83 Jaren reeds komt Gradus Bouwmeester van Noordwijkerhout op de Leidse veemarkt LUREX geelt GLANS aan de KLEDING ZATERDAG 26 JANUARI 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA 4 In 1873 vertrok hij 's nachts om half drie Toen de heer Gradus Bouwmeester eindelijk bij het gebouwtje van de omroep kwam, meenden we, dat er twee Bouwmeesters uit Noordwijkerhout gistermorgen op de veemarkt waren, want we verwachtten een man van 94 jaar en voor ons stond een vitale, lachende handelaar, die een van de honderden had kunnen zijn, die de Leidse markt haar roem verlenen. Maar hij was het toch en grinnikend ging hij even later met ons mee een „plaatje schieten". Daarna kwam achter een kop koffie het verhaal. De 94-jarige Gradus Bouwmeester begon als jongetje van 11 jaar naar de Leidse veemarkt te gaan, iedere vrijdagmorgen en dit heeft hij vol gehouden, nu al bijna 83 jaar. 8 OORLOGEN. De omroep schalt nu over het marktterrein en de politie heeft han den vol werk om de auto's op de juiste wijze doorgang te verlenen. De heer Bouwmeester voelt zich tussen deze warreling van moderne technierk volkomen op zijn gemak, maar toen hij zijn ruim 80-jarige loopbaan be gon, was de auto nog niet geboren en als men toen had verteld, dat nog eenmaal zoiets als een omroep op de marict zou komen, zouden alle hande laren hartelijk gelachen hebben. „Drie oorlogen heb ik meegemaakt", vertelt Gradus Bouwmeester. „De Frans-Duitse, de Wereldoorlog en de laatste." Enkele jaren na de Frans-Duitse, van 1871 is hij zijn wekelijkse toch ten naar Leiden begonnen. Als jon- 5en van 11 jaar stond hij iedere don- erdagnacht om ongeveer 1 uur op. Het vee, dat voor de boeren ver kocht moest worden, stond al bij zijn vader in de wei en rond half drie had men het verzameld en trok men te voet naar Leiden. Onderweg kwa men collega's uit andere plaatsen de stoet vergroten en omstreeks zes uur Ikwam men in Leiden aan, waar de marktdrukte al begonnen was. „In die tijd", zo peinst de heer' Bouwmeester over zijn kopje koffie, „waren er in Noordwijkerhout nog maar 2.000 inwoners. Er waren nog maar enkele behoorlijke wegen, maar het leven was gemoedelijk". Zestig koeien. Ruim vijf jaar ging hij met zijn va der naar de markt, maar toen begon de tijd van zelfstandig werk. In het nachtelijk duister stelde hij de stoet koeien op en de loop der jaren maak te Gradus Bouwmeester tot een be kend man op de markt. Toen wij hem gistermorgen zochten, wist iedereen, die we op de veemarkt aanklampten, ons te vertellei^, dat hij er was. Tenslotte moesten we toch de omroep te hulp roepen om hem uit de warrelingen van de veemarkt te voorschijn te halen. Een van de laatste vrijdagen van de oktobermaand in 1903 behoort tot de glanspunten van de heer Bouwmeesters koopmansleven. Toen Yertrok hij 's nachts om drie uur uit Noordwijkerhout met 80 koeien. Toen deze colonne in Leiden aankwam, bracht de beste koe 185,op; thans liggen de prijzen vijfmaal zo hoog. De stoomtram bracht voor de han delaren uit Lisse en Ilillegom een grote verbetering, want op markt dagen werden er veewagens aange koppeld, maar de heer Bouwmeester moest tot rond 1920 wachten, voor dat hij zijn wekelijkse wandeling naar Leiden kon vervangen door ritjes per veewagen. Hoewel hij momenteel geen han del meer drijft, komt hij soms toch nog met een veewagen naar Leiden, want zijn eigen vee koopt en ver koopt hij nog steeds zelf en ook goe de kennissen doen nooit tevergeefs een beroep op hem. Doorgaans komt hij echter de laatste jaren met de bus van half negen in Leiden aan. Daar laat hij zijn taxerende blik over het aangevoerde vee gaan, maakt een praatje met 'n jongere collega, schudt de handen van vele kennissen en stapt om half twaalf weer in de bus om naar Noordwijkerhout terug te gaan. Op de fiets. Het vee, dat hij in vroeger jaren te Leiden verkocht, was meestal be stemd voor de mesterijen te Schie dam, maar zo vertelt Gradus Bouwmeester de grote brande rijen zijn weg en het vet is daar al lang vanaf. Toen de fiets een vervoermiddel werd, dat ook door de normale ster- vzling gebruikt werd, schafte de -ïeer Bouwmeester zijn tilbury, waarme de hij bij de boeren het vee kocht, af, en ging trappend „de boer op". Dit vervoermiddel heeft hem vele tien tallen jaren gezelschap gehouden en eerst enkele jaren geleden heeft de heer Bouwmeester zijn fiets definitief op stal gezet; een kleine operatie, die hij op 9E-jarige leeftijd moest onder gaan, maakte het fietsen een beetje riskant: „Maar ik zou het nog best kunnen!", zo verzekert ons de heer Bouwmeester. Verloren ligt de sigaar op tafel, die we de heer Bouwmeester bij het begin van het onderhoud aangebo den hebben: „Nee, steek die sigaar zelf maar op", vertelde hij ons, „ik rook al sinds 38 jaar niet meer!" Maar dat is dan wel een van de heel weinige dingen, die hij opgege ven heeft. Eerst op 91-jarige leeftijd verliet hij het bestuur van de Boerenleen bank, waarvan hij 33 jaar lid was g<$weest. Met algemene stemmen werd hij toen tot ere-voorzitter be noemd en zo heeft hij nog een nauwe band met de bank, die hij van kort na de oprichting af heeft helpen groot maken. Ook op ander terrein is de heer Bouwmeester actief geweest. Ruim twintig jaren had hy het beheer over de Noordwijkerhoutse begraafplaats en deze funktie heeft hij ook pas en kele jaren neergelegd. In 1937 stierf zijn vrouw, na eef ziekte van bijna twee jaren, en de verpleegster, die zijn vrouw ver zorgd had mej. A. A. Esveld is sindsdien, dus ruim 20 jaren reeds, bij hem gebleven om het huishou den te regelen. „Kom, het is mijn tijd", zegt de heer Bouwmeester als de klok naar half twaalf neigt. Aan tafeltjes, waar hij langs komt, worden hem handen toegestoken en overal heeft hij even tijd voor een klein praatje. Van Amsterdam tot Rotterdam zul len er maar weinig veekooplieden zijn, die deze vitale koopman met zijn ruim 89-jarige praktijk niet kennen, maar de heer Bouwmeester is deze roem niet naar het hoofd gestegen, want als wij hem vragen om een plaatje te maken, zegt hij: „Als het maar ongemerkt gaat, want ik heb een hekel aan bekijks!" Naar HUIBERS Haarlemmerstraat 1 23, Leiden ▼oor 6eb §or t saa iHieitdigi sgen fpjtyóutaag- Met de iettö. de taan uit Wat rollen roestig draad, een ge- ftluts te pan, steenscherven en takke- bosscn vormen de entourage van 1 deie historische reine. Was de if bouwval niet op een eiland gelegen, dan zouden ongetwijfeld de straat honden hier hun plaats van samen komst gekozen hebben. Hoe is de naam van het dorpje, waar zich de ruïne bevindt en hoe heette het kasteel, waarvan deze toren deel heeft uitgemaakt? De vorige week Even buiten Alphen aan den Rijn voert de verkeersweg van Leiden n„r Gouda over de Gouwesluis. De Imposante staalconstructie, waarvan wij de vorige week een gedeelte af beeldden, vormde een gedeelte van de torenhoge Gouweslulssebrug, die de verbinding vormt tussen de beide oevers. De heer D. W. Klein, uit de Sophiastraat 27 te Leiden was een van de velen, die kennelijk dikwijls deze brug passeren, hü kreeg de waardebon van 5 gulden toegewezen. Wat U moet doen Schrijft U gewoon op een kaart, brief of briefje aan de puzziere- dactie van onze courant, welk plekje U in deze foto meent te herkennen. Envergeet U vooral niet Uw brief in te sturen onder 'j bet motto: „Met de lens de laan uit" <i Het spaart de redactie moeilijkhe- den en U behoedt U zelf voor de teleurstelling dat uw inzending niet <j meeloot. De Inzendingen moeten vóór donderdag a.s. In bezit van redactie zUn. Witte jumper met blauwe lurex. Goud is het symbool van weel de en rijkdom. Sinds onheugelij ke tijden heeft men er dan ook naar gestreefd kleding-srtoffen een rijkere indruk te geven door middel van gouden en zilveren draden. De Babyloniërs waren mees ters in het borduren met goud en zilverdraad. Zij gaven htm kunst door aan de Assyriërs en de Perzen. Agrippina, die 'gema lin van de Romeinse keizer Clau dius, droeg zelfs een geheel uit gouddraad vervaardigd kleed. Aan het maken van deze wel zeer kostbare metaaldraden zat echter nogal wat vast. Men begon met het plathameren van goud tot zeer dlunne platen, waarvan dan draden werden gesneden. Deze draden werdien dan met zeer grote vakmanschap door de stof fen gewerkt. Het spreekt wel haast vanzelf, dat dit een zeer dure werkwijze was met een kostbare grondstof. Alleen de zeer welgeistelden konden zich in goud hullen. Daarom ging men werken met imitatie goud- en zilverdraad, waarvan de duurzaamheid echter niet zo groot was. Voor feeste lijke kleding werden die met imi tatie goud- en zilverdraad door- ■even stoffen veel gébruikt, al hoewel ook velen het gébruik van dergelijke stoffen niet aan dorsten. Een metaaldraad, die niet kan oxyderen. In 1946 werd in Cleveland in die Amerikaanse staat Ohio me taaldraad op de markt gebracht dat niet kan oxyderen. Dit draad blijft onder alle omstandigheden zijn schittering behouden. Nu twee jaar geleden werd in Am sterdam begonnen met de pro duktie voor geheel Europa van deze glinsterende garens, die men lurex noemt. Vele binnen landse en buitenlandse fabrikan ten verwerken deze garens. Wat is lurex? Lurex bestaat uit een laagje aluminium bussen twee dunne laagjes sterk en doorschijnend Wij mogen van geluk spreken, dat de plafonds van de moderne huizen zo laag zijn, anders zou het zelf witten voor ons eer. té halsbrekende toer worden. Voor u aan dit karweitje be gint, moet u de witte vlakken goed stof schoon maken en daar na met een natte doek afnemen. U hebt natuurlijk de grond met kranten belegd, want de spatten van witkalk, dae heel gemakke lijk op de vloerbedekking terecht komen, zijn hiervan minder ge makkelijk te verwijderen. Het gebeurt dikwijls, dat u in de muren barsten en gaten tegen komt. Gaat u die dan eerst repa reren met een papje van gips en water. En als er vuile vlekken in de xnuur zitten, denkt u dan niet: „dat gaat wel weg, als ik er over heen wit". Nee, u gaat die vlek ken netjes met schuurpapier be werken om ze van tevoren weg te halen. Houdt de kalk wit! Zie zo, dit zijn dan de voorbe reidselen en kan het eigenlijke witten beginnen. U hebt hiertoe twee delen witkalk aangemaakt met drie delen water. U roert het- mengsel goed en blijft ook onder het witten geregeld roeren. U maakt een niet te grote hoeveel heid tegelijk aan. Ik zal u zeg gen waarom niet. De helder witte kleur bij het witten ontstaat pas, wanneer kalk en koolzuur zich met elkaar gaan verbinden. U zult derhalve kun nen constateren, dat de muren vlak na het witten nog min of meer grauw zien. Maakt u nu een te grote bak met kalk aan, zodat het te lang duurt voor het mengsel opgestreken is, dan komt de verbinding van kalk met kool- znur al tot stand vóór de kalk op de muur gestreken is. En dat mag niet. Voor het witten hebt u der halve de kalk, een veerkrachtige witkwast nodig. Een zachte haren stoffer kan desnoods ook dienst doen. Als u de witkalk op de muren uitstrijkt, doet u dit van boven naar beneden; dus niet in horizontale richting. Probeert u tevens de kalk zo gelijkmatig mogelijk uit te strijken. En als u op het houtwerk spat, houdt u dan een doekje bij de hand om de spatten onmiddellijk weg te vegen. Als ze eenmaal opge droogd zijn, bezorgen ze u heel wat meer last. Kunstkalk en waterverf. Is eenmaal witten niet genoeg, om de muur mooi helder te krij gen, dan herhaalt u de behande- plastic film. Deze beschermende plasticlaagjes zijn door kleefstof aan het aluminium verbonden. De kleefstof benadeelt in geen enkel opzicht de doorzichtigheid en de heldere glans. Doordat het materiaal luchtdicht tussen deze twee plastic laagjes zit opgesloten kan het niet oxyderen, is 'het met andere woorden vocht-, warm te en kleurbestendig. Stoffen waar in lurex is verwerkt kunnen dan ook op de gewone wijze worden gewassen en gestreken. Vele tinten en vele doeleinden. Lurex komt niet alleen voor in goud en zilver, maar ook in pasteltinten, in alle mogelijke fantasiekleuren (ook zwart) en in een veelkleurig effect. Het doet een beetje denken aan raf fia, echter glimt het iets meer. Het kan worden toegepast zo wel in ketting als inslag van de meeste stoffen zoals v/ol, katoen, zijde en syntetische materialen. iHet wordt ook verwerkt in badpakken, stola's, schoenen, tas jes, galons en zelfs in meubel- bekleding en gordijnstoffen. Zo'n schitterend draadje geeft de glans aan onze kleding, al is het dan niet alles goud wat er blinkt. Een heerlijk warm pakje 't Wavdt tijd vaat de witkwast Een van de dingen, die in eeu huishouden geregeld moeten gebeuren en waarmee de praktische huisvrouw zioh geld kan besparen, wanneer zij han dig genoeg is het zelf op te knap pen (of haar man zover kan krij gen, om het voor haar te doen), is het witten van de gekalkte mu ren en plafonds. Dit witten moet eenmaal en soms zelfs tweemaal per jaar gebeuren, omdat het een feit is, dat men gekalkte muren, die intens vuil geworden zijn, maar moeilijk weer helder wit kan krijgen. ling. Maar pas als de kalk goed droog is. In plaats van natuur ka lk kan ook kunstkalk gebruikt worden. Verder zijn er tegenwoordig al lerlei soorten waterverf in ver schillende kleuren in de handel. Zulke pastelkleurige muren staan wat leuk. En als men deze verf met wat lijnolie vermengt, heeft men bovendien het voordeel, dat de muren, die ermee behandeld zijn, niet meer afgeven en zelfs met een vochtige doek voorzich tig afgenomen kunnen worden. Voor keukens kan men zich beter aan gewitte dan geverfde muren houden, omdat kalk vocht absorbeert. Uit de keuken geklapt 2 Eiwitten, yK Liter slagroom, 125 gr. sudker, 1 <JL sterke koffie- extract. De eieren splitsen, het eiwit en ook de slagroom stijfslaan. De dooiers met de suiker roeren, het liefst hete, koffie-extract er door mengen en in een heet wa terbad al roerend binden. Het mengsel nu door het stijfge6lagen eiwit roeren en daarna voorzich tig door de slagroom scheppen. Koolrolletjes met kaas. Een kleine savoyekool, plm. 300 gr. kaas, boter, zout. De koolbladeren voorzichtig van de kool loswikkelen en van de stronk halen. De zware on- dernerven aan de onderzijde van élk blad iets afsnijden. De blade ren in kokend water met wat zout bijna gaarkoken in onge veer 10 a 15 minuten. Ze op een vergiet laten uitlekken en af koelen. De kaas ondertussen in staafjes snijden van 1 cm. dikte en 8 cm. lengte. De koolbladeren plat op een bord of plankje leg gen, in het midden een staafje kaas aanbrengen, de uiteinden van het blad naar binnen vouwen en er een stevig rolletje van vormen. De rolletjes in een koe- kepan in boter lichtbruin bak ken en ze op een verwarmde schotel opdienen. Heeft men een oven, dan kunnen de koolrolle tjes in een beboterde vuurvaste schotel worden overgebracht. De rolletjes bestrooien met paneer meel, er hier en daar een klontje boter op leggen en er in de oven een goudbruin korstje op laten komen. U kunt niet alles weten Een goed vlekkenmiddel kunt u zelf maken door gelijke hoe veelheden lavendel, spiritus, am moniak en zwavelaether te men gen. Bestrijk uw leren schoenzolen met vernis; ze slijten minder en laten niet gauw water door; Schroeivlekken in dikke wol len stoffen behandelt men met een puimsteentje, vooral niet te hard drukken. Wordt per auto veruitstekende IJet is van groot belang er voor te zorgen, dat onze kleuters er in dit koude jaargetijde lek ker warm inzitten, want och, een verkoudheid hébben ze zo te pak ken en dan zitten moeder en vader met de moeilijkheden. Daarom is voorkomen beter dan genezen. We weten allen dat dergelijke kinderen zich niet ontzien. Zij rennen zo van binnen, waar het warm is, naar buiten, waar het enkele graden vriest, of een koude gure wind staat. Wanneer wij ze dan goed hébben aange kleed, zullen de gevolgen van de snelle temperatuiurswijziging niet erg zijn. Onze illustratie toont een heer lijk warm pak. Het is van rode jersey en bestaat uit een lekkere lange broek, met elastiek boord aan de uiteinden, zodat ook de pijpen goed afsluiten, en een jas je met ritssluiting, gevoerd met schapenvacht en dito capuchon. Het. aardige is, dat het jasje ook met de schapevaehtvoering naar buiten gedragen kan wor den, waarbij cian dius een wit jas je op een rode broek gedragen wordt-. Gecompleteerd met stevige witte laarsjes en wollen wanten kan ons kleutertje er goed tegen. En wanneer zijn roep klinkt: „Mam, ik ga buiten spelen!", behoeft moeder zich niet onge rust te maken. lading vervoerd, dan moet dit duidelijk zichtbaar worden aan- jgeven, overdag door een rode vlag en tijdens ae duisternis door een naar alle zijden rood licht uitstralende lantaarn. Laat uw konijnen op wat droog brood of rijshout knabbelen, dan krijgen ze geen lange tanden. Het poeder van fijn gestampte eierdoppen is een goede mest voor potplanten. Het „lederkauwen" bij paarden is een teken, dat ze niet genoeg zout krijgen. liiHiiiiiiiiiiniiuiiiiiiiüiiiiaiiii

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 6