisten, die hier een
gewoonte van hebben gemaakt, ver
richt in de overtuiging dat zij hier
mede werkelijk al het mogelijke heb
ben gedaan om de verkeersveiligheid
te bevorderen en het tegendeel is
juist het geval.
Een uitermate belangrijk en nuttig
accessoire, dat eigenlijk op geen en
kele auto mag ontbreken en dat by
de inhaalmanoeuvre van groot belang
is ,is de buitenspiegel. Wie zijn wagen
van een dergelijk uitrustingsstuk
voorziet en dit in combinatie met de
binnenspiegel gebruikt, zal de rich
tingaanwijzer als hulpmiddel bij het
inhalen nimmer meer nodig hebben.
Het lykt maar een kleinigheid,
maar de veiligheid van het verkeer
is er mede gediend.
Ongetwijfeld zal de droomman van
ieder jonge meisje een slanke jonge
man zyn, breed in de schouders, smal
in de heupen die zich beweegt met
de lenigheid van een panter.
En vrouwelijk Nederland mag dan
thans nog een overvloedige keuze uit
dit mannentype kunnen maken, de
kentering heeft zich reeds aange
diend, zoals moge blijken uit bijgaand
grafiekje, dat duidelyk aantoont hoe
in vijf jaar tyd zich ruim twee kilo
gram meer over onze gestalten uit
smeerde.
Deze cijfers hebben betrekking op
de lichaamsgewichten van dienst
plichtigen, doch het zou dwaasheid
zyn te veronderstellen dat slechts
deze categorie zou delen in de ver
hoging van de „omvangswelvaart" en
de rest van onze bevolking tot de
vergeten groepen zou behoren.
Als wij de gekeurde dienstplichti
gen van 1956 eens op de weegschaal
zetten, dan zien we hoe de lichtge
wichten steeds verder worden te
ruggedrongen. In dat jaar woog er
slechts 1,17% minder dan 50 kg. tegen
2,58% in 1951. Tussen de 50 en 60
kg. vinden we 19,15% in 1956 en
28.47% in '51. De recruten van 1956
tellen bovendien 45 „zware jongens"
want van de bijna 76.000 gekeurden
waren er 45 zwaarder dan 100 kg.
In 1951, toen er bijna 80.000 jonge
mannen werden gekeurd, waren er
slechts 27 die de 100 kg. haalden en
dus de fourier in grote moeilijkhe
den brachten.
Over de oorzaken van deze ge
wichtsvermeerdering zullen we ons
„niet dik" maken. Deze zullen zeer
zeker liggen in het sociologische
vlak, o.a. door automatisering van de
industrie, die het de gemiddelde ar
beider veelal gemakkelijker heeft ge
maakt.
Dat de gekeurde recruten sinds
1951 gemiddeld 1 centimeter langer
waren is eveneens een bijdrage tot
onthulling van het raadsel der kilo
grammen.
Mocht de stijging van ons lichaams
gewicht in dezelfde mate voortgang
vinden, dan mogen we vaststellen dat
ons landje met een gezellige troep
zal worden bevolkt. Immers, „de ge
zellige dikkerd" doet nog steeds op
geld en het is niet aan te nemen dat
een massale gemeenschap van ge-
wichtigen dit principe zou verlooche
nen.
1 NEDERIAIVO WORDT ZWAARDER I