Minister Suurhoff opende gebouw voor Praeventieve Geneeskunde Uitbreiding overvleugelde moedergebouw viermaal Voor ruim 100 miljoen aankopen op afbetaling VRIJDAG 1 JUNI 1956 DE LEIDSE COURANT DERDE BLAD - PAGINA 1 De 1ste juni van het jaar 1956 zal in de geschiedenis van het Nederlands Instituut voor Praeventieve Geneeskunde, gevestigd te Leiden, worden ge boekstaafd als een zeer bijzondere datum, want vandaag heeft de inge bruikname plaats gevonden van een nieuwe vleugel in het „oude" gebouw aan de Wassenaarse weg, al is deze vleugel dan ook vele malen groter dan het gebouw, dat in 1941 kon worden geopend. Allerwege is er een beweging gaande, die beoogt meer aandacht te schen ken aan het voorkómen van ziekte door de bevordering van de studie in de toepassing van de praeventieve geneeskunde. Die beweging, de meest natuurlijke die men zich denken kan, ging uiteraard niet aan Nederland voorbij. Integendeel, de gehele Nederlandse gemeenschap draagt er toe bij, en meer direkt die van werkgevers en werknemers, die, met medewerking van onmisbare instituten, hierbij voor de noodzakelijke financiering zijn ingeschakeld. Niet in het minst steunt men hierbij op het Praeventiefonds (1951), waarvan de konsiderans bepaalt, dat de gelden van dit fonds worden besteed tot het nemen en bevorderen van maatregelen, welke strekken om ziekte te voorkomen. De behartiging van een deel van die belangen is toe vertrouwd aan het Nederlands Instituut voor Praeventieve Geneeskünde, met name de bevordering van preventief-geneeskundige wetenschappen in het algemeen en van de bedrijfsgeneeskunde in het bijzonder. Betere opleiding nu dan hier kunnen deze voor het 'bedrijf onmisbare art sen niet vinden, want een rondgang door het uitstekend geoutilleerde in stituut \ieeft ons doen zien met welk een nauwgezetheid hier de talrijke problemen van de ziekten onder het volk als volksziekten in de kiem worden opgespoord. Dat begint bij de zuigeling, wordt voortgezet op de school en vindt steeds meer toepas sing in het bedrijf met ziekten van allerlei aard, vooral in voor de ge zondheid gevaarlijke bedrijven. Maar dit onderzoek grijpt steeds meer om zich heen, zodat ook de adolescentie, de jeugd van 1220 jaar. nauwgezet in het onderzoek wordt betrokken. DE HISTORIE VAN HET INSTITUUT. De historische ontwikkeling van het Instituut voor Praeventieve Genees kunde grijpt terug tot het jaar 19-29, toen, op initiatief van 'twee Leidse hoogleraren, prof. dr. E. Gorter en prof. dr. J. van der Hoeven, een stich ting werd opgericht met als doel het ontwikkelen van de preventieve ge neeskunde. Ondanks de in dit geval toch wel heel dichtbij zijnde medische hulp, was de geboorte lang niet voorspoe dig. Er werd onder bijna altijd wel zeer moeilijke omstandigheden ge werkt in behuizingen, die de naam van woning nauwelijks verdienden, laat staan, dat zij geschikt waren voor het veeleisende en minutieuze onderzoek, dat hier moest plaats vin den. Toen de band met het Prophylaxe- fonds, voorganger van het Praeven tiefonds, tot stand kwam, werd de fi nanciële toestand beter en kon men overgaan tot de bouw van het eerste werkelijke instituut. Onder de ogen van de bezetters werd in 1941 afge bouwd en toen de autoriteiten er met begerige blikken hun ogen op richt ten om het zelf in gebruik te nemen, werden zij tenslotte afgeschrikt, toen hun door de directeur, prof. J. P. Bijl, werd medegedeeld, dat men hier proefnemingen verrichtte tegen pok pen en andere besmettelijke ziekten. Door de voortdurende uitbreiding van het arbeidsterrein werd het in stituut evenwel al spoedig te klein en opnieuw moest ten dele elders in Lei den onderdak worden gevonden. Dit leidde tot het beramen van nieuwe plannen tot uitbreiding en in dit voorjaar was de bouw van de nieu we .plannen tot uitbreiding en in dit voorjaar was de bouw van de nieu we vleugel, viermaal zo groot als het oorspronkelijke moeder-gebouw, vol tooid. Deze bouw en de inrichting daarvan zijn bekostigd door het Praeventiefonds. Lange tijd heeft er een misverstand geheerst omtrent de instelling, omdat de mening heerste, dat dit instituut er een zou zijn van de Leidse univer siteit, hetgeen niet het geval is. Daar om is de naam ook veranderd in „Nederlands" Instituut voor Pre ventieve Geneeskunde, want het is een instituut van geheel Nederland. Door deze nieuwbouw zijn thans alle afdelingen van het uitgebreide onderzoek, dat hier verricht wordt, bij elkaar gebracht, hetgeen het teamwork, zoals prof. dr. G. C. E. Burger, voorzitter van het instituut, dit in een gisteren gehuden persbij eenkomst uitdrukte, ongetwijfeld ten goede komt. Door teamwork komt men tot een efficiënter onderzoek, een waarborg voor beter slagen. Prof. Burger heeft vervolgens in korte trekken uiteengezet waar het bij dit werk vooral om gaat: research en voorlichting van de gemeenschap, waarbij de steun van het bedrijfsle ven onmisbaar is. Daarnaast moet men komen tot een goede opleiding van deskundigen, waarbij een der be langrijkste facetten wordt gevormd door de 'bedrijfsarts. Het wetsont werp op de bedrijfschappen immers vraagt om deskundige bedrijfsartsen., VEELOMVATTENDE TAAK. Inderdaad heeft het Instituut een veelomvattende taak op zich geno men. Een der eerste problemen was de aandacht te concentreren op de mogelijkheden ter voorkoming van bakteriële infektieziekten (speciaal tuberculose). Sinds 1939 is de aan- dadft' meer gericht op de studie van virusziekten, waarbij vooral de polio- melytis (kinderverlamming) een voortdurende bron van onderzoek is. De arbeidsgeneeskunde houdt zich bezig met de studie van faktoren, die een gevaar opleveren voor de ge zondheid en het prestatievermogen van de werkende mens. In vele be drijven wordt gewerkt met stoffen, die onder bepaalde omstandigheden schadelijk kunnen zijn voor de ge zondheid. Op andere plaatsen moet zwaar lichamelijk werk worden ge daan of moet de arbeid onder bezwa rende omstandiheden plaats vinden. Hier nu ligt een taak voor de bedrijfs arts, gedetacheerd bij de Bedrijfsge neeskundige Dienst te Leiden. Deze arts neemt ook contakt op met be drijven elders in het land en werkt samen met de fysioloog, de toxico loog, en met andere specialisten van het instituut. De sektie voor fysiologie legt zich toe op metingen aan de werkende mens. Een voorbeeld hiervan is het .meten van het kalorieënverbruik bij .arbeidsverrichtingen onder verschil lende kondities. Andere vraagstuk ken betreffen het werken onder ho ge temperaturen, het bepalen van de geschiktheid van minder valide en oudere personen voor bepaalde be roepen, het nagaan van de verbrei ding en de oorzaken van de 'be roepsdoofheid; waaruit dan weer ge leerd wordt in welke bedrijven be schermende maatregelen noodzakelijk zijn, terwijl voorts aandacht wordt besteed aan het ontwikkelen en be proeven van een grote verscheiden heid van gehoorbescnermers. De afdeling beschikt over verschil lende laboratoria, waaronder een kli maatkamer en een geluidkamer.1 Deze laatste wordt ook door de afde ling Geestelijke Gezondheid benut voor onderzoekingen op het gebied van de geluidhinder, in de huidige gemotoriseerde en voortjagende tijd een faktor van grote betekenis is. De afdeling Geestelijke Gezond heid is zeker niet de minst belang rijke in de veelomvattende taak van het instituut, want de ontwikkeling van de moderne arbeidsgeneeskunde alleen reeds wettigt het bestaan van deze afdeling, waar psychiater, psy choloog, pedagoog, socioloog en maat schappelijk werker doelmatig samen werken. Daarnaast is er nog de af deling Gezondheidszorg, in haar be gintijd (1944 opgericht) voorname lijk georiënteerd geweest op de kin- derhygiëne, maar langzamerhand uitgegroeid naar alle andere terrei nen van gezondheidszorg. Er zou nog veel meer over de prachtige taak van het instituut te vertellen zijn, doch wij moeten het hierbij laten. Onze bedoeling was er alleen op gericht het Nederlandse pu bliek in het algemeen en het be drijfsleven in het bijzonder nog eens met nadruk te wijzen op het weten schappelijk werk, dat hier op zo voor treffelijke wijze wordt verricht, in de hoop, dat men dit werk zo mogelijk ook financieel wil steunen. OFFICIëLE OPENING DOOR MINISTER J. G. SUURHOFF. Hedenmiddag heeft de officiële opening van het nieuwe gebouw in tegenwoordigheid van talrijke geno digden plaats gevohden door de mi nister van Sociale Zaken en Volksge zondheid, Z.Exc. J. G. Suurhoff. Deze opening gold eigenlijk als eer ste officiële opening, welke in 1941 vanwege de oorlogstijd niet kon plaats vinden. De bijeenkomst, welke hedenmid dag in de grootste zaal van het in stituut werd gehouden, werd ge opend met een welkomstrede van prof. dr. G. C. E. Burger, voorzitter van het bestuur van Instituut, die al lereerst een woord van dank sprak voor de ruime steun van overheid en particulier initiatief, zonder welke 'het instituut de groei, zoals vooral na de oorlog doorgemaakt, zeker niet mogelijk ware geweest. Spr. prees zich gelukkig in de Mi nister van Sociale Zaken en Volks gezondheid iemand te begroeten, die niet alleen een grote belangstelling heeft voor de organisatorische pro blemen van de Volksgezondheids zorg en de daaraan gekoppelde vraagstukken van de sociale verze kering, maar die tevens diep over tuigd is van de grote betekenis, wel ke het wetenschappelijk onderzoek voor een dergelijke ontplooiing van de gezondheidszorg heeft en toekomst moet hebben. Gelukkig vond spr. het ook, dat er een nauwe relatie tussen de direc teur-generaal van de Volksgezond heid, prof. Muntendam, bestaat en het instituut door zijn benoeming als .buitengewoon hoogleraar in de hy giëne aan de Leidse universiteit, waardoor het mogelijk is een nauw onderling contact te onderhouden. Verder heette spr. bijzonder wel kom dr. Banning, als voorzitter van het bestuur van het Praeventiefonds en verder mevr. Gorter, die bij deze plechtigheid aanwezig wilde zijn. Spr. hoopte, dat de grote uitbreiding, die ,het instituut thans heeft ondergaan, •voor haar een teken mocht zijn hoe feer de gedachten van haar overle den echtgenoot zovele jaren geleden in daden omgezet, voor de toekom stige ontwikkeling van de Praeven tieve Geneeskunde vruchtdragend zijn geweest. Spr. bracht hierna dank aan allen, die hadden medegewerkt aan de tot standkoming van het nieuwe gebouw ,en deelde vervolgens mede, dat in de eerstkomende dagen bijeenkomsten zijn georganiseerd voor vertegen woordigers van het bedrijfsleven, van de klinisch-geneeskundige en de praeventief-geneeskundige wereld en anderen. Tenslotte gaf prof. Burger een uit voerige uiteenzetting over de taak van het Instituut, dat thans aan het .oegin staat van een nieuwe periode in zijn bestaan, deed een beroep op al zijn medewerkers zich hun verant woording waardig te tonen en gaf vervolgens het woord aan minister Suurhoff, d'ie het Instituut officeel anet een rede opende. De minister uitte zijn grote waar dering voor de bouw en de inrichting van het nieuwe complex, weidde in het kort uit over de grote betekenis van de preventie in de geneeskunde en gaf als zyn mening te kennen, dat !n 1954 Volgens de definitieve cijfers van het Centraal Bureau voor de Stati stiek is het kopen op afbetaling in 1954 met liefst 40 pet. toegenomen. Bij 477 ondernemingen werd op een totale omzet van bijna 110 miljoen gulden nog geen tien miljoen con tant betaald, dus nog geen 10 pet. Zestien soorten dure gebruiksvoor werpen blijken bij de kopers bijzon der in trek te zijn. Na meubelen en textiel zijn dit vooral brom- en mo torfietsen, radio- en tv-toestellen, wasmachines en koelkasten. Maatregelen ter beperking. In verband met deze enorme toe neming van het kopen op afbetaling heeft de regering kort geleden twee maatregelen in uitzicht gesteld om deze stijging binnen de perken te houden: 1 Door het vaststellen van een mi- nimum kassastorting. O Door het aantal termijnen voor de afbetaling te beperken. In de Eerste Kamer, die een be teugeling van het kopen op afbeta ling toejuicht, was de vrees geuit, dat deze maatregelen doorkruist zou den kunnen worden door geldschiet- banken en betaalzegelkassen. Naar de regering thans aan de Ka mer meedeelt, deelt zij niet in deze vrees. Zij acht de middelen, die de ze instellingen ten dienste staan, te beperkt, dat zij het afbetalingskre diet op grote schaal zouden kunnen overnemen. Voor het overige ver trouwt de regering erop, dat de in stellingen, die geld uitlenen voor consumptieve doeleinden begrip In Utrecht komt een gebouw van aluminium Na een nauwkeurig onderzoek heeft het ministerie van wederopbouw en volkshuisvesting aan de N. V. Levens verzekeringsmaatschappij „Utrecht" goedkeuring verstrekt om te Utrecht een nieuw administratiegebouw te bouwen als deel van haar hoofdkan toor. Dit gebouw is van een zodanige constructie, dat noch materialen, noch arbeidskrachten aan de woningbouw onttrokken zullen worden. Deze con structie bestaat uit een basis van be ton, waarop een staalskelet, terwijl de buitenafwerking zal bestaan uit aluminiumplaten. Dit is een nieuwtje voor ons land. Deze aluminiumpla ten komen in de plaats van de tot dusverre gebruikelijke baksteenvul lingen. De binnenafwerking zal, even als de vloeren, bestaan uit beton platen met vulling. Dit betekent alleen al voor dit ge- j bouw een besparing van 550.000 bak stenen, een hoeveelheid die nodig is om ongeveer 30 normale arbeiders woningen te bouwen. Gemeente-ambtenaren bespraken hun positie De ambtenaren-organisaties hebben het Kabinet laten weten, dat zij een algemene loon- en salarisverhoging wensen van 6 percent. De regerings delegatie kwam in de vergadering van de Centrale Commissie voor ge organiseerd overleg met het voorstel tot een salarisverhoging van slechts 3 percent, die dan op 1 juni a.s. ge geven zou moeten worden. De orga nisaties konden zioh hiermee niet .akkoord verklaren. Het Kabinet zal zich thans over de kwestie moeten ook in de toekomst nog een belang rijke taak voor het instituut was weg gelegd. Na deze openingsrede werd nog het woord gevoerd door dr. C. Banning, hoofd-inspecteur van de Volksge zondheid en door dr. J. T. Buma, v/nd. directeur van het Instituut, die in grote lijnen de werkwijze van het Instituut uiteenzette en verantwoor ding gaf over het wetenschappelijk beleid, dat hier gevoerd wordt. Spreker belichtte hierbij een drie tal fasen, t.w. het beoefenen van een aantal noodzakelijk geaohte weten schappen, het toepassen van deze .kennis op een aantal vraagstukken, de gezondheidszorg betreffende en het geven van voorlichting en onder wijs. Na afloop van deze plechtigheid werd het nieuwe gebouw bezichtigd. zullen tonen voor de maatregelen van de regering tot beperking van het afbetalingskrediet. De regering zal evenwel zeker in grijpen, indien dit niet het geval zou zijn. Wat werd in 1954 op afbetaling gekocht? De 477 ondernemingen, waarop de cijfers van het Centraal Bureau be trekking hebben, verkochten in 1954 bromfietsen op afbetaling voor 'n be drag van 8.838.402. Op deze brommers werd slechts 1.110.701 vooruitbetaald. Voor mo torfietsen bedroegen deze cijfers resp. 2.515.195 en 530.450. Voor andere artikelen worden de volgende cijfers verstrekt: Radio's 18.369.709 1.993.717 T.V. 1.083.393 138.364 Piano's 1.469.223 337.814 Wasmach. 6.748.426 590.408 Stofzuigers 7.490.535 672.1 Koelkasten 677.285 66.224 Kachels e.d. 3.601.644 308.550 Forn. e.d. 1.576.416 166.855 Naaimach. 1.316.265 150.592 Meubelen 22.491.946 1.437.805 Kleding 19.594.013 738.217 Uit dit overzicht blijkt wel, dat meubelen en textiel verre het meest op afbetaling worden gekocht. Maar bromfietsen, radio's en stofzuigers slaan op dit gebied echter ook geen slecht figuur. De verbrande schilderijen Meineed werd niet bewezen De Haagse arrondissementsrecht bank heeft gisteren een Arnhemse koopman wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs vrijgesproken van het afleggen van een meineed; de eis tegen hem was drie jaar ge vangenisstraf. De koopman werd er van beschul digd ten gunste van een inwoner van Zoetermeer, die wegens brand stichting om in het bezit te komen van de verzekeringsuitkering, werd veroordeeld tot 3J--2 jaar gevangenis straf, een meineed te hebben afge legd. Toen hij op .1 februari jl als getui ge werd gehoord in de zaak tegen de Zoetermeerder verklaarde hij in ver binding te hebben gestaan met een Duitser, die wel belangstelling had voor de schilderijen, welke in het be zit waren van de Zoetermeerder. Hij had toen met de Duitser een bezoek gebracht aan het huis in Zoetermeer en hier zouden twee Ruysdaels, een Aert van der Neer, een Adriaan van der Velde en een Sebastiaan Vrancx in ogenschouw zijn genomen, de schilderijen dus waarvan de veroor deelde Zoetermeerder beweerde dat ze in zijn auto verbrand waren. De Duitser in kwestie zou tot de con clusie gekomen zijn. dat het hier in derdaad kostbare doeken betrof en zou de wens te kennen hebben ge geven ze te willen kopen. Besloten was toen dat de Arnhemse koopman, als bemiddelaar zou optreden bij de aankoop door de Duitser en bepaald was, dat deze hiervoor 156.000 zou betalen. Tijdens de behandeling van deze zaak voor de rechtbank weigerde de koopman indertijd de naam van zijn opdrachtgever bekend te maken, en hij beriep zich op zijn verschonings recht. In deze houding heeft hij by de be handeling van zijn eigen zaak veertien dagen geleden volhard. Hij verklaarde alleen dat de voor naam van zijn opdrachtgever Karl was, dat deze 39 jaar oud zou zijn en in Frankfort woonde. HET NIEUWE KLEIN SEMINARIE BISDOM ROTTERDAM. Mgr. M. A. Jansen, bisschop van Rotterdam, heeft de zeereerw. heer N. Ph. J. van Ruijven, die sub-re gent was van het seminarie Hageveld te Heemstede, de opdracht gegeven de oprichting van een nieuw klein seminarie in het bisdom Rotterdam voor te bereiden. BANKWEZEN EENS OVER 6 PCT. Over het toekennen van de sala risverhoging van 6 pet. zijn de werk gevers en werknemers uit het bank wezen het in principe eens geworden. De zaak wacht thans op het ac- coord van de ledenvergadering der werkgevers (Nederlandse Bankiers vereniging) en de werknemersbon den. Tenslotte zal de nieuwe rege ling ter goedkeuring worden voorge legd aan het college van rijksbemid delaars. Vereniging tegen autoscharrelaars Bona Fide handelaren in gebruikte automobielen zijn overgegaan tot op richting van de „Bond van Onderne mers in Gebruikte Automobielen (Boga). De leden van deze bond zul len aan strenge bepalingen moeten voldoen, terwijl gestreefd zal wor den naar gezamenlijke garanties in de vorm van een garantiebewijs. De bedrijven der leden, aldus de initiatiefnemer, de heer J. van der Marei uit Wassenaar, zullen in het minste geval moeten beschikken over deskundige monteurs of respectieve lijk een deskundig beheerder en zij zullen in elk geval over een eigen, goed geoutilleerde werkplaats moe ten beschikken om uitvoerige keu ringen en reparaties te kunnen ver richten. Het publiek, zo meent hij, moet er van doordrongen worden dat te zij ner tijd slechts door de Boga erken de en gecontroleerde adressen be trouwbare gebruikte wagen met een veilige garantie van minstens een half jaar zullen leveren. De oprichting van de Boga noemt hij noodgedwongen omdat op het ogenblik worden door vele onbe trouwbare lieden, de „autoscharre laars". aan argeloze kopers wagens verkooht, die een smet werpen op het beroep van handelaar in tweede hands auto's. Deze ondeskundige scharrelaars doen de meest verleide lijkste aanbiedingen en het is geen geheim, zo zegt hij, dat de meest schandalige praktijken bü straatver koop en op automarkten worden be dreven. De vele gebrekkige auto's, die uit de handel voortkomen zyn een doorn in het oog van de Vereni ging voor Veilig Verkeer en van de Verkeerspolitie. Deze vereniging heeft volgens de heer van der Marei reeds zijn grootste instemming met de oprichting van de bond betuigd. De militaire „kistjes" verdwijnen Het volgend jaar zullen de militaire „kistjes" zijn verdwenen. Hiermee wordt bedoeld het schoeisel dat sedert tientallen jaren door de militairen bij de landmacht is gedragen. De lichting, die in februari 1957 onder de wapenen komt. zal ze reeds niet meer dragen, doch zyn uitgerust met de (in Nederland vervaardigde) zgn. Amerikaanse gevechtlaars. Dit is een bruin lederen schoen met extra hoge kap en rubber zolen en hakken, 'n Orde voor honderddui zend paren hiervan, als eerste aan looporder, is al bij dc Nederlandse Schoenindustrie geplaatst. Studiebeurzen en financiën De staatssecretaris van financiën beeft bepaald dat voor studiebeurzen in de vorm van periodieke uitkerin gen, genoten door meerderjarige kin deren en door minderjarige kinderen van wier inkomsten de ouder het wet telijk vruchtgenot niet heeft, geen bytelling bij het inkomen van de ouder geschiedt. Dit kan er dan ech ter niet toe leiden, dat de studiebeurs bij het kind wordt belast. Bij het be palen van de omvang van de aan- spraak op kinderaftrek (dubbel dan wel drievoudig) dient .net de studie beurs evenwel normaal rekening te worden gehouden. Renteloze voorschotten, welke aan de ouders van studerende kinderen worden toegekend, hebben geen in vloed op de omvang van de aan spraak op kinderaftrek welke de ouders voor deze kinderen kunnen doen gelden. Wordt het voorschot echter aan het kind toegekend, dan dient met dit voorschot bij de vaststelling van de kinderaftrek wel rekening te worden gehouden. In een aanschryving aan de belas tingadministratie is van een en an der mededeling gedaan. De aanschrij ving zal toepassing vinden met in gang van het jaar 1954. Reeds onher- roepelyk vaststaande aanslagen van dat jaar dienen op verzoek te wor den herzien. DODELIJKE VAL. De 50-jarige gehuwde G. Konings uit Spykenisse is woensdag van een veertien meter hoge steiger gevallen. Het slachtoffer liep ernstige ver wondingen op. Hij is vannacht in het ziekenhuis van de Cornclis Vroege Stichting overleden. KLEUTER OVERREDEN. De 7-jarige Titie Adema, die giste ren in Oudega op een tractor mee reed, sprong daar op een onbewaakt ogenblik vanaf, kwam onder de aan hangwagen en werd op slag gedood.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 11