Weinig nieuwe gezichtspunten bjj de algemene beschouwingen De Voorzienigheid heeft aan een breiwinkel voldoende om klein liefdewerk groot te maken Honderd jaar „Sint Cunera" in Leiden Het begon in de Nieuwsteeg dank zij charitatieve leken en doortastende zusters Tot slot: 'n Subsidie-praatje DONDERDAG 15 NOVEMBER 1956 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 I. HONDERD jaar geleden was Lei den een stad, die veel van haar vroegere welvaart verloren had. In talrijke gezinnen heerste armoede, en het leven was er schraal. De leni ging van de nood lag in die dagen nog vooral in particuliere handen, en het moet gezegd, dat Leiden vele vrome zielen telde, die zich het lot der ar men aantrokken. Onder die vrome zielen bevond zich Cornelia van 't Hof, die met haar echtgenoot Corne lius Vollebregt en haar schoonzuster Joanna Vollebregt werk verschafte aan arme mensen. Het meest waren de juffrouwen Vollebregt begaan met zoals de oude kronieken dat uitdrukken „de ongelukkige toestand van eenige kinderen, die zonder opvoeding, le dig rondliepen of in de fabrieken der stad leerden het heil harer zielen te vergeten". Zij spraken daarover met hun pas toor, Deken A. C. Quant van de Sint PetruSkerk, en hij ging er mee ac- coord, dat de dames aan arme meis jes, die om welke reden dan ook op straat rond zwierven, godsdienstig onderwijs te geven, mits de kinderen ook te werken kregen of althans be zig gehouden werden. Aldus geschiedde. De juffrouwen Vollebregt kochten wat sajet, en zet ten een breiwinkel op, waarin ver schillende meisjes inderdaad werden bezig gehouden. De breiprodukten werden verkocht in stad en omge ving, en tenslotte konden er grote afleveringen gedaan worden aan win kels in diverse steden van ons land. De even godsdienstige als zakelijke dames boekten tenslotte een winst van ruim 2'000,en zij wilden dat geld uiteraard besteden om de zaak en daarmede haar liefdewerk uit te breiden. Deken Quant gaf haar echter een advies, dat zou leiden tot „Het Lief dewerk van de H. Cunera", een stich ting te Leiden, die op zatéYdag 1 de cember 1956 har honderdjarig bestaan zal vieren. Hij gaf de raad om het verdiende geld te besteden tot aankoop van een huis, dat een toevlucht zou moeten zijn voor de meest veriatenen. De opvoeding zou in handen gegeven moeten worden van zusters, het be heer moest komen aan een speciale commisie van Regenten, terwijl de breiwinkel zou blijven dienen tot fi nanciële steun van het Gesticht. Voor de functie van regent had de Deken reeds de heren C. Vollebregt, J. P. Driessen en F. K. A. Truffino ge schikt bevonden. Het dekenale plan werd voorgelegd aan Haarlems bisschop, mgr. J. F. van Vree, en het kreeg diens voorlopige goedkeuring. Op aanraden van de bisschop werd contact opgenomen met het bestuur van de in 1852 door pastoor P. J. Hesseveld opgerichte „Congregatie der Arme Zusters van het Goddelijk Kind" te Amsterdam. Men bleek daar niet ongenegen en kele zusters af te staan voor ge noemd liefdewerk in de Sleutelstad. In de Nieuwsteeg. INTUSSEN was er een huis gekocht in de Nieuwsteeg, waarin om te beginnen de breiwinkel werd onder gebracht. De initiatiefneemsters hoopten nog slechts op de verwezen lijking van haar ideaal: een huis, waar meisjes zouden worden opge nomen om gevormd en geleid te wor den. Dat ideaal weird in zoverre spoedig werkelijkheid, dat mgr. Van Vree zijn goedkeuring gaf aan de Stich ting, welke per 1 deecmb'er 1856 een feit werd. Hij stelde het Liefdewerk onder de bijzondere bescherming van de H. Cunera, „bepaaldelijk ook met het oogmerk, dat de in het Gesticht der instelling op te voeden meisjes uit het voorbeeld harer Beschermhei lige zullen leren steeds werkzaam en met haren staat tevreden te zijn". De drie reeds met name gemelde heren kregen als regenten zitting in de commissie van bestuur, en zij kwa men voor het eerst in vergadering bijeen op 21 januari 1857 ten huize van de heer C. Vollebregt, die be noemd werd tot president. De heer Truffino nam het secretariaat op zich en de penningen zouden be heerd worden door de heer Dries sen. „Het Liefdewerk van de H. Cune ra" was gestart, een simpel en primi tief begin, waaruit een indrukwek kende activiteit geboren zou worden. De vergeelde papieren getuigen van het leed en de vreugde, die in de voorbije eeuw zich een eigen plaats hebben verworven. De Blauwe Zusters. DIE honderd jaren zijn echter niet los te maken van het werk der Arme Zusters van het Goddelijk Kind. In de regentenvergadering van 2 oktober 1857 kon de president me dedelen, dat de onderhandelingen met de Congregatie gunstig waren verlopen en dat de eerste Zusters om streeks half oktober van dat jaar in Leiden verwacht konden worden. De Congregatie, nog maar enkele jaren oud, telde toen slechts zestien leden met aan het hoofd pastoor Hesseveld en Moeder Theresia algemeen overste. Het werk was tot sterdam, maar de kans om verder naar buiten te treden werd dankbaar aangegrepen. Op 16 oktober arriveerden onder ge leide van Moeder Theresia de eerste drie Zusters in Leiden, met name Magdalena, Barbara en Francisca, van wie laatstgenoemde als overste van het Leidse gesticht in de Nieuw steeg zou optreden. De Zusters werd zowel door Deken Quant als door Re genten een hartelijke ontvangst be reid en zo goed mogelijk werden de eerste zaken op orde gebracht. Bij contract werd haar verhouding tot 'het bestuur vastgelegd en voor het Gesticht werd een speciaal re glement opgesteld. Ruim negen en negentig jaar zijn de Arme Zusters van het Goddelijk Kind nu in Leiden werkzaam. Weini gen echter kennen haai onder die naam. „De Zusters van de Voorzienig heid" spreekt de Leidenaars beter aan, maar nog liever praten zij ge moedelijk over de „Blauwe Zusters", een populaire benaming, die de Zus ters te danken hebben aan de blauwe bies, die haar kappen niet al te coquet afzoomt. Voorwaarden en uitzet. het huis was nog woest en ledig. Met behulp van de dames Vollebregt was het gauw met die woestheid ge daan, en aan die ledigheid kwam binnen enkele maanden een einde. Er kwamen verschillende aanvra gen binnen tot opname van meisjes, maar de Regenten en Deken Quant beraadslaagden eerst uitvoerig, hoe en op welke voorwaarden pupillen konden worden opgenomen. Als condities werden gesteld: a. kinderen, inboorlingen van Leij- den of in Leijden eenige tijd be steed geweest zijnde van bui tengemeenten, kunnen voor 65,'s jaars worden opgeno men. b. kinderen, van andere plaatsen komende, worden niet meer dan voor 75,'s jaars opge nomen. Bepaald werd voorts, dat de uitzet moest bestaan uit: 6 hemden, 6 borst rokken, 6 onderbroeken, 6 paar kou sen, 2 paar schoenen, 6 zakdoeken, 6 halsdoeken, 4 jurken, 6 boezelaars, 1 omslagdoek of mantel, 6 rokken, 2 zwarte rokken, 6 nachtjakken, 2 mutsen (dag), 6 nachtmutsen en corsetten. (Zo'n uitzet kwam in c dagen op ongeveer 50,In de loop der jaren zijn de prijzen voor opname en de samenstelling van de uitzet uiteraard aangepast aan de zich wij zigende omstandigheden). Historische dag. \700R Regenten en Zusters werd de 19e december 1857 een belang rijke en historische dag. Op die datum kwamen de eerste twee meisjes in het gesticht, die na verloop van tijd nog verschillende andere huisgenoten kregen. Om misverstand te voorkomen zij hier opgemerkt, dat het in het ge sticht niet zozeer ging om meisjes, die niet zouden deugen als wel om kinderen, die bijzondere verzorging nodig hadden, doordat haar moeder bijvoorbeeld ziekelijk was, noodwen dig uit werken moest gaan enzo voort. Ook vonden schipperskinderen in het Gesticht daar het door de ouders gewenste onderdak. Ten overvloede wellicht wijzen wij er op, dat wij naar gebruik van die dagen herhaaldelijk het woord „gesticht" zullen bezigen, dat men in onze moderne tijd niet graag meer gebruikt. De betekenis is inderdaad in bepaalde opzichten gedegenereerd. Wij handhaven het niettemin in zün oorspronVelijke zin: een huis, dat „gesticht" is. Armoede. VOL goede moed werd met het werk begonnen. Twee jaar later, in 1859, kreeg het Gesticht ook zijn officiële naam. In hun vergadering van 7 februari besloten de Regenten „na veel deliberatie" het Gesticht „De Voorzienigheid" te noemen, welllce naam in de gevel van het huis aan de Nieuwsteeg werd aange bracht. In dat jaar ook men had toen de verzorging van zestien kin deren vertrok Moeder Francisca uit Leiden en werd zij in die functie opgevolgd door Zuster Magdalena, die bij de eerste drie Zusters te Lei den behoorde. Hoewel de breiwinkel in den be ginne een vrij behoorlijk rendement voor het Gesticht opleverde van 1 juni 1860 tot 1 juni 1861 bijvoor beeld 86614H waren -de zorgen voor de heren Regenten en de Zus ters zeer groot. Men moest zich in het Gesticht met het minimale tevre den stellen, zo zelfs, dat nog 21 jaar na de stichting, een der zusters in het kloosterlijk kroniekboek neer schreef: „Onze Lieve Heer neemt er behagen in ons meer en meer in de armoede te vestigen". Maar goed, zij noemden zich niet alleen maar waren ook de Arme Zus ters van het Goddelijk Kind. Het geen niet wegnam, dat de Regenten, bijgestaan door Deken Quant en door de financiële steun soms van enkele stadgenoten, alles op alles zetten om het Gesticht draaiende en de Zusters Als oprechte roomse lieden namen de heren hun toevlucht tot een lo terij, die zij met breed gebaar op touw zetten en die toch weer het aardige sommetje van 1106,opbracht. Dat was nog omstreeks 1861. „Voorzienigheid". zichten een doortastend man ge weest moet zijn, was toch weer niet zo doortastend, of hij meende te recht, dat de (Goddelijke) Voorzie nigheid ook een handje moest helpen. En de geschiedenis van het Gesticht is er om te bewijzen, dat dit vaak op vorstelijke wijze geschiedde, In die eerste jaren kwam tijdens een Regentenvergadering de vraag aan de orde, of er niet een paar kin deren gratis in het Gesticht konden worden opgenomen. Daar was bij voorbeeld het kind van een weduwe, die behoeftig was en uit werken moest gaan. „Het kind, dat aldus de notulen een lief kind is, moet op straat dwalen, en zij (de moeder) is beducht, dat haar kind in ondeugd zoude opgroeien." Ja, daar zaten de heren Regenten, met een hart vol deernis en een kas zonder geld. Maar een der heren merkte op: „Als we dat kind gratis opnemen, kan dat slechts zegen brengen over ons Ge sticht". En Deken Quant zei daar met een overheen: „Wij moeten toch wat aan de Voorzienigheid overlaten". Toen op de volgende vergadering de secretaris er zijn verwondering over uitsprak, dat de weduwe zich nog niet met haar kind gemeld had, merkte de voorzitter laconiek op: „De vrouw is intussen hertrouwd". „Kijk, dat is nou een prachtig staal tje van Voorzienigheid", moet Deken Quant toen heel ernstig opgemerkt hebben! Scholenplan. naar de rectorale pastorie van Sint Lodewijkskerk aan het Steen- schuur. Als herder van de Sint Pe- truskerk werd hij opgevolgd door pastoor L. van Wissen. Het feit, dat het aantal kinderen in het Gesticht toenam, was wel het bewijs, dat de Sint Cunera-Stichting te Leiden in een behoefte voorzag. Maar het betekende ook, dat de Re genten zich steeds weer kopzorgen moesten maken om het Liefdewerk in stand te houden. De dood van hun president, de heer C. Vollebregt, op 22 mei 1868 bracht de heer J. P. Driessen aan het be wind, en hei intussen van samenstel ling gewijzigde regentencollege be raadde zich er over, hoe het werk een stabiele financiële basis gegeven kon worden. De breiwinkel wierp steeds minder gunstige resultaten af, vooral toen een der dames Volle bregt in 1870 kwam te overlijden en- de ander oud en blind achterbleef. De Regenten scheen het beter toe de breiwinkel aan kant te zetten en naar andere mogelij kheden uit te zien. Die mogelijkheden meenden zij vooral te vinden in het stichten van scholen, een nogal vermetele gedach te, die zij bij een zakelijke discus sie en na advies te hebben ingewon nen bij deskundigen zeker nooit ver wezenlijkt zouden hebben. De heren maakten zich echter niet veel zorgen en realiseerden zich niet, dat de kost voor de baat uitgaat. Met andere woorden, zij sloegen er niet zoveel acht op, dat scholen stichten een enorme investering vraagt, welke niet één-twee-drie afgeschreven kan worden. Moeten wij hen die schijnbaar on beraden stap kwalijk nemen? Dat zou niet rechtvaardig zijn. Het vertrou wen van de Regenten op de Voorzie nigheid was groter dan dat op hun kas. Dat hun vertrouwen niet verme tel is geweest, hopen wij u in een volgend artikel te vertellen. WIM HELVERSTEIJN. GEMEENTERAAD OEGSTGEEST dan toe beperkt gebleven tot Am- in leven te houdenl Gisteravond kwam de raad van Oegstgeest in openbare vergadering bijeen. Voorzitter burg. H. L. du Boeuff. Afwezig de heer Oosterom en mr. Bergmeyer wegens ziekte. Mr VALENTGOED opent dc alg. beschouwing en constateert, dat het gemeentebestuur reeds op 2 gronden niet uit de weg kan. Daar is het feit van het verbonden zijn met verzil verde boeien aan de schatkist van het Rijk, waardoor het bestuur in ge latenheid moet afwachten wat haar toebedeeld zal worden. Allen weten daarvan en het telken jare aange heven droefgeestig lied wordt uiter mate eentonig. Het feit, dat op dit punt blijkbaar geen oplossing, die bevredigt, te vinden is, is evenwel een teken aan de wand met betrek king tot de bestuurlijke ontwikkeling der kleine en middelgrote gemeenten. Spreker wijst vervolgens op de ont wikkeling der gemeente in noorde lijke richting en op een eventueel communicatiemiddel voor de bewo ners aldaar, die ver van het winkel centrum zijn verwijderd. De Oegst- geester middenstand zal haar taak moeten begrijpen en meent te mogen verwachten, dat het gemeentebestuur terzake diligent zal zijn, daar de tijd in dit opzicht van grote waarde is. Ook een modern cultureel centrum, dat geschikt moet zijn voor alle groe peringen is gewenst. Tenslotte wijst spr. nog op de hoge waterstand in verschillende tuinen, waarschijnlijk het gevolg van het dempen van sloten. Protest tegen Leiden. MEVR. SMIT-WITVLIET hoopte, dat het tekort gedekt zal worden door een verhoging van de alg. uit kering. B. en W. zijn h.i. steeds paraat geweest bij de aankoop van bouw grond. Helaas moesten wij aldus mevr. Smits vernemen uit de pers, dat de hoeve Veldheim met lande rijen en omliggend grondgebied, pl.m. 62 ha, uit onze gemeente in handen van Leiden is overgegaan. Men kan hiertegen alleen protesteren en de gang van zaken betreuren en vrezen voor het voortbestaan van dit modern agrarisch bedrijf. Ook deed zij de suggestie stukjes grond te bestemmen voor bejaarden- sen verdiepings-woninigtwet-wondngen. Vervolgens wijst zij op de verwaar- Tozing en vernieling van het Bos van Wijckersloot door de jeuigd. DE HEER BLANSJAAR oefent kritiek uit op de subsidie-politiek ten opzichte van verenigingen, die een zuiver plaatselijke activiteit aan de dag leggen. Spr. wijst op de Oegst- geester Chr. Jeugdkampen. Spr. be pleitte salariëring van gemeente werklieden om het „veriocp" diec werklieden tegen te gaan. MEVR. KRAMER zegt, dat, hoewel het financieel aspect der begroting niet rooskleurig is, het toch onjuist is om de culturele en maatschappe lijke aangelegenheden hiervan de dupe te laten zijn. Vele dingen worden aangeschaft, straten verbeterd enz., terwijl onvol doende subsidie wordt gegeven. Mensen gaan vóór dingen, een dik wijls door spr. herhaalde leuze. Sedert 1948 dringt spr. reeds aan op het aanstellen van een maatschappelijk werkster door de gemeente in samen werking met verschillende kerkge nootschappen. Zijn laatst genoemde wel overgegaan tot het aanstellen van een dergelijke kracht, doch de ge meente bleef achter. Gezapig. DE HEER VEER meent, dat de be groting 1957 geen wijdlopige be schouwingen vraagt. Het bij de be handeling in de secties gestelde ge ringe aantal vragen wijst er al op, dat in deze begroting maar weinig muziek zit. Spr. wijst er op, dat de begroting 1956 reeds een flinke stille reserve inhield. Zo is het ook gesteld met deze begroting Deze begroting ademt reeds de ge zapige rust van een woongemeente. Toch is er nog Veel te doen. Spreker denkt aan de bouw van woningen voor de financieel minder draag- krachtigen. Wel is nu een begin ge maakt met de bouw van 55 wonin gen, doch met dit geringe aantal is de nood en de behoefte op geen stukken na gelenigd. DE HEER v. d. VOORT stelt het teleur, dat dit jaar de begroting niet sluitend kan worden gemaakt. Het grootste zorgenkind van vrijwel elk gemeentebestuur is ook hier de volks huisvesting. De bouw van de nu in aanbouw zijnde 55 woningen heeft heel wat moeite gekost bij de voorbe reiding, doch spr. is er van overtuigd, dat juist die moeilijkheden het college hebben gesterkt tot grote activiteit in de toekomst. Subsidies. Hierna werd overgegaan tot be handeling van verzoeken om subsi dies. De Oeigstgeester Ghr. Jeugdkam pen hadden gevraagd om een subsi die van 500. B. en w. handhaven 'hiuin standpunt, dat de subsidiëring van het jeugdwerk moet worden be perkt tot die jeugdorganisaties welker hoofdbestuur door het rijk zijn er kend en rijkssubsidie genieten. Bij 'het verlaten van deze gedrags lijn staat h.i. de deur open voor- aller lei andere verzoeken op dit gebied, waarbij het onmogelijk wordt een ob jectieve maatstaf te handhaven. De heer Blansjaar verdedigt aanvrage, gezien de belangrijkheid van deze jeugdkkub. De heer Veen ondersteunt de heer Blansjasr. De heert v. Kerkhof zoekt naar een vorm bij deze aanvraag. Er zijn in deze ge meente meer van deze verenigingen. Wel zou spr. het verzoek niet direct willen afwijzen, doch de kl-uib in de gelegenheid willen stellen haar ver zoek nader toe te lichten. De heer Van Weizen wijst er op dat deze kliuib belangrijk opvoedend werk doet. Het gevraagde bedrag vindt spr. te hoog. Mr. Valentgoed wenst subsidie alleen toe te kennen overeenkomstig de door d-e raad des- tijd vastgestelde richtlijnen. Mevr. Kramer zegt deze vereniging geen erkenning heeft. Zij moet trach ten ergens een onderdak te krijgen ter verkrijging van een gedeelte der aan de gezamenlijke jeugdverenigin gen toegekende subsidie. Besloten werd een volgen-de ver gadering er nader op terug te komen en eventueel de subsidie aan jeugdvereniging te verhogen. De Warmondise Triumph had ver zocht om een subsidie te ontvangen volgens de richtlijnen van de fede raties van muziekgezelschappen en ministeriële advies commissie. B. en w. stellen voor Triumph 600 subsidie toe te kennen. Mevr. SmitWitvliet is verheugd over de medewerking van b. en w. De heer Veen zegt, dat deze ver eniging, die reeds meer dan 30 jaren bestaat, deze subsidie wel toekomt, Wensen. MR. SLINGERBEfRG zegt, dat het beeld van de onderhavige begroting een afspiegeling vormt van de voort- schriinende en voortkruipende infla tie. Het moet erkend worden, dat de relatief hoge kosten van onderhoud van wegen, plantsoenen van onze ge meente als woongemeente onvoldoen de van hogerhand wordt opgevan gen. Toch mag anderzijds niet ontkend worden, dat de uitkomsten van de gemeente de laatste jaren tenslotte gunstig zijn geweest, zodat een be langrijk saldo reserven is gegroeid. Het komt spr. voor dat de plan nen van B, en W. gerechtvaardigd zijn om wanneer de onlangs aange vraagde verhoogde uitkering uit het Gemeentefonds ter dekking van het geraamde te kort niet- om slechts ten dele geëffectueerd wordt, in dat geval om gerechtvaardigde kapitaals uitgaven de saldi-reserve aan te spreken. Vervolgens had spr. enkele wen sen o.a. Lichtmasten aan de Haar lemmertrekvaartHaarlemmerstraat weg. Verbreding Warmonderweg. Bouw Brandweerkazerne. 't Antwoord van B en W. De voorzitter antwoordt de diverse sprekers en zegt dat de onzekerheid inzake de grenswijziging nog steeds blijft voortbestaan. Omtrent de in komsten zijn we afhankelijk van 't Rijk. Dat deze begroting alleen sta tisch en niet dinamdsah is, bestrijdt spreker. Aan de toekomstige verbin dingen van het noordelijk deel der femeente schenken b. en w. a-an- a-cht. Besprekingen met de NZHVM hebben reeds plaats gehad. De verbe tering der Rhijnhofweg is nodig, doch is niet primair. De vragen van de heer Blansjaar kunnen bij de artikelen worden be sproken. Betere functie-indeling der werklieden is er moeilijk. Bij het sub sidiëren van verenigingen zijn b. enw. niet te schriel, doch men moet niet te veel tegen de overheid aanleunen. Wat de woningbouw betreft is het steeds moeilijker, vooral nu een regio naai bouwvolume is ingesteld. Het wordt een touwtrekken tussen verschillenden gemeenten. De plan nen tot bouw brandweerkazerne zijn nog niet goedgekeurd, d'Oöh weer drie maanden uitgesteld. Instelling van een openbare lees bibliotheek kan door b. en w. in studie worden genomen. WETH. DEN OUDEN. Door de snelle uibtreiding en aanleg van we gen is de gemeente nog niet in het bezit van benodigde gronden. De speelweide en speeltuinen hebben de I aandacht van de wethouder. Met de aanleg van wegen moet ook rekening worden gehouden. De Rhijnhofweg is slecht. B. en w. ting der diverse wegen zal aandacht zullen e.e.a. bezien, ook aan de ver worden besteed. WETH. SIMON THOMAS erkent dat er nog een behoorlijke stille reser ve aanwezig is. Spr. vindt dit in te genstelling met de li-eer Veen geen nadeel. Dat er gen sluitende 'begroting is komt doordat de vergoedingen van rijkswege geen gelijke tred houden, met de verhoging der uitgaven door salarisverhoging enz. Van de ge volgde richtlijnen inzake de subsidië ring moet niet worden afgeweken. Verschillende raadsleden repliseer- den als ook b. en w. Hierna werden de alg. beshouwingen gesloten. Zonder besprekingen werden goed- HILLtGOM AFSCHEID VAN ADJUDANT C. J. VAN BURG, GROEPS COMMANDANT RIJKSPOLITIE. Nadat de groepscommandant van de rijkspolitie, adjudant C. J. van Burg. gedurende vijf jaren in Hillegom is geweest, gaat hij onze gemeente ver laten om in een andere functie, com mandant van de „Parketgroep", een corps van ruim 60 man, op te treden. Het gemeentebestuur heeft de groeps commandant woensdagmiddag in de raadzaal ontvangen om afscheid van hem te nemen. Daarbij waren tegen woordig w.n. burgemeester, wethou der W. F. van Dam, wethouder P. v. d. Boer, de gemeente-secretaris J. Th. M. Punt, de Commandant van het District Leiden van de rijkspolitie, drs. L. J. van der Meulen, de hoofden van de bedrijven, de heren Flux en De Jong en de ondercommandant van de brandweer de heer Bultink. Ver der het grootste deel van de groep rijkspolitie, enige oud-collegae, een groot aantal ambtenaren van de ge meente Hillegom en belangstellenden. De vele sprekers spraken met waardering over de wijze, waarop de scheidende politie functionaris zijn taak in Hillegom heeft vervuld. NOORDWIJK LEERLINGENAVOND R.K. ULO-SCHOOL. De volle zaal gisteravond in het Casino was wel het beste bewijs, dat de leerlingen avond en van de r.k. Ulo school in Noordwijk burgerrecht heb ben verkregen. Niet alleen de leerlin gen, doch ook het hoofd van de school, de heer S. W. Neefjes, en de overige leraren kunnen met genoe gen maar ook met trots op deze avond terugzien. De speech van de voorzitter der leerlingen Joost v. Eijken was tot in de puntjes ver zorgd, waaruit blijkt dat de school ook de volle aandacht aan het rede naarstalent schenkt. Het lijvige programma werd inge zet met het schoollied en „Au clair de la lune", gezongen door alle leer lingen. Aardig was de declamatie, waarbij de vertolkster „Die Muskie- tenjach", wel een extra pluim toe komt. De zangclub, onder leiding van de heer A. Witteman, mocht er even eens zijn en op zeer verdienstelijke wijze werden enkele liederen ge zongen, waarvan „Sandmannchen" wel een bijzondere vermelding ver diend. Zelfs een muziekclub kwam voor het voetlicht welke op goede wijze de muzikale omlijsting gaf. Verder jongens- en meisjes-gymnas- tiek en enkele volksdansen onder de bekwame leiding van de heer Boort- man. De clou van de avond was wel de bijeenkomst van oud-leerlingen (examenklas 1956) met rake zetten. Alvorens tot de pauze over te gaan sprak het hoofd der school, de heer S W. Neefjes, zijn genoegen uit over de geweldig grote opkomst en hoop te dat de kennismaking met de school bij de ouders een aangename indruk heeft gemaakt. Het was spr. een genoegen speciaal op deze avond te begroeten pastoor Bende en de heer H. de Boer, oud-hoofd der kath. jongensschool, één der oprichters van de kath. Ulo te Noordwijk. Na de pauze volgden nog een 5-tal nummers, waaronder de toneelschets „Een eeuw achter" van Godfried Bo- mans. Bij elkaar een uitstekend ge slaagde avond. Z0ETERMEER Gebr: Abradina, d. v. A. van Rijs en A. Oskam; Dina, d. v. J. C. van Dorp en A. v. d. Tas; Hilleke H., d. v. M. Vos en N. Vroedesteün; Jacob J., z. v. T. Kalisvaart cn L. C. Poste- ma; Gerda E., d. v. D. O. Brussé en A. Bax; Anna W. M., d. v. P. J. W. Hijdra en H. C. M. Moers; Petrus A. N., z. v. P. J. W. Hijdra en H. C. M. Moers; Leonarda G. M., d. v. H. J. Gahrmann en C. Th. in 't Veen. Ondertr.: F. L. Lernhout 35 j. en E. M. J. Nieuwets 38 j.; H. van Duijn 24 j. en A. E. Lindhout 27 j.; A. J. Adegeest 26 j. en A. T. M. Bolleboom 25 j. Z0ETERW0UDE HULP AAN HONGARIJE. Burgemeester H. J. J. A. Snieets heeft een Plaatselijk Comité Hulp verlening Hongarije gevormd en daarvan het voorzitterschap aan vaard. In het dagelijks bestuur heb ben zitting de heer H. J. Sieverding als secretaris en de heer K. van der gekeurd de begrotingen van het Hei- Vliet als penningmeester. Ook de hei lige Geest-armbestuur, van maat schappelijke zorg, en van het grond bedrijf. Geb.: Arine Heniriëtte, d. v. A. Par- mentier en A. Broeksma; Adriana Antonia, d. v. P. van Leijden en A. J. Jonker. Ondertr.: J. Kagenaar 33 j., Rijns burg, en N. van Egr.iond 42 j.; H. Kooloos 24 j.,en A. M. A. Verzijl 22 j. Getr.: H. A. Robbers en A. de Nie; J. Rietkerk en A. Heemskerk; H. G. Poser en P. M. J. Blind. Overl.: M. J. Weltér-Kloppenburg 93 j.; C. L. Burger 59 j.; M. S. van Werkhoven-Kwaadgras 75 j.; C. M. Heemskerk 54 j. WARMOND Raadsvergadering. De raad komt maandag a.s. te half acht bijeen. Op de agenda staat o.m.: Wijziging van de verordening betreffende de orga nisatie en het beheer van de ge meentelijke brandweer. Voorstel van b. en w. tot het vaststellen van een vacantie-regeling op grond van de Winkelsluitingswet voor de bakkers bedrijven. Wijziging der begroting betreffende aanschaffing van vuilnis emmers. de wethouders zijn lid van het comité. De comité-leden zullen vóór zon dag in elk gezin een niet geadres seerde enveloppe bezorgen waarin alle gezinsleden, dus ook de inwonen de kinderen bun bijdragen kunnen insluiten. In de eerste dagen van de volgende week worden de gevulde enveloppen afgehaald door twee comité-leden, waarna op vrijdag 25 november de afdracht zal gedaan worden. Degenen die van hun gift een kwij ting willen hebben voor de belasting faciliteit kunnen een overschrijving doen op de giro-rekening van de ge meente-ontvanger. Nadere inlichtingen omtrent de be stemming van de gelden zullen in een begeleidende circulaire worden gegeven. Toelichting op Structuurplannen Op een voorlichtingsavond van de Propagandaclub ,,St. Paulus", vrijdag avond a.s., zal de heer J. H. v. d. Ploeg, voorzitter van de R.K. Raads fractie een toelichting geven over de uitbreidingsplannen in Zoeterwoude. Deze eerste gelegenheid van „pu blieke voorlichting" van de voor ve len zo geheimzinnige plannen zal ze ker grote belangstelling hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 11