EEN BOER Stenen Sptekeit Overwon Duitse tankdivisie dliyMitaay 5)e Correcte kleding voor oudere dames ZATERDAG 5 MEI 1956 DE LEIDSE COURANT VIERDE BLAD PAGINA 1 Een verhaal uit de dagen der bevrijding keek hen peinzend na. Dan keek hij op zijn horloge en zag dat het half zes was. Nou, nog een voor zou ie trekken en dan naar huis gaan. Met grote, forse stappen liep Jan Willems achter de- ploeg. Het mes scheurde de aarde en gooide grote klonters zand om en om. Hoog in de lucht zong een leeuwerik zijn vroege avondzang. Het was het enige geluid dat de stilte verbrak. En toch Enkele kilometers verder trilde de aarde onder het gebeuk van bommen en granaten. Schreeuwden duizenden kelen hun nameloos leed, vervulde het luchtruim zich met jammerlijke kreten van gewonden, stervenden. Jan Willems schudde het hoofd. „Dwaze wereld". Hij was nu aan het einde var» de voor en zette zijn ploeg dwars. Dan spande hij zijn paard uit en klopte het dier in de nek. „Kranig werk gedaan vandaag, Bles, kranig werk. En nou naar de stal!". VI/AT LATER liep Jan Willems met het paard over de grote weg. Van hieruit kon ie in de verte zijn boerderij zien liggen. Daar de brug over ,dan nog een minuut of vijf lopen en ie was thuis. Jan keek naar een troep zigzaggende muggen, die voor hem uit dansten. „Dat betekent morgen weer goed weer", mompelde hij tevreden in zichzelf. Jan Willems stapte rustig door. In de verte lag zijn hoeve waar zijn vrouw hem wachtte. Hij had honger en hoopte maar, dat zijn vrouw het eten op tafel had staan. Plotseling bleef Jan Willems stil- verte hoorde hij een dof gerommel. Dat kon toch geen onweer zijn, de lucht was helderblauw. Misschien vliegtuigen, dacht Jan. Ja, het zullen vliegtuigen zijn, Engel, se vliegtuigen op weg naar Duitsland. Hij zocht, met zijn hand boven de ogen, de lucht af. Maar hij ontdekte geen zilverwitte stippen. Toen keek hij voor zich uit en schrok. Want daar, waar de weg een kleine krom ming maakte, kwamen tanks. Steeds meer, de een na de ander, kwam achter de kromming van de weg vandaan gerold. Als een lange keten regen ze zich aaneen. Het was alsof een reuzeslang zich oVer de weg voort kronkelde. „Dat moeten Duitsers zijnr". Trek ken op naar de stad om te pogen de Engelsen te verdrijven. In gedachte zag ie de strijd reeds ontbranden. Dreunende ontploffingen, vuur uitbra kende kanonnen, huizen van waaruit de vlammen hoog opsloegen. In pa niek vluchtende vrouwen, angstig huilende kinderen. De straten over trokken met rook en damp. IAN WILLEMS voelde 'n hevig ver. zet in zich opkomen. Maar wat moest ie doen? Een man tegen die sta len monsters, welke over de weg voortkropen.Een legerwagen, die voor uit reed om de weg te verkennen, na derde en stopte vlak voor de voeten van Jan Willems. En plotseling flitste er een geniale gedachte door zijn brein. De brug! De brug kon de stad voor ondergang behoeden. De kans was klein ,erg klein, maar de mogelijkheid bestond. Jan schrok zelf van de gedachte die door zijn hoofd speelde. Maar hij had geen tijd om na te denken en moest onmiddellijk handelen. Hij deed een paar stappen in de richting van de legerwagen en zwaaide met zijn armen. Een officier stak zijn hoofd uit het raam en vroeg schreeuwend: „Wass wollen sie?" Nu het hoofd koel houden, dacht Jan Willems en hij zei, zo rustig mo gelijk: „De brug". Daarbij schudde hij hef tig met het hoofd. „Wass heist dass, Schwein?" brulde de officier. Maar Jan Willems bleef op hun fietsen en reden verder. Jan* met zijn hoofdschudden en zei de door BEN JANSSEN JAN WILLEMS, de stoere, stugge boer van het Eeneind, zette zijn ploeg scheef en liet het paard keren. Hij rechtte zijn rug en keek naar de vers omgeworpen aarde. Hij was te vreden, Jan Willems, een heel stuk had-ie gedaan vandaag. Nog één voor zou ie doen en dan maakte ie er een eind aan. Ging ie naar huis, waar de vrouw met het eten wachtte. Jan Willems ging op de rand van de ploeg zitten. Hij stopte langzaam een pijp en stak er daarna de brand in. De blauwe tabaksrook loste zich op, speelse kringetjes makend: Jan Willems besloot even te blijven zit ten en zijn pijp leeg te roken. Ove rigens had zijn paard deze korte rust ook hard nodig. Het dier moest doen, wat vroeger twee paarden deden. Jan Willems strekte zijn benen. Ja, vroeger. Vroeger liepen er twee paar den voor zijn ploeg. Bovendien had ie er nog een op stal staan als re serve. Maar dat was al een jaar of drie geleden. In die tijd waren de Duitsers gekomen en hadden twee van zijn paarden meegenomen. Een paard had ie mogen houden. Dat paard stond nu voor zijn ploeg. Een best paard, al raakte het versleten. Jan Willems keek enige ogenblik ken peinzend naar het paard, klopte dan zijn pijp tegen de onderkant van zijn klomp leeg. Het was niet bij paarden gebleven, heel zijn veesta pel werd systematisch uitgedund. Alles ten behoeve van de Duitse weermacht. Maar nu zou, God zij dank, alles spoedig voorbij riin- De geallieerden waren in aantocht om hen van het Duitse juk te bevrijden. Jan Willems keek uit over zijn land. Daarginds, achter de hoge bo men, lag de stad welke reeds bevrijd was. Daar vierden de burgers reeds feest, zong en danste men op straat, blij als ze waren dat de vrede ko mende was. Jan Willems glimlachte. De bevrij ders zouden nu ook spoedig in zijn dorp zijn. Moeilijkheden zouden zij niet ondervinden, want de Duitsers lagen minstens twee dorpen verderop. In stelling, naar hij wist. Daar zou dus nog bloedig gevochten worden. Dit dorp hier zou worden bevrijd, zonder dat er een schot zou vallen. En dan konden ook de dorpelingen feest vieren. IN DE VERTE zag Jan Willem twee mannen op een fiets naderen. Toen zij dichterbij kwamen hoorde hij, hoe de houten banden van hun fiet sen de namiddagstilte wraed ver stoorden. Jan Willems herkende de twee dorpsgenoten en stak groetend zijn hand op. „Hallo, mannen. Naar de stad geweest?" De mannen sprongen van hun fiets. „Zo is het Willems, we hebben de bevrijding al meegevierd. Kijk 's, echte Engelse sigaretten", zei een van hen. „Hier steek er ook een op!" Jan nam een sigaret uit het doosje, dat de ander hem voorhield en borg ze onder zijn pet. „Voor vanavond", zei hij. „Het is zonde om ze hier op te roken". Dan vroeg ie: „Komen ze nog niet naar hier?" „Nog niet", antwoordde de eerste man weer. „Er moeten eerst genoeg troepen zijn om de stad bij een even tuele aanval te verdedigen. Je moet weten, dat ze die nog verwachten". Jan lachte. Daar behoeven ze niet bang voor te zijn, geen dorp in de om trek waar nog één Duitser zit". De beide mannen sprongen weer enige woorden Duits die hij kende: „Nichts verstehen", en haalde daar bij hulpeloos zijn schouders op. De officier schreeowde iets onver staanbaars en wilde zijn wagen weer op gang brengen. Maar Jan Willems ging voor de auto staan, wees weer op de brug en schudde steeds maar met zijn hoofd. Inmiddels was de colonne tanks ge naderd en stopte. Nu sprong de offi cier woedend uit zijn auto en rende haastig langs de tanks, om te zien of er iemand was die Hollands ver stond. Sohijnbaar had ie daarbij suc ces, want even later kwam ie met een andere soldaat terug. „Hé boere- kaffer!", begon deze tegen Jan te schreeuwen. „Wat betekent die on zin?" „Jullie, kunnen niet over de brug", zei Jan rustig. „Ze is veel te rot voor die zware tanks". J^E SOLDAAT vertaalde de bood schap aan de officier. Deze schreeuwde iets en de soldaat ver taalde het op dezelfde schreeuweri ge manier. „Je bent gek, kerel en houdt ons nu niet langer op". „Ik ben helemaal niet gek", ant woordde Jan Willems en wees over de brug waar zijn akker lag. „Ginds is mijn land", zei ie. „Als je gaat kijken zul je daar een ploeg zien staan. Dpt is mijn ploeg en die moet daar blijven, omdat die zelfs te zwaar is. De brug heeft veel geleden", voegde hij er aan toe. De soldaat wendde zich weer tot de officier. Inmiddels was er een tweede officier bij gekomen en met hun drieën spraken ze op fluisterende toon enkele woorden met elkaar. Dan- stapten ze met hun drieën naar de brug, argwanend keek de nieuwaan- gekomen officier Jan Willems aan. Ze onderzochten de brug nauwkeurig. Even later kwamen ze weer terug. „De brug is sterk genoeg", zei de soldaat tegen Jan. Jan Willems trok de schouders op. „Ik heb geen verstand van bruggen, maar deze ken ik. Geen boer durft er met een volgeladen wagen over". .„Je liegt dat je barst!", schreeuwde de soldaat. „Je wilt ons al'leen maar ophouden, weet je dat je daarvoor de kogel krijgt?" Jan Willems keek de soldaat enige ogenblikken peinzend aan. „Waarom zou ik liegen?", vroeg hij. „Ik ben zelf Duitsgezind en heel bet dorp weet dat. Als de Amerikanen of En gelsen hier komen, is het met<mij ge daan. Ik heb er dus alle belang bij, dat ze teruggeslagen worden. Maar ik voelde het mijn plicht om jullie te waarschuwen.- Maar ja, als je het i toch wilt proberen dan kan ik er ook niets aan doen".... j P\E SOLDAAT keek Jan enige ogen- blikken argwanend aan, dan ver taalde hij de woorden aan de hoge officier, die ongeduldig stond te wachten. Toen de soldaat Jans woor den vertaald had, bleef ie enige ogen blikken peinzend voor zich uitkijken. Dan overlegde hij weer met de an dere officier en de soldaat en even later gingen ze gedrieën wederom naar de brug. Ze bleven maar en kele minuten weg, maat het leken Jan Willems uren toe. Toen ze weer terugkeerden wierp de ene officier, die blijkbaar het commando voerde, Jan een woedende blik toe, schreeuwde een commando naar de mannen op de tanks en sprong in zijn auto. Jan Willems kon de spanning haast niet meer dragen, het hart klopte hem in de keel. Dan zag ie hoe de- wagen in razende vaart langs de tanks reed en zag ie hoe de tanks zich, een voor een, keerden. Dan rol den de tanks langzaam de weg terug, die ze gekomen waren. Jan Willems kon wel huilen en lachen tegelijk. Daar stond hij, groot en machtig. Jan Willems! Een hele tankdivisie, modern uitgerust, had hij en hij alleen tot de terugtocht ge dwongen. Ja, misschien wel een stad voor de ondergang behoed. de geallieerden door het dorp va-. Jan Willems. Met duizenden, een on afgebroken rij. Pantserwagens en het zwaarste geschut rolden over de brug. De brug die dof hun geratel weerkaatste, maar stand hield. Want het was een sterke brug. Voor zijn boerderij stond Jan Wil lems en keek naar het voorbijtrek kende leger, dat de bevrijding kwam brengen. Dan nam ie zijn pet van het hoofd en dankte God, voor de gedachte die Hij hem gegeven had. Advertentie. S Dit gezicht op Hollands polder land. waarop de koetjes maar niet het water en de bonuen, ontbreken, is onvervalst Leids. U kunt het bin nen de grenzen van onze schone Sleutelstad vinden. I De vorige week Er is geen twijfel mogelijk of vele <C Leidenaars hebben al een studie gc- maakt van het sierlijke gebouwtje, V dat in de tuin van het museum van 'X Volkenkunde gemaakt is. De foto- y graaf prikte met de lens van zijn X toestel door de tralies van het hek, y dat dit museum omlijst Hij stond y op de Eerste Binncnvestgracht. 4" De prijs van vijf gulden Is voor: X Mej. JVÏ. A. Weidmulder, X Hoge Rijndijk 44. Leiden. I Wat U moet doen Adresseer een kaart, brief oi orief je aan de puzzle-redactie van de Leidse Courant, PapengTacht 32, Leiden. Schrijf onder het motto: „De stenen spreken". D6 foto stelt voor De inzendingen worden inge wacht tot en met Donderdag a.s. Onder de goede oplossers wordt een waardebon van f 5.verloot. Il/anineer wij op het terrein van de kleding voor oudere dames kamen, begeven we ons misschien enigszins op glad ijs. Want, wat zijn oudere dames? De een voelt zich nog zeker niet zo ouid, dat zij tot die groep gere kend wil worden en een ander, die nog niet zo oud is, valt er wel onder. Een spreekwoord zegt: „Men is oud, als men zich voelt!" en daar zit inderdaad veel waars in. Zo is het ook met de kleding, men moet zich kleden naar de leeftijd waarop men zich voelt en natuur lijk aangepast aan de heersende normen. Dit houdt in, dat dames op ge vorderde leeftijd niet altijd in het zwart of althans in donkere kleuren gekleed behoeven te gaan. Vooral in de lente en de zomer kan men zich best een japon in vrolijke kleuren permit teren, doch steeds behoren ook hierbij de normen in het oog ge houden te worden, Zelfs een ge klede japon behoeft nog niet somber te zijn. Hier kan men kie zen uit kleuren als licht bruin, grijs, groen, blauw en lila. sap bedruppelen. Na enige tijd wast u de stof dan uit. Linnen verdient de voorkeur boven katoen, speciaal voor handdoeken en keukendoeken. Het neemt gemakkelijker en meer vocht op. Uit de (teutten gelttapt U KUNT NIET ALLES WETEN Honden houdt u van de gevel van uw huis verwijderd door het strooien van awavelbloem. Macaroni koken. Weet u dat het voldoende is macaroni slechts 5 minuten'te laten doorkoken, mits ze eerste een paar uur in water is te weken gezet? Krijgt u nieuw linoleum in huis? Snijdt dan wat extra stuk jes om onder de poten van kasten en bedden te leggen. U voorkomt hier de lelijke moeten mee. Indien uw huurder niet vol doet aan uiw aanmaningen om de huur te betalen, kunt u de vor deringen in handen geven van een deurwaarder. De debiteur krijgt, dan nog drie a vier dagen de tijd om aan zijn verplichtin gen te voldoen. Betaalt hij dan nog niet, dan wordt ontruiming gevraagd wegens wanbetaling. Geweckte groenten welke zuur of bedorven zijn, zijn voor con sumptie beslist ongeschikt. Heeft het bederf eenmaal plaatsgevon den, dan is hier niets meer aan te doen. Het bederf van de in maak is altijd een gevolg van het in leven blijven van bacte riën of sporen van bacteriën. De oorzaak moet dus gezocht wor den in onvoldoende hygiëne bij het inmaken of aan niet hoog ge noeg of te korte tijd verhitten. Een plant heeft water nodig. Gebruik hiervoor niet te koud water. De wortels van de plan ten kunnen dit niet opnemen, zodat een plant temidden van veel water nog kan verdrogen. De potgrond verzuurt dan. Roestvlekken uit kleding ver wijderen. U kunt de vlekken bo ven kokend water in de stoom houden, dan met zuringzout in wrijven en aan na verscheidene uren uitwassen. Een ander mid del is de vlekken boven koken- Trouwens de modemagazijnen bieden wat dat betreft te kust en te keur. Kijkt u maar eens naar 't aardige mantelcostuumpje op onze illustratie, dat van deze dame toch zeker geen „echte" oude dames maakt. Toch is het uiterst keurig en correct. Het is vervaardigd van grain-de-poudre kamgaren en voorzien van een satijnen kraagje, waardoor het voor alle dames op leeftijd ge schikt is. Met bijpassende hoed en tas heeft men een werkelijk keurig en charmant geheel waarin iedereen overal kan ver schijnen. Het is echter bij de keuze van kleding van het grootste belang, dat men deze aanpast aan de per soon die haar dragen moet, want iedereen staat nu eenmaal niet alles. 't Hoofd van 't gezin Gedurende de eerste vijf jaren na de oorlog, was de detailhan del in hoeden in de Westduitse Bondsrepubliek, vrijwel alleen aangewezen op import. De mees te fabrikanten in die branche moesten hun bedrijven letterlijk weer van de grond af opbouwen. In 1951 echter kwam de grote verandering. De produktie was bijna terug op het vooroorlogse peil en dig kwaliteit was aanzien lijk beter, dank zij- nieuwe ma chines met talloze praktische snufjes. In 1954 leverdien de gezamen lijke Westduitse hoedenf abrikan ten 3.500.tK)'0 stuks aif. Allemaal herenhoed van haarvalt. De in voer uit het buitenland daalde tot slechts 5%. Statistieken over 1955 wijzen uit, dat de uitvoer van Duitse herenhoeden (haarvilt) 'n gemiddelde heeft bereikt van on geveer 490.000 per maand. In volgorde van belangrijkheid, zijn de volgende landen de groot ste afnemers: Zweden, Neder land, Denemarken, Zwitserland en Noorwegen. Dit komt vrij aar dig overeen met de toestand van voor de oorlog. Een nieuw eleiment wordt gevormd door de gerelmatige aankopen van de Verenigde Staten van Noord Amerika, met een gemiddelde van bijna 100.000 per maand. De hoedenindustrie als zodanig is al heel oud. In Wenen was het dragen van een hoed in de dagen van de keurvorsten zelfs een be trouwbaarheid voor zakenlieden. Wie geen goede maat gaf of was betrapt op overtreding van de plaatselijke marktvoorschriften, mocht als straf een hele tijd geen hoed op hebben, wanneer hij zijn waren te koop aanbood. Menig koopman heeft zich daarmee 's winters een ziekte op de hals gehaald! Bloemkool au gratin. 1 Bloemkool, 3 dl. melk, 30 gr. bloem, 35 .gr. boter, 50 gr. gerasp te kaas, zout, paneermeel. De bloemkool schoonmaken*, wassen en gaarkoken in water met zout. Een sausje maken door het grootste deel der boter te smelten, de bloem erdoor te roe ren en melk toe /te voegen. Van het vuur plm. 40 gr. geraspte kaas door de saus mengen. De bloemkool overdoen in een vuur vaste schotel, de saus erover gieten, bestrooien met een meng sel van paneermeel en rest ge raspte kaas. De overgebleven boter in klontjes erover verdelen en de schotel gedurende 10 min. in een warme oven met boven- warmte plaatsen. Schuimige sinaasappelvla. 4 Kleine eieren (of 3 grote), 75 gr. bastardsuiker, sap van 3 a 4 sinaasappelen en 1 citroen, waarvan ook was geraspte ci troenschil, waaierwafels. In een gave geëmailleerde pan de eidooiers met de suiker luch tig roeren. Geraspte citroenschil en het sap en sinaasappelen, ge zeefd, toevoegen. De massa ver warmen en laten binden (vooral niet koken) onder goed roeren. Het stijfgeklopte eiwit door de vla scheppen en het geheel nog even verhitten. De massa laten afkoelen en overdoen in een grote of kleine glazen schaaltjes. de thee houden en met citroen- Presenteren met waaierwafels. Aluminium tegen regen Na talrijke proefnemingen met textiel, die met aluminium was bespoten, zijn enige Duitse ge leerden erin geslaagd „perlon"- stoffen hiermee geschikt te ma ken voor verwerking tot regen kleding. Ze maakten daarvoor een speciale legering van het lichtmetaal, met uitgesproken reflekterende eigenschappen. Het blijkt vooral geschikt te zijn voor jassen-of mantels, die'aan twee kanten worden gedragen. Op kille, vochtige dagen houdt 't aan de binnenkant de warmte vast; wordt het warmer, zoals bij een mei-regentje of een fikse on weersbui in augustus, dan blijft men er heerlijk koel in, omdat de stof naar buiten gekeerd alles afstoot. Heel belangrijk is ech ter, dat deze als zijde glanzende stof .ademt", dus geen overma tige transpiratie verwekt of moeilijkheden met de luchtver versing. Bovendien betreft het een heel weinig wegende kwali teit, die dus een volkomen bewe gingsvrijheid garandeert. 't Zal nog wel even duren, voor de „aluminium-perlon" in ons land te koop zal zijn, maar men kan er vast rekening mee houden, dat het in de bedoeling ligt, niet alleen de klassieke mo dellen hierin te brengen. Er zul len ook modieuze mantels bij zijn met platte rug en hoog uitsprin gende plooien, evenals mouw lozen met een oversteeksel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 12