Naar 'n spitsere leest en slankere hak
En na „EINDELIJK"
ook dat nog allemaal
de chaufferende mauw
Eén machine voorziet
in binnenlandse behoefte aan
PAPERCLIPSEN
ZATERDAG SEPTEMBER 1956
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 3
'ft AUeuui öchaentje aaat
Het najaar staat voor de deur en
dus heeft ht Modecentrum voor
de schoen- en lederbranche zijn half
jaarlijkse schoenenshow gehouden.
Een grote aanval op de gangbare
mode is niet gepleegd, maar toch wa
ren de getooide modellen boeiend ge
noeg om er kennis van te geven aan
allen, omdat ieder van ons op schoei
sel door het leven pleeg te gaan.
Bepaald nieuw is het damesschoen
tje van het Car-type, want voor dit
soort werd 'n nieuwe maakwijze toe
gepast. Dit schoeisel namelijlk heeft
een onderwerk van crêpe, voortgezet
in de langs de kant van de schoen
lopende rand. Deze rand en de zool
zijn één geheel en vormen een soort
schuitje. De Car-shoe is bijvoorbeeld
geschikt voor chaufferende dames, die
toch graag een schoen met hakje
dragen. Vanwege de crêpe kan deze
schoen namelijk niet van de pedalen
glijden en bovendien niet zo gemak
kelijk worden beschadigd. De schoen
tjes van dit genre zijn zeer licht van
gewicht en zó soepel gemaakt, dat
men ze als het ware om de vinger
kan winden, die met het suède fris
constrasteren.
Spitse leesten.
De uit Italië overgekomen tendenz
naar spitsere leesten blijft zich vooit-
zetten en de hakken worden steeds
slanker. Merkwaardig is, dat dit
slankere type voor de herenschoenen
eerder pleegt te worden aanvaard
dan voor het damesschoentje. Op de
voor de pers gehouden show werd
verwacht, dat de vraag naar hakken
van het „jeugdige" slankere type nog
groter zal worden. Het zogenaamde
watteau-hakje schijnt aantrekkings
kracht te bezitten voor dames van
allerlei leeftijd, die veelal de platte
flats hebben gedragen.
In het najaar zal bont vaak als
garnering worden gebruikt, ook voor
de ballerina, die als hakloze schoen
nog zeer gevraagd is. Verder is aan
dacht gevraagd voor de hak, die in
het damesschoentje als het ware ver
zonken is.
Kleuren en ledersoorten.
Wellicht in verband met de nade
rende sombere jaargetijden bewegen
Het leek allemaal zo moot,
hè, met dat nieuwe huis. Nou ja,
huis, woning dan. Iedereen kwam
ons in onze oude omgeving felicite
ren en al onze vrienden zeiden har
telijk en welgemeend, dat wij voor
het boffen in de wieg waren gelegd
en dat we toch altijd geluk hadden,
maar dat ze het ons van. harte gun
den. We voelden ons oprecht getrof
fen door al dit vlagvertoon van
vriendelijk medeleven en aanhanke
lijkheid en haastten ons van onze
kant ook een aardig gebaar te ma
ken door iedereen uit te nodigen
voor de inwijdingsfuif.
Het lag werkelijk niet aan ons, dat
het allemaal zo anders liep dan we
ons hadden voorgesteld. We haddeit
het zelf ook graag een beetje
Maar laat ik niet op de zaak voor
uitlopen en u een geregeld verslag
uitbrengen. Ik kan u met de hand
op het hart verzekeren, dat wij voor
de verhuizing alle voorbereidingen
hadden getroffen, die nodig waren.
Mijn dierbare had van tevoren alle
werkzaamheden bekeken, op papier
vastgelegd en voorts eigenhandig uit
gevoerd, terwijl ik alle telefoontjes
aannam "an mensen, die ons opbel
den om te vragen, of het nu heus
waar was, dat enz. Dit had ons een
redelijke werkverdeling toegesche
nen, omdat het reeds meerdere ma
len was voorgekomen, dat ik, bij het
inpakken van een koffer, een kwart
van de spullen had overgehouden die
er, menselijkerwijze gesproken, toch
in hadden moeten gaan. De dierbare
leek het daarom wat te veel voor mijn
zwakke zenuwen om een heel huis
houden in koffers en kisten te pak
ken en dies toog hij zelf aan het
werk. Nu, ik moet zeggen, hij deed
het voortreffelijk. Na enkele dagen
van ingespannen arbeid restte ons
nog slechts een stapeltje oude kran
ten, die we royaal aan de buren
schonken.
Goed, we verhuisden dus.
We waren vol goede moed, maar
aan het einde van de dag was de aar
digheid er af. Het geluk, waarvan
onze vriendefi meenden dat het altijd
met ons is, vlood van ons en kwam
voorlopig niet terug ook.
Het begon met de verhuiswagen,
die vanwege motorpech eerst tegen
het middernachtelijk uur aan ons
nieuwe adres arriveerde. Bij het ro
mantische licht van een oliepitje en
een paar kaarsen, die om beurten
uitwaaiden, stouwden we alles in het
kille huis en snakten we .met moede,
lege hoofden naar de vertrouwde om
geving, waar alle dingen hun eigen
plaatsje hadden en die we zo min
achtend de rug hadden toegedraaid.
Het bleek trouwens al ras, dat er
nog vele dagen zouden verlopen, al
vorens ons hebben en houden het
eigen plaatsje in deze woonstee zou
hebben gevonden. In de volgende
weken verscheen er een heel legertje
timmerlieden, metselaars, gasfitters,
electriciens, stucadoors, behangers,
die zonder enige opgaaf van redenen
plotseling ook weer enkele dagen van
het toneel verdwenen. We hadden
niets meer in eigen hand.
Verkommerd zaten we in een verre
hoek van het huis af te wachten
hoe het uiteindelijk zou worden, stil
schietgebeden uitzendend, dat aan al
dit geklop en gehamer eens een ein
de mocht komen. En dat gebeurde.
Maar niet zoals wij het hadden ge
wenst.
ALLENGSKENS DAS HET GAAN
VRIEZEN en zo vroren onze nij
vere werklieden uit. Het werd stil om
ons heen, v.e haalden wat ruimer
adem, schaarden ons met ons beiden
om de kachel, trachtten op tempara-
tuur te blijven, wat niet lukte, en
wachtten op de dooi. Die kwam. Ein
delijk! En met hem alle timmerlieden,
metselaars, gasfitters, electriciens,
schilders, stucadoors en behangers. En
na nog een paar weken werd het stil
om ons heen: het karwei was afgelo
pen.
We keken elkaar verheugd aan, we
rechtten onze ruggen en we begonnen
aan wat ons nu al vier maanden het
summum van heerlij khden had gele
ken: het inrichten van de kamers.
Nu willen wij hier in alle eenvoud
verklaren: wij zijn geen burgerlijke
lieden. Bij ons geen tafel in het mid
den met vier stoelen er om heen en
tegen de ene wand de haard en recht
er tegenover het dressoirs. Wij heb
ben zelfs niet eens een dressoir en
ook geen linnenkast. Neen, nu moet u
zich niet vol walging van ons afke
ren, wij hebben andere dingen, die
ook wel aardig zijn, al halen ze het
dan misschien niet bij uw dressoir.
door MARIANNE KRISTIE
Als bewijs van onze onae-
HA1NKELIJKE smaak en het
trouw bestuderen van allerlei tijd
schriften op het gebied van woning
inrichting plaatsten wij onze tafel
met vier stoelen, want die hebben we
wèl, in een hoek van de kamer. Nu
leren alle degelijke boekjes over bin
nenhuisarchitectuur dat, als je zo'n
grapje uithaalt, je het kleed en de
lamp ook naar die hoek moet over
brengen. Maar kijk, dat ging nu niet
bij ons. Het kleed was te groot en
de tafel stond den ook zo belachelijk
op het randje en van te balanceren,
alsof ze levensmoe was. Met een for
se ruk trokken we daarom ons in het
zweet onzes aanschijns geknoopte ta
pijt uit de hoek en wierpen het ach-
loos ongeveer in het midden van de
kamer. Het achteloos neerwerpen van
materiaal, waarmee je geen raad
weet, is een slimachtig iets. Je be
reikt er ongekende effecten mee en
soms gebeurt het wel eens, dat je
plotseling ontdekt: io ligt of staat het
nu juist, als het moet liggen of staan.
Maar dat was niet zo met ons kleed.
Het viel precies met een punt over
de kachel en we moesten heel'erg
hard lopen, of we hadden geen kleed
meer gehad en misschien zelfs geen
huis meer.
En wat het licht boven de tafel met
de vier stoelen betreft Tja, de eletri-
cien die in ons huis had gewerkt,
bleek een man van de oude stempel
te zijn. Hij had de aansluiting voor
de lamp zeer nauwkeurig in het mid
den van de kamer aangebracht en er
was geen haar op ons hoofd, dat er
ook maar over piekerde om deze goe
de persoon nog eens in ons huis los
te laten. Dus stonden onze tafel met
nog steeds vier stoelen zielig in die
hoek van de kamer en het kleed en
de lamp hielden zich hooghartig in
het midden op.
De situatie begon zorgelijk te wor
den. We merkten tegen elkaar op,
dat we toch profijt van het licht
moesten hebben en dus begonnen we
de kleuren zich naast het zwart voor
namelijk in beige tot lichtbruine gam
ma en grijs. Een stellig graag geraad
pleegde kleurkaart van ledersoorten
voor damesschoeisel heeft ons duide
lijk gemaakt, dat er in het gamma
heel wat verscheidenheid voorkomt.
Bepaald mooie kleuren hebben we ge
zien in fluweel suède, fraai niet alleen
maar ook warm. Als steeds is bij de
ledersoorten de verscheidenheid zeer
groot.
Ook in de gladde aniline geverfde
soorten waarbij de verf zodanig in
het leer wordt gebracht dat het "een
„doorzichtige" matte glans krijgt
worden fraaie kleuren bereikt.
Het is ons opgevallen, dat de zo
genaamde gekrompen ledersoorten in
grote verscheidenheid worden* ge
maakt. Voor dit type overleder wor
den zowel de zwaardere als de fijnste
soorte gebruikt.
Bepaalde snufjes hebben we niet
kunnen ontdekken, of het zouden be
halve de Car-schoenen ook schoenen
met crèperand moeten zijn. Deze
schoenen, waarvan het bovenwerk
steeds van suède is, worden gemaakt
op dezelfde wijze als de bekende
suède bontlaarsjes. Een attractie was
bepaald de nylonschoen in grillig pa
troon, maar dit was een artikel uit
het buitenland ingevoerd, dus eigen
lijk „buiten mededinging".
Nu de hakjes steeds spitser wor
den, is de vraag gesteld, of het niet
angstig is, er gebruik van te maken.
Men heeft ons echter verzekerd, dat
ze sterk en hard worden gemaakt.
Maar kom er zeker niet mee in de
tramrails!
naarstig het kleed te bedekken met
de fauteuils, die in ons bezit ziju.
Eerlijk gezegd viel het niet zo bar
goed uit. De kamer was een beetje
topzwaar geworden, met die tafel in
de hoek en die kleine lichte fauteuil
tjes zo mallotig in het midden op dat
grote kleed. We waren bovendien
doodmoe en we besloten daarom een
drachtig aan tafel te gaan en de vol
gende dag de zaak nog eens te bekij
ken.
Maar het aan-tafel-gaan
leverde nieuwe problemen op. ïn
de hoek bevond zich namelijk een
kast en in die kast had ik zorgvuldig
het tafellaken en het serviesgoed op
geborgen. Een kleinigheid, die we
over het hoofd hadden gezien toen
we onze tafel met de bekende vier
stoelen zo'n artistieke plaats hadden
toegedacht. Na wat geruk aan het
meubilair en enig gewurm met de
kastdeur konden we het tafelgerei er
uit vissen. In het schemerdonker
hadden we de avondboterham veror
berd, want van die lamp midden in de
Kamer hadden we nu juist niet veel
plezier bij on:e dis.
De volgende dag hebben we met
korte, driftige gebaren de tafel met
de vier stoelen in het midden /an
de kamer, óp het kleed en ónder de
lamp gezet. De fauteuiltjes zijn voor
het raam gekomen.
En ills we nu weer helemaal, hele
maal tot rust zijn gekomen gaan we
het nog eens pj oberen. Maar dan ne
mer'. we eerst een paar grote, schone
blader papier en daarop gaan we al
les op schaal uittekenen. En heel,
heel misschien vragen we dan, of de
electric:en nog eens wil komen kij
ken. Want het idee van die tafel met
d'e ver vriend geworden stoelen in
de hoek was toch heus niet zo gek.
Uitvinding van een
amateur
Eigenlijk is de heer J. B. Dorgelo
(47) te Gouda zijn roeping misgelo
pen! Hij had graag ingenieur willen
worden. Studeren aan de T. H. te
Delft was zijn ideaal. De omstan
digheden hebben evenwel zijn leven
langs andere wegen geleid. Na de
mulo-school te hebben doorlopen,
was hij reeds op 16-jarige leeftijd
voorbestemd om samen met zijn
broer de papierwarenindustrie van
zijn vader in Gouda voort te zetten.
Zijn natuurtalent in technisch op
zicht liet hem evenwel niet in de
steek. De techniek beoefende hij
voortaan als een vorm van vrijetijds
besteding.
Met ambitie trachtte hij aan zijn
ideeën gestalte te geven. Hij vervaar
digde eerst eenvoudige apparaatjes.
Door 't succes aangemoedigd, waag
de hij zich aan de vervaardiging van
ingewikkelde constructies. Een van
zijn succesrijke machines, die hij ra
dertje voor radertje uitdacht, schet
ste en construeerde, is een paper
clipsmachine. Het is een machine,
die niet een paar duizend paperclips
per uur produceert, zoals ongeveer
de capacitéit van een normale paper
clipsmachine is, maar een machine
die liefst plm. 72.000 stuks papier-
binders per uur fabriceert, per 100
stuks verkoperd draad tegelijk in
dozen, kant en klaar voor de afleve
ring
Tien tegelijk.
Het principe van de eenvoudige
paperclips-machine bestaat hierin,
dat zij telkens slechts één draad te
gelijk tot clips verwerkt. De „Dor-
gelo-paperclipsmachine" ontvangt 10
stuks verkoperd draar tegelijk in
haar „magazijn" en maakt in één
tik tien clipsen, ter grootte van drie
cm., sierlijk en blinkend als goud.
Bovendien telt de machine van de
eerde de heer Dorgelo een paperclips-
af, vult vervolgens de dozen ermee,
schuift die weg en plaatst de volgen
de op die plaats. In slechts vijf se
conden staat een doos met 100 pa
perclipsen voor de aflevering gereed.
Het aantal van 72.000 stuks per
uur is naar de mening van de heer
Dorgelo wel het plafond dat in dit
opzicht bereikt kan worden.
Eer hij echter zover was, is er heel
wat water door de Rijn gevloeid. Er
is veel gepast en gemeten en daar
mee is veel tijd verloren gegaan.
Het heeft alles bijelkaar ongeveer 7
jaar geduurd. Aanvankelijk constru
eerde de her Dorgelo een paperclips
machine, waarmede hij een produc
tie van plm. 15.000 stuks per uur be
reikte. Met veel schade en teleur
stellingen is hij echter rijk geworden
aan ervaring. Want hij zag dat dit
prototype tot uitgangspunt kón die
nen tot vervolmaking van het pro-
dukt en tot opvoering van de capa
citeit. Het prototype verwerkt ïi.l.
slechts vijf klossen draad tegelijk en
dan moest er slechts verzwaring van
onderdelen en uitbreiding van het
aantal nodig zijn, om het dubbele
aantal klossen verkoperd draad tot
paperclips te kunnen verwerken.
Na veel ingespannen arbeid ontstond
een geheel nieuwe machine, die de
10 klossen kon verwerken, maar bo
vendien nog een veel hogere frequ
entie in toerental bereikte.
Genoeg voor Nederland.
Met één van deze machines is het
mogelijk, om in de gehele binnen
landse behoefte aan paperclipsen
van Nederland te voorzien. In elk
geval bevordert deze uitvinding de
beperking van de invoer van buiten
landse paperclipsen.
De eerste twee uitgebalanceerde
machines van de heer Dorgelo zijn
inmiddels aan boord van de „Poly-
dorus" ingescheept met bestemming
Djakarta, waar men deze kantoor
benodigdheden zelf wil gaan produ
ceren voor het eigen verbruik.
Voorts is inmiddels een bespre
king gaande voor de levering van 'n
dergelijke machine aan San Paulo.
Octrooi heeft de heer Dorgelo op
zijn machine niet aangevraagd. Naar
zijn mening is de machine niet een
voudig na te maken. Het zou boven
dien niet lonend zijn moeite daar
voor te doen. De machine heeft een
topcapaciteit. De behoeften zijn snel
te lenigen en mede hierom is een
grote concurrentiezucht niet te
duchten.