In de WAAG werd gewogen
en zwaar genoeg bevonden
Mevr. Wilmer begiftigd met
het ere-kruis „Pro Ecclesia"
Plechtige heropening van
het kenmerkend bouwwerk
Marktwezen: één van de
pijlers van de gemeente
Bij 40-jarig bestaan St. Elisabetlivereniging
DONDERDAG 27 SEPTEMBER 1956
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 7
Zorgenkind van de gemeente
Met veel zwierige plechtigheid het magistrale gebouw waardig is
vanmorgen de geheel gerestaureerde Leidse Waag in gebruik genomen.
Iedereen weet, dat de Waag in de loop van de jaren het zorgenkind van
de aannemer en van de gemeente is geworden. Een oorspronkelijk crediet
van 78.000,moest tot drie en een kwart ton worden verhoogd. Maar
het zorgenkind heeft niettemin een prachtige heropening beleefd. Het werd
een gecombineerd feeet, want ook het 60-jarig bestaan van de Leidse
markt- en havendienst en het 300-jarig bestaan van de Waag werden
gevierd.
Ongeveer 170 genodigden bevolkten de schone burgerzaal in het stadhuis,
toen de burgemeester van Leiden, jhr. mr. F. H. van Kinschot zijn gasten
in zijn gemeentehuis verwelkomde.
De burgerzaal was stemmig ingericht voor deze ontvangst. Naar aanlei
ding van het 60-jarig bestaan van de markt- en havendienst richtte de
wethouder van financiën,- markt- en havendienst en gemeentelijke bedrij
ven zich tot de genodigden om een herdenkingsspeech uit te spreken.
Elders vindt u een overzicht van zijn rede.
restauratie van dit gebouw te gera
ken, werd genomen in de b. en w.-
vergadering van oktober 1954.
Tegenvaller.
De restauratie, die oorspron
kelijk 78.000,zou kosten,
werd met de nodige voortvarend
heid begonnen. AI spoedig bleek
echter, dat het bouwwerk vele
gebreken vertoonde. Onder
grondse funderingen bleken ge
broken te zijn, deurkozijnen wa
nen uit het lood gezakt. Toen de
kalklaag werd weggehakt trof
men gescheurde gewelven aan,
etc.
Slechts een afdoende restauratie
zou tot een bevredigend resultaat
kunnen leiden. Nadat het crediet
was verhoogd met 150.000,kwa
men nieuwe gebreken aan het licht,
zodat het totale krediet 335.000,
moest bedragen: (ruim 30 maal zo
hoog als de prijs van het gebouw).
We kunnen thans hopen, aldus
spreker, dat een monument, dat zulk
een belangrijke plaats inneemt in de
stad, weer voor eeuwen bewaard is.
'De burgemeester dankte tot slot
allen, die aan de restauratie hebben
meegewerkt: ir. Koch en zijn staf,
de ambtenaren van de Rijtedienst
monumentenzorg, dank aan de heer
D. R. Kooiman, die zich de laatste
jaren beijverd heeft de geschiedenis
van het Leidse markt- en havenwe
zen na te gaan.
Monument hopelijk
voor eeuwen bespaard
Het gezelschap begaf zich vervol
gens om ongeveer half een naar de
Waag, waar de stadsarchitect ir. Th.
K. J. Koch, onder wiens supervisie
de restauratie van het waaggebouw
stond, aan de burgemeester de sleu
tel van het gebouw overhandigde.
Gelijk met de sleutel ontving de bur
gemeester een Leidse kaas.
Ter herdenking van het 300-jarig
bestaan van het gebouw sprak de
burgemeester vervolgens een rede
ütt.
Al vroeg een waag
De burgemeester gaf een histo
risch overzicht van het waagwezen
en het waaggebouw in Leiden. In
1657 werd besloten, aldus de burge
meester, tot de bouw van het waag
gebouw ter vervanging van het hou
ten gebouw, dat al sinds 1458 dienst
had gedaan. Om tot deze bouw over
te kunnen gaan had de vroedschap
reeds in 1645 een keur uitgevaardigd,
waarin de tarieven waren geregeld
voor het wegen van vele met name
genoemde goederen.
De opbrengst was voor de
nieüwe stadswaag. De opbrengst
was klaarblijkelijk nogal bevre
digend, want reeds in 1657 werd
aan de bouwmeester Pieter Post
opdracht gegeven een ontwerp
te maken.
Spr. memoreerde vervolgens de
feiten in de historie van de waag,
die wij in de krant van gisteren
reeds gepubliceerd hebben.
Burgemeester Van Kinschot gaf
ook een overzicht van de restauratie.
De eerste bestuurlijke daad om tot
De Waag wordt geopend.
Daarna werden kazen gewogen, die
werden aangevoerd doof de Leidse-
kaasmaker, de heer M. J. Heemskerk
uit Rijpwetering en de Goudse zelfka-
zer, de heer J. H. Versteegen uit
Zoeterwoude.
Vóór de Waag ontving de burgemees
ter de sleutel van de Waag uit handen
van ir. Koch, gemeente-architect.
(Foto's: „De Leidse Courant").
Dank aan directeur en personeel
van de markt- en havendienst, voor
het feit, dat de dienst normaal heeft
gefunctioneerd, ondanks de huisves
tingsproblemen.
Voor het eerst na twee jaar werd
hierotp weer in de Waag gewogen.
Twee kazen, een Leidse en een
Goudse werden op de schalen gelegd.
Aanwezigen.
Aanwezig waren o.m. de Commis
saris van de Koningin in Zuid-Hol
land, mr. J. Klaasesz, jhr. dr. E. O.
M. van Nispen tot Sevenaer, direc
teur van de Rijksdienst monumen
tenzorg, van deze dienst was ook
aanwezig de architect C. A. Baert
de la Faille en A. Bicker Caarten,
B. en W. van Leiden, de gemeente
secretaris van Leiden, mr. J. Bool,
vertegenwoordigers van de Ned.
Bond van kaasproducenten, Leidse-
en Goudse- kaasmakers, kaashande
laren uit Leiden en omgeving, het
hoofdbestuur van de afdeling Lei
den van de centrale vereniging voor
markt-, straat- en rivierhandel, T.
M. H. van Waveren en mr. dr. P. G.
Knibbe, resp. voorzitter en secreta
ris van de Kamer van Koophandel,
deputaties van L.M.C., 3 Octoberver-
eniging, Ver. Oud Leiden, Hoog
heemraadschap Rijnland, raadsleden
en hoofden van dienst.
In Australië
liggen mogelijkheden
Voorlichtingsavond G.A.B.
Het Gewestelijk Arbeidsbureau te
Leiden organiseerde gisteren in de
kleine zaal van „Den Burcht" een
emigratie-voorlichtingsavond met
film over Australië.
De directeur van het G.A.B.de
heer H. Hazelhoff sprak een kort
welkomstwoord en wees er tevens
op, dat emigratie een zaak van groot
belang is.
Vooral voor de toekomst acht ook
de Nederlandse regering emigratie
zeer gewenst. Immers het inwonertal
van ons kleine land is niet alleen te
groot, doch blijft zelfs schrikbarend
toenemen.
Nadat de heer Hazelhoff het nut
van dergelijke voorlichtingsavonden
had uiteengezet gaf hij het woord
aan de heer K. H. Mulder, emigratie
voorlichtingsambtenaar te Den Haag.
Deze vestigde er met nadruk de
aandacht op, dat het geven van voor
lichting aan adspirant-emigranten
noodzakelijk is en dat zij terdege
voorbereid behoren te worden. Te
meer daar Nederland voorlopig moet
blijven emigreren. Niettemin mag
een dergelijke stap eerst na rijp be
raad ondernomen worden. Zij, die
naar Australië vertrekken dienen
hun kennis van land en volk zoveel
mogelijk te verrijken en er voor te
zorgen enigszins op de hoogte te zijn
van de Engelse taal. De emigrant zal
er voorts ernstig rekening mee die
nen te houden, dat de levensgewoon
ten in Australië geheel anders zijn
dan in ons land. Wanneer men zich
niet weet aan te passen is de emi
gratie gedoemd te mislukken. Van
belang is dus ook, dat een gezin in
volkomen eensgezindheid gaat emi
greren. De heer Mulder sprak verder
nog over de samenleving van de
Australiërs en over het land zelf, dat
230 keer zo groot is als Nederland en
slechts negen miljoen inwoners telt
tegen ons land elf miljoen.
Ook vertelde hij het een en ander
over de mogelijkheden die het land
biedt en de eisen daaraan verbonden.
De Nederlandse emigrant vindt" in
Australië naast uitgestrekte landstre
ken, die geschikt zijn voor schapen
fokkerijen en veeteelt, ook een veel
zijdige industriële ontwikkeling,
welke kansen biedt voor een goede
toekomst. De werkweek is gesteld op
40 uur.
Na de pauze werden' enkele films
vertoond.
WIN
de zilveren medaille van de Ver. v.
Vreemdelingen Verkeer, verbonden
aan de tweede prijs van de grote
3 oktober-fotowedstrijd.
Foto's insturen aan:
Foto-Ciné JAN WOLSLAG,
Breestraat 123 en HaarLstraat 102.
Formaat minstens 6x6 cm.,
hoogstens 18 X 24 cm.
Aantal hoogstens 5 stuks per
inzender.
(Advertentie)
Rijnland nam afscheid
van Ed. C. Witschey
De heer Ed. C. Witschey, oud-bur
gemeester van Alphen a. d. Rijn, was
voor het laatst aanwezig als hoofd
ingeland op de Verenigde vergade
ring van het Hoogheemraadschap
Rijnland. De dijkgraaf bracht hem
dank voor hetgeen hij als zodanig in
het belang van Rijnland had gedaan,
waarop de heer Witschey met de beste
wensen voor de welvaart van Rijn
land antwoordde.
De Iheer mr. De Graaf, burgemees
ter van Lisse deed zijn intrede als
hoofdingeland-plaatsvervanger. De
vergadering besloot tot het toelaten
van de onlangs herkozen of nieuw
verkozen leden; de heer Oudijk te
Waddinxveen is hoofdingeland gewor
den; de heren Visser te Halfweg, Van
Reeuwijk te Abbenes, Baron van Was-
senaer van Catwijck te Bloemendaal
en dr. mr. Taat te Boskoop zijn ver
kozen tot plaatsvervangers; voor het
overige zijn de aftredende leden her
kozen.
De vergadering nam enkele beslui
ten inzake uitmaling van polders op
de boezem van Rijnland. Deze uitma-
lingen vereisen thans de goedkeuring
der Vereningde Vergadering en zulks
is van betekenis, daar hierdoor een
meer volledige controle op de lozing
van vervuild water wordt verkregen
van vervuild water wordt verkregen.
Langzaam maar gestadig vordert men
op de weg ener volledige beheersing
van het afvalwater-vraagstuk, waar
toe het technische rapport ter zake,
door ir. de Gruyter opgemaakt en in
deze zomer verspreid, een belangrijk
hulpmiddel is.
Voorts is een besluit genomen ver
band houdende met de herziening der
aanslagen van Rijnlands lasten. Deze
herziening hangt samen met een
reglementswijziging, waartoe de Pro
vinciale Staten van Zuid- en Noord-
Holland in de afgelopen winter heb
ben besloten en waarop d,e goedkeu
ring voor het begin van het Volgende
jaar wordt v'erwacht. De 6 salaris
verhoging zal aan het personeel van
Rijnland over de laatste vier maan
den van dit jaar bij voorschot worden
betaald; een definitief voorstel hier
omtrent zal later worden behandeld.
Rede wethouder
Van der Kwaak
lu de burgerzaal van het stadhdis
luisterden de genodigden met aan
dacht naar de rede, die wethouder
D. van der Kwaak, naar aanleiding
van het 60-jarig bestaan van de
markt- en havendienst uitsprak.
De heer Van der Kwaak begon zijn
geschiedkundig overzicht in het jaar
800, toen Leiden nog uit drie ge
huchten bestond, die met' elkaar
Leithen werden genoemd.
Dit gebied was de aangewezen
plaats voor een markt voor het wes
telijke kustgebied.
Spr. wees op de straatnamen die
veelzeggend zijn over de handel, die
in Leiden bedreven werd: Boter
markt, Aalmarkt, Bloem-, Boom-,
Varken-, Beesten-, Lammer-, Turf-,
Kalver-, Garen-, Houtmarkt.
In een keur van 1583 las hij, dat
een markt voor koebeesten zou wor
den gehouden op het terrein van het
voormalige klooster Schagen aan de
Jan Vossensteeg.
Het schoonhouden van de markt op
de Beestenmarkt was vroeger geen
probleem, want de bewoners van het
Sint Cathrijnen-gasthuis zorgden
hiervoor en ontvingen één blank
voor een rund en één oortgen voor
een schaap.
WIE
maakt de leukste 3 october-foto? Win
er een fototoestel mee. Stuur uw
kiekje in.
Foto-Ciné JAN WOLFSLAG,
Breestraat 123 en Haarl.straat 102.
Formaat minstens 6x6 cm.,
hoogstens 18 X 24 cm.
Aantal hoogstens 5 stuks per
inzender.
(Advertentie).
Burgerlijke Stand
Geboren: Gerardus Henricus Theo-
dorus Maria z. van G. Prinsen en C.
T. M. Reiring. Adrianus Cornelis z.
v. C. Berger en W. W. de Koning.
Arjen Reinout z. v. A. J. v. d. Grient
en J. B. Willeen. Tómas-Eythór z. v.
A. E. Tómasson en Th. J. v. d. Valk.
Adriaan Marinus z. v. F. J. Gillissen
en S. Reijerse. Eva Maria d. v. P.
Muus en G. den Heijer. Peter Barwert
z. v. P. Ouwehand en T. Genemans.
Simon Hendrik z. v. IJ. de Jong en A.
v. Duyvenvoorde.
Overleden: A. v. d. Meij 81 j. huisvr.
v. H. A. v. Asperen. J. A. van Muijen
44 j. iman.
Gehuwd: A. J. Kortekaas en M. M.
Levahrt. J. H. A. [Naber en C. A. M.
Beurze. H. N. Bauer en M. M. van
Noort. J. A. J. Bentveld en M. S.
Neuteboom. P. P. J. Schram en W. M.
E. Thomeer. W. v. d. Nieuwendijk en
E. v. d. Steen. C. H. P. Sormani en
J. A. M. Bleijs. G. J. M. Groenendaal
en F. Boekkooi.
Verdwenen.
Veel handel is in de loop van de
tijd van de straat verdwenen.
Bloeiend is altijd geweest de vee
markt en de zaterdagse markt, om
niet te spreken van de kaasmarkt,
kippenmarkt, bloemen-, groenten-
en fruitmarkt en de St. Nicolaas- en
Kerstbomenmarkt.
Nadat de heer Van der Kwaak had
uitgeweid over de plaats van de vee
markt in de ranglijst van het land,
wees hij er op, dat in de komende
jaren voor de gemeente veel op het
spel staat.
Het verkeer eist het tegen
woordige terrein van de vee
markt op. In 1882 richtte de Hol
landse maatschappij van Land
bouw een adres aan de gemeen
teraad, waarin werd vastgesteld
dat een overdekte veemarkt ver
re te verkiezen is boven een open
markt. Het profetische geluid
van 1882 schijnt nu werkelijk
heid te worden, mits
Havendienst.
Ook de havendienst, aldus de wet
houder is rijk aan historie. In 1293
werd de eerste brug in onze gemeen
te gebouwd, n.l. de Visbrug. In de
14e en 15e eeuw is het met de 'brug
genbouw vlug gegaan.
Omstreeks 1550 telde de Italiaanse
reiziger Guicciardini in Leiden 31
eilandjes en 145 bruggen. De pri
meur had wel de overwulfde Vol
dersgracht met 28 bruggen. De Lei-
denaars vonden dan ook de naam
Langebrug toepasselijker.
Het probleem van brugwach
ters speelde toen geen rol. Nog
in de vorige eeuw werden er
brugophalers aangesteld, waar
onder drie vrouwen, waarvan
wordt verteld, dat één daarvan
met haar ouders 77 jaren de
IVïarebrug en Janvossenbrug
heeft bediend voor 50.per
jaar gratificatie plus het te ont
vangen bruggengeld. De schip
pers waren echter verplicht door
roepen de ophalers in hun wo
ningen te waarschuwen.
Een wie van de geboren Leidenaras
kent niet de geschiedenis van onze
haven? Een nabuurgemeente zit om
een haven te gillen en sedert 1575
is onze gemeente er een rijk. Weet
u nog van de boten „Volharding" en
„Carsjens"?
Spr. gaf vervolgens een overzicht
van 60 jaar markt- en havendienst.
Drie pijlers.
Hij eindigde aldus: onze burge
meester constateerde enkele jaren
geleden drie pijlers, welke belang
rijke zijn voor onze gemeente, te we
ten: pniversiteit, handel en industrie
en het marktwezen. Ik durf niet be
weren, welke van deze drie de be
langrijkste is. Wel weet ik met ze
kerheid vast te stellen, dat Leiden
geen Leiden is zonder één van deze
drie.
In de zaal van de Hartebrug-pas-
torie is vanmorgen het 40-jarig be
staan van de St. Elisabetlivereniging
herdacht, bij welke gelegenheid de
presidente, mevrouw E. H. L. Wil
merKoelman, begiftigd is met het
erekruis „Pro Ecclesia et Pontifice".
In de kring van familie-leden van
de presidente en dames van de St.
Elisabeth-vereniging hield pastoor
G. M. J. Lohuis een toespraak, waar
in hij zijn respect uitte voor al het
geen mevr. Wilmer voor heel ka
tholiek Leiden en voor de Harte-
brug-parochie in 't bizonder heeft
verricht.
Het is ongeveer 40 jaar geleden,
dat de St. Elisabeth vereniging haar
zegenrijk werk begon en bijna al die
tijd heeft mevr. Wilmer daar deel
aan gehad. Zij heeft haar werk goed
gedaan, héél goed gedaan tot zegen
van zeer vele mensen, die in zorgen
en narigheid zaten, niet alleen in tij
delijke maar dikwijls ook in geeste
lijke zorgen. Zij heeft in volle om
vang de christelijke caritas be
oefend en, behalve stoffelijke onder
steuning, velen weer levensmoed en
levensdurf gegeven. Zó de mensheid
beminnen en dienen, heeft Christus
met niet minder gelijk gesteld dan
het beminnen van God-zelf.
Een paar jaar geleden is de St.
Elisabeth-vereniging, ter interisive-
ring van het werk, gesplitst in pa
rochiale afdelingen. De aangewezen
persoon om van de „Raad" presiden
te te worden, was wederom mevr.
Wilmer. Onder haar rustige en bezon
nen leiding, met kennis van zaken
gegeven, werd een gelukkige sa
menwerking bereikt.
Pastoor Lohuis deed daarna me
dedeling van de toekenning der on
derscheiding „dezelfde onder
scheiding welke uw man gedragen
Op de foto: Mevrouw Wilmer ont
vangt van mevrouw Feld het ere
teken, terwijl pastoor Lohuis toe
kijkt.
Foto: Van der Horst.
heeft" en sprak de wens uit, dat
mevr. Wilmer nog vele jaren haar
werk zou blijven voortzetten. In de
onderscheiding, welke de presidente
nu heeft ontvangen, wordt het werk
van alle dames der St. Elisabeth-ver
eniging gehonoreerd. Voor al dat
werk betuigde pastoor Lohuis zijn
grote waardering.
De vice-presidente, jnevrouw M. C.
E. FeldVan Meel speldde daarna
„Domina" WilmerKoelman het
erekruis op.
Door de Elisabeth-vereniging van
de Hartebrug werden nog een kos
telijke mand fruit en bloemen aan
geboden.
Familie en Elisabeth-dames bleven
met de presidente nog geruime tijd
„napraten".
Mevrouw Wilmer sprak een har
telijk dankwoord voor de haar toe
gekende onderscheiding.