Minister wil de melk voorlopig blijven afromen Leiden in 1578 uit de lucht gegrepen Met de tend, de taan uit •- Antwoord in Tweede Kamer: Landbouwpolitiek gericht op de productie-verhoging Jh:j!wiaag BEROEMDE LEIDENAARS visie op televisie Ij MAART 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA 10 Kloosters van het Rapenburg I T is hier de namen „Doelen- steech") en Nonnenbrug oriën teren u onmiddellijk aan het Ra penburg, dat deel ervan, dat wordt begrensd door Nonnensteeg en Doe lengracht in het zuiden en westen. Aan de bovenzijde van de repro ductie: „Troomsklooster", een groot complex, dat zijn grens vindt aan de Doelensteeg. Dit klooster was het klooster Roma of Sint Hieronymus- huis. De zusters van de Sint Hierony- murorde te Leiden woonden reeds in 1429 in de Jan Vossensteeg. In 1448 schreef Rudophus van Diep- holt, bisschop van Utrecht, aan deze zusters, verenigd door de band van liefde en zusterlijke minne, de regel van Sint Augustinus voor. Hun sa menleving werd toen kloosterlijk en in de zorg van de prior der Cister- siënsermonniken te Warmond aanbe volen. Tussen de jaren 1440 en 1448 wer den door het klooster erven aange kocht aan de voor. en de achterzijde van het Rapenburg, de laatste zijde in die tijd niet Doelengracht maar Jan van Woudenland genaamd, een deel van groter bezit, dat zich tot aan de Witte Singel en vermoedelijk zelfs tot aan het Galgewater uit strekte. ter en bestond uit verschillende gebouwen. Ik vestig uw aandacht op de langgerekte voorgevel aan het Rapenburg met hierop dwars gecon strueerde huisjes. De kapel, u ziet het eenvoudige gebouwtje met toren en kruis, ge wijd aan St. Hieronymus, werd in 1448 door de bisschop tot oratorium verheven. Het patershuis bevond zich aan de Doelensteeg, terzijde van de afgesloten kloostergbouwen. Na de secularisatie werd in juli 1575 door schepenen - an Leiden op dracht gegeven de kloostergebouwen in het openbaar te verkopen. De op brengst zou ten bate van de Universi teit komen en speciaal voor het beta- len der „wedden" van de hooglera ren. De verkoop vlotte niet, omdat de gebouwen tijdens het beleg, onbe woonbaar geworden waren door in kwartiering van de soldaten van de graaf Van der Marck en doordat vele vluchtelingen van buiten de stad hier een tijdelijk onderkomen hadden ge vonden met hun vee. Eindelijk werd het aanbod van de lombardhouder Francois Massazia aanvaard, die 2600 pond voor het complex wilde betalen. Men zat in geldnood, want de hoogleraren dreigden hun ambt neer te leggen, wanneer spoedige voldoe ning van de achterstallige salarissen uitbleef. De voornaamste gebouwen Museum van Oudheden. Met een en kel woord zij gezegd, dat dit pand in zeer aanzienlijke handen is geweest. Jonker Guido van Meetkercken en diens echtgenote Theodora van Wijck verkochten dit perceel, dat zijn voor gevel aan de deftige Papengracht had en de achterpoort aan het Ra penburg (zijnde de vestwal), in 1582 aan de gezusters van Nassau, doch ters van jonker Paulus, o.a. drost van de markgraven van Bergen op Zoom te Halsteren. Hun huisgenote en mede-eigenaresse van het pand was jvr. Anna van Lyere. Niet lang na 1582 namen de gezusters Adriana en Johanna van Nassau, twee dochters van jonker Cornelis van Mechelen hun zuster jvr. Barbara van Nas- sou, n.l. Wilhelmina en Margaretha van Mechelen, zij zich in huis. De laatste, het „Vrouwtje van Meche len", zeer bekend om haar relaties met prins Maurits en als moeder van zijn drie zoons. Men heeft de naam Hof van Zessen wel geïnterpreteerd als woning van zes dames. jiyiAAR we gaan nu weer naar de overkant. De turfmarkt werd gehouden voor het Witte Nonnen klooster. Na 1610 werd deze markt naar de tegenwoordige Turfmarkt overgebracht. Uiteraard lag de turf markt steeds op een plaats, waar de turfschuiten konden aanleggen. Tenslotte komen we aan de Acade mie, het voormalig Witte Nonnen klooster. We kennen als overblijf sel van dit complex de voormalige kloosterkerk van de Dominicanessen i of Witte Nonnen. Het klooster werd kort voor het midden van de 15de i eeuw gesticht. De eerste kloosterka pel werd in 1450 gebouwd, in de 16de eeuw vernieuwd en in 1516 gewijd aan de H. Maria Magdalena. In 1566 en 1572 werd de kapel door beelden stormers geteisterd; in laatstgenoemd jaar verlieten de nonnen de stad. Na dat de jonge Universiteit achtereen volgens haar zetel in het St. Bar baraklooster en in de kapel van het Faliedebegijnhof had gehad, werd in 1581 de kloosterkerk van de Witte Nonnen betrokken. Herhaaldelijk die we nu op de plaats var. het oude vonden uitbreidingen en vernieuwin. HnnsTAr vinnpn 7iin hpt InstiTiiiit klooster vinden, zijn het Instituut voor Tropische Geneeskunde (sinds 1924) en de Amsterdamse Bank. AAN de overkant van het Rapen, burg westzijde bevond zich het hof van Zessen, het tegenwoordige gen plaats, o.a. kreeg het gebouw in 1670 een toren naaar het ontwerp van Willem van der Helm, de toen malige stadsbouwmeester. ANNIE VERSPRILLE. De Tweede Kamer heeft gister middag het debat over het landbouw beleid voortgezet. Minister MANSHOLT zegt in zijn antwoord te menen, dat men uit moet gaan van deze grondgedachte van het landbouwbeleid: het bevorderen van zodanige omstandihegei voor de boeren en de arbeiders ln de land bouw, dat zij een zoo groot mogelijk aandeel in de produktie leveren en het scheppen van een aandeel voor allen, die produktief werk verrich ten. Het merendeel der bedrijven wordt gevormd door kleine bedrijven. Het beleid moet gericht zijn op zodanige behartiging der omstandigheden voor het kleine bedrijf, dat de boer als zelfstandige ondernemer op de duur kan blijven werken. Spr. betoogt, dat wat een schap kan doen niet door de overheid moet worden gedaan. Men moet begrip bij brengen voor de maatregelen, die genomen moeten worden. Men moet de boeren niet kopschuw maken. Het is onjuist om gerichte maatre gelen te zien als socialistisch. Hier is eenvoudig sprake van opportuniteit. Directe middelen worden al heel lang gebruikt, b.v. ten aanzien van de herverkaveling. Leze directe maatregelen heeft men naast globaal werkende als b.v. de voorlichting. Bedrijfsgrootte. Het vraagstuk van de meest ge wenste bedrijfsgrootte is van veel belang. Het beleid moet z.i. gericht zijn op een grootte, welke sociaal en economisch verantwoord is, waarop een volwaardige arbeidskracht ratio neel arbeid kan vinden. Maar kan men er mee volstaan 'n gunstig eco nomisch klimaat te scheppen? Er kan een wijziging optreden. Als er onze kerheid bestaat zal men zoeken naar aanvullende middelen. Deze maatre gelen hoopt spr. in de komende pe- Nu weer eens gemakkelijk, dan weer wat moeilijker: wanneer we te dikwijls openbare gebouwen «ou den afbeelden in de fotoprijsvraag „Met de Lens de Laan uit", sou zeker de animo sterk verminderen. Wanneer we hlerbU toch een ge bouw, dat we tot de genoemde groep moeten rekenen reproduceren, is dat, omdat hoewel het gebouw in het centrum van het dorp en aan de hoofdstraat staat, waarschijnlijk niet velen van de trouwe deelne mers aan dexe rubriek er dagelijks langs zullen komen. De vorige week De vorige week was een van die keren, dat de weergegeven plaats niet zo moeilijk te herkennen was: Het was inderdaad de Hoofdstraat van Sassenheim met de kerk van St Pancratlus. Winnaar van de waardebon van vijf gld. werd de heer K. Schrama, Beatrixstraat 7 te Sassenheim. De prijs zal hem worden toegestuurd. Wat U moet doen Schrijft gewoon op «en kaart, brief of briefje aan de puzzlere- dactle van onze courant, welk plekje D in deze foto meent te herkennen. Envergeet U vooral niet Dw brief in te sturen onder het motto: „Met de lens de laan uit" Het spaart de redactie moeilijkhe den en U behoedt U zelf voor de teleurstelling dat uw inzending niet meeloot. De inzendingen moeten vóór donderdag aa. in bezit van de redactie zijn. riode te ontwerpen. Zij zullen t.z.t. op hun mérites moeten worden on derzocht. De minister ontkent, dat hij struc tuurverbeteringen wil afdwingen door prijsbeleid, maar er is wel ver band tussen het prijsbeleid en ie politiek welke op structurele verbete ring van de landbouw is gericht. Spr. gaat vervolgens over tot be antwoording van de opmerkingen, die in het debat zijn gemaakt. Vestiging. Het vraagstuk van de vestigings eisen besprekend, zegt hij het stellen van eisen aan de persoon heel lo gisch te vinden. Als men in de mid denstand eisen stelt, dan is het te genstrijdig niet zekere eisen te stellen in de landbouw. De grond is uiterst kostbaar en kan men daar nu ieder een maar opzetten? Erfrecht. Bij de herverkaveling, waaraan grote bedragen worden ten koste ge legd, moet voorkomen worden, dat te kleine bedrijven ontstaan. De kwestie van het erfrecht komt nog nader aan de orde. De minister meent, dat een gunstige regeling voor de landbouw moet worden gecreëerd. De minister leelt mede, dat hij zal komen met voorstellen met betrek king tot het submarginale bedrijf. De bouwwijze van boerderijen zal z.i. moeten worden aangepast aan de revolutionaire wijziging, die de land bouw ondergaat. Van het maatschap pelijk onderzoek ter zake verwacht spr. veel. credietvoorziening voor de landbouw schiet op verschillende punten te kort. Daaraan zal aandacht moeten worden geschonken, zo ver klaart de minister. Het tegengaan van de ontvolking van bepaalde streken is een vraag stuk waar men nog niet uit is, meent spreker. De gedachte van een proef bedrijf in verband met een 48-urige werkweek acht spr. zeer aantrekke lijk. Deze gedachte is een onderzoek waard. Over de garantieprijs voor varkens zal nog in het landbouwschap moe ten worden gesproken. Aan de ontwikkeling ten aanzien van de eieren is niets gedaan, ver klaart de minister. Er zal z.i. wel weer een herstel komen. Zeer be treurt hij de wijze waarop Engeland eieren afzet. Daartegen is geprotes teerd.- Op de vraag of deze handelwijze van Engeland in strijd met de GATT is, zegt spr. niet aanstonds een ant woord te kunnen geven. Melk. De minister zegt er geen bezwaar tegen te hebben om de levering van melk met 3M pet. vet mogelijk te maken, maar het is z.i. zeer onge wenst dit op dit ogenblik te doen. Er bestaat geen dwingende nood zaak, b.v. uit gezondheidsoogpunt. Bovendien zou deze melk 6 a 7 cent duurder zijn. Wat de koelhuisboter aangaat zegt spr., dat het uit een oogpunt van goed beheer nodig was van de voor raden een belangrijke hoeveelheid naar het buitenland af te zetten. Als Philips van Leiden liet een boekenschat achter in zijn huis te Lei den, dat daarom ook nog in onze dagen „Templum Salomonis" (Tem pel van Salomon, tempel der wijsheid) wordt genoemd. Uit een aanzienlijk geslacht is Philips van Leiden geboren. Wan neer, is in de nevelen van de geschiedenis verborgen; wij grijpen vér terug ditmaal, tot diep in de veertiende eeuw. In ieder geval is wel bekend, dat Philips uit een groot gezin kwam: vijftien kinderen, waarvan er zes jong gestorven zijn. Ook zijn vader stierf in de kracht van zijn leven, zijn moeder schijnt eveneens niet oud geworden te zijn. De vroege dood van zijn ouders heeft de opvoeding van Philips echter niet geschaad. Zij was integen deel zeer zorgvuldig en gericht op een grootse kerkelijke loopbaan. Zijn broer Gerrit, genaamd Hoghestraet, pastoor te Noordwijk, heeft zich na de dood van zijn ouders zijn verdere vorming aange trokken. In 1345 verliet Philips Leiden om in Orleans te gaan studeren. Het bezoek aan hogescholen was in die tijd uitzondering, maar het schijnt, dat juist Orleans veel door Hollanders werd be zocht. Philips zal toen ongeveer twintig jaar oud geweest zijn. We weten niet, wanneer hij naar zijn geboortegrond is teruggekeerd. In ieder geval treffen wij hem acht jaar na het begin van zijn studie aan het hof van Graaf Willem V, die toen, steunend op de Kabel jauwse partij, op het toppunt van zijn macht stond. Philips zit vol denkbeelden over het vorstelijk absolutisme, hij popelde om zijn kennis in dienst dier regering te stellen. In 1353 ontving hij 25 Doomïkse schilden „om onse pleyt mede te verzwaren tot Utrecht" d.w.z. deel uit te maken van een gezantschap, dat in Utrecht de een of andere kwestie moest oplossen. Zijn functie aan het Hof is daarna van blijvende aard geworden. Tot zijn dood zal hij ,,'s Graven livrei" blijven dragen. Tijdens een ziekte houdt hem het plan bezig een verhandeling te gaan schrijven. Het is deze „De cura reipublicae et sorte principan- tis": „over de staatszorg en de rol van de vorst hierin", die hem ook na zijn dood beroemdheid heeft geschonken. Van het uitgebreide boek in moderne uitgaaf ruim 350 kloeke bladzijden bestaat het handschrift niet meer. De eerste gedrukte uitgaaf is van 1516, in 1701 is de tweede gedrukt en in 1900 de derde. Het getal boeken was in de middeleeuwen uiterst beperkt. Dat het veel inspanning vereiste aan een boek het leven te schenken blijkt wel uit het feit, dat er in duizend jaar tussen 500 en 1500 in totaal evenveel boeken zijn verschenen als tegenwoordig in één jaar. De beroemde librye van het Vaticaan telde niet meer dan 800 nummers. Philips wist dus wat hij deed, toen hij bij zijn dood bij testament zijn bibliotheek voor het publiek open stelde. Nu nog heet het huis op de hoek van de Kloksteeg en de Nieuwsteeg, waar hij gewoond heeft en gestorven is: „Templum Salomonis", Tempel der Wijsheid, naar de rijke boekenschat die de Leidse Philips bezat. Philips ontving voor zijn onderhoud bijdragen uit de staatskas, maar het zwaartepunt van zijn inkomen lag in de prebenden, de inkomsten uit de kerkelijke ambten. In 1357 was hij kanunnik van de Mariakerk in Condé, in 1359 van de St. Pieterskerk in Middelburg, in 1366 van de St. Pancras- of Hooglandse kerk te Leiden en in 1371, toen hij tijdelijk als vicaris in dienst van de bisschop van Utrecht was, van de Dom aldaar. De laatste tien jaar van zijn leven heeft hij zich niet meer actief met staatszaken bemoeid. In 1372 kocht hij zich een woning met erf in zijn geboortestad aan „Sente Pieters nuwe steghe". In dit huis, thans „Templum Salomonis", leefde hij nog tien jaar. Op 9 juni 1382 overleed hij en werd in de Hooglandse kerk begraven. Het weekend-showprogramma van deze week is vanavond in handen van de Avro. Johnny Kraaykamp en Rijk de Gooyer doen er in mee, in afwachting van een Europees dans- toernooi, waaraan 24 dansparen zul len deelnemen. Van deze t.v.-uitzen- ding stelt men zich kennelijk veel voor, want vier buitenlandse stations zullen relayeren. We hopen nu maar, dat het gebruikelijke zaterdagse di vertissement deze keer ook inhoud zal hebben. Het klein kunstprogramma vam Wim lbo vulde voor een deel de Vara-uit zending van donderdag. We zagen ook deze hoeveelheid hier gehouden was, zou de prijs aanzienlijk hebben moeten dalen. Technisch en administratief is het niet mogelijk geweest restitutie te geven voor verpakte boter. In antwoord op vracen van de heer Egas zegt spr., dat aandacht wordt gegeven aan de primaire tech nische vorming van de jonge boer en landarbeider. Wat het bouwvolume voor land bouwscholen aangaat zegt spr., dat hij daarover nog in het onzekere ver keert. Ten aanzien van verbetering der zandwegen zegt spr. geen enkele toe zegging te kunnen doen. Voor de ont sluiting van het platteland is deze verbetering intussen van bijzondere betekenis, zo geeft hij toe. Te half zes breekt de minister zijn rede af. Hij zal deze dinsdag vervol gen. een voortzetting van het rustige genre, wederom met Simon Carrnig- gelt en Hetty Blok, deze laatste in een verscheidenheid van cabaretnum mers. Omda-t de rubriek „U en uw regering" onverwacht moest komen te vervallen, werd een plaatsvervan ging ingelast: een interessant over zicht uit de dertiger jaren, van de bekende foto-reporter dr. Erich Sa lomon, welhaast de intelligentste van zijn tijd. Bekende politieke figuren van een vorige generatie werden als welkome herinneringen voor de oudere kijkers op het scherm ge bracht. In de „Spiegel der kunsten" heeft de schrijfster He 11a Haasse zich ook een bekwaam interviewster ge toond, die te juister tijd haar vragen wist te richten. In het N.C.R.V.-programma van deze week zijn we geboeid geweest door de vertoning van een spel van Norman^ King, dat we meenden te herkennen van een vroegere verto ning door de Haagse Comedie. Het stuk, „In de schaduw van twijfel" geheten, speelde in een nogal mis troostig milieu, waar een atoomge leerde, verdacht van verraad van ge heimen, een nieuwe functie verbeidt. Na een vrij slap eerste bedrijf met veel gepraat ontwikkelde het spel zich tot een meer overtuigend ver loop, waaruit kwam vast te staan, dat de veroordeelde de dupe van goed vertrouwen was geweest. Jam mer, dat de regie van Peter Koen slechts 'n sober gebruik van camera mogelijkheden had gemaakt. Eerder is in een gezamenlijk pro gramma de film „Morgen ben ik rijk" van Clarko vertoond. Het verhaal ontleende zijn bestaanbaarheid aan de voortreffelijke persiflage van ty pisch Engelse toestanden en eigen aardigheden. In het humoristische ka der viel de misdadigheid van beide hoofdfiguren buiten de normen van moraal, zodat men zonder bezwaar sympathie voor de boosdoeners kon opvatten. Er waren filmische vond sten in beeld en geluid, uitvloeisels van artistieke techniek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 12