Weinig nieuwe gezichtspunten bjj de
algemene beschouwingen
De Voorzienigheid heeft aan een breiwinkel
voldoende om klein liefdewerk groot te maken
Honderd jaar „Sint Cunera" in Leiden
Het begon in de Nieuwsteeg dank
zij charitatieve leken en
doortastende zusters
Tot slot: 'n Subsidie-praatje
DONDERDAG 15 NOVEMBER 1956
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
I.
HONDERD jaar geleden was Lei
den een stad, die veel van haar
vroegere welvaart verloren had. In
talrijke gezinnen heerste armoede, en
het leven was er schraal. De leni
ging van de nood lag in die dagen nog
vooral in particuliere handen, en het
moet gezegd, dat Leiden vele vrome
zielen telde, die zich het lot der ar
men aantrokken. Onder die vrome
zielen bevond zich Cornelia van 't
Hof, die met haar echtgenoot Corne
lius Vollebregt en haar schoonzuster
Joanna Vollebregt werk verschafte
aan arme mensen.
Het meest waren de juffrouwen
Vollebregt begaan met zoals de
oude kronieken dat uitdrukken
„de ongelukkige toestand van eenige
kinderen, die zonder opvoeding, le
dig rondliepen of in de fabrieken der
stad leerden het heil harer zielen te
vergeten".
Zij spraken daarover met hun pas
toor, Deken A. C. Quant van de Sint
PetruSkerk, en hij ging er mee ac-
coord, dat de dames aan arme meis
jes, die om welke reden dan ook
op straat rond zwierven, godsdienstig
onderwijs te geven, mits de kinderen
ook te werken kregen of althans be
zig gehouden werden.
Aldus geschiedde. De juffrouwen
Vollebregt kochten wat sajet, en zet
ten een breiwinkel op, waarin ver
schillende meisjes inderdaad werden
bezig gehouden. De breiprodukten
werden verkocht in stad en omge
ving, en tenslotte konden er grote
afleveringen gedaan worden aan win
kels in diverse steden van ons land.
De even godsdienstige als zakelijke
dames boekten tenslotte een winst
van ruim 2'000,en zij wilden dat
geld uiteraard besteden om de zaak
en daarmede haar liefdewerk uit te
breiden.
Deken Quant gaf haar echter een
advies, dat zou leiden tot „Het Lief
dewerk van de H. Cunera", een stich
ting te Leiden, die op zatéYdag 1 de
cember 1956 har honderdjarig bestaan
zal vieren.
Hij gaf de raad om het verdiende
geld te besteden tot aankoop van een
huis, dat een toevlucht zou moeten
zijn voor de meest veriatenen. De
opvoeding zou in handen gegeven
moeten worden van zusters, het be
heer moest komen aan een speciale
commisie van Regenten, terwijl de
breiwinkel zou blijven dienen tot fi
nanciële steun van het Gesticht. Voor
de functie van regent had de Deken
reeds de heren C. Vollebregt, J. P.
Driessen en F. K. A. Truffino ge
schikt bevonden.
Het dekenale plan werd voorgelegd
aan Haarlems bisschop, mgr. J. F. van
Vree, en het kreeg diens voorlopige
goedkeuring. Op aanraden van de
bisschop werd contact opgenomen
met het bestuur van de in 1852 door
pastoor P. J. Hesseveld opgerichte
„Congregatie der Arme Zusters van
het Goddelijk Kind" te Amsterdam.
Men bleek daar niet ongenegen en
kele zusters af te staan voor ge
noemd liefdewerk in de Sleutelstad.
In de Nieuwsteeg.
INTUSSEN was er een huis gekocht
in de Nieuwsteeg, waarin om te
beginnen de breiwinkel werd onder
gebracht. De initiatiefneemsters
hoopten nog slechts op de verwezen
lijking van haar ideaal: een huis,
waar meisjes zouden worden opge
nomen om gevormd en geleid te wor
den.
Dat ideaal weird in zoverre spoedig
werkelijkheid, dat mgr. Van Vree
zijn goedkeuring gaf aan de Stich
ting, welke per 1 deecmb'er 1856 een
feit werd. Hij stelde het Liefdewerk
onder de bijzondere bescherming van
de H. Cunera, „bepaaldelijk ook met
het oogmerk, dat de in het Gesticht
der instelling op te voeden meisjes
uit het voorbeeld harer Beschermhei
lige zullen leren steeds werkzaam en
met haren staat tevreden te zijn".
De drie reeds met name gemelde
heren kregen als regenten zitting in
de commissie van bestuur, en zij kwa
men voor het eerst in vergadering
bijeen op 21 januari 1857 ten huize
van de heer C. Vollebregt, die be
noemd werd tot president. De heer
Truffino nam het secretariaat op
zich en de penningen zouden be
heerd worden door de heer Dries
sen.
„Het Liefdewerk van de H. Cune
ra" was gestart, een simpel en primi
tief begin, waaruit een indrukwek
kende activiteit geboren zou worden.
De vergeelde papieren getuigen van
het leed en de vreugde, die in de
voorbije eeuw zich een eigen plaats
hebben verworven.
De Blauwe Zusters.
DIE honderd jaren zijn echter niet
los te maken van het werk der
Arme Zusters van het Goddelijk
Kind. In de regentenvergadering van
2 oktober 1857 kon de president me
dedelen, dat de onderhandelingen
met de Congregatie gunstig waren
verlopen en dat de eerste Zusters om
streeks half oktober van dat jaar in
Leiden verwacht konden worden.
De Congregatie, nog maar enkele
jaren oud, telde toen slechts zestien
leden met aan het hoofd pastoor
Hesseveld en Moeder Theresia
algemeen overste. Het werk was tot
sterdam, maar de kans om verder
naar buiten te treden werd dankbaar
aangegrepen.
Op 16 oktober arriveerden onder ge
leide van Moeder Theresia de eerste
drie Zusters in Leiden, met name
Magdalena, Barbara en Francisca,
van wie laatstgenoemde als overste
van het Leidse gesticht in de Nieuw
steeg zou optreden. De Zusters werd
zowel door Deken Quant als door Re
genten een hartelijke ontvangst be
reid en zo goed mogelijk werden de
eerste zaken op orde gebracht.
Bij contract werd haar verhouding
tot 'het bestuur vastgelegd en voor
het Gesticht werd een speciaal re
glement opgesteld.
Ruim negen en negentig jaar zijn
de Arme Zusters van het Goddelijk
Kind nu in Leiden werkzaam. Weini
gen echter kennen haai onder die
naam. „De Zusters van de Voorzienig
heid" spreekt de Leidenaars beter
aan, maar nog liever praten zij ge
moedelijk over de „Blauwe Zusters",
een populaire benaming, die de Zus
ters te danken hebben aan de blauwe
bies, die haar kappen niet al te coquet
afzoomt.
Voorwaarden en uitzet.
het huis was nog woest en ledig.
Met behulp van de dames Vollebregt
was het gauw met die woestheid ge
daan, en aan die ledigheid kwam
binnen enkele maanden een einde.
Er kwamen verschillende aanvra
gen binnen tot opname van meisjes,
maar de Regenten en Deken Quant
beraadslaagden eerst uitvoerig, hoe
en op welke voorwaarden pupillen
konden worden opgenomen.
Als condities werden gesteld:
a. kinderen, inboorlingen van Leij-
den of in Leijden eenige tijd be
steed geweest zijnde van bui
tengemeenten, kunnen voor
65,'s jaars worden opgeno
men.
b. kinderen, van andere plaatsen
komende, worden niet meer
dan voor 75,'s jaars opge
nomen.
Bepaald werd voorts, dat de uitzet
moest bestaan uit: 6 hemden, 6 borst
rokken, 6 onderbroeken, 6 paar kou
sen, 2 paar schoenen, 6 zakdoeken, 6
halsdoeken, 4 jurken, 6 boezelaars,
1 omslagdoek of mantel, 6 rokken, 2
zwarte rokken, 6 nachtjakken, 2
mutsen (dag), 6 nachtmutsen en
corsetten. (Zo'n uitzet kwam in c
dagen op ongeveer 50,In de loop
der jaren zijn de prijzen voor opname
en de samenstelling van de uitzet
uiteraard aangepast aan de zich wij
zigende omstandigheden).
Historische dag.
\700R Regenten en Zusters werd
de 19e december 1857 een belang
rijke en historische dag. Op die datum
kwamen de eerste twee meisjes in
het gesticht, die na verloop van tijd
nog verschillende andere huisgenoten
kregen.
Om misverstand te voorkomen zij
hier opgemerkt, dat het in het ge
sticht niet zozeer ging om meisjes,
die niet zouden deugen als wel om
kinderen, die bijzondere verzorging
nodig hadden, doordat haar moeder
bijvoorbeeld ziekelijk was, noodwen
dig uit werken moest gaan enzo
voort. Ook vonden schipperskinderen
in het Gesticht daar het door de
ouders gewenste onderdak.
Ten overvloede wellicht wijzen wij
er op, dat wij naar gebruik van
die dagen herhaaldelijk het woord
„gesticht" zullen bezigen, dat men in
onze moderne tijd niet graag meer
gebruikt. De betekenis is inderdaad
in bepaalde opzichten gedegenereerd.
Wij handhaven het niettemin in zün
oorspronVelijke zin: een huis, dat
„gesticht" is.
Armoede.
VOL goede moed werd met het
werk begonnen. Twee jaar later,
in 1859, kreeg het Gesticht ook zijn
officiële naam. In hun vergadering
van 7 februari besloten de Regenten
„na veel deliberatie" het Gesticht
„De Voorzienigheid" te noemen,
welllce naam in de gevel van het huis
aan de Nieuwsteeg werd aange
bracht. In dat jaar ook men had
toen de verzorging van zestien kin
deren vertrok Moeder Francisca
uit Leiden en werd zij in die functie
opgevolgd door Zuster Magdalena,
die bij de eerste drie Zusters te Lei
den behoorde.
Hoewel de breiwinkel in den be
ginne een vrij behoorlijk rendement
voor het Gesticht opleverde van
1 juni 1860 tot 1 juni 1861 bijvoor
beeld 86614H waren -de zorgen
voor de heren Regenten en de Zus
ters zeer groot. Men moest zich in
het Gesticht met het minimale tevre
den stellen, zo zelfs, dat nog 21 jaar
na de stichting, een der zusters in
het kloosterlijk kroniekboek neer
schreef: „Onze Lieve Heer neemt er
behagen in ons meer en meer in de
armoede te vestigen".
Maar goed, zij noemden zich niet
alleen maar waren ook de Arme Zus
ters van het Goddelijk Kind. Het
geen niet wegnam, dat de Regenten,
bijgestaan door Deken Quant en door
de financiële steun soms van enkele
stadgenoten, alles op alles zetten om
het Gesticht draaiende en de Zusters
Als oprechte roomse lieden namen
de heren hun toevlucht tot een lo
terij, die zij met breed gebaar op touw
zetten en die toch weer het aardige
sommetje van 1106,opbracht. Dat
was nog omstreeks 1861.
„Voorzienigheid".
zichten een doortastend man ge
weest moet zijn, was toch weer niet
zo doortastend, of hij meende te
recht, dat de (Goddelijke) Voorzie
nigheid ook een handje moest helpen.
En de geschiedenis van het Gesticht
is er om te bewijzen, dat dit vaak
op vorstelijke wijze geschiedde,
In die eerste jaren kwam tijdens
een Regentenvergadering de vraag
aan de orde, of er niet een paar kin
deren gratis in het Gesticht konden
worden opgenomen. Daar was bij
voorbeeld het kind van een weduwe,
die behoeftig was en uit werken
moest gaan. „Het kind, dat aldus
de notulen een lief kind is, moet
op straat dwalen, en zij (de moeder)
is beducht, dat haar kind in ondeugd
zoude opgroeien."
Ja, daar zaten de heren Regenten,
met een hart vol deernis en een kas
zonder geld.
Maar een der heren merkte op: „Als
we dat kind gratis opnemen, kan dat
slechts zegen brengen over ons Ge
sticht". En Deken Quant zei daar met
een overheen: „Wij moeten toch wat
aan de Voorzienigheid overlaten".
Toen op de volgende vergadering
de secretaris er zijn verwondering
over uitsprak, dat de weduwe zich
nog niet met haar kind gemeld had,
merkte de voorzitter laconiek op: „De
vrouw is intussen hertrouwd".
„Kijk, dat is nou een prachtig staal
tje van Voorzienigheid", moet Deken
Quant toen heel ernstig opgemerkt
hebben!
Scholenplan.
naar de rectorale pastorie van
Sint Lodewijkskerk aan het Steen-
schuur. Als herder van de Sint Pe-
truskerk werd hij opgevolgd door
pastoor L. van Wissen.
Het feit, dat het aantal kinderen
in het Gesticht toenam, was wel het
bewijs, dat de Sint Cunera-Stichting
te Leiden in een behoefte voorzag.
Maar het betekende ook, dat de Re
genten zich steeds weer kopzorgen
moesten maken om het Liefdewerk
in stand te houden.
De dood van hun president, de heer
C. Vollebregt, op 22 mei 1868 bracht
de heer J. P. Driessen aan het be
wind, en hei intussen van samenstel
ling gewijzigde regentencollege be
raadde zich er over, hoe het werk
een stabiele financiële basis gegeven
kon worden. De breiwinkel wierp
steeds minder gunstige resultaten af,
vooral toen een der dames Volle
bregt in 1870 kwam te overlijden en-
de ander oud en blind achterbleef.
De Regenten scheen het beter toe
de breiwinkel aan kant te zetten en
naar andere mogelij kheden uit te
zien. Die mogelijkheden meenden zij
vooral te vinden in het stichten van
scholen, een nogal vermetele gedach
te, die zij bij een zakelijke discus
sie en na advies te hebben ingewon
nen bij deskundigen zeker nooit ver
wezenlijkt zouden hebben. De heren
maakten zich echter niet veel zorgen
en realiseerden zich niet, dat de kost
voor de baat uitgaat. Met andere
woorden, zij sloegen er niet zoveel
acht op, dat scholen stichten een
enorme investering vraagt, welke
niet één-twee-drie afgeschreven kan
worden.
Moeten wij hen die schijnbaar on
beraden stap kwalijk nemen? Dat zou
niet rechtvaardig zijn. Het vertrou
wen van de Regenten op de Voorzie
nigheid was groter dan dat op hun
kas. Dat hun vertrouwen niet verme
tel is geweest, hopen wij u in een
volgend artikel te vertellen.
WIM HELVERSTEIJN.
GEMEENTERAAD OEGSTGEEST
dan toe beperkt gebleven tot Am- in leven te houdenl
Gisteravond kwam de raad van
Oegstgeest in openbare vergadering
bijeen. Voorzitter burg. H. L. du
Boeuff. Afwezig de heer Oosterom
en mr. Bergmeyer wegens ziekte.
Mr VALENTGOED opent dc alg.
beschouwing en constateert, dat het
gemeentebestuur reeds op 2 gronden
niet uit de weg kan. Daar is het feit
van het verbonden zijn met verzil
verde boeien aan de schatkist van het
Rijk, waardoor het bestuur in ge
latenheid moet afwachten wat haar
toebedeeld zal worden. Allen weten
daarvan en het telken jare aange
heven droefgeestig lied wordt uiter
mate eentonig. Het feit, dat op dit
punt blijkbaar geen oplossing, die
bevredigt, te vinden is, is evenwel
een teken aan de wand met betrek
king tot de bestuurlijke ontwikkeling
der kleine en middelgrote gemeenten.
Spreker wijst vervolgens op de ont
wikkeling der gemeente in noorde
lijke richting en op een eventueel
communicatiemiddel voor de bewo
ners aldaar, die ver van het winkel
centrum zijn verwijderd. De Oegst-
geester middenstand zal haar taak
moeten begrijpen en meent te mogen
verwachten, dat het gemeentebestuur
terzake diligent zal zijn, daar de tijd
in dit opzicht van grote waarde is.
Ook een modern cultureel centrum,
dat geschikt moet zijn voor alle groe
peringen is gewenst. Tenslotte wijst
spr. nog op de hoge waterstand in
verschillende tuinen, waarschijnlijk
het gevolg van het dempen van
sloten.
Protest tegen Leiden.
MEVR. SMIT-WITVLIET hoopte,
dat het tekort gedekt zal worden
door een verhoging van de alg. uit
kering. B. en W. zijn h.i. steeds paraat
geweest bij de aankoop van bouw
grond. Helaas moesten wij aldus
mevr. Smits vernemen uit de pers,
dat de hoeve Veldheim met lande
rijen en omliggend grondgebied, pl.m.
62 ha, uit onze gemeente in handen
van Leiden is overgegaan. Men kan
hiertegen alleen protesteren en de
gang van zaken betreuren en vrezen
voor het voortbestaan van dit modern
agrarisch bedrijf.
Ook deed zij de suggestie stukjes
grond te bestemmen voor bejaarden-
sen verdiepings-woninigtwet-wondngen.
Vervolgens wijst zij op de verwaar-
Tozing en vernieling van het Bos van
Wijckersloot door de jeuigd.
DE HEER BLANSJAAR oefent
kritiek uit op de subsidie-politiek ten
opzichte van verenigingen, die een
zuiver plaatselijke activiteit aan de
dag leggen. Spr. wijst op de Oegst-
geester Chr. Jeugdkampen. Spr. be
pleitte salariëring van gemeente
werklieden om het „veriocp" diec
werklieden tegen te gaan.
MEVR. KRAMER zegt, dat, hoewel
het financieel aspect der begroting
niet rooskleurig is, het toch onjuist
is om de culturele en maatschappe
lijke aangelegenheden hiervan de
dupe te laten zijn.
Vele dingen worden aangeschaft,
straten verbeterd enz., terwijl onvol
doende subsidie wordt gegeven.
Mensen gaan vóór dingen, een dik
wijls door spr. herhaalde leuze. Sedert
1948 dringt spr. reeds aan op het
aanstellen van een maatschappelijk
werkster door de gemeente in samen
werking met verschillende kerkge
nootschappen. Zijn laatst genoemde
wel overgegaan tot het aanstellen van
een dergelijke kracht, doch de ge
meente bleef achter.
Gezapig.
DE HEER VEER meent, dat de be
groting 1957 geen wijdlopige be
schouwingen vraagt. Het bij de be
handeling in de secties gestelde ge
ringe aantal vragen wijst er al op,
dat in deze begroting maar weinig
muziek zit.
Spr. wijst er op, dat de begroting
1956 reeds een flinke stille reserve
inhield. Zo is het ook gesteld met deze
begroting
Deze begroting ademt reeds de ge
zapige rust van een woongemeente.
Toch is er nog Veel te doen. Spreker
denkt aan de bouw van woningen
voor de financieel minder draag-
krachtigen. Wel is nu een begin ge
maakt met de bouw van 55 wonin
gen, doch met dit geringe aantal is
de nood en de behoefte op geen
stukken na gelenigd.
DE HEER v. d. VOORT stelt het
teleur, dat dit jaar de begroting niet
sluitend kan worden gemaakt. Het
grootste zorgenkind van vrijwel elk
gemeentebestuur is ook hier de volks
huisvesting. De bouw van de nu in
aanbouw zijnde 55 woningen heeft
heel wat moeite gekost bij de voorbe
reiding, doch spr. is er van overtuigd,
dat juist die moeilijkheden het college
hebben gesterkt tot grote activiteit
in de toekomst.
Subsidies.
Hierna werd overgegaan tot be
handeling van verzoeken om subsi
dies. De Oeigstgeester Ghr. Jeugdkam
pen hadden gevraagd om een subsi
die van 500. B. en w. handhaven
'hiuin standpunt, dat de subsidiëring
van het jeugdwerk moet worden be
perkt tot die jeugdorganisaties welker
hoofdbestuur door het rijk zijn er
kend en rijkssubsidie genieten.
Bij 'het verlaten van deze gedrags
lijn staat h.i. de deur open voor- aller
lei andere verzoeken op dit gebied,
waarbij het onmogelijk wordt een ob
jectieve maatstaf te handhaven.
De heer Blansjaar verdedigt
aanvrage, gezien de belangrijkheid
van deze jeugdkkub. De heer Veen
ondersteunt de heer Blansjasr. De
heert v. Kerkhof zoekt naar een vorm
bij deze aanvraag. Er zijn in deze ge
meente meer van deze verenigingen.
Wel zou spr. het verzoek niet direct
willen afwijzen, doch de kl-uib in de
gelegenheid willen stellen haar ver
zoek nader toe te lichten.
De heer Van Weizen wijst er op
dat deze kliuib belangrijk opvoedend
werk doet. Het gevraagde bedrag
vindt spr. te hoog. Mr. Valentgoed
wenst subsidie alleen toe te kennen
overeenkomstig de door d-e raad des-
tijd vastgestelde richtlijnen.
Mevr. Kramer zegt deze vereniging
geen erkenning heeft. Zij moet trach
ten ergens een onderdak te krijgen
ter verkrijging van een gedeelte der
aan de gezamenlijke jeugdverenigin
gen toegekende subsidie.
Besloten werd een volgen-de ver
gadering er nader op terug te komen
en eventueel de subsidie aan
jeugdvereniging te verhogen.
De Warmondise Triumph had ver
zocht om een subsidie te ontvangen
volgens de richtlijnen van de fede
raties van muziekgezelschappen en
ministeriële advies commissie.
B. en w. stellen voor Triumph
600 subsidie toe te kennen. Mevr.
SmitWitvliet is verheugd over de
medewerking van b. en w.
De heer Veen zegt, dat deze ver
eniging, die reeds meer dan 30 jaren
bestaat, deze subsidie wel toekomt,
Wensen.
MR. SLINGERBEfRG zegt, dat het
beeld van de onderhavige begroting
een afspiegeling vormt van de voort-
schriinende en voortkruipende infla
tie. Het moet erkend worden, dat de
relatief hoge kosten van onderhoud
van wegen, plantsoenen van onze ge
meente als woongemeente onvoldoen
de van hogerhand wordt opgevan
gen.
Toch mag anderzijds niet ontkend
worden, dat de uitkomsten van de
gemeente de laatste jaren tenslotte
gunstig zijn geweest, zodat een be
langrijk saldo reserven is gegroeid.
Het komt spr. voor dat de plan
nen van B, en W. gerechtvaardigd
zijn om wanneer de onlangs aange
vraagde verhoogde uitkering uit het
Gemeentefonds ter dekking van het
geraamde te kort niet- om slechts
ten dele geëffectueerd wordt, in dat
geval om gerechtvaardigde kapitaals
uitgaven de saldi-reserve aan te
spreken.
Vervolgens had spr. enkele wen
sen o.a. Lichtmasten aan de Haar
lemmertrekvaartHaarlemmerstraat
weg. Verbreding Warmonderweg.
Bouw Brandweerkazerne.
't Antwoord van B en W.
De voorzitter antwoordt de diverse
sprekers en zegt dat de onzekerheid
inzake de grenswijziging nog steeds
blijft voortbestaan. Omtrent de in
komsten zijn we afhankelijk van 't
Rijk. Dat deze begroting alleen sta
tisch en niet dinamdsah is, bestrijdt
spreker. Aan de toekomstige verbin
dingen van het noordelijk deel der
femeente schenken b. en w. a-an-
a-cht. Besprekingen met de NZHVM
hebben reeds plaats gehad. De verbe
tering der Rhijnhofweg is nodig, doch
is niet primair.
De vragen van de heer Blansjaar
kunnen bij de artikelen worden be
sproken. Betere functie-indeling der
werklieden is er moeilijk. Bij het sub
sidiëren van verenigingen zijn b. enw.
niet te schriel, doch men moet niet
te veel tegen de overheid aanleunen.
Wat de woningbouw betreft is het
steeds moeilijker, vooral nu een regio
naai bouwvolume is ingesteld. Het
wordt een touwtrekken tussen
verschillenden gemeenten. De plan
nen tot bouw brandweerkazerne zijn
nog niet goedgekeurd, d'Oöh weer
drie maanden uitgesteld.
Instelling van een openbare lees
bibliotheek kan door b. en w. in
studie worden genomen.
WETH. DEN OUDEN. Door de
snelle uibtreiding en aanleg van we
gen is de gemeente nog niet in het
bezit van benodigde gronden. De
speelweide en speeltuinen hebben de I
aandacht van de wethouder. Met de
aanleg van wegen moet ook rekening
worden gehouden.
De Rhijnhofweg is slecht. B. en w.
ting der diverse wegen zal aandacht
zullen e.e.a. bezien, ook aan de ver
worden besteed.
WETH. SIMON THOMAS erkent
dat er nog een behoorlijke stille reser
ve aanwezig is. Spr. vindt dit in te
genstelling met de li-eer Veen geen
nadeel.
Dat er gen sluitende 'begroting is
komt doordat de vergoedingen van
rijkswege geen gelijke tred houden,
met de verhoging der uitgaven door
salarisverhoging enz. Van de ge
volgde richtlijnen inzake de subsidië
ring moet niet worden afgeweken.
Verschillende raadsleden repliseer-
den als ook b. en w. Hierna werden
de alg. beshouwingen gesloten.
Zonder besprekingen werden goed-
HILLtGOM
AFSCHEID VAN ADJUDANT
C. J. VAN BURG, GROEPS
COMMANDANT RIJKSPOLITIE.
Nadat de groepscommandant van de
rijkspolitie, adjudant C. J. van Burg.
gedurende vijf jaren in Hillegom is
geweest, gaat hij onze gemeente ver
laten om in een andere functie, com
mandant van de „Parketgroep", een
corps van ruim 60 man, op te treden.
Het gemeentebestuur heeft de groeps
commandant woensdagmiddag in de
raadzaal ontvangen om afscheid van
hem te nemen. Daarbij waren tegen
woordig w.n. burgemeester, wethou
der W. F. van Dam, wethouder P.
v. d. Boer, de gemeente-secretaris J.
Th. M. Punt, de Commandant van het
District Leiden van de rijkspolitie,
drs. L. J. van der Meulen, de hoofden
van de bedrijven, de heren Flux en
De Jong en de ondercommandant van
de brandweer de heer Bultink. Ver
der het grootste deel van de groep
rijkspolitie, enige oud-collegae, een
groot aantal ambtenaren van de ge
meente Hillegom en belangstellenden.
De vele sprekers spraken met
waardering over de wijze, waarop de
scheidende politie functionaris zijn
taak in Hillegom heeft vervuld.
NOORDWIJK
LEERLINGENAVOND
R.K. ULO-SCHOOL.
De volle zaal gisteravond in het
Casino was wel het beste bewijs, dat
de leerlingen avond en van de r.k. Ulo
school in Noordwijk burgerrecht heb
ben verkregen. Niet alleen de leerlin
gen, doch ook het hoofd van de
school, de heer S. W. Neefjes, en de
overige leraren kunnen met genoe
gen maar ook met trots op deze
avond terugzien. De speech van de
voorzitter der leerlingen Joost v.
Eijken was tot in de puntjes ver
zorgd, waaruit blijkt dat de school
ook de volle aandacht aan het rede
naarstalent schenkt.
Het lijvige programma werd inge
zet met het schoollied en „Au clair
de la lune", gezongen door alle leer
lingen. Aardig was de declamatie,
waarbij de vertolkster „Die Muskie-
tenjach", wel een extra pluim toe
komt. De zangclub, onder leiding van
de heer A. Witteman, mocht er even
eens zijn en op zeer verdienstelijke
wijze werden enkele liederen ge
zongen, waarvan „Sandmannchen"
wel een bijzondere vermelding ver
diend. Zelfs een muziekclub kwam
voor het voetlicht welke op goede
wijze de muzikale omlijsting gaf.
Verder jongens- en meisjes-gymnas-
tiek en enkele volksdansen onder de
bekwame leiding van de heer Boort-
man. De clou van de avond was wel
de bijeenkomst van oud-leerlingen
(examenklas 1956) met rake zetten.
Alvorens tot de pauze over te gaan
sprak het hoofd der school, de heer
S W. Neefjes, zijn genoegen uit over
de geweldig grote opkomst en hoop
te dat de kennismaking met de
school bij de ouders een aangename
indruk heeft gemaakt. Het was spr.
een genoegen speciaal op deze avond
te begroeten pastoor Bende en de
heer H. de Boer, oud-hoofd der kath.
jongensschool, één der oprichters van
de kath. Ulo te Noordwijk.
Na de pauze volgden nog een 5-tal
nummers, waaronder de toneelschets
„Een eeuw achter" van Godfried Bo-
mans. Bij elkaar een uitstekend ge
slaagde avond.
Z0ETERMEER
Gebr: Abradina, d. v. A. van Rijs
en A. Oskam; Dina, d. v. J. C. van
Dorp en A. v. d. Tas; Hilleke H., d.
v. M. Vos en N. Vroedesteün; Jacob
J., z. v. T. Kalisvaart cn L. C. Poste-
ma; Gerda E., d. v. D. O. Brussé en
A. Bax; Anna W. M., d. v. P. J. W.
Hijdra en H. C. M. Moers; Petrus A.
N., z. v. P. J. W. Hijdra en H. C. M.
Moers; Leonarda G. M., d. v. H. J.
Gahrmann en C. Th. in 't Veen.
Ondertr.: F. L. Lernhout 35 j. en
E. M. J. Nieuwets 38 j.; H. van Duijn
24 j. en A. E. Lindhout 27 j.; A. J.
Adegeest 26 j. en A. T. M. Bolleboom
25 j.
Z0ETERW0UDE
HULP AAN HONGARIJE.
Burgemeester H. J. J. A. Snieets
heeft een Plaatselijk Comité Hulp
verlening Hongarije gevormd en
daarvan het voorzitterschap aan
vaard. In het dagelijks bestuur heb
ben zitting de heer H. J. Sieverding
als secretaris en de heer K. van der
gekeurd de begrotingen van het Hei- Vliet als penningmeester. Ook de hei
lige Geest-armbestuur, van maat
schappelijke zorg, en van het grond
bedrijf.
Geb.: Arine Heniriëtte, d. v. A. Par-
mentier en A. Broeksma; Adriana
Antonia, d. v. P. van Leijden en A.
J. Jonker.
Ondertr.: J. Kagenaar 33 j., Rijns
burg, en N. van Egr.iond 42 j.; H.
Kooloos 24 j.,en A. M. A. Verzijl 22 j.
Getr.: H. A. Robbers en A. de Nie;
J. Rietkerk en A. Heemskerk; H. G.
Poser en P. M. J. Blind.
Overl.: M. J. Weltér-Kloppenburg
93 j.; C. L. Burger 59 j.; M. S. van
Werkhoven-Kwaadgras 75 j.; C. M.
Heemskerk 54 j.
WARMOND
Raadsvergadering. De raad komt
maandag a.s. te half acht bijeen. Op
de agenda staat o.m.: Wijziging van
de verordening betreffende de orga
nisatie en het beheer van de ge
meentelijke brandweer. Voorstel van
b. en w. tot het vaststellen van een
vacantie-regeling op grond van de
Winkelsluitingswet voor de bakkers
bedrijven. Wijziging der begroting
betreffende aanschaffing van vuilnis
emmers.
de wethouders zijn lid van het comité.
De comité-leden zullen vóór zon
dag in elk gezin een niet geadres
seerde enveloppe bezorgen waarin
alle gezinsleden, dus ook de inwonen
de kinderen bun bijdragen kunnen
insluiten.
In de eerste dagen van de volgende
week worden de gevulde enveloppen
afgehaald door twee comité-leden,
waarna op vrijdag 25 november de
afdracht zal gedaan worden.
Degenen die van hun gift een kwij
ting willen hebben voor de belasting
faciliteit kunnen een overschrijving
doen op de giro-rekening van de ge
meente-ontvanger.
Nadere inlichtingen omtrent de be
stemming van de gelden zullen in
een begeleidende circulaire worden
gegeven.
Toelichting op Structuurplannen
Op een voorlichtingsavond van de
Propagandaclub ,,St. Paulus", vrijdag
avond a.s., zal de heer J. H. v. d.
Ploeg, voorzitter van de R.K. Raads
fractie een toelichting geven over de
uitbreidingsplannen in Zoeterwoude.
Deze eerste gelegenheid van „pu
blieke voorlichting" van de voor ve
len zo geheimzinnige plannen zal ze
ker grote belangstelling hebben.