BINNENHOF
Uw bontmantel komt uit zee, MEVROUW
'T HART VAN ONS LAND
VAN ZEEHOND tot SEALSKIN
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1957
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 7
I i f9
IN DE ROLZAAL, WAAR NU DE EXAMENS WORDEN
AFGENOMEN, WERD 4 EEUWEN RECHT GESPROKEN
Het Binnenhof, dat wij kennen als het centrum van 's lands regering en
ook als de plaats, waar in de loop der jaren heel wat politieke noten ge
kraakt zijn, heeft zijn ontstaan te danken aan politieke strubbelingen. In
1245 was de eigenzinnige Duitse keizer Frederik II von Hohenstaufen door
paus Gregorius IX in de ban gedaan en kort daarna werd de landgraaf van
Thüringen, Hendrik Raspe, door de pausgezinde Duitse vorsten tot „tegen
koning" gekozen. Helaas moest hij het koninklijk purper reeds spoedig voor
de grafkelder verwisselen en toen stond men voor het probleem van de
opvolging. Richard Cornwall, een broer van de Engelse koning, de koning
van Noorwegen, de graaf van Gelre en tenslotte de hertog van Brabant
achtten hun leven belangrijker dan de vacante troon. De vijfde candidaat,
graaf Willem H van Holland, hapte toe en getroostte zich de moeite om
„zijn kroningsstad" Aken te veroveren waarna de aartsbisschop van Mainz
hem tot Rooms Koning kon kronen.
Aan de zijde van de vijver verrees
een Maria-kapel. Al spoedig strekten
de woonvertrekken zich eveneens uit
tot aan de vijver. Via een overloop
boven de middelste poort werden zij
met het 'kasteel verbonden. Voor het
talrijke gevolg van de graven kwam
men op den duur toch weer plaats te
kort, zodat er rond het kasteel bin
nen de grachten steeds' nieuwe ge
bouwen werden opgetrokken tot er
tenslotte een gesloten bebouwing ont
stond, welke het binnenplein vorm
de tot 't Buitenhof.
De belangrijkste toegangspoort ken
nen wij nog onder de naam van Ge
vangenpoort, tegenwoordig een toeris
tische attractie, maar in die dagen
een minder prettige verblijfplaats
voor rovers en stropers. Bij deze
poort sloten 't valkhuis, 't honden
huis, de stallen en een menagerie aan,
waarin beren, leeuwen en zelfs een
dromedaris gehouden werden.
Roem van Maurits
bracht Den Haag welstand
Aan deze geschiedenis heeft het
Binnenhof zijn ontstaan te danken.
Voor de graaf van Holland waren de
hoven van Haarlem, Leiden, Zierik-
zee en 's-Gravenzande ruimschoots
voldoende, maar voor de waardigheid
van hoofd van het Heilig Roomse
Rijk der Duitse Staten was een meer
vorstelijk verblijf nodig. De keus viel
op een stuk grond, dat hoog gelegen
v/as. Het grensde aan een zijde aan
het bos, terwijl het uitzicht bood op
de duinen en de tuinderijen. Rond
deze plaats is het grootste dorp van
Europa gegroeid 's-Gravenhage.
Het Binnenhof zal vermoedelijk
binnen niet al te lange tijd weer een
uitbreiding ondergaan om ruimte te
geven aan de volksvertegenwoordi
gers. Een plan van meer dan drie
miljoen gulden voorziet in de aan
bouw van een vleugel aan de zijde
van de Hofweg.
Dubbele grachten, aan één kant tot
'n grote vijver verbreed, welke hel
der en visrijk water ontvingen van
een beek uit de duinen, omspoelden
het stuk grond, waarop het paleis des
tijds verrees. Drie valbruggen met
poorten verbonden het Binnenhof met
de omgeving.
Begonnen werd met de „oude zale"
op de plek, waar zich thans de Rol
en de Lairessezaal bevinden. Er
kwam een steik kasteel met dikke
muren en hoge, luchtige vertrekken,
Floris V breidde het kasteel uit en
liet er de Ridderzaal aanbouwen, wel
ke op Kerstmis 1295 in gebruik v/erd
genomen. Deze uitbreiding is een ar
chitectonisch juweel en een meester
werk was ook de grote eiken n.:<ap, die
de enorme ruimte overwelfde en door
geen dwarsbalk of pijler werd ge
steund.
2000JAAR GELEDEN...
^^^uie^eten
reeds stenografie
ge^^^^^rzen
reeds een morseschrif
mer vuurseinen
gebruikten deChinezer
reedsfandenborstels
reeds pruiken
gebruikten de Egyptena
ren reeds automaren
reeds met een sfalen pen
reeds wekkers
gÉ^^ndeEgy^
naren reeds broedmaJ
chines voor7000eiereri
De schandvlek.
Velen zullen de Rolzaal wel ken
nen, want daar worden in de zomer
maanden veel examens afgenomen.
In deze zaal werd bijna vier eeuwen
recht gesproken of helaas wat
daar voor doorging. Want in deze
ruimte stond ook de 71-jarige Johan
van Oldenbarnevelt voor zijn rech
ters. Hij vernam er zijn doodvonnis
en ook sprak hij hier na het voorle
zen van de sententie: „Ik dacht dat de
heren met mijn lijf en bloed voldaan
zouden zijn en dat mijn huisvrouw
Dansfeest op het Oude Hof, 1660 (op
een feest, gegeven ter gelegenheid van
de doorreis van Koning Karei H van
Engeland; de koning danst met zijn
nicht, de Koningin van Bohemen).
en kinderen zouden mogen behou
den het goed, dat er is."
Na deze woorden werd de grijs
aard door de Ridderzaal naar het
schavot gejaagd, waarvan Vondel de
schande vastlegde.
Rond het Binnenhof hebben zich
meer drama's afgespeeld. Aleida van
Poelgeest, voortgekomen uit de adel
lijke geslachten van Wassenaer en de
burggraven van Leiden werd er op
een duistere avond vermoord. Eerst
veroverde zij het hart van hertog
Albrecht, maar via dat hart wist zij
hem van de Hoekse naar de Kabel
jauwse partij over te halen. Op weg
naar haar woning in de Hoogstraat
werd zij op het straatje, dat de her
tog speciaal voor haar had laten aan
leggen ze mocht anders eens in de
modder stappen door Hoekse ede
len vermoord.
Deftig Den Haag.
Rond het Binnenhof is het deftige
Den Haag ontstaan. Toen de roem
van veldheer Maurits zich tot over
de grenzen verspreidde, kwamen jon
ge edelen in groten getale naar Den
Haag om dienst te nemen in het le
ger. Zij waren meestal ruim van
geldmiddelen voorzien en verhoog-
De Ridderzaal.
De Ridderzaal is steeds het centrale
punt geweest, van waaruit Holland
bestuurd werd. Het grote ronde
raam heeft een middellijn van vijf
meter en toont thans het wapen van
koningin Wilhelmina met daarom
heen de wapens van koning-graaf
Willem, graaf Floris V, Hertog Al
brecht, Karei de Stoute, Karei V,
Philips de Schone en Philips de Goede.
In de zijramen zijn de oude Hol
landse stedenwapens aangebracht
na de restauratie van 1904 werden de
muraalzuilen getooid met de wapens
van telgen uit het Hollandse, Beier
se en Bourgondische Huis.
In deze zaal bood men Leycesten
bruikt wordt voor grote congressen
en ontvangsten door de regering heb
ben zich vele belangrijke gebeurte
nissen afgespeeld. De afgevaardigden
van de Verenigde Provinciën ver
klaarden er de koning van Spanje
vervallen van zijn heerschappij „op
grond dat de onderdanen niet van
God zijn geschapen tot behoef van
de prins, om hem in alles wat hij be
veelt recht of onrecht onderda
nig te zijn en als slaven te dienen:
maar veeleer de prins om de onder
danen, zonder wel'ke hij geen prins
is, met recht en reden te regeren en
voor te staan en lief te hebben, als
een vader zijn kinderen".
In deze zaal boor men Leycester
een banket aan en gaf men enorme
feesten ter ere van het bezoek van de
Engelse koning en Henriëtte Maria,
wier dochter huwde met prins Wil
lem, de zoon van Frederik Hendrik.
Bij die gelegenheid protesteerden
de Haagse predikanten tegen de fees
telijke ontvangst, omdat in Ierland
de hervormden vervolgd werden en
bovendien „wat .voor nut hebben al
die onkosten."
De prins schijnt bij die gelegen
heid flink van zich afgebeten te heb
ben. Hij wees op de fluwelen voering
van zijn mantel en deelde mede, dat
hij liever een voering van baai zou
hebben dan 't feest niet te laten
doorgaan.
JfBovendien", zo zei de prins, „ont
zeggen de kerkelijke heren zich even
min vrolijke maaltijden."
In 1904 opende koningin Wilhel
mina de zitting van de Staten Gene
raal voor de eerste maal in de Rid
derzaal. i
De Vijverberg en de Hofvijver in 1762
(Naar een schilderij van P. C. la Far-
guc in het Gemeentemuseum te Den
Haag).
den daarmede de welstand. Onder
Frederik Hendrik (16251647) nam
deze welstand nog toe.
Geschiedschrijvers uit die dagen
melden, dat Den Haag „veel lieden
telde, die weinig om handen hadden".
Iedere middag was er op het Voor
hout „pantoffelparade", waarbij de
dames naar leuke officieren lonkten
en omgekeerd. Begrafenissen en met
littekens versierde gezichten zijn
hiervan vaak het gevolg geweest.
Veel mensen hebben kans gezien
dit deftige Den Haag in beroering te
brengen, maar nooit heeft iemand
czaar Peter de Grote kunnen over
treffen. In oktober 1717 kwam hij
met een gevolg van 260 man in ver
gulde karossen in Den Haag. Hij
wilde schepen laten bouwen op afbe
taling, maar onze voorvaderen wa
ren zakelijk genoeg om hem zonder
schepen, maar met een gouden
vriendschapsketting naar huis te stu
ren.
Tijdens zijn verblijf in Den Haag
bezochten de czaar en czarina een
voorstelling in de schouwburg. Het
neusje van de Haagse zalm heeft bij
die gelegenheid gezien, hoe de vorst
zijn neus snoot in zijn handen en
daarna keurig zijn vingers afveegde
aan de japon van zijn echtgenote.
Mannenmoed en
vrouwenlist
OEAL is het Engels voor Zeehond.
99Die mantels zijn gemaakt van
de huid van een soort zeehond, dat
leeft in de kuststreek van Alaska, om
precies te zijn; van de Pribiloff-
eilanden.
Het is opmerkelijk, dat elk deel
van de wereld zijn eigen dierlijke
bevolking heeft. Zo ook de beide po
len. De ijsbeer komt alleen in Arcti
sche gebieden voor, de pinguins
daarentegen, vind je alleen in Antarc
tica. Maar de robben, waartoe deze
Graaf Willem de Tweede be spreekt de plannen voor het Grafelijk Slot.
(Naar een tekening van Ch. Rochussen).
Voor de étalage van een bonthandel staat een echtpaar.
Met het toenemen van haar enthousiasme neemt hij steeds meer de hou
ding aan die er op wijst, dat hij bereid is haar bij te staan in de strijd
tegen de bekoring.
„Persianer-pattes; zielig zeg, je ziet precies de vorm van de verschillende
lammetjes, die in de mantel verwerkt zijn".
„Lapin, 360 gulden!"
„Ook duur voor zo'n ordinair konijn", meent hij.
„Die sobel-feh is anders heer wat prijziger", waagt zij het op te merken,
„en naar die nertz moet je maar helemaal niet kijken".
„En moet je daar dat sealskin-manteltje zien!"
Dan komt opeens de vraag: „weet jij van welk dier die huid komt?"
En terwijl hij haar meetroont, vertelt meneer:
zeehond behoort, zie je aan beide
polen, zij het dan dat het totaal ver
schillende soorten zijn.
Wat die mantels zo duur maakt, is
op de eerste plaats het onherberg
zame oord, waarin de jagers moeten
leven, daar komen dan bij de reis en
zorgvuldige bewerking, die de hui
den moeten ondergaan.
„Nu moet je niet denken, dat de
robben, die hier leven géén kostbare
pels hebben."
„Het is wel koud", onderbreekt zij
hem, „maar je zegt „hier", als wij
op de Noordpool leven".
„Zo gek is dat niet, want ook aan
onze kust komen zeehonden vcor",
verdedigt mijnheer zich en hij ver
telt verder.
„In het voorjaar, wanneer de zon
zelfs vat krijgt op de dikke ijskorst
die het dak van de wereld bedekt,
wordt de moeder-zeehond, dio haar
jong verwacht, onrustig. Ze zondert
zich af van de groep waarin ze door
gaans leeft.
Zwemmend onder het ijs, zoekt ze
een dunne plek, die nog slechts kort
tevoren is dichtgevroren. Met een
goed gemikte slag op haar neus, kan
een jager de zeehond buiten gevecht
stellen. Maar met dezelfde zwakke
neus beukt ze net zolang tegen het
ijs, tot er een scheur ontstaat, die ze
met de tanden uitbreekt, totdat ze er
door kan kruipen.
Niet ver van de eerste gang maakt
ze andere kokers, waardoor ze onder
de vaste sneeuwlaag kan komen.
Op het ijs, onder een sneeuwbank
verscholen, graaft ze een hol, waarin
ze haar jong ter wereld brengt. Dik
wijls weegt de zeehondenbaby een
vijfde van zijn moeders gewicht. De
pels van het jong is van crême-wit
kroeshaar. Daar worden de „white
coat" bontmantels van gemaakt. De
oude is doorgaans donkergrijs, al dan
niet gevlekt, en heeft kort haar, dat
hem glad en glimmend doet lijken.
Wanneer er gevaar dreigt, of als de
moeder moet verhuizen, neemt ze
het jong mee tussen haar borstvinnen.
Ze zakt door de gang, die ze heeft
gemaakt en opengehouden in
het koude water en zwemt, met het
jong stijf tegen zich aangedrukt, van
wak naar wak, waar moeder en kind
de longen kunnen vullen met verse
lucht.
Eenmaal in veiligheid, drinkt de
kleine zijn melk en krijgt het de ge
legenheid om te slapen, dicht tegen
moeder aan, zomaar op het ijs. Zo
gauw als de baby aan het zwemmen
gewend is, gaat hij proberen om
zoals hij dat de oude ziet doen
vis te vangen. Tevoren heeft hij eerst
zijn kroeshuidje geruild voor een
tweede, dunner vel, gevoerd met een
beschermende vetlaag.
Zeehondenvet is evenals het lek
kere, zachte vlees een van de
meest-begeerde zaken bij de Eskimo's.
Het dient hun tot voedsel en is
brandstof voor de lamp, die in de
igloo licht en warmte geeft.
Ook is het als vet en smeer voor
het vele leerwerk dat in de Eskimo
huishouding wordt gebruikt, onmis
baar. Van zeehondenhuid naaien de
inuks („Ik ben mens") kleding,
schoeisel en drijvers voor hun har-,
poenlijnen.
Het is misschien omdat er maar zo
kort voor hen gezorgd wordt, dat de
jonge zeehonden veel meer zorg van
moeder eisen, dan de meeste landdie
ren.
Wanneer het verwende diertje op
een kwade dag plotseling door moe
der wordt verlaten, trekt het weg op
zoek naar moeder.en gezelschap.
Zijn honger dwingt hem dan, alleen
Foto hiernaast: Ergens
langs de Baffins-baai
(Canada) ligtuwwhite-
coat te wachten.
Onder: Op de Robben
plaat tussen Texel en
Vlieland kan men bij
laag water vele zeehon
den zien, die zich lui
koesteren in de zomer
zon.
Na een lange reis langs ijsvelden
en schotsen, komt hij dan aan de kus
ten van het vasteland. In de zomer
kunnen we ze ook aan onze stran
den aantreffen. Ze mijden de men
sen, maar op de Waddenzee en in de
Zeeuwse wateren zijn ze geen zeld
zame verschijning.
Ik heb ze zelf verschillende malen
gezien want ze zijn verschrikkelijk
nieuwsgierig, en als je aan het zwem
men bent in zee, zien ze je soms voor
een van de hunnen aan en begroeten
je keffendvan veilige afstand.
In het water zijn ze watervlug en
enorm wendbaar.
Maar op het land, waar ze zich op
hun voorvinnen moeten voortslepen,
komen ze niet zo goed vooruit. Ook
in ons land wordt nog op zeehonden
gejaagd. Een enkele keer kunnen
daarvan de huiden, tot bontmantels
verwerkt worden. Meestal zijn echter
de haren te hard en is het leer te dik.
Van die huiden maiken de eiland
bewoners dan tassen, pantoffels, por
tefeuilles en andere dingen, die de
vakantiegangers meenemen als sou
venir.
A propos: wat denk je van een va
kantie naar Texel?"
„Lijkt me wel leuk zeg, maar je
bent er in verhouding veel meer geld
aan kwijt, dan aan die sealskin-man
tel. De vakantie gaat voorbij en kost
scheppen geld. Die mantel is wel
duur, maar hy gaat jaren mee".