De garantieprijs voor het reeds begonnen
melkjaar kon nog niet worden vastgesteld
Meer belangstelling gevraagd voor „saaie" p.b.o.
SANOSTOL
Vraag van publiek richt zich
meer op de duurdere kleding
Nederlands r.k. jeugd begroette de
Hongaarse jongeren op instuif
Vakgroep tuinders L
De uitvoer was tamelijk bevredigend
Amsterdam had 'n onrustige nacht
MAANDAG 10 DECEMBER 1956
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 5
KABINETSCRISIS BRACHT VERTRAGING
Nieuwe uitgangspunten in studie
Het Landschap heeft het laatste jaar
bij verschillende gelegenheden de mi
nister van Landbouw- Visserij en
Voedselvoorziening gewezen op het
feit, dat de zogenaamde uitgangspun
ten voor de kostprijsberekening ver
ouderd zijn. Voor de waardering van
bepaalde kostenfactoren zijn in 1953
door de overheid en de stichting voor
de landbouw afspraken gemaakt,
welke het Landbouw Economisch In
stituut zonder meer toepast bij de
kostprijsberekening van lanbouw-
produkten.
Tijdens de bespreking met de mi
nister op 25 april 1956 heeft het land
bouwschap reeds zijn zienswijze ten
aanzien van één van de belangrijkste
uitgangspunten, t.w. de waardering
van de grond en gebouwen, aan de
orde gesteld. In een schrijven d.d. 4
juni j.l. heeft het Landbouwschap
er bij de minister op aangedrongen,
dat herziening van bovengenoemd uit
gangspunt op een zó korte termijn zou
dienen te geschieden, dat deze nog
in de kostprijscalculatie voor het
prijsjaar 19561Ö57 verdisconteerd
zou kunnen worden. Aldus zou aan
de onbevredigende positie, waarin
het grond- en gebouwenkapitaal in
de landbouw verkeert, op de kortst
mogelijke termijn tegemoet worden
gekomen.
Standpunt bepaald.
Op 3 oktober j.l. heeft het bestuur
van het Landbouwschap na voorbe
reidende besprekingen in een open
bare vergadering zijn wensen ten
aanzien van alle primaire uitgangs
punten (waardering van de grond en
van de gebouwen, vergoeding voor
de handenarbeid van de boer en zijn
gezinsleden en tenslotte de bedrijfs
leidersvergoeding) en de waardering
van de landarbeid nader geconcreti
seerd. Het standpunt van het Land
bouwschap is hierna ter kennis ge
bracht van de minister.
Waar tengevolge van verschillende
omstandigheden met name de
moeilijkheden bij het formeren van
een kabinet een spoedige herzie
ning van de uitgangspunten niet mo
gelijk scheen, heeft de hoofdafdeling
veehouderij in zijn vergadering van
30 augustus j.l. besloten, stappen te
ondernem-en, opdat het LM-rapport
inzake de kostprijs van de melk voor
het jaar 1'956/1957 eerst zou verschij
nen als het standpunt van de rege
ring ten aanzien van de uitgangs
punten bekend was.
Eerst wijziging.
Gezien de basis van het melkprijs-
voorstel van bet Landbouwschap, t.w.
de kostprijsgegevens van het LEI,
heeft dit tot gevolg, dat eerst na het
verschijnen van het kostprijsrapport
voor 1956/1957 het voorstel inzake de
nieuwe melkprijsgarantie gedaan kan
worden.
Het dagelijks bestuur heeft zich met
deze zeniswijze verenigd. Hierop is
deze aangelegenheid besproken in het
bestuur van het LEI, waarin over
heid en Landbouwschap beide zitting
hebben. Dit achtte het eveneens ge
wenst, dat het kostprijsrapport be
treffende de melk eerst uitgebracht
dient te worden als de verouderde
uitgangspunten gewijzigd zullen zijn.
Terugwerkende kracht.
Hoewel het op zich te betreuren is,
dat, waar het nieuwe melkprijsjaar
rec.us is begonnen, een beslissing om
trent de prijsgarantie nog niet be
kend is, meent het Landbouwschap
toch onder de gegeven omstandig
heden niet anders te kunnen hande-
Overigens behoeft het uitblijven
van een beslissing inzake de melk
prijsgarantie voor de veehouders geen
aanwijsbaar nadeel op te leveren,
aangezien enerzijds voorlopige voor
zieningen zijn getroffen met betrek
king tot het zuivelfonds en het sy
steem van heffingen en toeslagen, en
anderzijds evenals in vorige jaren
aangenomen mag worden, dat de
beslissing van de regering terugwer
kende kracht tor het begin var. hol
melkprijsjaar (23 oktocer 1955) zaJ
krijgen.
Met name dient zulks ook dit jé ar
weer te gelden voor een verhoging
van de verrekenprijs voor consump-
tiemelk, waarbij het prijsverschil in
de tussenliggende periode verrekend
zal worden door een storting uit het
Landbouwegalisatiefonds in het zui
velfonds.
Afytt xSyrfemóet Mee
Ook deze maand - elke dag -
Geef Uw kind méér weerstand na deze zon-arme Zomer
■sip
het héérlijke levertraanproduct.
(met vitamines A, B, C en D) bereid
uit heilbot- en kabeljauwlevers
Critiek Landbouwschap
S£R-advies melkprijs
I-Iet SER-advies over de prijs van
melk is onjuist, omdat het verloop
van de kostencurve en dus het ver
band tussen prijs en produktie zelfs
niet bü benadering door de SER is
vastgesteld en volgens het be
stuur van het Landbouwschap
omdat geen rekening is gehouden
met de typische kenmerken en ver
schillen van het bedrijf der melkvee
houders. Bovendien is de aanbeveling
van de SER om voor een bepaalde
hoeveelheid melk een prijsgarantie te
geven praktisch onuitvoerbaar.
De laatste jaren neemt de belang
stelling van het publiek voor duur
dere kleding sterk toe. Voor de lagere
prijsklasse neemt de vraag af. De
Hoilandia Kattenburg Fabrieken heb
ben een onderzoek ingesteld naar de
effectieve aankopen van het publiek
gedurende de jaren 1952 t.m. 1956.
Deze enquête heeft uitsluitend betrek
king op het prijsverloop van het door
genoemd bedrijf gevoerde merkarti
kelen.
Alg. Veren, voor Bloembollencultuur
Het extraatje
voor de bejaarden
Maandag wordt een begin ge
maakt met de uitbetaling van de 50
pet. van de maandelijkse uitkering,
die de trekkers van de Noodwet
Ouderdomsvoorziening extra zullien
vangen.
Van heden af gaan de kwitanties
aan de Noodwettrekkers in zee en
men wil nog vóór de 20ste van deze
maand alle gegadigden in het bezit
stellen van dit extraatje.
Dit besluit is genomen door de mi
nister van Sociale .Zaken, in overleg
met de Sociale Verzekeringsbank en
de Raden van Arbeid.
Beteugeling van
„na-offertes"
De Kon. Alg. Vereniging voor
Bloembollencultuur kwam heden
morgen in vergadering bijeen m het
Concertgebouw te Haarlem.
De voorzitter, jhr. mr. dr. O. F. A.
M. van Nispen tot Pannerden, her
dacht in zijn openingswoord de ge
vallenen in Hongarije en de overle
den leden Th. L. Jonker, Arie van
den Berg, P. van Dijk, C. Thein,
Leendert van Dis, F. J. Raatjes, Ger-
rit Zandbergen, ir. H. Maarschalk, B.
Chr. Vos en Jan Smit Dz.
In zijn overwicht zeide spr., dat het
jaar 1956, door een late en lang aan
houdende strenge vorst, met een
grote zorg begon. Velen beschouw
den de oogst als verloren of zwaar
beschadigd. Op enkele gevallen na,
waar onvoldoende voorzorgen waren
getroffen, deed de vorst aan de oogst
echter geen afbreuk, dank zij een
zeer gunstig verlopende dooiperiode.
Hoev/el hierop een koude, natte en
zorloze zomer volgde, is toch over
het tijdvak van januari tot novem
ber, in vergelijking met 1955, een
grotere afzet van bijna zes miljoen
kilogram bereikt en een waardestij
ging van ongeveer tien mlijoen gul
den. Kemerkend is het, aldus spre
ker, dat West-Duitsland de tweede
plaats in de. rij van afnemers heeft
ingenomen, waardoor de Verenigde
Staten op de derde plaats zijn geko
men. Het belang van de Duitse af
zet verklaart dan ook hoe er in de
sierteeltsector een „brandende kwes
tie" kon ontstaan toen terwille van
een slechts geringe uitvoer van hei
bloemen de export van bloembollen
in gevaar gebracht dreigde te wor
den. Op krachtige, doch naar ik meen
tevens waardige wijze heeft onze
vereniging middels haar orgaan stel
ling genomen in deze voor ons vak
zo belangrijke zaak. De „brandende
kwestie" bleek tenslotte een kort en
hevig oplaaiend strovuur te zijn ge
weest, met alle gevaren echter aan
zulk een uitslaande brand verbon
den, niet het minst voor de goede
verhoudingen, zowel in het betrok
ken afnemersland als in de ver-
trouwenvolle samenwerking binnen
de Nederlandse sierteelt. Dat beide
zich snel mogen herstellen is een
wens, die ik vandaag niet onuitge
sproken zou willen laten.
Inmiddels heeft deze aangelegen
heid wel de vakgenoten vermogen te
doordringen van de grote invloed en
betekenis van de Publiekrechtelijke
Bedrijfsorganisatie.
Hoe vele malen hebben anderen en
zeker ook ikzelf aldus spreker
daarop gewezen vóór dit alles een
feit was, doch onvermijdelijk ko-
Massale bijeenkomst
in Jaarbeursgebouw
Ruim vijfduizend katholieke jon
geren uit verschillende delen van ons
land zijn zondag in de Jaarbeursge
bouwen te Utrecht bijeen geweest
voor het houden van een nationaal
instuif rendez-vous om hun Hon
gaarse medebroeders en -zusters te
helpen. Vijf Hongaarse meisjes en
vijf Hongaarse jongemannen hebben
hieraan deelgenomen. Met hun be
groeting' wilde men de bereidheid
uitdrukken van alle katholieke in-
stuifcentra om de Hongaarse jonge
ren in hun midden op te nemen.
Het programma begon met een
H. Mis aan een in de Beatrixhal ge
ïmproviseerd altaar, waarboven een
groot zeer expressief kruisbeeld
hing.
Sterke band.
Op de galerij had zich het Baarn's
jongenskoor opgesteld en bracht de
meerstemmige mis van Caplet ten
gehore. De H. Mis werd bijgewoond
door de aartsbisschop van Utrecht,
mgr. dr. B. J. Alfrink. Na afloop
richtte de aartsbisschop zich in een
toespraak tot de jongelui, waarbij hij
er op wees, dat bij ons Christelijk
geloof niets beter past dan vreugde
en blijheid. Iedere vreugde kan in
gebouwd worden in de grote vreugde
van het heilig geloof, wanneer wij
altijd ons Kind-Gods zijn, onze men
selijke persoonlijkheid en onze Chris
telijke waardigheid bewust zijn. Mgr.
Alfrink had de overtuiging, dat allen
voor dit samenzijn niet alleen aan
getrokken waren door het amuse
ment, maar ook door de Christelijke
liefde, die in deze tijd van ellende
ons moet binden, en ons de Hongaren
in hun leed tegemoet doet komen.
Na de H. Mis zong 'het koor het
Hongaarse volkslied.
Welkom.
In de namiddag werden de 10 Hon
gaarse jongeren op bijzondere wijze
verwelkomd, waarbij aan ieder een
pakket en aan de meisjes bovendien
bloemen werden aangeboden.
De Hongaarse aalmoezenier pater
Radanyi S.J. vertelde dat de Hon
gaarse jongeren zeer getroffen wa
ren door deze spontane opkomst en
bereidheid van de katholieke jonge
ren om hen in hun midden op te
nemen, waardoor zij zich hier thuis
zullen gaan voelen.
Daarna begon een supershow van
bekende radio-artiesten, waarbij de
duizenden op enthousiaste wijze van
hun genoegen hebben blijk gegeven.
Tenslotte volgde een nationaal in-
stuifbal.
men ging. Het interesseerde de vak
genoten maar weinig en vaak had ik
de indruk, dat zij het maar een saai
en vervelend onderwerp vonden, dat
ver buiten hun werkelijke belang
stelling om ging.
Ik moge mij veroorloven hier de
vinger te moeten leggen op een fout.
die onder ons te veel wordt gemaakt
en dat is, dat men leeft hij het ogen
blik, te weinig luistert naar hen, die
krachtens hun functie geroepen zijn
u tijdig op de komende problemen
te wijzen; daardoor zichzelf en de
vertegenwoordigers van het vak te
weinig voorbereidt en instelt op de
taken, die wachten en daarna, als de
problemen in werkelijkheid voor ons
worden gesteld daarop reageert met
een vaak tomeloos wantrouwen en
onbegrip, omdat men zich tevoren de
gang var» zakenniet zó voldoende
eigen heeft gemaakt, dat men deze
ook kan begrijpen en kan doorzien.
Zo is dit ook weer gebleken bij de
vaststelling van de buitenlandse mi
nimumprijzen. De golven van onbe
hagen en beduchtheid sloegen weer
hoog op en vóór zelfs enige prijs be
kend was bij hen, die deze hadden
te regelen, was de overtuiging al ge
zaaid, dat deze zo hoog zouden wor
den, dat zij de afzet zouden belem
meren.
Waar het om gaat is dit, laat men
toch nu eens goed gaan begrijpen,
dat de Publiekrechtelijke Bedrijfsor
ganisatie een „organisatie" is, d.w.z.
dat georganiseerd, dus via vertegen
woordigde lichamen van werkgevers
en werknemers en niet bij volks
stemming of in ledenvergaderingen
de problemen van het vak in de toe
komst zullen worden geregeld. De
vakgenoten zullen daarom met grote
zorg hun besturen en vertegenwoor
digers moeten aanwijzen. De be
kwaamste en meest rechtschapen
vakgenoten, die het algemeen belang
kunnen en willen zien, dienen zij
naar voren te brengen, maar dan ook
het gehele vak daarachter; als één
man achter degenen, die daar, waar
de beslissingen valllen, vóór ons en
vaak tegen anderen de belangen van
ons, van u dus, moeten verdedigen.
Zij zullen daar het maximaal bereik
bare moeten bereiken, doch vaak zal
dit niet méér kunnen zijn dan een
wijs compromis tussen velerlei be
langen van Velerlei groepen, die nu
eenmaal allen gaarne, ieder voor zich,
het volle pond zouden willen heb
ben.
Waar het tevens om gaat is dit, dat
als ge niet achter uw vertegenwoor
digers staat, ge alléén maar bereikt,
dat ge hen, en dus uzelf, zwak stelt
tegenover anderen, die maar al te
gaarne bereid zullen zijn om ver
deeldheid uit te buiten.
Ik begrijp volkomen, dat dit een
moeilijke omstelling vraagt in de
mentaliteit van velen, die al te gaar
ne geneigd zijn alleen maar instinc
tief te reageren, niet te vertrouwen,
wat in bepaalde colleges wordt be
slist en zich dan „genomen" voelen,
zoals ook thans die term weer is ge
bruikt. De taak van de organisaties
is vooruit te zien, de meningen uit
te wisselen en te vormen in onder
ling overleg en daardoor aan de me
ningsvorming van onze vertegen
woordigers in de diverse colleges een
grondslag te geven.
Niemand onzer is in staat de toe
komst te voorspellen en evenmin de
werking van het nieuwe prijzensys
teem. Eén ding staat eohter wel voor
allen vast: dat het algemeen belang,
de toekomst van onze export, de mo
gelijkheid tot verdere uitgroei daar
van, vereist het beteugelen van de
z.g.n. goedkope na-offertes.
Laten wij slechts hopen, dat deze
poging een gelukkige zal blijken te
zijn en dat ook deze onrust, evenals
vele in het afgelopen jaar, zal blij
ken onnodig te zijn geweest, nu het
thans geen zin meer heeft daarop na
der in te gaan.
Spreker wees er tenslotte op dat
Nederland en de gehele Nederlandse
tuinbouw zich opmaken om in 1960
de wereld te tonen wat Nederland als
belangrijkste tuinbouwexportland
van Europa in staat is te presteren.
De steekproef is genomen bij meer
dan een half miljoen kopers. Gezien
de omvang van de enquête mag wor
den aangenomen, dat ook bij de an
dere aankopen van kleding dezelfde
tendens kan worden geconstateerd.
In 1956 was de omzet in de prijs
klasse, van 100150 verreweg het
grootst en beduidend groter dan die
in de prijsklasse van 4050. In 1953
was dit juist andersom. Toen waren
de omzetten in laatstgenoemde prijs
klasse beduidend omvangrijker. De
aankopen van het merkartikel in
1956 beliepen in de prijsklassen van
100150, 30.9 pet. van de totale om
zet; in de prijsklasse 70100, 27,3
pet. van 50—70, 22.8 pet., en van
4050, 19 pet. Het verschil met 1953
is wel heel groot. Toen bedroeg de
omzet in de prijsklasse 100150,
21.9 pet., van 70100, 20.4 pet., van
50—70, 21 pet. en van i 40—50, 36,7
pet. Voor 1954 waren deze cijfers resp.
23,5 pet., 18.3 pet., 22,2 pet. en 36 pet.
en voor 1955 23,3 pet., 21.4 pet., 23.5
en 26.8 pet. Uit deze cijfers blijkt dus
duidelijk de toenemende belangstel
ling voor het duurdere produkt en de
sterke afneming voor het goedkoop
ste artikel. Voor de laagste prijs
klassen is de afzet bijna gehalveerd.
Loonsverhoging
voorgesteld van 5,6 pet
De Stichting van de Arbeid heeft
zaterdag berr.adslaagd over een com
pensatie voor de op 1 januari te
heffen premie voor de Algemene
Ouderdomsvoorziening.
Zij is gekomen tot een advies aan
de regering een voor alle werknemers
geldende loonsverhoging van 5.6 pet.
boven de rechtens geldende lonen tot
een maximum van de salarisgrens,
waartoe de A.O.W.-premie zal wor
den geheven.
Wanneer deze nog niet bekende
grens gesteld zal worden op 6900,—
(aanvankelijk was door de regering
de grens van ƒ6000 gesteld), dan zal
dus de loonsverhoging een maxi
mum krijgen van 366.40 per jaar.
„Tel."
Op de algemene vergadering van
de vakgroep tuinders van de L.T.B.,
die vandaag in Haarlem werd gehou
den, heeft de voorz., de heer Jac.
Groen, een openingsrede gehouden,
waarin hij de voornaamste problemen
in het tuindersvak aanroerde.
Na te hebben gesproken over de
tragedie, die zich in Hongarije' af
speelt, kwam de heer Groen tot het
agrarische deel van zijn betoog.
Ondanks ook nu doordraai in som
mige perioden, ondanks ook nu
sterk variërende prijzen, die soma
voor individueele leden de balans ten
ongunste en voor anderen weer ten
gunste beïnvloeden, ondanks ook de
moeilijkheden die het glasbedrijf in
de langdurige vorstperiode in de
eerste maanden van het jaar onder
vond een omstandigheid die weer
andere cultures ten goede kwam
mogen wij in het algemeen over de
uitkomsten niet ontevreden zijn.
Ik mag één uitzondering maken,
n.l. voor degenen die schade, soms
grote schade, hebben geleden door de - - -- -
dit jaar uitzonderlijke stormen en i regelen om de tuinbouw te doen de-
de laagte slechts beperkt door de
bodem in de markt, die de minimum-
prij zenfondsen, door de telers zelf
privaatrechtelijk bij een gebracht,
daarin leggen.
De tuinbouw heeft na de bevrijding
practisch van de overheid geen
steun t.a.v. de prijzen genoten, slechts
de bijslag op de koolprijzen in 1954
maakt hierop een uitzondering.
Als het dus alleen zou gaan om die
garantieprijzen, kan deze zaak ons
betrekkelijk koud laten. Maar het
gaat er ook om de land- en tuinbouw
te behoeden voor toestanden als in de
30-er jaren, of liever land- en tuin
bouw gelijkberechtigde te doen zijn
in ons economisch leven.
Vandaar dat wij van harte met de
actie van het Landbouwschap in
stemmen en ook als tuinders een
steentje willen bijdragen om de
landbouwpolitiek in de gewenste zin
te doen ombuigen.
Concrete maatregelen.
Vraagt men naar de concrete maat-
regenval. Naar ik vernam hebben
ook in ons gebied een aantal tuinders
zich aangegeven voor de enquête
van het Landbouwschap tot het op
nemen van de schade, waarbij wordt
verhoopt, dat de regering de behulp
zame hand zal bieden, indien dit ge
rechtvaardigd en nodig is.
Op het gebied van de uitvoer heb
ben wij naast het algemeen bevredi
gende hiervan enkele vervelende
dingen meegemaakt. Met name België,
dat weer op sommige niet te recht
vaardigen tijdstippen de grens sloot
of wat erger is met uitvoersubsidies
gaat werken en daardoor in stede van
onze economische-unie-partner, onze
felle concurrent wordt.
Brandende kwestie.
Ik zou thans willen overgaan tot
de brandende kwestie, die in de agra
rische wereld op het hoogste niveau
aan de orde is gesteld en die ik zou
willen noemen de gelijkberechtigd
heid van de land- en tuinbouw in
Nederland in ons economisch leven.
Wanneer het gaat over de L.E.I.-
prijzen, die geen of onvoldoende re
kening houden met'de eigenaarslas-
ten, waarin een niet voldoende fac
tor van ondernemersbeyoning en
waarin een naar omstandighe
den onvoldoende beloning van de
handenarbeid van de bedrijfsleider is
verdisconteerd en tegelijk moet wor
den vastgesteld, dat de beloning van
de landarbeiders achter staat bij die
van andere gelijkwaardige bedrijfs
takken, dan hebben wij hiermede hei
probleem voor ogen.
Een probleem, dat tot oplossing
dient te worden gebracht door aan
passing van de garantieprijzen aan de
werkelijke kosten.
Oppervlakkig gaat dit alles de tuin
bouw voorbij, in zoverre dan dat wij
geen garantieprijzen kgnnen. De
tuinbouw is aangewezen op de vrije
markt en kent alleen vrije prijzen, in
len in deze gewenste verbetering dan
zijn die weliswaar moeilijk aan te ge
ven. Op de vrije markt aangewezen,
mogen wij slechts hopen, dat de ex-
portnoodzaak voor de tuinbouw door
de regering zodanig wordt aange
voeld, dat zij niet alleen paraat is op
dit gebied, doch ook de nodige eisen
op handelspolitiek gebied zal durven
stellen, daar waar dit voor de in
standhouding van onze tuinbouw no
dig en geboden is.
Verder menen wij van haar voort
durende steun te mogen vragen
voor de dingen, die de bedrijven so
ciaal-economisch kunnen verstprken.
In dit kader wil ik noemen de voor
lichting, het waarborginstituut, enz.
En ook, dat indien calamiteiten zich
voordoen en het bedrijf bedreiger.,
de bekende memoriepost in het
Landbouw Egalisatiefonds effectief
zal worden gebruikt.
Ik meen verder niet onbesproken
te mogen laten het steeds klemmen
der wordende probleem der arbeids
voorziening.
Het is gelukkig, dat vele tuinbouw
bedrijven gezinsbedrijven zijn. Waar
wij anders vandaag al aan toe zou
den zijn, is niet te overzien. Maar
ook tal van onze vandaag gezonde en
volkomen economisch verantwoorde
bedrijven redden het niet met alleen
eigen krachten. En toch verlaten
steeds meer landarbeiders het oude
vak en gaan als ongeschoolden naar
de industrie.
Is onze nationale economie daar
nu mee gediend?
Wordt het geen hoog tijd, dat de
industrialisatie eerder wordt getem
poriseerd dan aangemoedigd? Nie
mand zal ontkennen, dat onze agra
rische export en met name onze tuir.-
bouw-export kwetsbaar is, maar is
veel van onze industriële export dit
niet?
Het is nog steeds zo, dat bij de uit
wisseling van goederen onze agrari
sche export en daar is een groot stuk
tuinbouw bij, 35 pet. van het totaal
bedraagt. Het wordt m.i. zeer be
denkelijk, als men niet zou willen
inzien, dat in het nationaal belang
deze verhouding niet sterk gewij
zigd dient te worden.
Een betere beloning, een minstens
gelijkwaardige beloning van de land
arbeid, minstens gelijk aan die van
ongeschoolde industrie-arbeiders, kat:
het laatste voorkomen.
Of het dit geheel zal kunnen, be
twijfel ik intussen, maar het lijkt mij
goed, dat de organisaties het gehele
probleem in overleg met de land-
arbeidersorganisaties ernstig onder
het oog zien.
Dreiging in 't westen.
Ik geloof, dat ik tekort zou schie
ten, als ik de andere bedreiging van
het tuinbouwbedrijf in het westen,
niet óók zou noemen: de verdrij
ving van de tuinbouw ten behoeve
van de woningbouw in industrie
gebieden en grote gemeenten.
Het is nergens zo erg en zo om
vangrijk als in onze gewesten. En
daarom is er steeds meer teleurstel
ling dan voldoening. Ik moge echter
twee puntjes releveren, die mischien
niet direct, doch op de duur van be
lang kunnen zijn.
Allereerst het rapport van de dienst
Nationale Plan. Eindelijk begint men
enigszins beangst te worden voor de
steeds toenemende opeenhoping van
mensen in de grote steden en indus
trie-centra.
Een tweede lichtpuntje zie ik ook
in de overwegingen in hogere kringen
om niet meer tuinbouwbedrijven be
schikbaar te stellen in de Zuiderzee
polders, althans geen intensieve be
drijven, doch te stimuleren, dat het
boerenland in de omgeving van de
grote centra beschikbaar komt voor
tuinbouwbedrijven en als compensa
tie bedrijven voor akkerbouw en
veehouderij beschikbaar komen voor
de landbouwers, wier land voor de
tuinbouw is afgestaan.
Een punt, dat in tal van onze jaar
vergaderingen in de loop der tijd be
handeld werd, komt thans niet op de
agenda voor.
Nog in de laatste vergadering van
de Tuinders vakbond is het aan de
orde geweest. De vraag of de teelt
regeling al dan niet gehandhaafd zal
moeten blijven, werd nogal zeer ver
schillende beoordeeld. Er ontstaat jn
een deel van het land ccn vrij bewust
streven om de teeltregeling maar op
te doeken, behoudens dan de erken
ningsregeling (erkenning A). De
voorstanders van behoud- van dc re
geling wezen er op, dat er al veel
tuinbouwproducten vrij kunnen wor
den geteeld en dat voor andere op
heffing der regeling een sprong in
het duister werd geacht, terwijl de
minimumprijzenregeling e.a. met be
houd van de regeling samenhangen.
De bespreking hierover in deze
tijd van het jaar, vlak voor het nieu
we seizoen was uiteraard praematuur.
Er komt dus behoudens misschien
t.a.v. de bijzondere vergunning voor
vroege aardappelen in 1957 geen
verandering. Het lijkt mij toe, dat de
teeltregeling in de loop van dat jaar
wel onderwerp van bespreking zal
blijven en onze afdelingen en kringen
doen er goed aan om dit onderwerp
ook op hun vergaderingen onder het
oog te blijven zien.
Rond 500 hoofdstedelijke meisjes
en knapen rond 17 jaar, kregen zater
dagnacht de in Europa al weer
ouderwetse impuls om al „rock and
roll"-end het Leidseplein op stelten te
zetten.
De Amsterdamse politie, verbaasd
over de achterlijkheid van Amster
dams jeugd, maande, vlug naar huis
en onder de wol te gaan, hetgeen niet
't gewenste resultaat had.
Gummistokken moesten er ten
slotte aan te pas komen om de hoofd
stedelijke „spes patriae" te overtui
gen, dat er voor hen geen eer meer
te behalen is met iets, wat ieder pro
vinciestadje in Nederland als „uit de
tijd" beschouwt.
Groter karwei.
Op het Rembrandtsplein kostte het
enkele uren later meer moeite om
de orde te herstellen. Hier v/aren
twee mannen op uiterst luidruchtige
wijze een meningsverschil aan het op
lossen. Toen de politie hen van el
kaar geplukt had, kreeg zij de toorn
van een hunner in al zijn volheid te
verwerken. De politie vond, dat de
man zijn standpunt beter op het poli
tiebureau verder uiteen kon zetten,
maar tegen deze tocht naar het bu
reau verzette zich niet alleen de
vechtersbaas, doch ook een voorbij
ganger.
Tijdens het nieuwe gevecht, dat
ontstond, wist de aanstoker van alle
moeilijkheden te ontkomen en om
niet helemaal met niets thuis te ko
men, nam de politie toen maar de
man mee, die zich ongevraagd als tus
senpersoon opgeworpen had.
MGR. JANSEN CELEBREERDE
H. MIS IN „EIGEN" PAROCHIE.
Ter sluiting van het eeuwfeest van
dc parochie H.II. Nicolaas en Bar
bara (De Liefde) te Amsterdam heeft
mgr. M. A. Jansen, bisschop van Rot
terdam, gistermorgen in deze paro
chiekerk een pontificale hoogmis op
gedragen, geassisteerd door enige
priesterzonen van de parochie, waar.
in hij zelf ook is geboren. In deze
kerk heeft hij ook zijn eerste plecn-
tige H. Mis als priester opgedragen.
De bisschop heeft tijdens zijn predi
katie de parochie hartelijk gefelici
teerd met haar eeuwfeest, en haar
geprezen om de grote steun, die zij
geeft aan de vele religieuzen, die uit
de parochie zijn voortgekomen.
In Huize De Liefde heeft de paro
chiële jeugd vervolgens de bisschop
op zeer hartelijke wijze gehuldigd,
die onder andere omringd was door
meer dan twintig priesterzonen van
deze parochie.