Nu er haast geen hospita's meer zijn
De eerste transporten bolbloemen
zijn naar Keulen vertrokken
BEROEMDE
LEI DEN AARS
LEIDEN GAAT IETS DOEN AAN DE
WONINGNOOD ONDER STUDENTEN
Eigen paviljoens en huizen in de stad
ZATERDAG 16 FEBRUARI 1957
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 4
Tekening van het
stervormig studen- j
tentehuis, dat ge-1
bouwd wordt
Leiden zuid-oost.
In september a.s. zullen langs het universitair sportterrein naast het Aca
demisch Ziekenhuis te Leiden paviljoens gereed komen die aan ongeveer
honderd studenten onderdak zullen verschaffen. Dit Ls een van de eerste
stappen, die worden gezet om aan de woningnood het hoofd te bieden.
Uitbreiding van de woongelegenheid voor de studenten is te Leiden een
eerste vereiste. De stad weet wat woningnood is, maar ook de universiteit
heeft met grote moeilijkheden te kampen.
student met alle nadelen, die daar
aan verbonden zijn. Ideaal voor de
student is in de academiestad geves
tigd te zijn en het academieleven
ten volle te kunnen meebeleven.
Leiden is niet de enige universi
teitsstad, waar een woningprobleem
is, maar na Amsterdam is dit in de
Sleutelstad toch wel het nijpendst.
Eerste:
september klaar
Ondergang der hospita
Wij hebben al eens eerder geschre
ven over de ondergang van het le
ger der goede ouderwetse hospita's.
Vroeger 'konden de studenten,
mannelijk of vrouwelijk, hun toe
vlucht nemen in de veilige woonstee
van deze sympathieke dames, die hun
gasten met hun moederlijke zorgen
omringden. 95 Procent van het stu
dentendom vond toen in Leiden een
onderdak bij een van zijn veelgepre
zen hospita's. Nu is het anders.
Kamerverhuur is niet meer zo
populair als twintig jaar geleden, en
bovendien kampt de maatschappij
met het woninggebrek, dat ook on
der de academieburgers zijn weer
slag vindt.
350 Studenten buiten Leiden.
In het afgelopen jaar waren 350
studenten gedwongen buiten Leiden
onderdak te zoeken, omdat zij in
Leiden niet de gewenste woonruimte
konden vinden. Zij werden spoor- in de stad.
Eigen tehuizen.
Daarom zoekt men in Leiden de
oplossing in eigen studententehui
zen, die door de studenten worden
ingericht en beheerd.
De eerste (nood)oplossing wordt dit
jaar nog gerealiseerd met de ge
noemde paviljoens. Het zij bungalows,
die degelijk en geluiddicht worden
uitgevoerd. Zij zullen enige jaren
dienst kunnen doen. Bij de paviljoens
verrijst ook een winkeltje, waar de
studenten van alles kunnen kopen
artikelen die variëren van pindakaas
tot schrijfpapier; allemaal van die
typisch studentikoze artikelen, die
zo dringend nodig kunnen zijn.
De studenten zullen voor hun ver
blijf in deze paviljoens niet meer be
hoeven te betalen dan voor kamers
Permanente oplossing.
Men zoekt echter in de universi
teit naar een blijvende oplossing.
Men wenst stevige studententehuizen
op poten te zetten, die in een reeks
van jaren aan de woningnood in de
studentehwereld tegemoet kunnen
komen.
Deze oplossing heeft men gevonden
en u vindt haar geïllustreerd in de
tweede afbeelding op deze pagina:
studententehuizen van vier verdie
pingen, die geplaatst worden op een
terrein in het zuid-oosten van Lei
den bij de Churchill-laan. Deze hui
zen worden gebouwd in een ster
vorm; de punten van deze ster zijn
onderling verbonden door gangen.
Op de tekening ziet u één hoek van
dit stervormig gebouw afgebeeld.
Ruim 200 studenten kunnen in
deze huizen neerstrijken. Zij kun
nen hier hoewel midden in de
stad wonend toch een eigen
studentengemeenschap vormen.
Aan de buitenzijde van dit gebouw
zijn de trappen, waarmede de stu
denten de verschillende verdiepin
gen kunnen bereiken. Elke verdie
ping wordt op deze wijze een wo
ningeenheid ook hier zal op de
geluidsdichtheid gelet worden
die de studerenden van het levens-
rumoer kan isoleren.
Ook hier zullen de kamerhuren on
geveer op dezelfde hoogte liggen als
in de stad.
In Bovenkarspel wacht sprookje van „Westfriese Flora
Volgende week dinsdag zal de Nederlandse minister van Landbouw, visserij en voedselvoorziening, dr S. L.
Mansholt, in een van de hallen van de Westfriese bol 'enveiling te Bovenkarspel de bekende jaarlijkse bloe
mententoonstelling „West-Friese Flora" openen en het spreekt vanzelf, dat de voorbereidingen hiervoor nu
reeds in volle gang zijn. Het is, zoals deze foto toont, zelfs al mogelijk hier en daar een bijzonder sfeervol
hoekje te ontdekken. De tentoonstelling duurt tot en met 24 februari.
Ontwerp van de
studentenpaviljoens
die achter de spoor
lijn LeidenDen
Haag geplaatst wor
den.
Overleg.
Overleg met de regering en ge
meente wordt bij de bouw van deze
tehuizen gepleegd. Beiden zullen im
mers voor een groot deel de gelden
moeten beschikbaar stellen. De bouw
van deze tehuizen zal over enkele
jaren gereed zijn. De gemeente
Leiden heeft dit complex reeds in
haar bouwplannen opgenomen.
Als wij zo ver zijn, heeft men ter*
minste iets gedaan aan het gebrek
aan woonruimte, dat ook zijn stem
pel drukt op het universitaire le
ven! t Maar volgens de verwachtin
gen zullen over enige jaren de uni
versiteiten weer sterk uitgebreid
zijn. Er zullen dus nog méér plannen
gemaakt moeten worden.
In dit verband heeft de gemeente
al optie verleend op een terrein aan
de Churchill-laan, naast het terrein
waarop men binnenkort gaat bouwen.
Op dit terrein zullen ook nog hui
zen voor 250 studenten worden ge
bouwd. Leiden werkt hard om de wo
ningnood in eigen stad te bestrijden.
Het vergeet daarbij echter ook
zijn universiteit niet, omdat de uni
versiteit één van de pilaren is,
waarop een stad economisch en
cultureel moet steunen.
Lucas van Leiden is één van
de voornaamste Hollandse mees
ters uit de 16e eeuw. Indien u
wel eens een bezoek aan de La
kenhal heeft gebracht schande
over u, als dit nog nooit het geval
is geweest kent u het drama
tische doek „Het laatste oordeel".
Hier wordt men direct gecon
fronteerd met het grote talent
van deze grote kunstenaar, die
een belangrijke rol speelde in de
overgang van de gothiek naar de
renaissance in de schilderkunst.
Invloed van de Italiaanse mees
ters is in dit doek merkbaar, zijn
figuren zijn echter nog wat hard,
zijn perseel schildert uitvoerig,
maar „droog". Maar men dient
in aanmerking te nemen, dat
deze grote Leidenaar nog in de
vijftiende eeuw het daglicht zag
(1494) twee jaar nadat Columbus
Amerika ontdekte en slechts een
deel van de eerste helft der zes
tiende eeuw de tijd heeft gehad
zich te ontwikkelen. Hij stierf
nog jong in 1533. Met recht
mogen wij Lucas een der groot
ste kunstenaars van zijn tijd
noemen, hij verblufte door zijn
vroege rijpheid. Al als kind van
negen jaar gaf hij zijn eigen ge
graveerde prentjes uit en vijftien
jaar oud waren zijn gravures bekend in de Noordelijke Nederlanden
en daarbuiten. Er is sprake van een „Ecce Homo", die in geheel
West-Europa verbreid was. Albrecht Dürer, de grote Duitse graveur,
schrijft nog over hem in zijn reisbeschrijvingen. Hij ontmoette de
Leidse schilder op één van diens reizen door Zeeland en België en
schrijft: „Mij heeft te gast genood meester Lucas, die koper snijdt,
't Is een klein mannetje en van Leiden in Holland geboortig". De
Leidenaar schijnt dus bepaald niet stevig van postuur te zijn geweest.
Maar zijn talent torende boven allen uit. Zijn roem bracht hem grote
voorspoed. Er zijn rekeningen bekend van etentjes, gesavoureerd in
Middelburg en Antwerpen, die hem 60 gulden kostten. Nü nog zou
men van zo'n diner-rekening schrikken laat staan in een tijd, waarin
een werkman langer dan een week voor een gulden moest werken.
Lucas van Leiden was grotendeels een autodidact. Zijn vader Huig
Jacobsz. stond bekend als een „uytnemende schilder in zijne tijd".
Hij heeft zijn zoon de eerste streepjes met het penseel leren zetten.
Later maakte deze nog een korte leertijd door bij Corn. Engel-
brechtsen. Volkomen los echter van alle traditie zocht hij naar
nieuwe vormen en nieuwe onderwerpen, vooral profane, met een
nooit te voren ontwikkelde zin voor realisme. De tekening beheerste
hij als' geen landgenoot vóór hem, daarbij was hij een kolorist van
ongemene originaliteit.
Wij raden u: gaat u eens naar „De Lakenhal" en proéf het wezen
van Lucas van Leiden. Beter dan wij het beschrijven kunnen, kan
dit doek het u vertellen.
LUCAS VAN LEIDEN
Gaat u ook mee?
Gesteldi, dat het processieverbod
zou worden opgeheven en de Am
sterdammers in het openbaar, zoals
vóór de Hervorming, met grootse
pracht, muziek en zang en kleur
rijke luister de Sacramentsprocessie
mochten houden, me dunkt, dan zou
ik tóch niet de Stille Omgang voor
overbodig gaan beschouwen. Want
ook de Stille Omgang is een traditie
geworden en wat misschien méér
zegt, deze stille, nachtelijke proces
sie van die duizenden mannen uit
alle streken van ons vaderland is zo'n
echt mannelijke devotie, die men ze
ker niet graag zou willen missen.
Het is de overtuiging van allen die
reeds eerder deze Stille Omgang door
oud-Amsterdam 'hebben meegemaakt,
dat deze zwijgzame plechtigheid zon
der enig sentiment of het moest
zijn dat het massale van de forse
tred ons gevoelvol aanspreekt in
staat is ons geloof in Christus
Eucharisticus te verdiepen, ons moed
te geven in deze zorgenvolle tijd en
onze aanhankelijkheid aan Christus
onze Koning te verinnigen.
Moge deze overtuiging een aan-'
sporing zijn tot die Leidse mannen
en vooral ook jonge mannen, die nog
nooit in de Stille Omgang hebben
meegelopen, om zich aan te sluiten
bij de traditionele kern, die jaarlijks
deze tocht meemaakt.
Met deze aansporing meen ik mijn
opdracht vervuld te hebben en ik
sluit mij aan bij de wens van het
bestuur, dat in de nacht van 9 op
10 maart meer dan duizend mannen
van onze goede stad het offer van
hun nachtrust zullen brengen tot eer
en 'hulde aan Jesus Christus in zijn
H. Sacrament.
Pastoor W. E. BLOK
Aanmelding nieuwe leden: Oude
Varkenmarkt 6, Boommarkt 12,
Haarlemmerweg 51fo, De Sitterlaan
2a, De Sitterlaan 5 en bij de bestu
ren van de omliggende gemeenten.
De eerste transporten bolbloemen
voor de Bloemlust-show in Keulen
zjjn al in de Duitse Dom-stad gearri
veerd. Gistermorgen vroeg heerste er
in het tentoonstellingsgebouw te Lis-
se al een drukte van belang. Daar ar
riveerden de eerste vrachtauto's uit
Noord Holland met de kleibollen, om
daar gelost te worden waarna men
de tulpen en narcissen in speciaal
voor het vervoer van bloemen inge
richte wagens overlaadde. Dat ge
beurde uiteraard allemaal onder de
ogen der douane en der Plantenziek-
tenkundige dienst.
Men zette de bloemen niet zonder
meer in de auto's. In iedere wagen
grote zes- en tientonners kwam niet
minder dan drieduizend kilo zand als
ballast. Want bloemen hebben nu
eenmaal de minder prettige eigen
schap, dat ze niet tegen stoten en
botsen kunnen. Daarom zal ook de
reis LisseKeulen naar schatting
tien uur in beslag nemen omdat men
niet met het gaspedaal op de plank
zal kunnen gaan rijden.
In het zand, dat los op de bodem
van de wagens wordt gezet komen de
potten met blowende bolgewassen.
Men vajigt zodoende twee vliegen in
één kiap, daar de potten dan meteen
vast staap en niet jneer om kunnen
vallen. Boven de potten bouwt men
Op de foto: de eerste kisten met
bloeiende bolgewassen worden inge
laden. De heer C. Gehrels van de
Plantenziektenkundige Dienst met
kort jasje en kalot schrijft alles in.
De heer Jac. van Roon, de douane
(met armband) kijkt toe of alles vol
gens de regels verloopt.
een tweede „verdieping" zorgvuldig
afgedekt met dekzeilen en viltpapier
om het vallende zand op te vangen,
en hier zullen de kisten met bloeien
de tulpen, narcissen, hyacinten, enz.
een plaats vinden. Deze kan men te
gen elkaar schuiven en behoeven
verder geen steun.