Karei de Grote u/as maar u/einig geestdriftig
toen Paus Leo III hem tot Keizer kroonde
keRstmis van 't jaar soo in Rome
De kat, de koning e« de kreeft
kRonieken vcröuistenen
chARmant spRookje
KERSTNUMMER DE LEIDSE COURANT ZATERDAG 22 DECEMBER 1956
Kerstmis 800 in de Sint Pieter te Rome.
Aan het monumentale Pausaltaar draagt Leo III de H. Mis op.
Op de eerste rij van de grote stoet hoogwaardigheidsbekleders, die
zich, afgescheiden van het volk, op het priesterkoor bevindt, zit Karei
de Grote met naast hem zijn zoon en naamgenoot.
Op het altaar, vlakbij de kelk, staat de koningskroon van Karei,
als èen teken van onderwerping aan de Koning der koningen.
De voor-Mis verloopt, het Epistel is gezongen en men wacht op
het Evangelie. Plotseling onderbreekt Leo III echter de H. Mis; hij
neemt de kroon van Karei de Grote in zijn handen, loopt op de ko
ning der Franken toe en drukt hem plechtig de kroon op het hoofd.
Onmiddellijk ontstaat er een hevig rumoer in de massale Sint Pie
terskerk, die tot in alle uithoeken is gevuld. Eerst nog onduidelijk,
maar in korte tijd zeer geestdriftig galmt de roep: ,,Carolo Augusto,
a Deo coronato, magno et pacifico imperatori Romanorum, vita et vic
toria Aan Keizer Karei, aan den door God gekroonden groten en
vredebrengenden Imperator der Romeinen, zij leven en overwinning".
Karei de Grote is door de spon
tane wil des volks tot Keizer van
het Heilige Romeinse Rijk ge
kroond.
Als Karei na de H. Mis de kerk
verlaat, spreekt hij onthutst en
verontwaardigd: „Als ik dit ge
weten had, zou ik, ook al is het
Kerstmis, vandaag niet naar de
kerk zijn gekomen".
En met deze woorden, die nuch
tere kroniekschrijvers hebben op
getekend, valt het gehele mooie
sprookje der volksoverlevering in
duigen. Karei de Grote, de mach
tige Germaanse held, wordt in
balladen en verhalen zo graag
voorgesteld als de kloeke ridder
zonder vrees of blaam, die goed
en bloed en leven veil had voor de
Heilige Roomse Kerk, en die als
letterlijke kroon op zijn werk na
een regering van 32 jaren op 58-
jarige leeftijd tot Keizer gekroond
werd.
Helaas, de onbarmhartige kro
nieken vernietigen dit schone ver
haal; Karei de Grote blijkt een kei
harde politicus te zijn, die ge
veinsd of oprecht zijn kroning
tot Keizer als een uiterst onple
zierig moment van zijn leven be
schouwde.
De jaren rond 800 zijn soms op
verbluffende wijze te vergelijken
met deze tijd. Er waren twee machts
gebieden in de toenmalig bekende
wereld: Byzantium en Frankenland;
daartussenin poogden het rijk der
Longobarden in Noord-Italië en de
Hoewel Karei de Grote het grootste deel van zijn leven in Duitsland sleet
voor zover hij niet op veldtocht was vertoefde hij toch ook gaarne
in Nederland en speciaal Nijmegen, de vestingstad aan de Waal, genoot
zijn voorkeur. Op een strategisch punt liet Karei hier een kasteel bouwen,
waarvan de ruïnes thans nog zij het veelal in gerestaureerde vorm
het Valkhof sieren.
Tijdens de gevechten om Nijmegen in september 1944 werd het Valkhof 1
een bloedig gevechtsterrein, want het vormde de toegang tot de fel-bevoch-
ten Waalbrug.
De afbeelding, welwillend afgestaan door het gemeente-archief van Nij
megen, toont de Karolingische kapel, die een onderdeel van het kasteel
uitmaakte.
Tijdens de laatste begrotingsdebatten te Nijmegen is een plan ter tafel
gekomen om in deze „stad van Karei de Grote" een standbeeld van de
grote Keizer op te richten.
De ezel zou het startsein fluiten
en iedereen kwam vlug naar buiten,
toen kat en koning op de lijn
in spanning wachtten op het sein.
Maar toen de eindstreep kwam in zicht,
was de koning al gezwicht:
De kat had zulk 'n snelle loop,
dat 't leek, alsof de koning kroop.
De kreeft nu greep dat staartje beet,
waarop de kat erbarmelijk kreet.
Toen riep de uil, dat men moest lopen
en er het beste van zou hopen.
Het kreeftje houdt zich stevig vast
en de kat rent verder met haar last,
totdat zij komen aan de lijn,
die 't einde van de strijd zal zijn.
Ik durf 't wel, „klonk onvervaard
de stem van 't kreeftje, zeer bedaard.
De kat vond hem geen antwoord waard
en sloeg naar 't kreeftje met haar staart.
Toen nam de kreeft een reuze sprong
en hoe de kat zich ook al wrong,
de kreeft kwam 't eerst over de lijn
en bleek dus winnaar daar te zijn.
|>e kattestaart was zwaar geschonden,
maar de koning liet alom verkonden,
dat de kreeft, zoals hij had bewezen,
veel sneller dan de kat kon wezen.
Kerkelijke Staat in Zuid-Italië een
zo dragelijk mogelijk leven te lei
den.
Het Frankenland, geleid door Ka-
rel de Grote, had weinig ontzag voor
landen en volkeren, die buiten de
machtssfeer van Byzantium lagen. De
Saksen en Friezen hebben dit erva
ren, en tenslotte de Longobarden.
De Paus speelde in die dagen ook
nog een actieve partij mee op het
schaakbord der praktische politiek
en Hadrianus I, de voorganger van
Leo III, zag met leedwezen en grote
verontwaardiging hoe Karei de Grote
zijn wereldlijke macht bij brokjes en
beetjes inslikte, totdat er van een
Kerkelijke Staat praktisch geen spra
ke meer was. Karei de Grote wist
echter zijn politiek met voortreffe
lijke argumenten te steunen: „Ik ben
de beschermer van Christus' Rijk en
de Paus is het van Christus' Leer",
zo sprak hij. „daarom heeft de Paus
de geestelijke macht en ik de we
reldlijke!"
En inderdaad heeft Karei de Grote
zijn gehele leven besteed aan de vor
ming van één grote Christenstaat,
naar het model van de „Stad Gods",
zoals Augustinus deze ongeveer 4
eeuwen daarvoor beschreven had.
Kwam Karei in een gebied, waar de
bevolking nog niet voor het Chris
tendom gewonnen was, dan joeg hij
de mensen met het zwaard naar het
doopwater, zodat zijn successen meer
j in getallen dan in wezenlijke waar
den bestonden.
Deze volkeren erkenden hem ech
ter tenslotte wel als heerser en als
zij dit soms vergaten, dan was Karei
met mysterieuze snelheid ogenblik
kelijk ter plaatse om hun geheugen
op te frissen. Zijn grote tegenstan
der, teven wie hij niet te velde durf
de trekken, was Byzantium.
Daar in het Oosten heerste sinds
de derde eeuw het Schisma, maar
tegelijk was de vorst van Byzantium
nog „Rooms Keizer", als opvolger
van de Keizer van het Oost-Ro
meinse Rijk.
Het grote ideaal van Kareis' leven
was macht te krijgen over Byzan
tium, het Schisma te helen en daar
mede geheel West-Azië en Oost-
Afrika onder té brengen in zijn
Christenstaat. Angstvallig vermeed
hij echter een openlijke aanval, want
zeer duchtte hij de macht van By
zantium. Daarom is het begrijpelijk,
dat Karei zich niet bijster gelukkig
voelde met de gebeurtenissen van
Kerstmis 800; deze betekenden im
mers een openlijke uitdaging aan
het adres van Byzantium, waar in
die tijd Keizerin Irene de macht in
handen had.
Karei was echter bereid tot groot
se dingen, als deze zijn doel konden
dienen en hoewel Keizerin Irene niet
direct een schuchter, aanhankelijk
meisje was toen zij haar zoon op
een samenzwering tegen haar gezag
betrapte, rukte zij hem beide ogen
uit! vroeg Kar^l haar kort na zijn
kroning toen hij weduwnaar was
geworden, ten huwelijk.
Irene was nog vrouw genoeg om
het aanzoek van de onvervaarde
Germaan romantisch te vinden. Zij
liet haar gezanten „Ja!" zeggen, maar
werd viak voor haar afreis naar brui
degom Karei door politieke tegen
standers uit het zadel gewipt. Hier
mede ging Kareis droom in rook op
en leed een goede kans op herstel
van het schisma in de Katholieke
Kerk schipbreuk.
Aan een „ronde tafel" trof Karei
de Grote enkele jaren later een ver
gelijk met de nieuwe heerser van
Byzantium; Karei bleef Rooms Kei
zer, maar zijn rijk zou geen lang le
ven beschoren zijn. Tijdens zijn laat
ste levensjaren stierven zijn twee
krachtigste zonen; alleen de brave
doch slappe Lodewijk de Vrome bleef
over en deze zorgde na de dood van
zijn vader 28 januari 814 voor
een sn°lle liquidatie van het mach
tige rijk.
Tien eeuwen later stond een klei
ne man voor de tombe te Aken,
waar het gebeente van Karei de
Grote rust.
Voor niemand nam hij zijn steek
af, maar bij deze tombe voelde hij
zich de mindere en ontblootte het
hoofd.
Voor zijn blikken ontrolde zich
een rijk, dat zich uitstrekte van de
rots van Gibraltar tot Constantino- Karei de Grote, zoals tijdgenoten hem beschrijven: Een man van buiten-
pel en van Rome tot Narvik; een gewone lichaamsafmeting, die een ongekende kracht kon ontwikkelen. Een
rijk, dat 1.000 jaren zou bestaan. i grappige bijzonderheid is, dat Karei de Grote een zeer hoog, bijna vrouwe-
Maar ook Napoleon zou het niet I lijk stemgeluid had, dat voör iedere vreemde, die met hem in gesprek raak-
gelukken. J te, een merkwaardige ervaring was.
Een kat, die heel hard lopen kon,
zodat zij iedere wedstrijd won,
liep eens een wedloop met de koning,
die startte bij de uil z'n woning.
De kat nu was zeer trots van aard
en voelde zich. van alles waard:
„Het snelste dier, ben ik, dat zag je!",
zo sprak ze met een schamper lachje.
En alle dieren uit het land,
die wuiven dapper met hun hand,
als de kat, ten einde raad,
uit alle macht aan 't lopen gaat.
Wie wil het nu nog eens proberen?
Ik zal hem spoedig mores leren.'
zo sprak ze, maar een kleine kreeft,
heeft toen zijn grootste dag beleefd.