leiöen uit öe lucht in 1578 1 Avu üj Q BEROEMDE LEIDENAARS GERRIT Dill iierple ti» zijn leven al 'n fnrtnin 4* ,1 ZATERDAG 19 JANUARI 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 IHKIP*!] Het hierboven gereproduceerde fragment van de kaart van Hans Liefrinck vertoont een stadsdeel, dat op het ogenblik bij de lezers van dit dagblad in bijzondere belangstelling staat. De tegenwoordige Lodewijkskerk bevindt zich hier nog in de staat van St. Jacobsgasthuis dat vanaf 1596 als Saaihal diende, in die tijd de „hooft- nering" van Leiden. Op het erf naast dit gasthuis ziet u een hooiberg, een veel voorkomend décor in het stads beeld van die tijd. Let u op de 6 aar dige gevels van het Steenschuur: trapgevels en alle van hetzelfde type: deur in het midden, aan elke zijde een raam. De achterliggende Boom gaar dsteeg ontleent haar na aan aan een boom gaard annex boerderij, die Graaf Willem III aan Hughe van Leyden gaf, op voorwaarde evenwel, dat de graaf, zo nodig, over deze boerderij mocht blijven beschikken. Na de dood van Hughe van Leyden kwam het Voor Matrassen-reparatie altijd weer JAN VONK Goedkoper beter en in één dag gereed. Matrassenmakerij - Stoffeerderlj Haarlemmerstraat 81 Leiden Telefoon 2.25.80 K 1710 (Advertentie1 Foto: Kleibrink. complex in het bezit van Gerrit Ale- wijnsz, een zeer vertrouwd raads man van Willem III. De steeg kwam uit in de Breestraat en op de Lange- brug. Ten zuiden van het St. Jacobs gasthuis was zij ook toegankelijk. De kerkgangers van de Christelijk Ge reformeerde Gemeente aan het Steenschuur kunnen nu nog hun kerk langs deze Boomgaardsteeg be treden via de Breestraat. De toegang aan de Langebrug is door de Brand weer in beslag genomen. De dékenale pastorie sluit de toegang via het Steenschuur af. IN AUSTRALIë OMGEKOMEN. Dinsdag j.l. is de 48-jarige Neder landse emigrant B. W. Aalbers bij het graven van een sleuf voor het leg gen van een kabel om het leven ge komen, doordat de wanden van de ZV2 meter diepe greppel instortte *n hij onder de aarde werd bedolven. A. was ongeveer een maand gele den in Australië aangekomen met zijn vrouw on negen kinderen, waarvan de jongste drie jaar en de oudste 24 is. Zij vonden onderdak bij familie in Morwell, op een afstand van 150 Ik.m. van Melbourne, waar A. tewerk gesteld werd als arbeider bij de Australische elektriciteitsmaatschap pij. In Nederland, waar de heèr A. met zijn gezin aan de Zwiepseweg in Lochem woonde, was hij kok. Dat hebben de patiënten nodig In het gemeenteziekenhuis te Den Haag vond vrijdagmiddag een kleine modeshow plaats, het betrof hier geen modellen van Dior doch een ontwerp van mevr. Constance Wibaut en de heer Gerson Dreese, van het verpleeg stersuniform van de toekomst. Het ontwerp is goedgekeurd en zo zal de verpleegstersgarderobe geleidelijk aan moderner worden (links), rechts 1 het uniform zoals het thans wordt gedragen. 1 De (nieuwe) Velser affaire Nieuwe arrestaties De fraude bij het Velsense finan cieringsinstituut, in verband waar mee de recherche reeds drie arresta ties heeft verricht wegens onregel matigheden bij de financiering van auto's en vrachtauto's blijkt een zeer grote omvang te hebben. Buiten de drie garagehouders, die gearresteerd zijn, omdat zij valse no ta's zouden hebben afgegeven, zijn nu twóe nieuwe arrestaties verricht, eveneens buiten het bedrijf, nl. een gagagehouder en zijn koekhouder, bei den uit de Zaanstreek. Voorts is een employé van het kan toor te Velsen in verzekerde bewa ring gesteld, omdat ook hij aanvecht bare manipulaties zou hebben ver richt. Men vermoedt, dat nog meer arrestaties zullen volgen. Het zeer uitgebreide onderzoek, dat in deze affaire wordt ingesteld, heeft aan het licht gebracht, dat er o.m. banken in Den Haag, Groningen en Deventer bij betrokken zijn als cre- dietgevers van het financieringsin stituut. Omtrent de omvang van de fraude is echter nog niets met ze kerheid te zeggen. Aangenomen wordt, dat deze in de vele tonnen loopt. BABY STIERF NA TE VONDELING-LEGGING. Op een braak stukje land van de Sportparklaan te Heemstede hebben bewoner* gistermiddag het lijkje ge vonden van een ongekleed pasgebo ren meisje. Aangenomen wordt, dat de baby daar donderdagavond te vondeling is gelegd. Bij gerechtelijke sectie is gebleken, dat het kindje na de geboorte heeft geleefd. Omstreeks vyf uur donderdagmid dag heeft ter plaatse een vrij oud model zwarte personenauto gereden en stilgestaan, in de auto waren twee mannen gezeten. Het vermoeden be staat, dat het kind in deze auto is vervoerd. „NIEUW AMSTERDAM" NA GOEDE BEURT ALS NIEUW. Wanneer het vlaggeschlp van de Uolland-'Amerika Lijn, het s.s. „Nieuw Amsterdam", vandaag van Rotterdam naar Halifax en New York vertrekt om van de laatste plaats uit, gedu rende drie maanden toeristenreizen te gaan maken, zullen de passagiers kunnen constateren, dat het schip weer eens onderhanden is geweest. In het voorjaar van 1956 is de „Nieuw Amsterdam" veertig dagen in Rotterdam binnengebleven en zijn een aantal vernieuwingen aange bracht, onder meer werden zestig eerste klashutten opnieuw „aange kleed". Het schip is nu zeventig da gen op non-actief geweest en het re sultaat is hoewel men gistermid dag nog met man en macht bezig was orde te scheppen dat 120 hutten voor bemanningsleden opnieuw ge stoffeerd zijn. Tevens zijn 157 eerste klashutten onder handen genomen, waarbij de betimmering opnieuw is gespoten, stoelen van nieuwe bekle ding zijn voorzien en op vloeren nieuwe tapijten aangebracht. De tweede klas eetzaal kreeg een tapijt van kunststof met een oppervlakte van 450 vierkante meter en de 750 vierkante meter van de eerste klas eetzaal is opgefleurd met een nieuw wollen tapijt. Om het verblijf aan boord tijdens slecht weer voor vele passagiers te veraangenamen, heeft de „Nieuw Amsterdam" stabilisatie vinnen gekregen, waarmee het slin geren kan. worden gereduceerd. Ook is .het gehele schip thans van „air conditioning" voorzien; verder zijn nog tal van kleine onderhoudswer ken gedaan. Deze gehele „goede beurt" heeft een jaar van voorberei ding gevraagd. Uiterlijk heeft het schip ook nog een verandering ondergaan: was het voorheen zwart van romp met een witte bovenbouw, het zwart heeft plaats moeten maken voor de grijze tint, die ook de andere HAL-passa- giersschepen siert. l»fet doet waarlijk deugd nu 1 eens over een schilder te mo gen schrijven, die niet eerst lang na zijin dood het succes oogstte, dat hij verdient. De gi-ote'Lei- denaar Gerrit Dou genoot al tij den? zijn leven grote beroemd heid. Hij wist met veel talent en wellicht een scheel oog op zijn gespekte 'beurs een kunstrichting te scheppen, die in zijn tijd en nog lang daarna zeer in de smaak viel en tal van jongeren bij hem in de leer deed gaan. Zijn werken waren kasstuk ken, trokken de aandacht van vorsten uit het buitenland en werden in gjroten getale naar Engeland en Frankrijk geëxpor teerd. Kortom de Leidise Gerrit was het type van de „manne tjesputter", de knaap, die het wel „fixed", het type van een tijdens zijn leven gevierde door en door Hollandse kunstenaar. Zij leven (1613—1675) valt in de tijd van de hoogste bloei van de Hollandse kunst en hij vestig de zijn zetel in het invloedrijke Leiden, dat dank zij de laken industrie en de Hogeschool een tijdiperk van ongekende bloei doormaakte. |}ou werd geboren aan het Kort Rapenburg te Leiden waar zijn vader gevestigd was als een gerenommeerd glazenmaker en glasschrijver. Natuurlijk werd de jonge Dou, die aanleg voor het vak had, bij zijn vader in de leer gedaan, na dat hij eerst de knepen van de kunst had geleerd bij de Leide- naar Bartholomews Dolendo. Dou moest glazenmaker wor den, maar hij verzette zich tegen deze ouderlijke beslissing. Toen de jonge Gerrit 15 jaar oud was, haalde vader Dou bakzeil en deed zijn zoon in de leer bij niemand minder dan de „konstrijeken en de wijtvermaerden" mr. Rem brandt. Waarschijnlijk heeft een vriendschappelijke verhouding tussen de familie Dou en Rem brandt, die by elkaar in de buurt woonden, tot deze beslissing ge leid. Het is interessant de ont wikkeling van de jonge schilder te volgen. In het begin staat hij geheel onder invloed van zijn jonge meester. In diens atelier schildert hij vader en moeder Van Rhyn in de meest uitheemse kledij. I"\e oudeloii Van Rhyn zijn voor- beelden geweest van einde loos geduld waar het op poseren aankwam. Bij de vele tientallen schilderijen, die Rembrandt van hen maakte worden nu de proef werken van Gerard Dou gevoegd, die er blijk van gaf, dat hij maar zeer traag met het penseel werk te. Interessant is het schilderij, dat Dou in zijn leerlingentijd van Rembrandts atelier maakte. Dui delijke overeenkomst ziet men ook in de werken van de beide jonge meesters, waar het gaat om de modellen, die zij gebi^uilj- ten. De oude man met de witte baard, die Rembrandt transfor meerde in een biddende Hierony- mus, vindt men ook in Dou's „Kluizenaar" terug. Dou nam de compositie van Rembrandt's Hieronymus in de hoofdtrekken over. Nauwelijks tien jatar nadat Dou het atelier van Rembrandt ver laten had, was hij al even ver maard als zyn leermeester. Langzaam begint hij ook een eigen stijl te ontwikkelen, die minder breed en fors van streek is, en de schilderijen een koeler, gladder, emaille-aohtiger aanzien verleent Spoedig is er tussen de beide kunstenaars een groot verschil. Zien wij bij Rembrandt reeds in de eerste jaren, waarin hy Dou anderwijs gaf, een geniale, ja meestal gedurfde toepassing van de zachte onbestemde tinten, bij zijn leerling merken we een zorgvuldig rangschikken van de omgeving op, een zorgvuldig na schilderen van de natuur in alle kleinigheden. Deze nauwkeurig heid wordt later welhaast sto rend, krijgt de allure van peu terig schilderen. Hij herhaalt zich dikwijls in zijn onderwerpen, vooral door kaarslicht verlichte ruimten, waren favoriet. De Dou uit de latere periode schilderde met het vergrootglas om tot in alle details nauwkeurig te zijn. Men kan over deze wijze van schilderen redetwisten men heeft het trouwens ook ge noeg gedaan - in ieder geval was Het schilderij „De Kwakzalver" laat Gerrit Dou zien, terwijl hij met een begrijpende glimlach uit het raam van zijn huis aan het Galgewater neerziet op het stadsgewoel. Op de achtergrond zien wij de Leidse Blauwpoort, verder weg de korenmolen „De Valk". De kwakzalver staat vóór het huis van de schilder en prijst de omstanders zijn geneesmid delen aan. De omstanders zijn een boer met een haas op de rug, een vrouw met een mand, een koekebakster, die haar kind ver schoont en een groenteboer, die met zijn kruiwagen voorbij komt. Het schilderij hangt in het mu seum Boymans te Rotterdam. Gerrit Dou in zijn dagen een be roemdheid, die bestellingen uit voerde voor koningin Christina van Zweden en Karei II van En geland. Laatstgenoemde verzocht hem zelfs aam zijn hof te komen schilderen. ["Jou was echter aan Leiden ge- hecht. Hij heeft zijn gehele leven aan het Galgewater ge woond, ongeveer ter hoogte van perceel 3. Tot deze conclusie is men gekomen aan de hand van de schilderijen, die Dou uit het raam van zijn atelier maakte. De Blauwpoort n.l., een deftige, lou ter voor de sier aangelegde extra- poort 'bij de Blauwpoortsbrug, wordt steeds uit hetzelfde pers pectief door hem geschilderd. Men kan zelfs van jaar tot jaar de verbouwingen en verfraaiin gen volgen, die aan deze Leidse poort werden aangebracht. Dou's beroemdheid, die immer toenam, bleek ook uit het groot getal leerlingen, dat hij bezat; hij geldt als de grondlegger van de Leidse school van zgn. fijn schilders. Over de laatste jaren van de schilder zwijgen de bron nen, die wij raadpleegden. Over zijn dood en begrafenis ligt een sluier en slechts een dorre aan tekening in de registers der Pie terskerk doet ons de laatste da tum kennen. Op de negende februari 1675 vindt men onder de namen der begravenen ook die van „Mr. Gerrit Douw, schilder'". Hij bleef zijn leven lang vrij gezel en het rijke testament van ruim 20.000 gulden (in die tijd een flink bedrag), kwam deels ten goede aan het Catharynen- gasthuis te Leiden, deels aan neefjes en nichtjes van de over ledene.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 9