DIT W/AS LEIDEN in het afgelopen jaar Van de Hoge Rijndijk in Leiden naar een Roadhouse in Albury Familie Bosman vond haar weg wel in Australië MAANDAG 31 DECEMBER 1956 DE LEIDSE COURANT PAGINA 15 Het nut van een jaarbeschouwing Is nog immer niet bewezen Maar men wil nu eenmaal met oud-jaar van oude feiten lezen. En toetsen aan een nieuwe tijd, aan nieuwe normen, nieuwe dromen. Wat is er van elke oude wens Nu dit jaar wel terecht gekomen? Kwam er een nieuwe veemarkthal? Werd het onveilig verkeer nu beter? Won Leiden met zijn annexatielust intussen al één luttele meter? Het antwoord op menige vraag moet nog ontkennend luiden. Maar dit wil niet zeggen, dat niet hier en daar Ook feiten op vooruitgang duiden. Zo kwam de commissie ad hoe dit jaar, tot een weloverwogen conclusie. de woningklant weer moed, hij bouwt weer aan zijn illusie. „Het huizen bouwen ging te traag", heeft de commissie geschreven. Nieuwe actie echter geeft nieuwe hoop en we weten hoop doet leven! Restauratie St. Lodewijkskerk. J^e eerste steen in het nieuwe jaar was een „steen van het hart" van de deken Het begin van een restauratie, maar het slot van voorbereiding en gereken. Actie voor de vluchteling De Leidenaars hebben voorts dit jaar, de sleutel tot veel leed gevonden De sleutèlactie voor de vluchters-schaar vulde monden, heelde wonden. Groot was de verrassing van Leiden Toen het van Soestdijk vernam, dat een Oranjetelg als in vroeger tijden haar toevlucht tot de Alma Mater nam. Het deed de stedeling weer spreken van een band, die Leiden bindt, met Oranje, dat sinds eeuwen steeds weer het hart van Leiden vindt. De brandweer, die met een nieuwe ladder, dit jaar weer van zich spreken deed, bluste blusgraag menig brandje, had weer de juiste blus-stijl beet. Zij spoot op de Vismarkt naar „een fikkie" langs de Vliet en in Rembrandtstraat, bij Van Wijk werd rap een ramp voorkomen, dank zij de spuitgast, die zijn brandje staat. Een Leidse professor werd excellentie, Van Oven reed naar het Binnenhof. En hoewel zijn Kamertijd maar kort was, Oogstte hij de hoogste Kamerlof. ^Tandschippers in de Leidse Trekvliet, vreesden het geweld van „Goedkoop's" kracht, en zij beletten een breker de doortocht in het holst van een ijzige nacht. Maar het ijs is toch nog gebroken tussen schippers en H.C.W. Des slepers schoorsteen mocht weer roken en de schippers braken een handje mee. Koud was het, nijpend koud in Leiden De vogels hadden een zware tijd. De burgers konden nü schaatsenrijden. Dit was een gunstig ijstijd-feit. Mgr. Jansen van Leiden naar Rotterdam. In April bereikte ons een tijding, die al lang als gerucht de ronde deed, deken Jansen werd onze bisschop, Rotterdams eerste, zoals men weet. r\e Marebutg werd een brug der zuchten Zij wilde maar niet open-gaan. Zij ging eerst omhoog, zo luiden de geruchten nadat een raadslid met de vuist ging slaan. Een nieuwe deken kwam naar Leiden. 'Uit Dordrecht, waar hij bouwend was. ]fru bouwt hij voort met eenzelfde ijver, zoals u in uw lijfblad las. Als het vuur je na aan de schenen ligt ontplof je met een klap. Maar hoe van kou je ontploffen kan toonde het Kamerlingh Onneslab. J^e voetbalpool van UVS werd in beslag genomen: de dienders van Justitia verstoorden veler dromen. Het Kruis, nu weder op de top der Hoghelandse Kerk wijst ons naar God. De Haan vermaant tot waakzaamheid, bezinning op ons lot. De Soos Minerva haast vergaan tot smokend puin en as! Een brandwacht meldde roken Was niet het blussen snel gedaan dan was de Leidse Civitas voorgoed van luim verstoken. Een eeuw lang leidden de Franciskanen de zielzorg aan de Hartebrug. En in een eeuwfeest keek de parochie op een mooie weg terug. De grote brand Krantz. 00k lezen wij nog van 3 oktober, dat zeventig jaar nu al bestond, van een melksanering, die heel sober, toch op tijd nog weerklank vond. Van de spoorwegwerken, die voltooiden, een werk dat miljoenen kost Van een Hortus, die een bloem ontplooide omdat hij van de hortulanus most. Rembrandtfeesten in kleur. Een Rembrandt-feest vierden wij ook nog een kleurig feest geheel in sfeer Maar in die tijd dook men ook naar wapens In de Tfekvaart; en men vond ze weer. In aanvang van de julimaand loeiden alom sirenen, de Leidse hemel kleurde rood de brandweer stormde henen., Het was de Grote Brand van Krantz, fabriek van wollen stoffen. Het nieuwste deel ontsprong de dans: Dat noem ik nog eens boffen! Men zag in Boltini's cirkustent sensatie aller eeuwen en Kronus van de Leidse Courant een glaasje in zijn vaste hand kroop in het hol der leeuwen. De fiets jeugd met een kop als vuur bij 't berekenen der kansen verreed rondom de Sleutelstad zijn grote tour de France. In de kelders van de Jacobshof sloeg na een bui de zeep aan 't schuimen ze stroomde traag de straat op toen de brandweer sloeg aan het ruimen. Voordat het spel beginnen kon daar blies de wind de tent ineen. Dat kwam bijzonder ongelegen maar met het Clowntje Knikkebeen scheen voor de schooljeugd toch de zon ondanks het stromen van de regen. professor White, cardioloog, de man, die Ike in het hart zag, bewees ons door een kort bezoek hoe 'm Leiden na aan het hart lag. Pastoor Th. Beukers monseigneur! Die vijf en vijftig jaren aan God en Kerk zijn leven wijdd' God mag hem lang nog sparen. De Leidse Markt- en Havendienst betrok na d'r eerste zestig jaar het juist herstelde Waaggebouw voor een volgende zoveel jaar. Mizée, die twintig jaar de leiding had van het Alma Materkoor, kreeg 't ordelint van Sint Gregoor als welverdiende onderscheiding. Mgr. Th. M. Beukers 55 jaar priester. Studenten weerden zich geducht. Het was des nachts omstreeks drie uur, dat ik op bezoek kwam bij de familie H. Bosman in Albury. Mogelijk zal dit wat vreemd klin ken, omdat genoemd tijdstip niet een .normaal" uur is om op visite te ko men. Doch er golden hier bijzondere omstandigheden, waarover iets meer verteld kan worden. De familie Bosman, eertijds woon achtig aan de Hoge Rijndijk in Lei den, had een vast plan, toen zij de Sleutelstad verliet. Dat was ruim vijf jaar geleden. Sindsdien is er veel van het plan tot werkelijkheid gebracht, al ging het dan ook anders, dan werd verwacht. „We hadden juist een geschikt ge zin", zo vertelde mij de heer Bosman in het nachtelijk uur, waarin hij z'n herinneringen over die vijf jaar op haalde. „Behalve dat mijn vrouw in het za kenleven is opgegroeid, hadden we ook twee zoons en een dochter die ons konden helpen en dat hebben ge daan ook. Daarom konden we berei ken, hetgeen we thans bezitten; we hebben het hier best naar ons zin." Wat de familie Bosman bereikt heeft? Hetgeen men hier noemt een „road house", wat een bedrijf is, dat de rei zende en trekkende gemeenschap langs de wegen van voedsel en drank kan voorzien. En omdat het grote weg-transport dag en nacht doorgaat, is ook dit be drijf 24 uur van de dag geopend, zo dat het nachtelijk bezoek dat ik er bracht als „normaal" kan worden aangemerkt. Afgezien dan van de omstandigheid, dat voor mij dergelijke bezoeken niet zo als regel worden afgelegd, doch in dit geval te maken had met een tocht van bijna dertig uur in één van de coachen, die ook in nachtelijke uren langs de wegen snellen voor reizigers- vervoer over grote afstanden. Doch dit zou eigenlijk een verhaal apart zijn, waarover ik in andere reporta ges nog weieens hoop te vertellen. De stad met Nederlandse herinneringen. Het was even buiten de stad Albu ry, juist op de grens van de beide staten Nieuw-Zuid-Wales en Victoria, dat we een nachtelijke stop hadden aan het roadhouse van de familie Bos man. Lang behoefde ik niet in onzeker heid te verkeren of het hier een Ne derlandse sfeer wag; de wandkleden spraken daarvoor een te duidelijke taal. Het waren wandkleden met Hol landse tulpenvelden en boerenbehui- zing, zodat om zo te zeggen het visi tekaartje uitgehangen was. En de Australische gasten hadden daar alle bewondering voor! Terwijl zoons en dochter koffie, brood en wat al niet meer aandroe gen, vertelde de heer Bosman mij z'n emigratie-verhaal. Laat ik echtei over dat Albury eerst nog enkele herinneringen op halen voor zover nodig. Want in elk geval de oudere lezers, zullen meteen denken aan de gebeur tenissen tijdens de Melbourne-race nu plm. 20 jaar geleden, waaraan ook door een K.L.M.-vliegtuig werd deel genomen met als gezagvoerder wijlen Parmentier, die toen boven Albury in moeilijkheden kwam als gevolg ook van benzinetekort. Na een oproep door het plaatselijk radiostation, togen vele inwoners van Albury in het nachtelijk donker per auto naar een groot sportveld, waar de koplichten aan Parmentier gele genheid gaven z'n landingsplaats te vinden. Men vindt in dat Albury nu een monument, hetwelk aan dat ge beuren herinnert. „Ook wij hadden de naam: „Albu ry" in gedachten gehouden, toen we naar Australië togen", zo vertelt de heer Bosman. „Niet dat we daar meteen op aan gingen, want we kregen ons eerste onderdak in het kamp van Bathurst. Merkwaardig echter dat we toch steeds naar dat Albury wilden en hoewel we aanvankelijk in Sydney werk gevonden hadden, ging een van onze eerste uitstapjes naar Albury. Dat was echter pas twee jaar nadat we in Australië waren gearriveerd. We hadden te hard te werken!" De eerste banen. De heer Bosman kreeg een baan in een groot magazijn; één zoon werd tramconducteur; de ander maakte kantoren schoon; de dochter werkte op een atelier en mevr. Bosman had haar handen vol om behalve voor het eigen gezin, ook. nog voor drie kost gangers te zorgen. „Je kunt hier geen lui leventje lei den als je vooruit wilt komen," lacht de heer Bosman, die uit ondervinding spreekt. Doch tevens weet hij, dat Australië de kans geeft om vooruit te komen. Hoe dan ook, met zulk 'n „werkende familie" valt het niet te verwonderen, dat het banksaldo in een vrij snel tempo omhoog ging. „We wisten wat we wilden," aldus de heer Bosman; het doel werd bereikt. Bij één van de bezoeken aan Albu ry, waar men inmiddels vrienden had gemaakt, kreeg men het roadhouse in de gaten, hetwelk te koop werd aangeboden engekocht. „Er is sindsdien hier heel wat ver anderd", zet de heer Bosman uiteen. Er werd getimmerd en geverfd, de wijze waarop de zaak werd gedreven, veranderde, het werd een dag- en nachtbedrijf. Want Albury ligt op de hoofdver bindingsweg tussen Melbourne en Sydney, waardoor alle uren van dag en nacht niet alleen een druk perso nenvervoer plaats vindt, doch een enorm aantal vrachtauto's die weg bezetten. Als gevolg daarvan trof ik, buiten het gezelschap van de coach, ook tal rijke chauffeurs aan, die hun nachte lijke tocht onderbraken om middels 'n kop koffie en 'n maaltijd op volle activiteit te blijven. Want niet alleen vanwege de slechte gedeelten in de hoofdverbindingsweg tussen beide ge noemde steden, doch meer nog omdat zij door soms steile berggebieden leidt, is het noodzakelijk alle aan dacht aan de weg te besteden. „We nemen de zaken bij toerbeurt waar", zet de heer Bosman uiteen; mijn vrouw en een zoon doen meestal overdag het werk; de nachten zijn voor ons." Het is niet nodig te vragen of de familie Bosman teleurgesteld is over de emigratie-resultaten: „We hebben meer gekregen dan we hadden ver wacht", zegt hij. Hetgeen duidelijk genoeg is. De Dean-Street, één van de hoofd straten te Albury.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 13