Napoleons leger verloor in Rusland binnen 5 maanden 400.000 militairen DE VAL VAN EEN KEIZER fauten ftif Huiveringwekkende krijgsgevangenschap Het mysterie van de winterslaap ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1956 DE LEIDSE COURANT DERDE BLAD - PAGINA 1 PJET IS ONBEGRIJPELIJK, dat een zo groot strateeg als Napoleon zo onvoorbereid de grote veldtocht tegen Rusland begon. Moeilijk kan tot zijn verontschuldiging aangevoerd worden, dat deze veldtocht ook voor hem geheel nieuwe elementen bevatte, want reeds lang voor hem hadden Europese vorsten een vergeefse greep naar Rusland gedaan en Napoleon was van hun falen en van de oorzaken daarvan volledig op de hoogte. Doch behalve zijn beslissende fout zich diep in Rusland te laten lokken, terwijl de winter naakte waren er nog andere merkwaardig heden, die een succes in de weg stonden: Het leger beschikte praktisch niet over stafkaarten, zodat reeds bij de aanvang der veldtocht hele legergroepen verdwaalden, en het commando van de belangrijke rechtervleugel had Napoleon opgedragen aan zijn broer Jeröme, die meer verstand had van charmante avontuurtjes, dan van keiharde veldtochten. Bij deze slappe figuur ligt de grondoorzaak van de mislukking. Het plan van Napoleon om het Czaristisch leger in een tangbeweging te vermorzelen zoals in 1944 de Amerikanen deden bij Caen mislukte, omdat Jeröme te lang de Poolse schonen het hof maakte en tenslotte, toen hij door zijn broer terecht gewezen werd, verontwaardigd zijn legerkorps in de steek liet. Hierdoor kreeg het Russische leger de kans om te ontsnappen en werd Napoleon gedwongen een achtervolging in te zetten, die in een brandend Moskou zou eindigen met de ondergang van het „onoverwinnelijke leger". J Dit alles was echter nog voor de ruim 500.000 Napoleontische soldaten, die 24 juni 1812 op de westelijke oever van de Njemen gereed stonden, in de schoot der toekomst verborgen. Bij de soldaten had het oude enthou siasme van 10 jaren daarvoor plaats gemaakt voor een zekere gelatenheid, maar men was niet pessimistisch: De Keizer-zelf was in hun midden en een mislukking scheen uitgesloten. DE AANVAL. Te acht uur in de avond, toen „de soep gegeten was", trokken de eer ste afdelingen over de noodbruggen en onder hen bevond zich ook wacht meester Kenis, die met een enkel re geltje de overtocht en de inname van de stad Krowno in zijn dagboek ver haalt, om dit korte verslag onbewo gen te beëindigen: „Het land is zeer zandachtig en niet al te vruchtbaar. Men vindt er vele grote en schone kloosters". De Russen opereerden met de be ruchte Kozakken in de voorhoede en het parool was: „Terugtrekken en al les, wat waarde heeft, verbranden". Wachtmeester Kenis maakte enke le van die schermutselingen mee en verhaalt tevens de „verschroeide- aarde-politiek": Nu en dan hadden wij enige schermutselingen met de Kozakken. Men zag op de rivier een schip, geladen met levensmiddelen voor het Russische legerdoch dat in brand gestoken u>as'\ JERÖME'S BAGAGE. Kenis trok mee met de middenli nie, die zo hopeloos falen zou, omdat het leger van Jeröme niet tijdig aan wezig was, maar onbewust van de naderende ramp beschrijft de Belg zijn ervaringen; hij verhaalt, dat de Russen geen bijenkorven hebben, maar hun bijen kweken in holle den- neboomstammen; hij is vervuld van mededogen met de bevolking, die in, gewone tijden al arm is, doch toen door de oorlog alles verloren zag gaan; hij tekent bij zijn aankomst te Minsk ontzet aan: „Ja, het was een schroom om te zien hóe al die maga zijnen en die schepen met levensmid delen verbrandden, terwijl de solda ten en de vele inwoners er zo'n grote armoede om hadden" en onbekend met het naderende einde schrijft hij een van zijn laatste verslagen in vrij heid: „Van Borissow richtten wij on ze tocht op Mohilew, steeds meer de Kozakken achtervolgend doorheen de mastbossen. Wij genoten vrijheid noch rust, want zij zijn slim, zoals vossen". In Mohilew werd het lot van tien duizenden Napoleontische soldaten en waarschijnlijk van het gehele „on overwinnelijke léger" beslist. Jeröme, die geacht werd in die tijd een razendsnelle tangbewe ging uit te voeren om met de middenlinie contact op te nemen, had zich uit Polen op weg bege ven met aan persoonlijke bagage 7 grote wagens, waarmede hij 25 uniformen, 206 kniebroeken, 60 paar laarzen, 200 hemden, 318 zakdoeken, een grote hoeveelheid salonbestek en zelfs een aantal zilveren nachtvaatwerk ver voerde. De zorg hiervoor weerhield Jerö me van een snelle opmars en de mid denlinie deed een manhaftige poging om het Czaristische leger alleen te gen te houden. Het treffen vond plaats te Mohilew, dat aanvankelijk na korte strijd genomen werd, maar na enkele dagen zodanig door de Ko zakken werd aangevallen, dat het Napoleontische leger een aderlating onderging, die het niet meer te boven zou komen: Een van de Moskou binnentrok, met een groep1 soldaten, die met de dag slonk, Koersk en toen enkele weken later het „onoverwinnelijke leger" zijn chaotische terugtocht begon, was Ke nis al diep het Kozakkenland binnen- gedreven, waar hij in de bitterste nood een schapenpels, schoenen en een berenmuts ontving, die hem de verschrikkingen van de verdere tocht deden overleven. Twee maanden later, die hij steeds in oostelijke richting trekkende had doorgebracht, maakte ook Kenis ken nis met de meedogenloze winter, die 't leger van Napoleon deed verstijven op de Russische vlakten: „Het weder bleef heel schoon tot de 15e novem ber, toen begon het te hagelen en te sneeuwen. Ja de 16e was het zo koud dat er onderweg enigen bevroren" Doch niet alleen de koude teisterde de gevangenen: „Wij hadden tot over maat van ramp nog het ongeluk ge plaagd te zijn door een besmettelijke ziekte, zodat wij nog meer gehaat werden door de inwoners van de dorpen, die wij doortrokken". ONBARMHARTIG BEVEL. Toen het Franse leger de beruchte Beresina naderde, verloor Napeleon definitief het aureool van een held, dat hem zoveel jaren getooid had, want voor de smeekbeden van zijn soldaten om eerst de vrouwen en de! gewonden over de noodbruggen te laten gaan, bleef hij doof en hij be val, dat de weerbare mannen het eerst moesten oversteken Toen hij de bruggen bij de nadering der Kozak ken liet vernietigen, vielen tiendui zenden gewonden en vrouwen in han den van de wrede, door moordlust bezeten Kozakken. Omstreeks die tijd werd wacht meester Kenis aangetast door de be-i Kozakken, strijdensgereed. smettelijke ziekte, die wel typhus ge weest zal zijn. De toestand der ge vangenen was verbijsterend: „Een van hen", zo schrijft de Belg, „die al een weinig hersteld was, had de goedheid mij te komen dienen tijdens mijn on gelukkige ziekte; wij hadden echter geen stro om op te slapen en geen hout om te stoken". Duizenden gevangenen stierven aan de ziekte en werden buiten aan de wilde honden tot voedsel voorge worpen. In het dieptepunt van zijn ellende werd Kenis echter opgemerkt door de gouverneur van de stad, waarin deze rampspoed plaats vond en die na herhaald aandringen van de gevangenen op inspectie gekomen was; door hem werd de positie van de Belg aanzienlijk verbeterd: „Maar, God lof, nadat ik enige weken in Sa- radobski was, werd ik zeer bemind door de gouverneur van dit stadje, die mij hulp verstrekte in mijn ziekte Hij had de goedheid mij de spijzen van zijn tafel aan te bieden en deze te doen brengen door zijn slaven. Doch ik bekloeg de arme ongelukkigen, die niets hadden dan hetgeen zij krijgen konden". HET EINDE. De opmerkzaamheid van de gou verneur redde Kenis het leven en ter wijl het tot honderdduizend man ge slonken leger van Napoleon in de avonduren van de 16e december 1812 de Njemen in westwaartse richting overtrok nog geen half jaar daar voor waren 500.000 man in tegen overgestelde richting de rivier over gestoken leidde de Belg, zoals hij zelf schrijft, „het leven van een prins" als huisleraar op enkele palei zen aan de rand van Siberië, waar hij de val van Napoleon en zijn bevrij ding afwachtte. Koning Jeröme, de broer van Napo leon, die mede oorzaak werd van de mislukking in Rusland. KRIJGSGEVANGENE. Wachtmeester Kenis geraakte tij dens dit treffen onder zijn doodge schoten paard en moest door de Rus sen bevrijd worden: „Het was alsdan dat. mij het ongeluk trof mijn paard té verliezen, dat door een bal dood geschoten werd, zodat ïk per onge luk verplicht was mijn kameraden voorbij te zien gaan, mij over te ge ven in handen van de vijand en te blijven liggen, totdat de Kozakken mij kwamen helpen en mij krijgsge vangen namen". Voor Kenis en duizenden anderen eindigde de oorlog te Mohilew en ter wijl het keizerlijk leger zich naar Moskou liet lokken, dat door vrijge laten tuchthuisboeven in brand werd gestoken; terwijl het leger in paniek vocht en vermorzeld werd door de onbarmhar tige Russische winter en de steeds feller wordende Kozakken-aanvallen; terwijl Napoleon tenslotte zijn troe pen in de steek liet om in Frankrijk een nieuw leger op de been te bren gen; begon voor de krijgsgevangene Ke nis een tocht van onvoorstelbare rampspoed, dwars door Rusland tot aan het randje van Siberië. DODENMARS. AFGRIJSELIJK GEVECHT. Intussen vocht Napoleon een wan hopige strijd Een ooggetuige, die de slag om Smolensk meemaakte, schrijft: „Overal lijken, maar wat voor lijken! Niemand had tijd en lust gehad ze op te ruimen; het ge schut, bagage, paarden en voet volk van twee legers waren over de doden en gewonden heenge trokken: het bloed was met het stof tot een vaste massa gekneed; de straten waren als bedekt met een dik vuil tapijt. Met afgrijzen dacht men: dat waren mensen als gij-zelf, dat kan ook uit u wor den! Ook Smolensk viel echter in han den van het Franse leger hoe sterk moet men hier niet aan de Duitse veldtocht van 1942 denken en in volmaakte orde trok het Rus sische leger terug tot achter Moskou; 14 september 1812 bereikte een zwaar gehavend Frans leger de totaal ver laten Russische hoofdstad, waar slechts enkele honderden vrijgelaten tuchthuisboeven met walmende fak kels rondslopen. DE WINTER. Krijgsgevangene Kenis bereikte op de dag, dat zijn leger het verlaten Duizenden kilometers moesten de gevangenen te voet afleggen door een vijandig land, dat zich in de greep van een voor hen onvoorstel baar harde winter bevond. De Russen wisten feitelijk niet goed De manhaftige verdediging van Ge neraal Ney en enkele getrouwen, die de terugtocht van de resten van het Napoleonistische leger over de Nje men, mogelijk maakten. Onopgelost raadsel WAAROM houden dieren een winterslaap? Het is een vraag, waarop de wetenschap nog g.een afdoend ant woord weet te geven, al ligt het ver moeden voor de hand, dat dit een middel is om die dieren door een pe riode van het jaar heen te helpen, waarin ze moeilijk voedsel en drin ken kunnen bemachtigen. Zij ontwa ken dan weer wanneer de tempera turen hoger zijn en zij weer gemak kelijk in hun onderhoud kunnen voorzien. Wat is een winterslaap eigenlijk, zullen velen zich afvragen. Het is een soort verdoving, waarvan de verschijnselen buitengewoon interes sant zijn. Wanneer het betrokken dier voor drie, vier, vijf of zes maanden in deze verdoofde toestand verkeert, eet en drinkt het niet en zijn tempe ratuur daalt. Het lichaam stelt zich ir op een zo gering mogelijk verbruik van energie. In de laatste periode voor de winterslaap heeft het dier zo veel mogelijk gegeten, zodat een grote reservevoorraad is ontstaan in zijn lichaam. Hier teert het gedu rende de gehele winterslaap op. Doordat het lichaam in geen enkel opzicht actief is, wordt er minder verbruikt maar de natuur gaat nog verder. De ademhaling wordt aan merkelijk trager, ongeveer tien tot twaalf ademhalingen per uur. Een aanmerkelijke besparing wanneer men bedenkt, dat 't hier dan in twee honderd dagen net zoveel adem haalt als anders in één dag. Het verbran dingsproces in het lichaam wordt minder en hierdoor daalt tevens de temperatuur tot ongeveer veertig procent van normaal. Het dier heeft zich in zijn nest, dat zo gebouwd is dat het vorstvrij is, opgerold en heeft de stand aangeno men, die het in ongeboren toestand bij de moeder had. Het bloed circu leert trager en bereikt zelfs bepaalde delen van het lichaam niet. Het dier scheidt in die periode geen afvalstof fen af. Hij verkeert als het ware in een toestand tussen dood en leven. Wij mogen eigenlijk streng weten schappelijk niet eens spreken over een winterslaap, aangezien deze ver dovingstoestand dieper is dan die van de slaap. De winterslaap eindigt wanneer de tijd van het jaar weer gunstig wordt voor het dier. Het bloed gaat weer stromen en dadelijk zal het dier zijn opgehoopte afvalstoffen uitwerpen. Aanvankelijk nog een beetje slaap dronken en stijf herneemt het leven weer zijn gewone gang. Mocht het bij uitzondering te vroeg wakker zijn ge worden, dan zal hij zich weer in zijn nest begeven en even later zet hij de slaap voort. Er zijn niet alleen winterslapers, maar er komen ook zomerslapers voor. Als voorbeeld kikkers, kroko dillen, alligators en dergelijke, die zich by grote hitte en watergebrek beschermen door diep in de modder te kruipen en daar betere tijden af te wachten, in een toestand die ongeveer gelijk is aan die waarin dieren ver keren, die een winterslaap houden. Wordt het koeler en valt de regen, dan worden die zoiherslapers weer wakker. Dat wij over het hóe en waarom van de zomer- of winterslaap van de dieren nog niet zoveel weten, be hoeft geen verwondering te wekken, aangezien we eerlijk moeten erken nen, dat we zelfs van onze eigen nor male slaap maar bitter weinig weten. Met deze typische slaapperiode bij verschillende dieren en de daarmee gepaard gaande interessante en on verklaarbare verschijnselen, heeft de natuur ons voor een raadsel geplaatst, dat vele grote geleerden na jaren lange studie en waarnemingen nog niet hebben kunnen oplossen. Ik hoop niet, dat ik Uw zomerjapon netje met spatjes nat gemaakt heb H In aansluiting op ons artikel van vorige week, publiceren ee wij hier een tweede beschrij- n ving van Napoleons veldtocht n in Europa, waarvoor wij de ge- sevens geput hebben uit net =j door enkele Belgische historici n H bewerkte dagboek van een Bel- gisch dienstplicht soldaat, die als Jager deze tochten mee- maakte. H Dit bewerkte dagboek, sa- mengesteld door K. C. Peeters, is verschenen bij uitgeverij „De Vlijt", Antwerpen. Het eerste artikel behandel de de tochten door Europa, vanaf 1806 tot aan het begin van de Russische oorlog. Dit artikel verhaalt ae veld- tocht door Rusland, de krijgs- gevangenschap van de Jager en zijn belevenissen tot aan de val van Napoleon. Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllli raad met de vele tienduizenden krijgsgevangenen, die zij maakten, en dikwijls werden de stakkers öf dood- gerantseld öf gedwongen in de open lucht bij een vorst van 30 graden te slapen, zodat zij met honderden te gelijk doodvroren. De notities van Kenis zijn sober, maar veelzeggend: „Zonder escorte zouden wij door troepen, die voorbij trokken, vermoord zijn geweest. Wij zagen daarenboven vele van onze ka meraden de geest geven tengevolge van verwondingen, die zij op het slagveld hadden opgelopen, zonder dat wij ook in staat waren hun de minste hulp te verlenen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 6