GROENE KERKJE TE OEGSTGEEST W/ILLEM BILDERDIJK maakte school in Leiden al u/as hij geen hoogleraar in oude luister hersteld ijDok het interieur verbeterd H Met oranje sjerp door de straten van Sleutelstad ZATERDAG 3 NOVEMBER 1956 DE LETDSE COURANT PAGINA 7 DE RESTAURATIE VAN HET GROENE KERKJE TE OEGSTGEEST is na een moeizame arbeid van twee jaren voltooid en voortaan zal het zijn naam nimmer meer met ere dragen. Want hoe de toekomst ook zal zijn, groen wordt het niet meer. Het kerkje dankte zijn naam aan een overvloe dige klimopbegroeiing, die in de loop der tijden de eeuwenoude muren aan vrat en uiteindelijk de oorzaak werd van een beangstigende bouwvallig heid. Toen men op zekere dag besloot tot de verwijdering van de polsdikke stammen en takken, kwam men al spoedig tot de ontdekking, dat de muren vol scheuren waren. Het architectenbureau v. d. Sterre te Leiderdorp ont wierp een restauratieplan en dank zij het enthousiasme van Momumenten- zorg en de subsidies van rijk, provincie en gemeente kon dit plan ook ge realiseerd worden. De terp, waarop 't Groene Kerkje staat, is een stukje historische grond. Algemeen wordt aangenomen, dat daar een van de eerste kerken in ons land heeft gestaan. Vroeger stond er vermoedelijk een houten kerk, dat genoemd was naar St. Willibrord. Er zijn oude brieven gevonden, waarin nog sprake is van deze Sin te Willi- brordskerk. *N OUDE LEGENDE. VOLGENS EEN OUDE LEGENDE heeft St. Willibrord de kerk na zijn dood ingewijd. Toen de kerk in aanbouw was, zou hij de werklieden beloofd hebben zelf de inwijding te komen verrichten en zijn dood in 739 heeft hem daarvan niet weerhouden. De heilige bisschop, aldus de legen de, stelde een dag vast, waarop de huislieden alles voor de inwijding in gereedheid moesten brengen. Maar daar die dag eerst enige maanden la ter zou vallen, en de bisschop reeds oud en zwak was, werd het volk zeer bedroefd. De bisschop troostte met de woorden: „Ik kom zeker, dood of le vend". De bisschop stierf binnen de be loofde tijd, maar op de dag van de wijding maakten de Oegstgeestenaren in vol vertrouwen alles klaar voor de plechtigheid. En zie, er kwa.n een heldere lucht over het land, met een zachte regen vermengd, zodat als door een hemelse dauw alles besprenkeld werd, wat tot de kerk behoorde, gelijk dat bij de wijding met wijwater pleegt te ge schieden. Ook hoorde men het gezang der engelen en vond men als door een onzichtbare hand op de vloer der kerk de letters getekend, die daar behoorden te staan. Binnen de kerk dropen de muren van een olie-achtig vocht, zodat men duidelijk begreep, dat de heilige bisschop zijn belofte gestand had gedaan. Volgens de legende moet nog ieder jaar op de dag der wijding de olie langs de muren druppen, maar omdat men de wijdingsdatum niet precies weet, heeft nog nooit een mens dit kunnen vaststellen. DUBBELE RESTAURATIE. ET IS TE BEGRIJPEN, dat de Nederlands Hervormde Gemeen- an Oegstgeest verheugd is over de restauratie van het historische II kerkje. Toen de plannen om het ge bouw voor ondergang te behoeden, waren goedgekeurd, heeft men het besluit genomen om ook het interieur te verbeteren. In dit verband is de eigenlijke hoofdingang van de kerk weer in gebruik genomen. Vroeger werd deze ingang gesloten gehouden, omdat de wind er bijna al tijd op staat. In het koor, dat door een houten schot van de kerk was afgescheiden, was ook een toegang en deze werd in feite als hoofdingang gébruikt. Bij de interieur?verbetering is dit koor weer bij de kerk getrokken. Het is ingericht als liturgisch centrum. Men ziet er de tafel voor de avond maalviering en vlak ervoor de doop vont. Bij deze wijziging is uiteraard de toegangsdeur verwijderd. Het weer in dienst stellen van de eigenlijke hoofdingang stuitte op het probleem: de wind. Aanvankelijk heeft men het plan gehad een uit bouwsel te maken voor een tochtpor- taal en daarboven een tweede consis toriekamer te bouwen. Monumten- zorg was er tegen en nu is er een zeer sober tochtportaal gekomen. Dit uitbouwsel verstoort de harmonie van het bouwerk niet, terwijl het toch zó is opgetrokken, dat het goed zicht baar is, dat dit portaal niet tot het oorspronkelijke gebouw behoorde. Een muur loopt over het graf van de familie De Kempenaer, doch dit is niet storend. De restaurateur heeft namelijk het fundament van een vroegere zijkapel, die om practische redenen niet herbouwd is, blootgelegd en dit fundement omvat nu de grote grafsteen, welke de naam De Kem penaer draagt. ORGELGALERIJ. DE ORGELGALERIJ heeft een nieu we, eenvoudige en fraaie onder bouw gekregen. Dit was nodig, omdat door het vergroten van de kerk ruimte ook het orgel groter moest worden gemaakt. De deur, die zich vroeger in de zuidelijke gevel bevond, is weer in ere hersteld. Deze verandering was historisch verantwoord en heeft ook practisch nut, want het was wense lijk om naast de hoofdingang nog een zij-ingang te hebben. In de zuidgevel wordt het wapen raam van de 40 raden en burgemees ters van Leiden gerestaureerd. Het raam in de noordgevel, met het kas teel van Endegeest, wordt vervangen door een raam van groen glas, dat naar onderen toe licht uitloopt. Het ligt in de bedoeling het koor een Willibrord-raam te geven, maar de uitvoering hiervan zal nog even op zich laten wachten, omdat het ont werp door Monumentenzorg werd af gekeurd. De doopvont, welke bij de ingebruikneming van de kerk voor de trede van het koor staat opgesteld, is geleend van de kerk in Noordwij k, omdat ook het ontwerp voor de doop vont i£ afgekeurd. BELANGRIJKE VERBETERING. WANNEER MEN EEN BLIK werpt in deze vernieuwde kerk met haar helder witte muren, valt het op, dat het betrekken van het koor bij de kerk een belangrijke verbetering is. De gehele ruimtewerking komt nu tot uiting en we kunnen ons voorstellen, dat niemand terugverlangt naar het houten schot, dat alleen een storende invloed had. De kansel staat nu op de linkerhoek van het transsept en het koor en de bekende luifelbanken hebben een plaatsje gekregen aan de uiteinden van het transsept. Bij onderzoek bleek, dat de arma turen van de koperen kaarsenkronen, die voor de verlichting zorgden, later waren aangebracht. Men heeft daar om de lichamen van deze lichtdra gers gerestaureerd. In de kerk is een electrische verlichting aangebracht; het koor krijgt een kaarsverlichting. De consistoriekamer tenslotte is iets ruimer gemaakt en heeft een vloer van middeleeuwse plavuizen. MODEL RESTAURATIE. OOK BIJ MONUMENTENZORG leeft de overtuiging, dat de res tauratie van het Groene Kerkje een model restauratie is. De oude muren zijn weer opgetrokken van stenen in het formaat en de kleur als die, wel ke vroeger in veldovens werden ge bakken. Deze stenen heeft men ge kocht van baron W. A. A. J. Schim- melpenninck v. d. Oye te Voorscho ten, die 'n schuur had van veldoven- stenen, welke in de oorlog werd ver woest. De toren werd niet herbouwd, aan gezien bleek, dat de laatstbekende toren niet tot het oorspronkelijke bouwwerk behoorde. Er moet wel een toren geweest zijn, maar men heeft de fundamenten niet meer kunnen vinden. Op 8 november a s. zal het Groene Kerkje weer in gebruik worden ge nomen en op 11 november zal de eer ste dienst worden gehouden. OP 3 oktober 1806 ging er een lange, benige man door de Leidse straten, die niet door langheid of benig heid opviel of door de zware foliant, die hij onder de arm droeg, maar door de brede oranje sjerp, die hij rond zijn middel gewonden had. De man het was Bilderdijk in zijn Leidse tijd maakt front naar de notabalen van de stad en groette hen met een zwaar moedige ernst, die weinig in overeenstemming was met de feestelijke strik, die hem het aanzien gaf van een uit de krachten gegroeid koninginnedag-kind. Het jaartal 1806, geeft de lezer aanleiding tot bij zondere oplettendheid. Nederland stond onder Franse overheersing. Koning Lodewijk Napoleon was van 1806 —1810 koning van Holland. Men zou er een Oranje-de monstratie in kunnen zien. Een stille betoging van een zonderling, die op zijn eigen wijze tegen een onge wenste overheersing demonstreert. Bilderdijk was nog ditzelfde jaar in Holland teruggekeerd na een tienjarige ballingschap. De Prins van Oranje had hem van zijn eed van trouw, die alle aanhangers van Oranje hadden afgelegd, ontslagen. Naar goed gebruik kuste hij de vaderlandse grond, toen hij deze betrad, maar in Na poleon zag hij van die tijd af, de man die de revolu tie had bedwongen en vrede en orde zou brengen in Europa. Napoleons broeder Lodewijk vond in Bilderdijk een toegewijd vazal, die hem met raad en daad terzijde stond. Zijn toewijding was eerlijk, vrij van vleierij of gekonkel. Met deze sobere Oranje-demonstratie echter toonde de Leidse geleerde, dat zjjn geest een grote mate van onafhankelijkheid bezat. Onder elke omstandigheid be hield hij zijn kritische zin, die hem tijdens zijn leven zo vele vijanden maakte. BILDERDIJK, de grote vriend van Leiden, vierde op deze dag zijn 3 oktoberfeest. Hij dichtte in i823 ook 'n ode op 3 oktober, die de volgende dag door de bekende toneelspeler Bingley - de „v. Dalsum" uit die dagen - in de Leidse Schouwburg werd voorgedragen. Een gedicht in de loodzware, rederijke taal van die dagen. Heil, Leyden, heil! 't is tijd van vreugd! Barst uit in Jubetonen De dag van uw behoud herscheen Juich Leyden, juich Bataafsch Atheen, En gij, Minervaas Zonen! Het accent in dit gedicht ligt op de moed der voorva deren. Bilderdijk zélf onverschrokken, waar het betrof het eerlijk uitkomen voor eigen mening, had diepe be wondering voor moedige daden. Het heeft zeker niet in de bedoeling van Bilderdijk gelegen in deze ode de 16e eeuwse Nederlander te ver heerlijken, want tégen de gangbare mening in, had hij over de reformatie en wat zich daarna afspeelde zijn eigen ideeën Karei V schreef hij in zijn „Geschiedenis des Vaderlands" grote hoedanigheden toe en zelfs Phi lips II vond een genadige behandeling. Alva kreeg een paar goede woorden, Lumey en Sonoy werden door hem sterk veroordeeld; de foltering van katholieke marte laars verfoeide hij: „Men had in Noordholland erger, veel erger, dan de zo hoog uitgekreten Spaanschen bloedraad. Om de godsdienst was de natie vermoordzegt men. Eilieve! hoeveel protestanten waren er daar toch wel tegen de honderden Roomschgezinden? Zeker geen 1 tegen 50. Neen, de vervolging der hervormden gaf wel aan leiding en strekte ten voorwend sel, maar de Natie was om de Godsdienst niet verdrukt, vervolgd of vermoord In deze betoogtrant doceerde Bilderdijk te Leiden ge schiedenis. DUITEN enig verband geeft de dichter in de Sleutel- stad een privatisimum voor een aantal toegewijde leerlingen, o.a. Da Costa, Willem en Dirk van Hogen^ dorp. Groen van Prinsterer en Jacob van Lennep. Dé poorten van de universiteiten waren voor hem, aan wiens talenten niet werd getwijfeld, hermetisch geslo ten. Zijn colleges hebben echter de stoot gegeven tot herziening van onze geschiedenis. EEN ander facet van het karakter van Willem Bilder dijk wordt belicht door de naam, waaronder hij zich als student in 1780 aan de Leidse universiteit inschreef: Willem van Teisterbant, genaamd Bilderdijk. De verbeelding van Bilderdijk leefde te veel by rid ders om de geuzen méér dan een enkele maal in een gedicht te vieren. Dat Bilderdijk er zijn glorie in stelde van middeleeuws geslacht te zijn Teisterbant was een naam in zijn voorgeslacht veronderstelt eerbied voor de middeleeuwen. De heersende families in die dagen daarentegen kwa men uit jonge regentekringen. Daarnaast kan men de jonge dichter in de ijdelheid, waarmede hij zijn stam boom tot Teisterbant terugvoerde, enige arrogantie niet ontzeggen. '"TENSLOTTE een derde onthulling van de „Leidsé; Bilderdijk", die een nieuw licht werpt op zijn ka rakter. In 1807 stelde hij de opbrengst van zijn leer dicht „De ziekte der geleerden" groot 1400 ter be schikking van de slachtoffers van de „kruitramp"^ 1"\E ziekte der geleerden" is één van de ruim twee duizend gedichten, die Bilderdijk naliet. Zij zijn het voorw.erp van een nog altijd onbesliste strijd liet *- meningen. i iir m Een deel van zijn werken heeft Willem Bilderdijk te Leiden voltooid. Zijn langste periode in Lei den duurde van 1817 tot 1827. „Het zijn de enige jaren in mijn leven" zo schreef hij aan Da Costa, die ik genoten heb; de andere heb ik geleden. Talloze teleurstellingen heeft hij dan ook in zijn leven moeten ondergaan. In 1756 werd Willem Bilder dijk te Amsterdam geboren. Van zijn 6e tot zijn 18e jaar werd hij door een voet euvel gedwongen tot een leven binnenskamers. Het maakte hem vroeg wijs: „meer mijmerziek dan speels- gezind". Na zijn studies te Leiden haalt hij zich als advocaat te Den Haag in de strijd tussen Patriotten en Prinsge- zinden de haat van velen op de hals. Bilderdijk was een oranjeklant. Hij trouwt in 1785 Catharina Woesthoven. Zijn huwe lijk is niet gelukig. In 1795 laat hij in een bezwaar schrift zozeer zijn minachting voor het nieuwe bewind blijken, dat hij wordt verbannen. In Londen trouwt hij met de 19-jarige Katharina Schweickhardt, zonder zich van zijn eerste vrouw te laten scheiden. "TO is zijn leven een opeenstapeling van moeilijkhe- den, teleurstelling en strijd. Na het vertrek van koning Napoleon is hij een toegewijd beschermer kwijt. Willem I verstrekt hem een klein jaargeld, maar het Het huis van Bilderdijk aan de Oude Singel. vurig verlangde en door de koning toegezegde profes soraat blijft uit. Hij wordt benijd door velen, gehaat door nog méér. Zijn geest is rusteloos. Bilderdijk verhuisde dikwijls in Leiden. Ook dit is wellicht een symptoom van zijn rustelooheid. Hij woonde achtereenvolgens aan de Langebrug (nummer onbekend), Hooigracht 86, Breestraat (op de plaats waar nu het bijkantoor van „De Telegraaf" gevestigd is), Garenmarkt 4, Rapen burg 37 en Oude Singel 86. Wij mogen in het slot van dit artikel over een talent vol dichter, een eerlijk geschiedschrijver, die als bestrijder van het rationalisme de eerste bazuinstoot voor „het Réveil" gaf, niet verhelen dat Bilderdyk ook vele tekorten had. Een vaandel echter, al is het ver schoten van kleur en doorzichtig van stof gewor den, blijft eerbiedwaardig. Bilderdijk mocht géén hoogleraar worden, maar hij maakte schooL Ten Kate.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 7