Eerste sprong over de oceaan ma Tien jaar geleden verdwenen drie landen onder Russische wals met een di*iemotoi*ig vliegtuig Poolreiziger als luchtvaartpionier K ewi -K wn&jet KERSTNUMMER DE LEIDSE COURANT ZATERDAG 22 DECEMBER 1956 CLvantuut eindigde in de Standing ¥ET is 29 juni 1927. Een vette mot regen drenst neer op New York en de startbanen van Roosevelt Field glinsteren in het licht van de schijn werpers. Over het sympathieke gezicht van de jongeman ligt een duistere wolk van ontevredenheid. Hij ijs beert door het verlaten kantoor en telkens staat hij even stil bij een bureau, waarop een aantal kranten liggen opengeslagen. Met wrevel leest en herleest hij de koppen en vetgedrukte stukken, die vertellen, dat Byrd na de mislukte proefvlucht met de „America" blijk baar de schrik in zijn benen heeft gekregen en er hard over denkt, om maar thuis te blijven. Hij ziet er niets meer in, om met een driemotorig vliegtuig de sprong over de Oceaan te wagen. „Dit is mijn vrouw, professor. Ze is 'n beetje schuchter van aard". „Ik heb 'n idee, dat 'n i waard is". „Hoeveel vraag je ervoor?" „Vijf gulden". Zó is Amerika! Het haalt de overwinnaars als hel den in, maar als het even moet wach ten, wordt het op een onhebbelijke manier ongeduldig. Dan gaat de telefoon. „Ja, met byrd", zegt de man. Aan de andere kant van de lijn klinkt de stem van de directeur van de weerdienst. „Nou, helemaal gunstig is het niet", vertelt hij, „maar je kunt het wagen. Wat het weer betreft, heb je een kans". Twee minuten later belt Byrd zijn vrouw op. „Het is zo ver!" Even blijft het stil. Hij wil nog iets zeggen, maar de woorden stokken hem in de keel. En zijzij weet, dat die afschuwelijke uren, waarvan ze iedere nacht gedroomd heeft, nu gaan aanbreken. Zij moet sterk zijn. Hij mag straks boven de Oceaan niet over haar pie keren. De stilte, die valt, heeft zij nodig, om haar stem niet te laten trillen. Zij begrijpen elkaar. „Goede reis, jongen", zegt ze, „en God zegene je". drenst de regen neer op Roosevelt Field, maar onder de schijnwerpers heerst nu een geweldige activiteit. Aan het begin van een der start banen staat een driemotorig vlieg tuig, dat omringd is door een men senmenigte. Dan komen er vier mannen aan, wier namen een eervolle plaats zul len krijgen in de annalen van de luchtvaart. Het zijn Byrd, Acosta, Balchen en Noville. Schijnbaar on verschillig drukken zij de hun toege stoken handen en laten zij de vele goede wensen over zich heen gaan. Hun gedachten zijn reeds met iets anders bezig. Niet met de eindeloze tocht over de Oceaan, maar met de start. Die start is een van de grootste pro blemen. Nog nooit is er zo'n zwaar beladen toestel op een startbaan ver schenen en het is een grote vraag, of het los zal komen van de grond. Alle voorzorgsmaatregelen zijn ge nomen. Een van de mannen krijgt een plaatsje bij een stukje touw, dat maar een rukje nodig heeft, om een heel reservoir benzine te laten leeg- stromen. Als hij voelt, dat het toe stel geen hoogte krijgt, mag hij geen moment twijfelen. In zijn handen ligt dan het lot van vier mensenle vens. Ook heeft men het toestel aan een dikke stalen kabel vastgelegd, zodat het niet te vroeg kan wegtaxiën. Eerst moeten de motoren flink warm lopen en pas als Byrd het teken geeft, zal de kabel worden losge maakt. Als de start lukt, is de on derneming al voor 50 procent ge slaagd. MET donderend geraas slaan de mo toren aan. Het publiek wijkt verschrikt achteruit en even later blijkt deze reactie niet eens zo dwaas. Want nauwelijk draaien de motoren, of met een knal als een gra naatinslag breekt de stalen kabel. Langzaam rijdt het toestel weg. Te vroeg, veel te vroeg! Het grondperso neel slaat de handen voor de ogt en de brandweer bereidt zich op het ergste voor. Byrd voelt wat er gebeurd is. Hij ziet bleek, maar verliest geen mo ment zijn tegenwoordigheid van geest. De man bij het benzinereservoir om klemt het touw van de uitlaat. Het toestel gaat sneller, steeds sneller. Soms laat het even de grond los, om direct weer terug te vallen. De kans is klein. Dan gaat het loseen meter, twee meter De mensen op het vliegveld wen den het hoofd af. Even ligt het toe stel volkomen in balans. Byrd weet, dat dit bet critieke ogenblik is. Zijn Byrd, in het midden, met zijn vrienden Bennett (links) en Noville (rechts), gereed voor een avontuur lijke vlucht naar de Noordpool. lichaam is op dat moment een me ter, die bij de eerste afwijking zal weten, wat er gaat gebeuren. Plotseling glijdt er een glimlach over zijn gezicht. Hij voelt het. Heel langzaam wint het toestel hoogte. Zijn onverstaanbare kreet, die boven het geluid van de motoren uitklinkt, doet de bemanning uit haar gespan nen toestand komen. De eerste hinderpaal is overwon- RJA die ondragelijke spanning volgt er een lange tijd, waarin alleen het lied van de motoren klinkt. Ieder doet zijn werk. In het helse lawaai is een gesprek onmogelijk en de mannen weten, dat ze pas weer kunnen praten, wanneer ze voet op Franse bodem hebben gezet. Tenminste, als ze dat halen! In de uren, dat ze tegen de storm optornen, vliegt de benzine er door. Regelmatig wordt er gepeild en met dezelfde regelmaat betrekt het ge zicht van Byrd. Hij weet, dat er een moment zal komen, waarop doorvliegen hetzelf de is als terugkeren. Dat wil zeggen, dat er geen kust meer te bereiken zal zijn, als de benzinevoorraad zó blijft slinken. De verantwoordelijkheid knaagt aan hem. Mag hij alleen beslissen? Even later circuleert er een brief je met de inhoud: „Op deze manier halen we Frankrijk nooit. Wat zul len we doen?" Als het briefje bij de drie mannen is geweest, staat er driemaal op: „Doorvliegen". Vijf uur later is men halverwege Amerika en Europa. Het heeft geen zin meer, om nu nog te piekeren. Men kan nog mdar één ding doen: Maken wat er van te maken is! in de lucht. De ruimte aan boord is klein en slechts om beurten kun nen de mannen een paar uur slapen. Telkens als de Noor Balchen zijn dutje doet, krijgt hij een schildwacht bij zich, want hij heeft luidruchtige dromen en zijn zwaaiende handen komen geregeld vlak bij het touw, dat maar weinig nodig heeft, om een heel reservoir benzine in zee te laten leeglopen. Overigens valt het met de benzine erg mee. Bij vorige peilingen schijnt het toestel niet helemaal in balans te zijn geweest, want er is meer dan men aanvankelijk vermoedde. Uit het logboek, dat Byrd tijdens de tocht bijhield, blijkt dat bij het toenemen van zijn vermoeidheid ook zijn optimisme groeide. Halverwege de tocht schreef hij: „We hebben uren lang niets anders gezien dan water. Als de wind mee werkt, komen we in Parijs; werkt hij tegen, dan komen we in zee". Na 35 uur vliegen noteerde hij: „We raken vermoeid, maar ik heb nu de overtuiging, dat we 't halen!" deze tocht de avond valt, druk ken de mannen elkaar de hand, want onder hen glijdt Schotland voorbij. Het lijkt nu nog maar een koud kunstje. Maar zoals dat gebrui kelijk is bij de luchtvaart, komt het weer als spelbreker optreden. Op het ogenblik, dat de „America" vlak bij een vuurtoren de Franse kustlijn pas seert, wordt het land toegedekt met een dikke mistdeken. Bijna alle aan knopingspunten beneden vallen weg en alleen het kompas moet nu de richting naar Le Bourget wijzen. Telkens menen de mannen de schijnwerpers van het vliegveld te zien, maar steeds opnieuw blijkt de wens de vader van de gedachte te zijn. En dan komt het wonderlijke ogen blik van deze pioniersvlucht. Als de autoriteiten en de honderden belang stellenden op het vliegveld in de ver te het gedreun van de motoren ho ren, zegt Byrd tegen zichzelf: „We hadden er al moeten zijn; we zijn uit de koers." Hij verandert van richting en na uren vliegen ziet hij eindelijk de lang verwachte schijnwerpers. Een zucht van verlichting gaat door de cockpit, maar even later krij gen de mannen de schrik van hun le ven. Wat zij aanzagen voor de schijn werpers van Le Bourget, was niets anders dan de vuurtoren, die zij lang tevoren reeds gepasseerd waren. „Kunnen we Parijs nog halen?", schrijft Byrd op een briefje. Het antwoord luidt: „Nee, de ben zine is bijna op!" E*R is niets erger dan in het zicht van de haven te moeten stran den. Toen de vier mannen te New- York in het toestel stapten, waren zij zich bewust van het grote risico, dat zij namen. Maar bij alles, wat er zich in hun hoofden had afgespeeld, was nooit de gedachte geweest: We zullen neerstorten op Franse bodem. Laag cirkelt de „America" boven Frankrijk. Een noodlanding is de laatste kans. Helaas, de mist is zo dik, dat het onmogelijk is, om een geschikt landingsterrein te vinden. Byrd heeft geen keus meer. Hij moet een landing maken in de bran ding bij de vuurtoren. Een paar brandende toortsen worden uitgewor pen om enig idee te hebben van de positie en even later komt het toe stel met een harde klap op het water terecht. Byrd overleeft het. Hij grijpt om zich heen en krijgt al spoedig Acosta te pakken. Dan schreeuwt hij om de 'n Kijkje op Roosevelt Field kort voor de sprong over de oceaan. V.l.n.r. Noville, Bennett, die bij een proef vlucht van de America" zijn been brak, Byrd en Acosta. RICHARD BYRD Wie de naam Richard Byrd hoort, denkt aan de Zuidpool. Hij was de man, die een gemak kelijk leventje afsloeg en de ont beringen van de Poolwinters verkoos. Byrd, die de Amerikaanse vlag plantte op het met ijs bedekte dak van de wereld, heeft voor al opzien gebaard, toen hij een Poolnacht van vijf maanden helemaal alleen doorbracht in een hut op een voorpost. Zijn naaste buren woonden honder den kilometers van hem van daan en toen hij naar de een zame post vertrok, wist hij, dat hij gedurende ongeveer een half jaar door niemand bereikt kon worden. Later schreef hij over deze af zondering: „In mijn drukke le ven had ik weinig tijd gehad om tot mezelf te komen. Ik ging al leen die Poolnacht in, om te kunnen nadenken. Het heeft me goed gedaan, want ik was niet alleen. God was bij me". Zijn bekendheid als Zuidpool reiziger heeft de overige ver diensten van Byrd naar de ach tergrond gedrongen. Toch is hij ook op een ander gebied een be roemd man. Als luchtvaartpio nier was hij de eerste piloot, die aantoonde, dat men met een driemotorig vliegtuig over de Atlantische Oceaan kon vliegen. anderen, maar er komt geen ant woord. Later, als de vier mannen toch le vend en wel op het strand zijn, be grijpt hij het pas. De andere dren kelingen waren doof van het gebrul der motoren en hadden zijn roepen niet gehoord. Maar terwijl hij naar de kust waadde, kwam hij hen tegen. Voor het eerst was een driemotorig toestel over de Oceaan gevlogen. Het lag weliswaar als een wrak in de branding, maar niettemin was het be wijs geleverd. ^E ontvangst in Frankrijk was merkwaardig. In zijn dagboek schreef Byrd: „Het eerste levende wezen, dat we ontmoetten, was een jongeman uit het dorpje bij de vuur toren. Toen wij, ongeschoren en ge havend, hem aanspraken, ging hij er zonder commentaar als een haas van door. Bij de vuurtoren kregen we de vrouw van de vuurtorenwachter te zien, die moord en brand schreeuwde van schrik, maar haar man konden we gelukkig duidelijk maken, wat er gebeurd was. rfij gaf ons eten, dro ge kleren en een bed. De volgende ochtend ging het bericht van onze aankomst over de wereld en werden we door de hoogste autoriteiten ont vangen. Een nieuwe roemruchtige bladzij de in het boek van de luchtvaart was geschreven en de Amerikanen, die zo ongeduldig zijn als er gewacht moet v/orden, maakten honderdvoudig goed, wat ze aan hatelijks gezegd en geschreven hadden, toen hun held in het vaderland terugkeerde. AI/U BELEEFDEN het drama van Hongarije, maar wat de Russen daar deden was eigenlijk niets nieuws. Het enige verschil is, dat een en ander deze maal geschiedde onder de ogen van de vrije wereld, terwijl in voorgaande gevallen het westen de wandaden nauwelijks te weten kwam, omdat het ijzeren gordijn voor een waterdichte afsluiting zorg droeg. Als een verre herinnering klinken de namen Estland, Letland en Litauen. We moeten terug naar onze schooljaren of in elk geval naar de oude tijd om nog iets te kunnen terugvinden van de glorie dezer kleine staten, op de kaart van Europa versohenen tengevolge van het zelf beschikkingsrecht der volken, dat in 1918 in vredesverdragen van Versailles werd vastgelegd en dat sindsdien reeds lang vergeten is. DIJ HET UITSPREKEN van de namen Est- land, Letland en Litauen, rijst hoogstens noig even de gedachte in ons op van: geofferd aan de Russen. Is de huidige constellatie van Europa dit offer waard geweest?' Is het een voorspel van de nog veel grotere offers die Europa brengen moet, aleer het oude zelfbe schikkingsrecht nog weer eens van stal wordt gehaald? Of mogen we de plaats, waar deze landen liggen nog aanwijzen als een plaats, waar in de toekomst werkelijk vrijheid zal gloren? Estland, Letland en Litauen, wat is er van geworden? Hun geschiedenis van de laatste tien jaren is een tragedie. We/.kunnen die staatjes vergelijken met onze lage landen bij de zee Ons land is niet groter dan een van hen. Ook wij leven als zij bij de gratie van de zee. Wij hebben een eigen cultuur, een sterk natio naliteitsgevoel, een onverwoestbaar geloof in het recht, dat uiteindelijk zal zegevieren, evenals de Letten, Esten en Litauers. Zij zijn geofferd op het altaar van de machts politiek. De lage landen aknr de Noordzee zijn I"\OOR DE EEUWEN HEEN zijn de volken van de Baltische landen reeds geterroriseerd en onderdrukt, door Duitsers en Russen. In 1918 gloorde voor hen een vrijheid, want het zelf beschikkingsrecht werd erkend. Een kwart eeuw heeft dit recht mogen bestaan, toen kwa men de Russen, die van de gelegenheid gebruik maakten, toen zij met de Duitsers Polen deel den. Maar het duurde niet lang of de „bevrij ding" brak aan. Waar bleven de oor spronkelijke bewoners van Estland, Letland en Litauen Duitse troepen rukten Rusland binnen en de Baltische landen werden „bevrijd", dat wil zeg gen, de bezetter wisselde, maar de terreur bleeL Wie zich in de afgelopen jaren een vriend van de Russen had getoond, werd gedeporteerd. Toen de Russen aan het oinde van de tweede wereldoorlog terugkwamen in de baltische lan den, ging het omgekeerd. Wie zich vriendelijk had getoond ten opziohte van de Duitsers werd weggehaald. Begrijpelijk verloren deze volkeren op die manier reeds een groot aantal landgenoten, maar de ellende was nog niet ten einde. De Russen speelden een gemeen spel. Zij lieten de derde categorie, de nationalisten, die niets met Russen of Duitsers ophadden nu de vrije hand. De hoop herleefde in de harten van de Balten. Het was eenvoudig voor de Sowjets om uit te maken wie nationalist waren en inen liet het vuur een poosje branden. Toen kwamen de lege treinen, die tot berstens toe gevuld weer verdwenen in het onmetelijke Russische rijk. De geestkracht van de baltische landen was gebroken, de besten waren verdwenen. De Sowjetisering kon met kracht ter hand worden genomen. XJET WAS DE SOWJETs nog niet genoeg, want het verzet bleef smeulen. Het beste deel van de nu nog overgebleven bevolking werd eveneens gedeporteerd, want de Russen staan voor niets op dit punt. Spoedig werden hele dorpen en steden naar het oosten over gebracht. De baltische volken waren te lastig, te nationalistisch en moesten worden opgelost in het grote Russische rijk. In de bossen van Letland, Estland en Litauen leven nog grote groepen verzetslieden, die on tembaar zijn na alles wat ze hebben doorge maakt. Overigens is er nog maar weinig natio nalisme te vinden in deze door het westen „vergeten landen". Is het een wonder? In twee dagen tijds wer den in juni 1941 meer dan 30.000 Litauers over de Russische grens gedeporteerd: met onbe kende bestemming. Nu zijn er al meer dan 400.000 inwoners van dit land gevallen of ver dwenen. In Letland werden 300.000 mensen zonder meer opgebracht v egens verzet tegen het vreemde bewind. In Estland is de oorspron kelijke bevolking eveneens sterk gedecimeerd. De plaatsvervangers komen uit Rusland of Azië. In Duitsland vinden we nog enkele kleine groepen Balten, die hier als paria's leven, dicht bij hun land in de hoop Maar hun hoop vloeit weg op de drift van de tijd. Zij zagen ook het gebeuren in Hongarije en het getal der getrouwen brokkelt af. Zo sterven volkeren in Europa in de twintigste eeuw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 11