LEIDENAARS DE LAKENS DELEN UITeeee Stadsgehoorzaal kreeg kijkje achter gesloten radio-scherm Paul Storm gaf amateurtonelisten adviezen Zoek naar de kern van 'n stuk, doorlééf de rol De beste stukken zijn nauwelijks goed genoeg Afdeling Leiden van Ned. Ver. van Huisvrouwen vierde jubileum DONDERDAG 31 JANUARI 1957 DE LETDSE COURANT PAGINA 8 (Vervolg van 7). PROF. OORT Door die bouwnijverheid aan het begin van de Sterrewachtlaan is het niet eenvoudig om met een grote radiowagen naar prof. Oort te komen. Maar we hadden een chauffeur, die desnoods zijn wagen over een loop plank naar de overkant van een sloot zou kunnen rijden. In elk geval, zonder het zoölogisch laboratorium mee te nemen bereikten wij no. 5, waar de directeur van de Leidse Sterrewacht zijn domicilie heeft. Waarom professor Oort in dit pro gramma? De keuze was op hem ge vallen omdat hij behoort tot degenep, die de Leidse Universiteit naar buiten vertegenwoordigen. Mede door zijn internationale naam als kenner van het Melkwegstelsel en zijn onderzoe kingen op het gebied van de radio- straling is hij te beschouwen als een der représentanten naar buiten. INDRUKWEKKEND Professor Oort. Zeven en vijftig jaar. Een grote, rustige werkkamer, uit ziende op een winters plantsoen. Enkele mussen kleumen kouwelijk in de kale takken der bomen. Langs de wanden van het vertrek boeken, boeken, boeken. Boven de schoorsteen een door Jan Sluyters geschilderd portret van professor Willem de Sitter (1872—1934), die in 1908 hoogleraar in de sterrekunde te Leiden werd, elf jaar later directeur van de sterrewacht aldaar en grote naam verwierf door zijn studies op het gebied der fotometrie, over de satellieten van Jupiter en door zijn toepassing van de relativiteitstheorie op astronomisch gebied, waardoor hij de basis legde voor de theorie van het uitdijend heelal. Ergens aan een muur een grote foto; pikzwart met twee lichte vlek ken en talloze witte stipjes. U en ik, wij zouden hem niet ophangen en hem beschouwen als een overbe lichte mislukking. Maar het is een in teressant deel van de hemelkoepel, met zijn sterren en planeten, en daarin is professor Oort ongeveer even thuis als u en ik op de Bree- straat. Terwijl wij zo discreet mogelijk de werkkamer van de Leidse geleerde opnemen, klinkt de bescheiden, zachte maar tegelijk zekere stem van de ge- interviewde die, als goed docent, zijn woorden voorzichtig kiest. Wij allen, reporters zowel als tech nici, gingen na drie kwartier enigs zins onder de indruk naar de auto. JOHAN BARENDSE Het is onmogelijk om in de Hugo de Vriesstraat ongemerkt iets onge woons uit te spoken. Nauwelijks was de radiowagen voor nummer 63 gereden en waren de kabels door de voor deur naar hintten geleid, of de halve professorenwijk stond langs 't lijntje. Men morrelde aan de deur van de auto, waarbinnen de technicus zijn opname-appa ratuur aan het stellen was, men gluurde het betrokken huis naar binnen, men nam een kijkje in de gang, omdat de deur op een kiertje moest blijven staan, kort om, dit stadsdeel heeft een zeer intens meelevende en weetgierige bevolking. We waren nu by de heer J. Barendse, zaalchef en commissiebediende van de Sociëteit Minerva. En zegt u „Johan", dan zullen duizenden oud alumni der Leidse Universiteit zeg gen: „AhJohan!" De secretaris van de Nederlandse ambassade in New York evengoed als de consul- generaal der Nederlanden in Australië. WERELDNAAM Want „Johan" heeft een wereld naam. Als je vanaf april 1912 dus I bijna 45 jaar lang de „heren" be diend hebt op de sociëteit, krijg je een enorme kennissenkring, die na verloop van tijd uit elkaar gaat om plaats te maken voor nieuwe ken nissen. De heer Barendse presenteerde ons een sigaret uit een zilveren koker, voorzien van het wapen van het Leidsch Studenten Corps. Want de studenten vergeten hun ouwe getrou wen niet, als zij jubileren. Toen de heer Barendse 40 jaar op de sociëteit was, kreeg hij niet alleen veel cadeaus, maar ook brieven en tele- gramen uit alle delen van de wereld. Rustig spreekt hij in de micro foon, deze bijna 64-jarige. Hij heeft iets van de allure der stu denten overgenomen, als hij met een bewonderenswaardig gemak omspringt met allerlei termen, die men alleen binnen de univer sitaire wereld pleegt te gebrui ken. En ge moet hem geen ge- schakel tussen hoogleraar en student pedel Hartevelt heimen ontfutselen, want dan geeft hij niet thuis. Sociëteits- bediende zijn betekent vertrou weling zijn. Men klapt niet, noch als student noch als bediende, buiten de muren van het grote gebouw aan de Breestraat. Boven het dressoir hangt een prachtige ets. De grote zaal van de sociëteit, lange tijd geleden. Studen ten met bolhoeden, bakkebaarden en nauwsluitende pantalons. Maar ze liggen en hangen in hun stoelen als de student van 1957. „DIRK" De avond hangt koud en mistig en zwaar rond de Pieterskerk, als wij om 7 uur bij Dirk van Egmond aan bellen. Een lantaarn werpt een moei zaam gelig licht in de Muskadelsteeg, die zich geheimzinnig tussen de oude huizen in het duister verliest. De kasseien van het Gerecht glimmen in de v Dchtige avond en om het Graven steen komt een eenzame student ge lopen, wat boeken in de handen, de hals weggedoken in een wollen das. Hij woont wèl in het hart van de oude stad, de bejaarde studenten koetsier. Binnen enkele tientallen meters van de Pieterskerk, het Gra vensteen en de Latijnse school. Als wij binnenkomen, is het kleine voorkamertje opeens vol, en een ogenblik raken de heer Van Egmond en zijn vrouw verloren in de plotse linge drukte van kabelsleggende technici en contactzoekende repor ters. ONVERVAARD Zoals de heer Barendse beter be kend is als „Johan", 30 is er voor de heer Van Egmond alleen maar de naam „Dirk". In een gemakkelijke stoel zit hij weggedoken bij het raam. Met een kwinkslag ontvangt hij de binnenge stroomde horde, want Dirk houdt van een grapje. Hij zoekt niet naar woorden, maar gooit eruit wat hem voor de mond komt. Even kijkt hij schichtig naar het grote zware ding, dat plotseling tussen hem en Jan de Troye is neergelegd op de tafel: de 1 microfoon. Dirk is de studentenkoetsier. Dat weet ge onmiddellijk, want de ver halen over „de heren" zijn niet van de lucht, en de asbak, die op tafel staat is een paardenhoef. „Ik ben 72 jaar", vertelt hij, en met zijn kleine, pientere oogjes tart hij onmiddellijk de reporter om aan deze waarheid te twijfelen. En er moet weer een snedig woord volgen, want Dirk moet iedereen, en zichzelf het meest, nu en dan voor de gek houden. Maar als hij over zijn werk als stu dentenkoetsier spreekt komt er warmte in zijn stem, want de veertig jaren, die hij achter zich heeft, zijn mooie jaren. Zeker, het is nu niet meer als vroeger, maar de herinne ring blijft. En wordt met het jaar mooier. Als wij na een half uur het kleine huisje verlaten, horen wij de technici tegen elkaar zeggen, dat er wel wat geknipt zal moeten worden. En dat geloven wij ook wel. Want wij zeiden het reeds: Dirk zegt wat hem voor de mond komt. PEDEL Kouder, vochtiger en onvriendelij ker is de avond geworden, als wij tegen achten voorrijden bij de heer P. A. Harteveld, Rijnsburgersingel 43a Wie aan de universiteit studeert, kent de heer Harteveld. Naar hem, de pedel, begeven zich de studenten om tentamen, examen of promotie te bespreken. Hij is de vraagbaak voor iedereen en dik,wijls de adviseur. HISTORISCH Bij plechtigheden loopt hij, gekleed in 'toga en baret en in zijn hand de pedellenstaf, aan het hoofd van de cortège. Zijn functie is zeer veran derd, sinds vroeger tijden. Toen was het voornamelijk zijn taak om als lijfwacht de rector magnificus op straat te beschermen. Hij lichtte hem bij met zijn lantaarn en hield hem studenten of rovers van het lijf. De pedel van nu brengt het grootste gedeelte van zijn tijd door in de pedellenkamer, tegenover het zweet kamertje en vlakbij de senaatskamer. Want hier ligt ook eigenlijk zijn functie: de schakel tussen student en hoogleraar. Een gelijkmoedig man, deze meneer Harteveld. Ge ziet hem nooit boos. Hij is zelden uit zijn gewone doen, en als de onvermijdelijke kabels de trap worden opgesjouwd, kijkt hij rustig, de handen in de zakken, naar al dat technische gedoe. En tijdens het vraaggesprek is hij de kalmte zelf. Wij kunnen ons voorstellen, dat dit onmisbare lid van de academische gemeenschap vaak een rustpunt is voor de student, die gebukt gaat onder de dreiging van naderend examen of aanstaande promotie. Hij overweegt zijn woorden op waarheid, maar niet opmooiklinkerij. Met kalm gebaar deelt hij sigaretten rond en geeft zijn zoon Ad instruc ties ten aanzien van asbakken. Een vriendelijke patriarch in eigen huis. Zoals hij een vriendelijk man is in zijn werkkamer in hét oude universi teitsgebouw aan het Rapenburg. Leidenaars deelden de lakens uit. Wel, het waren lakens van ver schillende kleur en makelij. Maar dat zult ge vanavond wel horen. NOG VELE JAREN Verrijkt met vele bruikbare tips zijn de leden van het Werk verband Katholiek Amateurto neel kring Rijnland, gisteravond van de „Kleine Burcht" te Lei den naar huis teruggekeerd. Paul Stórm hield een boeiende lezing voor de liefhebbers-to neelspelers en -regisseurs op zijn bekende weloverwogen, maar le vendige wijze. Hij werd in de goed-bezette zaal ontvangen door de voorzit ter van het werkverband, de heer G. G. van Elburg. De heer Storm ging er van uit, dat het toneel een hogere werke lijkheid verbeeldt, die slechts een imitatie is van het dagelijks leven. De dialoog in een toneelstuk bijvoor beeld is anders dan een gesprek, hoewel zij er op lijkt. De spelers moeten trachten in een stuk, dat zij voor opvoering uitge kozen hebben, de kern te zoeken. Geheel de intrige van een goed stuk behoort te zijn gericht op een be paald doel en het is de taak van de spelers, inzonderheid van de regis seur, zich bij iedere scène te reali seren, hoe het past in de reeks van gebeurtenissen, die naar dit doel toe gaan. Spr. raadde zijn aandachtig ge hoor aan een stuk te ontleden in frag menten, in scènes en deze van een subtekst te voorzien. De subtekst duidt aan welke daad de speler (s) moet stellen in verband met het ge heel. Eerst gevoel. Sprekend over de juiste wijze van acteren betoogde de heer Storm, dat het gevoel aan het zeggen van de tekst vooraf gaat. Dichterlijk merkte hij op, dat „de tekst de bloem is van het gevoel". In, dit verband behan delde hij ook het vraagstuk van de pauzes tussen de tekst in een toneel stuk. Een moment van zwijgen lang of kort is verantwoord, in dien dit met de gemoedstoestand van de speler in overeenstemming is. De pauze is zelfs een indrukwekkend uitdrukkingsmiddel. Eerst als een tonelist de betekenis van zijn rol ernstig heeft overwogen, is hy in ter geadapteerd te hebben zijn rol de juiste gestalte te geven. De voorbespreking noemde de heer Storm zeer belangrijk in de repetitie, tijd voor een toneelstuk. Juist door de besprekingen leren de spelers van de regisseur de bedoeling van een stuk kennen. Zittend kunnen de rol len en de scènes ontleed worden en juist op deze wijze kan men zich bij de repetities op het toneel veel tijd en vermoeienis besparen. Op deze wijze ook kent iedere speler zijn plaats in de opbouw van het gehele spel en is hij minder ge neigd zich te bezondigen aan elemen taire fouten. Tenslotte bond hij de tonelisten op het hart in ieder geval goede stuk ken te kiezen. Juist de beste spelen zijn dikwijls het dankbaarst voor de amateurs, omdat de goede toneel- Een Stadsgehoorzaal, gevuld met nieuwsgierige Leidenaars en zeerl vele studenten uit verschillende studentensteden, hebben gister avond een kijkje kunnen nemen achter de schermen, die doorgaans de radio-uitzendingen verhullen. Luisterend achter het glimmende radio-kastje, krijgt men de indruk, dat het programma zich ontrolt in het kader van stemmige coulissen en stijlvolle entourage. De werke lijkheid is echter, dat een meneer in poloshirt met tragische basstem achter de microfoon lispelt: „lk sterf, de schurk heeft me getrof fen!" Iets dergelijks beleefden de aanwe zigen gisteravond in de Stadsgehoor zaal, waar de opnamen werden ge maakt, die vanavond een plaats zul len vinden in het nationaal program ma, dat ter gelegenheid van prinses Beatrix' verjaardag over beide zen ders zal worden uitgezonden. Schots en scheef over het toneel stonden stoelen en lagen instrumen ten, met daar tussen in de radio-ap- paratuur, die men bij tijd en wijle Op viste voor gebruik. In een klein hoekje van het toneel speelden de meeste scènes zich af en niemand deed enige moeite om het „gezellig" te maken. De technische eisen, die een dergelijke opname stelt, zijn te zwaar, dat men .iOg zijn aan dacht aan omgeving ken schenken. Dit was voor de aanwezigen geen beletsel om ten volle te genieten van schrijver ook via een slechte speler zijn publiek te zeggen heeft. Na de pauze moest de heer Storm vele vragen beantwoorden, die be wezen, dat de materie vooral bij het amateurtoneel zich moeilijk door de geest laat overwinnen. De heer Van Elburg dankte de spreker; de aanwezigen ondersteun den zijn woorden met een hartelijk applaus. Het veertig-jarig bestaan van de afdeling Leiden van de Ned. Ver. van Huisvrouwen is gisteren met groot medeleven gevierd. In de middaguren hield het bestuur van de jubilerende afdeling receptie in een der boven zalen van „Het Gulden Vlies". Hoogtepunt van de middag was on getwijfeld de aanbieding van het ge schenk, bestaande uit een projectie apparaat, een filmstrookinrichting, een koffer, een projectiescherm en een projectietafel. De presidente van de feestcommis sie, mevrouw J. R. Milikan, wees er als eerste spreekster op, dat de aan koop van het apparaat mogelijk is geworden dank zij de spontane mede werking van de leden. De presidente van de afdeling Lei den van de Ned. Ver. van Huisvrou wen, mevrouw C. IHagemanVerha gen, toonde zich zeer erkentelijk voor het waardevolle gescJhenk en ridhtte woorden van dank tot alle aanwezi gen. De volgende spreekster was me vrouw J. Zwart-Boom, die dia's van gehouden excursies en dergelijke aan bood. Ook deze geste werd vanzelf sprekend ten zeerste gewaardeerd. Van de Leidse banketbakkers kreeg het bestuur een taart. Een klein in het wit gekleed banketbakkertje mocht deze lekkernij overhandigen. Aan bloemen en geschenken heeft staat na haar voor eigen karak- het het bestuur waarlijk niet ontbro ken. Ondier de zeer vele, die hun wel gemeende felicitaties kwamen aanbie den, bevonden zicth o.m. burgemees ter jhr. mr. Van Kinschot en echt genote (mevr. Van Kinschot is ere presidente van de jubilerende afde ling), wethouder S. Menken, de heer Jules de Korte, de blinde troubadour, in concentratie bij de radio-opnamen, die gisteravond in de Stadsgehoorzaal gemaakt werden. het voorproefje, dat hun voorgescho teld werd. Met Metropole-orkest o.l.v. Dolf van der Linden opende het programma en liet meteen het toneel als na een veldslag achter. Daarom verdronk het Utrechts Studentencabaret een beetje tijdens zijn optreden en in een ander hoekje schaarde zich een studenten forum met de plechtigheid, alsof men een ernstige bijeenkomst had in een directie-kantoor rond een tafel; de slingerende gitaar en de omgevallen stoel, waar een microfoon tegen aan gevallen was, konden hen niet uit het evenwicht brengen. Het grootste succes van de avond boekte Jules de Corte. Thans kon men in werkelijkheid zien, wat men tot nu toe meestal slechts gehoord had. Deze blinde troubadour werd naar de microfoon geleid en soepel gleden zijn vingers over het braille schrift, terwijl hij zijn eigen-gemaak te liedjes zong. Het applaus was ova tioneel, zoals u hedenavond zult kun nen horen. En van avond zult u alles kunnen horen, alleen zal het, zelfs voor hen, die gisteravond in de Stadsgehoor zaal waren, moeilijk zijn te bedenken, dat de leden van het orkest niet in jacket hun notengolf door de aether zenden en dat de Utrechtse studenten al zingende verloren gingen tussen een chaos van omgevallen stoelen en mysterieuse kastjes. J. C. J. Lambermont namens de Leid se Middenstands Centrale, de heer J. H. v. d. Kloot namens de Ver- trouwensraad van de Melksanerimg, mevrouw A. HamakerWillink na mens het hoofdbestuur, het Gewest Noord-Holland en de afdeling Haar lem, mevrouw F. S. DriessenBlok namens de afdeling Amsterdam en mevrouw A. van GilseVan Gelder - malsen namens die afdeling Noord- wijk. Veider waren nog vertegenwoor digd de afdelingen Alphen aan den •Rijin, Delft en Wassenaar. Zij tot slot nog vermeld, dat het jubileumdiner dinsdagavond j.l. in „De Vergulden Turk" plaats vond. De foto toont het bestuur terwijl het éón van de vele geschenken met overgave bekijkt. Derde van links: mevrouw C. HagemanVerhagen. (Foto; De Leidse Courant).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 10