Een stijlvolle Rembrandtherdenking
in de Pieterskerk te Leiden
in een „RemBRAnötiek" öécoR
Lichtjes in de Leidse grachten
trokken duizenden naar walkant
KOOR BRACHT WIEG VAN
REMBRANDT TERUG
Strategiers „Rembrandt-cantate"
VRIJDAG 13 JULI 1956
DE LEIDSE COURANT
DERDE BLAD PAGINA 1
Géén Venetië, maar toch
wel leuk
Het goede schip „Triton", tot de
rand gevuld met officiële genodig
den voer gisteravond om tien uur
achter de verlichte vaartuigen aan,
die een lichtend spoor door de Leidse
grachten trokken. Dit alles ter ere
van Rembrandt.
De stemming aan boord was uit
muntend. Men moet hierbij in aan
merking nemen, dat de opvarenden
waarschijnlijk het minst van de ge
hele verlichte grachtenstoet hebben
gezien. De burgerij, die zich langs
Oude Singel, of Herengracht of bij
het waaghoogd had opgesteld heeft
iets meer van de optocht kunnen zien.
Maar het is de vraag of zij het ver
antwoord achtten, dat zij hun warme
huizen hadden verlaten om aan de
koude waterkant 25 moeilijk zicht
bare boten te bekijken.
Hoe graag hadden we geschreven:
men waande zich in Venetië, waar
verlichte gondels vonken romantiek
dingskoor nu als nabetrachting:
Rembrandt gasthuis van krankheid
(als om dit te bevestigen tweemaal
herhaald) door een bundel van win
terlicht plotseling doorzwierd.
Hiermede eindigt de Rembrandt-
cantate, die heel anders is, dan de
gelegenheidscantaten, die voorheen
werden geschreven, meermalen met
meesterhand. Nu een eigentijdse,
nieuw van geluid, en bezetting; bon
dig en kort, in eigen sfeer en bewo
genheid. Zonder hevige experimen
ten, valt de muzikale evolutie te
waarderen, hoewel de componist niet
wars is van chromatiek en een enke
le keer van het Oud-Hollandse lied,
wat van dramatisch oogpunt ook
waardering toegekend moet worden.
Men mag zich aanbevolen houden,
dit geestige eigentijdse werk nog
eens te mogen horen. Mizée en zijn
vermaarde koren, de beide hoogstaan
de solisten en 't voortreffelijk spelen
de Residentie-orkest garanderen, dat
dfe originele kla,nkfc<*mbinaities, de
muziek zelf de luisteraars zal treffen
en doorzingen.
J. Kortmaan.
Het bestuur van het Alma-Materkoor
had na de geslaagde uitvoering van
de cantate reden om zich op de recep
tie in de Burgerzaal van het stadhuis
te ontspannen. Rechts: dirigent Mizee.
in de harten doen opvlammen. Het
was echter anders, men bleef in Lei
den met een aantal wat gebrekkig
opgetuigde vaartuigen. Wat betreft
de belangstelling mogen we zeker
spreken van een duizendkoppige me
nigte. Aan de walkant stonden de
nieuwsgierigen op vele plaatsen drie
rijen dik. Op alle bruggen die men
moest passeren stonden vertegen
woordigers van het Leidse Herman
dad. De boten waren n.l. ook die
van de genodigden voor het me
rendeel of geheel of gedeeltelijk open
aan de bovenzijde.... Grote bijval
oogstte het optreden van de zeero
vers van (studenten) Njord, die als
waardige zeeschuimers pogingen de
den Leidse joffers, die aan de wal
kant stonden, buit te maken. De pi
raten strooiden hierbij kwistig met
knallend vuurwerk. Vermoeid van 't
zeerovers-werk hebben de schuimers
zich vanaf de Havenbrug door het
schip „Triton" laten slepen. De be
manning liep daarbij enige malen
gevaar met man en muis naar de
bodem gezonden te worden.
Aardig waren ook de boten van
„Die Leythe"; één van de schuiten
was volledig als Vikingschip inge
richt.
Vermelden wij voorts het merk
waardige pontje, dat voorzien was
van geluids-installatie en het vlot
„Kon-Tiki," dat tot in de détails 't be
roemde vaartuig van Thor Heyer-
dahl nabootste. De opvarenden van
dit vlot sprongen vlot in het water
van de Stille Rijn, toen zij vernamen,
dat zij. de tweede prijs hadden ver
overd.
Bij de Waag, waar alle „gondels"
megrden, had men een goed gizicht
op alle soorten gepavoiseerde boot
jes.
Wethouder van Schaik sprak door
de microfoon de verzamelde menigte
toe. Hij herinnerde aan de Rern-
brandt-herdenking en aan de evene
menten, die deze herdenking begelei
den.
Vervolgens maakte hij, onderbro
ken door luid gejuich van de geluk
kigen de prijswinnaars bekend.
„Werkmans Wilskracht" en de „R.K.
Harmonie" zorgden voor de water
muziek. Ook K. en G. was op en naast
het water de gehele avond actief.
Prijswinnaar waren: Afd. Kano's:
1. Leidse Golfbrekers (16); 2. Leidse
Zwemclub (9); 3. Aat Noppen (2).
Wherries: 1, 2 en 3: „Die Leythe".
(20-21 en 22).
Motorboten: Eerste prijs niet toe
gekend, 2. Verhoeff (29).
Andere boten: 1. Diaconessehhuis,
(12); 2. Kon-Tiki, (57); 3. Joy War
ring. (56).
De bemanning van het vlot Kon-
Tïke kwam voorzien van lange baar
den na een avontuurlijke tocht op
het waaghoofd aan.
Overzicht van de Pieterskerk tijdens
de herdenking.
lariteit van Rembrandts kunst.'
Twee polen, twee diametraal tegen
over elkaar liggende punten fixeren
de as, waarom het firmament van
zijn wereld zich wentelt: radicaal
realisme en breed gevleugelde fan
tasie.
Antwoordend op de vraag of het
werk van Rembrandt klassiek is, stel
de spr., dat Remlbrandt in elk geval
ons geslacht nabij staat door zijn in
tense belangstelling voor de hem om
gevende werkelijkheid.
De termen „modern" en „van alle
tijden" achtte hij echter mislei
dend, omdat zij niets zeggen over de
waarde van zijn kunst.
Als Remlbrandt uit de tijd zou zijn,
zou dit eerder voor ons een reden zijn
om ongerust te zijn over onszelf.
De uitvoering van de Rembrandt-
cantate (waarover u elders in dit
nummer kunt lezen), die werd ge
componeerd in opdracht van 't Leids
gemeentebestuur door Herman Stra-
tegier werd door de LeiJse genodig
den met spanning tegemoet gezien,
In de officiële tekst n.l., opgenomen
in het tekstboekje stond zoals be
kend een citaat van de als histo
rieschrijver tamelijk onbetrouwbare
Arnold Houbraken, waarin werd ver
teld, dat Remlbrandt buiten Leiden
geboren is.
Tot geruststelling van velen, niet
in het minst van de raadsleden, die
de benodigde bedragen voor de
cantate beschikbaar 'hadden gesteld,
zong men de tekst, die de wieg
van Rembrandt wederom binnen de
Leidse wallen plaatste.
'■'ENSLOTTE hield René Huyghe,
professeur au Collége de France
et conservateur en chef honoraire au
Musée du Louvre een spirituele
maar lange al te lange redevoe
ring over Rembrandt. De heer Huy
ghe verdeelde het leven van Rem
brandt in verschillende perioden: de
periode, waarin de schilder zijn in
nerlijk ontdekt (de period? van vele
zelfportretten) en die werd afgeslo
ten met „De Naahtwacht", de periode,
waarin de opvatting en 't aanzien van
de uitbeelding een omwenteling on
dergaat en de periode waarin zijn
werk steeds donkerder wordt, het zijn
de schaduwen, die het onzichtbaar
licht zichtbaar maken
Dr. Kortenhorst sprak in het slot
woord van het monument, dat het
land aan de stad Leiden zal aanbie
den. Hij deed een dringend beroep
op het Nederlandse volk in de komen
de maanden aan de stichting de mid
delen^ te verschaffen om nog in dit
Rembrandt-jaar het bewijs te leveren,
dat de „fakkel der beschaving niet
.geblust is in het dorre en steriele
zand van hypercritiek en materia
lisme".
Aan deze bijeenkomst en aan de re
ceptie van het gemeentebestuur die
daarop in de burgerzaal van het
Leids stadhuis plaats vond namen
o.m. deel: de ministers Beyen, Cals
en Van Oven, ambassadeurs en zaak
gelastigden uit twaalf landen, de se
naat van de Leidse universiteit, de
voorzitter van de Koninklijke Ne
derlandse Academie van Wetenschap
pen, prof. Van Groningen, tal var
museum-directeuren en kunstenaars,
burgemeester en wethouders van Lei
den, de raadsleden, vertegenwoordi
gers van tal van organisaties uit 'het
Leidse leven. Tijdens de receptie
overhandigde Herman Strategier de
door hem gecomponeerde Rembrandt -
cantate aan de burgemeester van
Leiden, jhr. mr. F. H. van Kinschot.
De componist en de samensteller van
de tekst, Jan Engelman, ontvingen
een aandenken.
's Avonds voeren verlichte vaartui
gen door de gradhten van een ver
lichte Sleutelstad.
„Kunstenaar, die ons
geslacht nabij staat"
IJONDERDEN genodigden van de
nationale Remlbrandt-herdenkinj
in de Pieterskerk te Leiden hebben
gistermiddag kunnen ervaren, dat de
uit de veertiende eeuw stammende
Leidse kerk-met-eennbewogen-histor
rie geknipt is voor plechtige, gedra
gen evenementen.
De boogramen konden geen scho
ner „Rem'brandtiek" licht versprei
den en de zuilengalerijen geen stati
ger bijbels décor vormen dan in deze
kerk, die vóór de reformatie aan St.
Petrus (en St. Paulus) de schutspa
troon van Leiden werd toegewijd.
Tegen drie uur gistermiddag be
groetten de genodigden door over
eind te komen de volledige Acade
mische senaat, die door de beide pe
dellen werd vooraf gegaan. Wij heb
ben hiervan gisteren al melding ge
maakt.
Dr. L. G. Kortenhorst, voorzitter
van de stichting Rembrandt-herden-
king beklom de kansel en sprak een
welkomstwoord. Hij vond, dat het
meentebestuur blijk heeft gegeven
van een alleszins voortreffelijk in
zicht door Rembrandt op zijn 350ste
geboortedag zonder ophef en zonder
straatrumoer te huldigen: in de Pie
terskerk, waar Rembrandts ouders
begraven zijn, met een cantate op
teksten, niet door een gelegenheids-
poëet bedacht, maar getrokken uit
authentieke oorkonden en levensbe
schrijvingen.
Vijftig jaar geleden, aldus spr. vier
de de Sleutelstad haar Rem'brandt-
feest onder meer door een oud-Hol
landse kermis en in Amsterdam wer
den gecostumeerde optochten gehou
den en hoste een brooddronken me-
In de Burgerzaal hadden de minister
van Justitie, prof. Van Oven en Lei-
dens burgemeester een vermakelijk
onder-onsje.
nigte tot laat in de nacht langs alle
straten en stegen, die naar het Rem-
brandtplein voerden om bij het giet
ijzeren beeld haar bewondering voor
de vaderlandse cultuur door een
rondedans uit te vieren.
Ter vergelijking wees dr. Korten
horst ook op de zinvolle herdenking
in de tentoonstellingen te Amster
dam, Rotterdam en Leiden.
REMBANDT en wij'' was de titel
van de rede, die prof. dr. H. van
de Waal, hoogleraar in de kunstge
schiedenis aan de Leidse Universiteit
uitsprak. Prof. Van de Waal begon
zijn toespraak met rederijke citaten,
die uit een tijd stammen, waarvan
de kunstbesohrijvers nog van Rem
brandt spraken alsof iedere volzin als
een toast bedoeld was.
„Onze tijd doet het anders", zo ver
volgde de professor. „Wij denken
liever aan tentoonstellingen dan aan
huldigingsplechtigheden, wij geloven
eer in rondleidingen dan in giet
ijzer".
In deze tijd maken wij meer kans
tussen de klippen van de retoriek en
vulgariteit door te zeilen. Spreker
noemde echter een nieuw gevaar van
dit veelvuldig herdenken: het con
tact met de kunst uit het verleden
zou kunnen leiden tot een generali
serend afwijzen van alle waarlijke
hedendaagse kunst.
Niets zou minder in overeenstem
ming zijn met Rembrandts kunst.
Sprekend over de kunst van Rem
brandt, zei prof. Van de Waal onder
meer, dat zelden iemand zo conse
quent als Rembrandt de uiterlijke
schijn heeft ontbladerd en deze als
een hartstochtelijke zoeker vervan
gen door een schoonheid van hoger
gehalte.
PROF. dr. H. G. Beyen, hoogleraar
in de archeologie en de antieke
kunstgeschiedenis aan de Leidse uni
versiteit vond het benaderen van een
genie even moeilijk als het beklim
men van een bergtop. Deze bergtop
beklimmend, sprak hij over de „po-
Tijdens receptie: dirigent Willem Mizée en de componist Herman Stra
tegier (links) wisselen indrukken uit.
rJDENS DE HERDENKINGS
BIJEENKOMST ter viering van
ae 350e geboortedag van Rembrandt
werd gisteren de Rembrandtcantate
van Strategier ten doop gehouden.
Onder leiding van Willem Mizée,
had zich uit de verschillende Leidse
koren een koorensemble saamgesteld
om het geestig en vernuftig werk
van onze landgenoot (speciaal voor
deze herdenking in opdracht van de
stad Leiden gecomponeerd) uit te
voeren.
In samenwerking met Jan Engel
man, die een tekst van Baudelaire
vertaalde, werden door componist en
dichter de overige teksten uit oor
konden en levensbeschrijvingen
(door Rembrandt's tijdgenoten)
saamgesteld. Opgedragen aan Mizée
en zijn koorgenoten werd dit moei
lijk te vertolken werk tot in finesses
uitgevoerd. Een inleiding, kort, maar
fraai, voor orkest leidt tot het inlei
dingskoor: „Rembrandt gasthuis van
krankheid", naar Baudelaire's tekst
Moest men even wennen aan de na
galm in de gewelven, al gauw kwa
men koor en orkest geheel tot hun
recht.
Geestige vondsten heeft de com
ponist ten beste gegeven. De verha
lende tekst over 's meesters afkomst
wordt, daar waar van de vader spra
ke is door mannenkoor verteld en
over moeder van Rijn vertellen de
vrouwen, om samen te eindigen. Het
spreekzingen gaat door, wanneer
Rembrandt's leertijd ter sprake komt:
door de bariton Leo Ketelaers en de
alt-soliste Annie Hermes, die beiden
goed tegen hun moeilijke taak be
stand waren. Ook als déclamator,
ondersteund door heel zacht orkest-
spel, maakte Ketelaers een uitste
kende beurt. In de unisonozang van
de solisten legde de componist de
eensgezindheid inzake de opvoeding
van hun zoon. Mooi schilderend
niet het minste in de instrumentatie
is de wedergave van Rembrandt,
als leermeester levendig bedisselen
en het wijzen op schoonheid in na
tuur, steden, markten enz. De altso
liste verhaalt van 't huwelijk van
Saskia en Rembrandt en dan komt
De Nachtwacht met éclatante kleu
ren getekend door de componist,
een speels musiceren, waarbij het
koper het koor „awiierich en krach-
tich" ondersteunt.
IETS HEEL ANDERS bieden de
„beide Testamenten, eerst
Saskia, later van Hendrickje", fijn
van inzicht en ingetogen en uitster
vend. Aardig is 'het over en weer
drulk bespreken van Hendricje en
Titus, over het verhandelen van
schilderijen en rariteyten, het man
lijk en vrouwelijk converseren van
hen beiden. De aanhaling uit 't Schil-
diersboek De Lairesse, is door de
componist raak getypeerd.
Zo komen wjj aan 't slot: het inlei-